Auteur: Tim Krabbé
Titel: Een Goede Dag voor de Ezel
Uitgever: Wolters-Noordhoff
Jaartal 1e druk: 2005
Aantal bladzijden: 77
Genre: psychologische roman
Samenvatting
In hoofdstuk 1 vermoordt Mischa (één van de hoofdpersonen van dit boek) een jongen. Dit deed hij met een pistool die hij had gekocht om zijn ex-vrouw te vermoorden. Mischa kwam terug van oefenen met schieten op een boom en nam de bus om weer terug te komen bij zijn auto. Mischa volgde de jongen uit de bus richting zijn boerderij. Hij doodde de jongen omdat hij een meisje in een bus vol mensen ‘viskutje’ noemde.
Het tweede hoofdstuk van het boek gaat over Wybren Fechter, een advocaat, en Esther, zijn dochter. Wybren krijgt een briefje op zijn werk waarop staat: “iedereen neukt viskutje”. De volgende dag krijgt hij weer een briefje, deze keer met de tekst: “viskutje vindt het lekker”. Wybren denkt dat Esther ‘viskutje’ is. Nadat Wybren aan Esther heeft gevraagd of zij viskutje is, zegt Esther van niet, maar een paar dagen later komt ze huilend thuis nadat haar ex, Bart, haar in een bus vol mensen viskutje had genoemd. Ze vertelt aan Wybren dat ze het had uitgemaakt met Bart omdat hij zijn vrienden stiekem naar hen liet kijken terwijl ze seks hadden. Maar gelijk nadat ze het uit had gemaakt verkrachtte Bart haar met een groep jongens. Dit gebeurde meerdere keren.
In hoofdstuk 3 wordt het verhaal weer verteld vanuit het perspectief van Mischa. Hij is gevlucht en is in Sydney gaan wonen. Hij heeft daar een vriendin: Lynda. Hij denkt nog veel aan de moord en hij zit er zelfs aan te denken het aan Lynda te vertellen. Op een dag zit hij op een terrasje op Lynda te wachten wanneer er een Nederlandse man bij hem aan de tafel komt zitten. De man wacht ook op iemand. Wanneer er een meisje aan de tafel komt zitten kijkt Mischa op. “Zij herkende hem. Hij herkende haar.”
Wybren en Esther zijn in hoofdstuk 4 in Sydney, want ze zijn op wereldreis. Ze moeten die middag weer vliegen naar Nieuw-Zeeland. Ze lopen eerst samen door de stad, later wil Esther zelf rondlopen. Mischa is op een terras bij een man aangeschoven om te wachten op Esther. Wanneer Esther aankomt gaat Mischa afrekenen. Esther praat even met de man en is daarna duidelijk erg blij.
In hoofdstuk 5 vertelt Mischa hoe het gesprek tussen hem en Esther verliep. Ze vraagt hem waarom hij Bart had vermoord, hij vertelt dat het was omdat Bart zich misdroeg tegenover haar. Esther vraagt aan Mischa of Bart nog iets had gezegd over haar. Mischa denkt na en zegt “nee”. Esther bedankt hem voor de moord en Mischa besluit dat hij Lynda niet gaat vertellen over wat hij heeft gedaan.
Verhaaltechniek
- Ruimte
Dit verhaal speelt zich af in Nederland en in Australië. In het boek worden de plaatsen niet in detail beschreven, maar de auteur geeft Nederland een somber, eentonig gevoel en Australië een vrolijker en ontspannen gevoel. De ruimte in dit verhaal is dus vooral begeleidend, want in Nederland gebeuren alleen slechte dingen en in Australië gebeuren vooral goede dingen.
Het boek wordt in chronologische volgorde verteld. Er zitten tijdverruimingen in: bijvoorbeeld wanneer een van de personages nadenkt, dan is de verteltijd groter dan de vertelde tijd. Er zitten ook tijdversnellingen in: het ene moment heeft Esther net aan haar vader verteld dat ze is verkracht en het volgende moment lopen ze door Sydney, dan is de vertelde tijd groter dan de verteltijd. Er zitten een paar flashbacks in het verhaal, wanneer Wybren denkt aan toen Esther nog klein was bijvoorbeeld. Flashforwards komen in dit verhaal niet voor.
- Verhaalfiguren
Mischa Koreman is een van de hoofdpersonages. Hij is een beschaafde jongeman, maar hij is ook vaak een lafaard. Hij is duidelijk niet helemaal goed bij zijn hoofd, aangezien hij eerst zijn ex-vriendin wil vermoorden en vervolgens een compleet onbekende jongen vermoord.
Wybren Fechter is een snuggere advocaat en de vader van Esther Fechter. Hij is duidelijk een gevoelige man en hij wil altijd ervoor zorgen dat zijn dochter gelukkig is. Wybren is een van de hoofdpersonages, maar hij speelt geen super grote rol in het verhaal, toch wordt een aanzienlijk deel van het boek uit zijn perspectief verteld.
Het laatste hoofdpersoon van dit boek is Esther Fechter. Ze is een mooi, lief meisje, maar tegelijkertijd ook een gevoelige en moeilijke puber. Haar vader duwt ze snel weg en ze heeft de verkeerde smaak in jongens. Nadat ze meerdere malen wordt verkracht is ze erg getraumatiseerd, maar ze is erg sterk en wordt al gauw weer beter.
Bart Meeuwse is het ex-vriendje van Esther en is duidelijk een antagonist in dit verhaal: hij is de vijand van elk hoofdpersoon in dit boek. Hij zorgt ervoor dat Esther zwaar getraumatiseerd is, hierdoor doet hij Wybren heel veel pijn en wanneer Mischa hem in de bus hoort praten wordt hij erg van streek. Bart is een jongen die graag mensen boos maakt en hij doet veel slechte dingen. Hij is echter toch een gevoelige jongen, want wanneer Mischa hem bijna dood schiet geeft hij toe dat hij van Esther houdt. Dit kon echter ook een wanhopig leugen zijn om niet dood te gaan.
Lydie is de ex-vriendin van Mischa en komt nooit zelf voor in het boek, er wordt alleen aan haar gedacht. Ze heeft duidelijk iets verkeerd gedaan, aangezien Mischa haar wil vermoorden, maar in het boek wordt niet duidelijk verteld wat ze heeft gedaan.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
een scholier
een scholier
Mag ik je nummer? Schatje.. (of snap)
3 maanden geleden
Antwoorden