Eens, op een mooie avond door Louis Paul Boon

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Eens, op een mooie avond
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1328 woorden
  • 7 augustus 2006
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
10 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Louis Paul Boon
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1992
Pagina's
144
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Eens, op een mooie avond
Shadow
Eens, op een mooie avond door Louis Paul Boon
Shadow
1. Zakelijke gegevens

a. Auteur: Louis Paul Boon
b. Titel: Eens, op een mooie avond
Uitgever: De Arbeiderspers
Jaar uitgave: 1992
Druk: 3
c. Genre: Pornografische roman

3. Verdieping
a. Samenvatting

"Het huwelijk is iets heiligs," zei Arlette... "en op alles wat heilig is moet es flink gescheten worden". Heilige huisjes worden hier door Boon verder platgetrapt (als hij die huisjes al niet tot moes had geschreven in zijn vorige werken). Ik kreeg hier een totaal andere Boon te kennen (ergens valt een vergelijking te trekken met "Zomerdagdroom", hoewel dat werk toch minder expliciet is). Boon slaagt erin hier porno een soort politieke weerklank te schenken. Quoi? Ja, in dit sexuele bacchanaal gaat iedereen voor de bijl. Zowel priesters als generaals vieren hun lusten bot op de welwillende vrouwen - iedere vorm van aanzien, wereldse wijsheid, ... vliegt vrolijk aan diggelen wanneer de mogelijkheid tot "de daad" zich manifesteert. Zoals in het nawoord wordt aangestipt zijn er talloze reminiscenties richting Sade. Daar waar je bij de lectuur van DAF de Sade's werken soms een indruk bekruipt van: "Die begint te lijken op geëmmer", blijft "Eens, ..." constant de schalkse toon aanhouden. Er mag wel een gelachen worden met de sexuele daad, lijkt Boon te zeggen ("Neuken alleen lijkt niet meer voldoende - het is inderdaad, zoals onze buurman zei, steeds hetzelfde: inschuiven en uitschuiven - bij het rietmes bewegen moet ook nog een steeds bedenkelijker smeerlapperijtje komen.") Ook prachtig is de kaft van dit werk ... in een paarse stofomslag. De katholieke kerk is niet veraf ... en gelukkig maar. Want waar iedereen bloedernstig de passie preekt, valt wat te schertsen. Ik zou zeggen: Boon verdiend een monument voor zijn schitterende averechtsheid. Maar op monumenten schijten de duiven ... Léés Boon en maak dat klein rebelletje in u wakker.

b. Verhaaltechniek
Perspectief

Het verhaal wordt door een alwetende verteller verteld.

Tijd

Het verhaal speelt zich af op een avond, ergens in juni 1987. Het verhaal bestaat grotendeels uit verschillende flashbacks. Die van 2 maanden tot 5 jaar terug in de tijd gaan.

Plaats en ruimte

Het verhaal speelt zich af in een afgelegen kamer van het bisschoppelijk paleis. Waarschijnlijk ergens in Zweden. Het is een belangrijke plek omdat andere mensen niet welkom zijn en ze zich moeten verbergen. Ze blijven de hele avond op deze plek.

Structuur

Het boek is chronologisch ingedeeld maar er zijn wel veel flashbacks.

Personages

Bisschop van Foetreloe een reeds vijftig jarige klerikaal.
Generaal Van der Missen Veertig jarige man aangetooid als een Romeinse krijger, met lederen sandalen en een zeer korte tuniek die niets vermocht te bedekken.
Bokser Guus Stottert soms erger dan anders. Had een hoofd zo kaal als een biljartbal. Droeg lange oorhangers van gitzwart gesteente. Had een nauwsluitend gemsleren broek aan en in plaats van een kruis was er een grote hartvormige opening gesneden en had verder een machtig gespierd bovenlichaam.
Helena Een van de drie horen. Ze had blonde haren en was nauwelijks zeventien. Droeg goudgekleurde sandaaltjes met gekruiste linten. Een tekort hemdje dat vast gezet was met twee klipjes een op de schouders de andere ter hoogt van de lenden
Marina. Nog een van de drie hoeren. Marina was achttien en was een donkerharige schoonheid, het type zigeunerkind maar dan beter gewassen en geparfumeerd. Ze had donkere en gloedvolle ogen, een welige monde met volle natte lippen en borsten met donkere tepels. Ze droeg een zwartzijden nachthemdje
Arlette De derde hoer, zij was negentien jaar oud. Een prachtdier om te zien, zij had goudkleurig haren naar het rosse toe, had een betoverend gevormd en melkwit lichaam. Zij droeg alleen nauwsluitende laarzen die tot hoog boven de knie reikten.
Paul Tienjarige jongetje had blonde lokken haar die tot aan de schouders reikten.
Paulette Elfjarig meisje waarbij de haren totaal waren weggeschoren, zodat ze een lekker rond en glad kaalkopje bezat. Had wel een bloem achter de oren, viooltjes
Odile Twaalfjarig meisje Was alleen gekleed in een krans van parelen
Noëlla een dertienjarig meisje met alleen een diadeem van witte parels om het hoofdje en witte kousjes.
Ingrid Een veertienjarig meisje met slechts rode laarsjes aan tot net aan de knie
Johan een veertienjarige jongen met dezelfde soort laarsjes maar dan zilverkleurig.
Coiffeur Louis Zeer bekende haarkapper.
Jean Achtjarige jongen komt niet veel in het boek voor. Maar loopt naakt rond met op de borst een gouden kruisje aan een ketting en verder hoge purperen kousjes tot boven de knie.
Benny Tienjarige jongen Koorknaapje met een rode mantel die open hing.
Nellie Negenjarige meisje Zag er al een beetje volwassen uit door dat de haren waren opgemaakt als bij een volwassen vrouw. Ze droeg sierlijke sandaaltjes, waarvan de gekruiste linten tot het hoogste der dijen liepen.

c. Thematiek

De thematiek van het verhaal is seks. Er zijn drie hoeren en drie mannen en dan nog wat kleine kinderen die verder geen grote rol in het boek hebben. De verhalen die de hoeren en de drie mannen steeds vertellen gaat over seks. En door de verhalen die ze om en om vertellen worden ze steeds opgewonden en hebben ze steeds seks.

Titelverklaring

De titel ‘Eens, op een mooie avond’ is een goede titel voor het boek want het verhaal speelt af op een avond en voor de personages is het een mooie avond. In het nawoord vertellen Bart Vanegeren en Paul de Wispelaere dat het boek ook zou kunnen leiden tot een mooie avond voor de lezer.

d. Schrijver en werk

Louis Paul Boon werd geboren te Aalst op 15 maart 1912. Hij werd aanvankelijk opgeleid tot autoschilder. Hij werkte dan ook vanaf zijn 14 jaar in het schildersbedrijf van zijn vader. In zijn vrije tijd bezocht hij echter de Academie voor Beeldende Kunst in zijn geboortestad.Hij las ook veel, vooral dan naturalistische (1) schrijvers zoals Cyriel Buysse.In 1939 schreef hij zijn eerste roman : "Het brood onzer tranen". Hij was toen ook reeds politiek actief. Hij behoorde tot de "Daensisten", een christelijk-socialistische splinterpartij. Tijdens de tweede wereldoorlog is hij werkloos en tracht hij wat te verdienen als huisschilder. Tijdens deze oorlog schreef hij "De voorstad groeit" (1942) en "Abel Gholaerts" (1944). Na de oorlog werd hij lid van de communistische partij en journalist-kunstredacteur bij "De Rode Vaan" en redactiesecretaris bij "Front". Later werd hij redacteur bij de socialistische krant "Vooruit". In "Mijn kleine oorlog" uit 1946 stelt hij zijn oorlogsherinneringen te boek Boon evolueert van een anarchistisch (2)-communist tot een individualistisch-socialist. Deze ontwikkeling komt tot uiting in de sociale dubbelroman "De Kapellekensbaan" (1953) en "Zomer te Ter-Muren"(1956). Van 1954 tot 1957 publiceerde hij het eenmanstijdschrift "Boontje's Reservaat" In 1955 verschijnt een eigentijdse bewerking van de Reinaert-verhalen onder de titel "Wapenbroeders".
"De bende van Jan de Lichte" (1957) en het vervolg hierop "De zoon van Jan de Lichte" (1961) zijn schelmenromans (3) met een sociale ondertoon. Helemaal anders is "De paradijsvogel" uit 1958 waarin hij het heeft over godsdienst als de verdringer van de seksualiteit. Zijn latere werk evolueert meer en meer naar sociale geschiedschrijving. Dit bereikt zijn hoogtepunt in de biografische roman "Pieter Daens", broer van priester Adolf Daens, wiens leven in het teken stond van de ontvoogding van de Vlaamse katholieke arbeiders. Met dit werk won hij trouwens de driejaarlijkse Staatsprijsvoor verhalend proza. Later werd het verfilmd. Zijn laatste werken, zoals "De zwarte hand" (1976) en "Het jaar 1901" handelen over het anarchisme in de omgeving van Aalst rond 1900.
Louis Paul Boon was een sterk maatschappelijk geëngageerd iemand die zich uitte als voorvechter van de arbeidersklasse. In vele werken stelde hij de sociale wantoestanden aan de kaak.
De schrijver ontving in 1967 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre.
Op 10 mei 1979 overlijdt Louis Paul Boon in zijn woning te Erembodegem terwijl hij werkt aan een roman die "De kasteelheertjes" zou gaan heten.

(1) naturalistisch = de werkelijkheid zo natuurgetrouw als mogelijk weergevend
(2) anarchistisch = alle gezag verwerpend
(3) schelmenroman = roman met in de hoofdpersoon een schelm (iemand van ongeregelde en avontuurlijke levenswijze)

Geselecteerd bibliografie
De voorstad groeit (1941)
Abel Gholaerts (1944)
Vergeten straat (1946)
Mijn kleine oorlog (1946)
De Kapellekensbaan (1953)
Zomer te Ter-Muren (1956)
De zoon van Jan de Lichte (1962)
Dorp in Vlaanderen (1966)
Geniaal, maar met korte beentjes (1967)
Wat een leven (1967)
Over mijn boeken (1969)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.