Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Een dagje naar het strand door Heere Heeresma

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Een dagje naar het strand
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 1528 woorden
  • 3 januari 2006
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
14 keer beoordeeld

Boekcover Een dagje naar het strand
Shadow
Een dagje naar het strand door Heere Heeresma
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Samenvatting van de inhoud Het verhaal begint al vroeg in de ochtend als Bernard lopend in de regen naar Carl’s huis gaat op Walijne, zijn dochtertje, op te halen. Ze aan samen een dagje naar het starnd. Het duurt lang voordat Bernard eindelijk bij het huis aankomt. Hij wachtte voor de flat op Carl, die naar zijn werk zou gaan. Bernard vraagt om geld, zodat hij er een leuke dag met Walijne van kon maken. Zelf zit Bernard financieel niet zo best. In de flat zijn Medusa, ex-vriendin van Bernard, en Walijne. Medusa had Walijne liever niet gehad. Ze vond het maar moeilijk, want Walijne had een handicap aan haar benen. Terwijl Medusa, Walijne aan het aankleden was, sloeg Bernard even stiekem een paar glaasjes wodka achterover. Toen ze eenmaal aangekleed was, ging ze samen met Bernard de deur uit, naar de ramhalte. Toen ze stonden te wachten, kwam Louis, een kroegbaas waar Bernard schuld heeft, langs. Hij wou het geld, nu. Hij haalt geld uit zijn zakken en zegt tegen Louis dat ze ook nog geld nodig hebben om met de tram te kunnen gaan. Louis pakt het geld en geeft Bernard een harde klap in zijn gezicht. Bernard had nog wel meer geld bij zich, maar dat had hij in zijn sok gestopt, dat hij in de tram er weer uithaalde. Toen ze eenmaal het strand bereikt hadden, gingen ze eerst ergens wat eten bij een snackbar, nou Bernard dronk liever bier dan dat hij wat at. Daarna kreeg Walijne een mooie schelp cadeau van Bernard. Ze was er heel erg blij mee. OP het strand gingen ze wat drinken in een strandtentje. Dat strandtentje verlieten ze met ruzie. Walijne was daar haar schelp vergeten, die ze gekregen had, maar Bernard weigerde terug te gaan om die schelp op te halen. De serveerster had al wat biertjes klaar gezet, zodat ze niet extra hoefde te lopen. Hier werd hij boos om. Na dit strandtentje was hij weer op zoek naar een ander tentje waar Walijne kon spelen en hij een biertje kon drinken. Bernard ging een kioskje in om sigaretten, een nieuwe schelp voor Walijne en een biertje te halen, maar Walijne liep door toen hij de kiosk in ging. Hij was haar dus kwijt toen hij de kiosk weer uitging. Hij vindt Walijne op het strand in een stoel. Hij ging ook op een stoel zitten. Daar zaten ze een beteje droog en kon hij zijn biertje opdrinken die hij net gekocht had. Het waren stoelen waar je voor moest betalen, huurstoelen. De eigenaar van de strandtent kwam naar hun toe en vroeg om geld, wat Bernard niet gaf. Ze gingen wandelen over de boulevard, toen kwam Bernard een kroegmaatje tegen, Nicolaas, met zijn vriendin en zoontje. Ze gingen met zijn alle naar een barretje. Ze dronken veel alcohol, toen Nicolaas zat was, besloot Bernard om maar weer te gaan. Aan het einde van de middag rond een uur of vier, wilde Walijne naar huis, want ze was moe. Bernard zat weer in een kroeg en was al behoorlijk dronken. Hij werd naar buiten gewerkt door de barjuffrouw. Toen hij buiten was, waren mensen druk aan het praten over een kind dat bijna was aangereden door een touringcar. Dit bleek Walijne te zijn. De mensen die erbij stonden waren boos op Bernard, waar hij bang van werd. Hij liep samen met Walijne hard weg van de groep mensen naar het strand. Onderweg had hij bij een slijter nog wat bier gekocht en een fles cognac gejat. Bernard, die inmiddels ladderzat was, ging naar het strand, ging in een kuil liggen en viel als een blok in slaap, toen hij wakker werd, was Walijne weg… Analyse van de tekst
Thema
Het thema van het boek is alcoholisme en eenzaamheid. Het verhaal draait om een vader die alcoholist is. In het boek wordt beschreven hoe zo’n iemand zich dan gedraagt en voelt.
Motieven a. Ik wordt op het spoor van het thema gebracht door de motieven drankmisbruik, de regen, die de triestheid van het drankmisbruik als het ware onderstreept, en de eenzaamheid van Bernard. b. Het leidmotief in het boek is alcoholisme. Het hele boek gaat namelijk over de gevolgen en gebeurtenissen van iemand die alcoholverslaafd is. c. De titel ‘een dagje naar het strand’, slaat op het hele boek. Het hele beschreven verhaal gaat over dat ene dagje naar het strand. d. Er komen geen dromen in voor. Titel, ondertitel en motto De titel slaat op de besproken dag op zich. Er worden verschillende gebeurtenissen beschreven die zich op het strand of in de nabijheid van het strand afspelen. Vandaar de titel, een dagje naar het strand. Het boek heeft geen ondertitel. Het motto is afkomstig uit het oudtestamentische boek Prediker en luidt; ‘Wees niet te zeer rechtvaardig en gedraag u niet al te wijs; wij waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering brengen?’ Structuur a. Er is geen proloog of epiloog aanwezig. b. Het verhaal begint aan het begin van de dag. Dit begin laat zien dat het. c. Het verhaal heeft een open einde. Op het moment dat Bernard weer waker werd op het strand, was hij Walijne kwijt. Het is niet bekend of zij nog gevonden is. d. Er zijn geen verschillende verhaallijnen. e. 7 hoofdstukken
f. Personages a. De meest voornaamste personen in het boek zijn de ik- persoon, Bernard, en Walijne zijn dochter. Zijn leeftijd is niet vermeld, maar zal ergens in de dertig liggen. Over zijn beroep ben ik niks te weten gekomen, maar aangezien hij ook zo weinig geld heeft, denk ik dat hij werkloos is. Het verhaal wordt vanaf zijn kant bekeken. Zijn gevoelens worden vooral besproken, hij voelt zich erg eenzaam. Walijne, de dochter van Bernard, zal ongeveer een jaar of tien zijn. Zij is gehandicapt en heeft spalken om haar benen heen, maar verder wordt mij niet zoveel duidelijk over haar in het boek. b. De ik- persoon is een karakter. Van hem weet je hoe hij kan reageren, hoe hij zich voelt en wat hij denkt. Al is hij soms te voorspelbaar. Walijne is meer een type. Je komt veel te weinig over haar te weten om haar een karakter te kunnen noemen. c. De ik-persoon is over het algemeen vrij onsympathiek. d. Er is geen persoon in wie ik mij herken. Historische tijd a. Het verhaal zou zich in deze tijd kunnen afspelen. b. Die tijd is willekeurig voor het verhaal. Dat verhaal zou ‘altijd’ kunnen afspelen. c. Ik ben weinig te weten gekomen over deze tijd. Dat zal waarschijnlijk komen, omdat het nog niet zolang geleden is.
Ruimte a. Het verhaal speelt zich voornamelijk af op het strand, in kroegen en in strandtentjes. b. De plaats is willekeurig. Tijdsduur a. Het verhaal duurt één dag. b. Het verhaal wordt overal wel in hetzelfde tempo verteld, dus zonder vertragingen. c. Ook versnellingen komen er niet in voor. Tijdsvolgorde a. Het verhaal is chronologisch verteld. b. Er zijn vrijwel geen flashbacks in dit boek aanwezig. De flashbacks die er in zitten, zijn kleine, oninteressante dingen, die weinig met het geheel te maken hebben. Perspectief a. De auteur kruipt in de huid van een van de personages. Het verhaal wordt dus personaal verteld, maar af en toe wordt er ook over de hoofdpersoon geschreven in de hij-vorm. b. Er is niets opvallend aan dit perspectief. Er zijn geen verschillende ik-personen. Wel waren er fragmenten waar er werd gewisseld ‘ik’ naar ‘hij/zij’, maar dat brengt je absoluut niet in verwarring, het is heel logisch. De ‘ik’ is een belevende ik. c. Ja, best wel. Je leest dit verhaal natuurlijk alleen maar vanaf zijn kant. Idee a. Het boek is met een bepaalde bedoeling geschreven, namelijk met de boodschap dat alcohol buitengewoon slecht is. Het is geschreven om te amuseren, maar ook degelijk om te informeren. b. Ik vind het interessant en leuk. Je denkt wel over de consequenties van alcohol tijdens het lezen van dit boek en aan hoe Walijne zich zal voelen in het bijzijn van haar vader.
Fictie/werkelijkheid a. Het boek is vergelijkbaar met de werkelijkheid, dus er zitten ook feiten in die verwezen worden naar de werkelijkheid. b. Er wordt geen gebruik gemaakt van andere literaire teksten. Evaluatie Ik vond het een heel erg leuk boek om te lezen. Ik raad het andere mensen ook zeker aan om dit boek te gaan lezen. Het leuke aan het boek vond ik het onderwerp en dat het zo geschreven is dat je niet wil stoppen met lezen. Het onderwerp boeide mij, omdat er werd geschreven over de gevoelens en de dingen die alcoholist doet. Dat vond ik wel interessant. Het verhaal is ook heel werkelijk en daarom ook goed voor te stellen. De structuur was ook heel duidelijk, er komen gene vreemde wisselingen in voor. Ik vond het boek ook in een goede stijl geschreven, geen moeilijke woorden of uitdrukkingen. Gewoon een soort van spreektaal, wel soms wat aan de groffe kant, maar dat hindert me niet tijdens het lezen. De achterliggende gedachten achter dit verhaal is dat men zeker voorzichtig moet zijn met alcohol, dat je echt moet weten waar je grenzen zitten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een dagje naar het strand door Heere Heeresma"