Jelle Folkeringa; Eelt
Uitgeverij: -1e dr.- Schoorl: Conserve, 1993.-223 pagina’s
ISBN 90-5429-021-8
Oorlogsroman
Het verhaal speelt zich af in Indië in verschillende interneringskampen.
De hoofdpersoon is Bob.
De belangrijkste bijpersonen zijn: moeder, vader en Tjerk
Bob maakt een persoonlijke ontwikkeling door. Wanneer zijn moeder ziek wordt, moet hij voor eerst alleen voor Tjerk zorgen. Hij heeft tijdens zijn verblijf in de interneringskampen veel gemaakt, waardoor hij zelfstandig is geworden en in staat is om voor zijn broertje te zorgen. Als zijn moeder weer beter is en ze naar een ander kamp gaan, moeten ze zelf hun eten klaarmaken. Bob gaat dan als een jongen van acht jaar zelf vissen en slakken vangen. Het is knap dat een kleine jongen zoals Bob zo goed voor zijn moeder en zijn broertje kan zorgen, want hij neemt de taak van zijn vader over.
Het thema is: ervaringen van een kind in interneringskampen en de realtievan een kind tot zijn ouders en broertje.
Motieven: boom, rivier, rups en sterren
Citaten:
‘Hij zette zijn voet tegen de stam en hees zich aan de onderste tak omhoog. Hoe hoger hij klom hoe veiliger en vrijer hij zich voelde. Hij zette zich met zijn rug tegen de stam en staarde naar de zee in de verte en het gevoel van vrijheid werd nog sterker.’
(blz 103)
‘De bodem van zijn blik was met slakken bedekt. Ik heb nu genoeg, dacht hij. Ik ga vissen vangen. Hoe vind ik een net? Ik terk mijn broek uit en dan bind ik mijn broekspijpen dicht.’
(blz 131)
Samenvatting Eelt; Jelle Folkeringa
Bob is een jongen van zes jaar en woont samen met zijn vader, moeder en broertje Tjerk in Palembang in Indië. Het gezin wordt tijdens de Japanse bezetting uit hun huis gehaald en naar interneringskampen gebracht, waar ze bijna vier jaren doorbrengen. Zijn vader wordt naar een mannenkamp gebracht en Bob verblijft met zijn moeder en Tjerk in een ander kamp. Bob ontmoet daar zijn nieuwe vrienden Arie en Liesje. Wanneer Bob met Arie een hut wil bouwen, ontdekt Bob een rups. Deze rups bezorgt hem nachtmerries, zodra hij zich zwakjes begint te voelen. Later blijkt dat Bob lintwormen heeft en hierdoor is hij erg vermagerd en erg ziek. Nadat Bob beter is geworden moeten alle mensen van het kamp verhuizen naar een ander kamp. In het nieuwe kamp gaan veel mensen dood doordat er te weinig voedsel is en er veel ziektes uitbreken. Tjerk wordt hier ook doodziek, maar hij weet te overleven. Na een kort verblijf moeten ze ook dit kamp verlaten en verhuizen ze naar een kamp in Bangka. In dit kamp is er een echte voedselschaarste en moeten de vrouwen groenten verbouwen en de kinderen moeten water halen uit de rivier. In Bangka krijgt zijn moeder malaria en ze moet voor een paar dagen naar het ziekenhuis. Bob heeft dan de verantwoordelijk voor Tjerk en soms helpt mevrouw Bronner de twee jongens. Kort nadat moeder beter is, moeten ze weer het kamp verlaten en na een lange reis komen ze aan in een kamp in Belalau. In Belalau moet iedereen zelf koken. Daarom gaat Bob met zijn vrienden hout rapen en leert hij hoe hij vissen en slakken moet vangen. In dit laatste kamp krijgen ze eindelijk te horen dat de oorlog voorbij is en de Jappen verloren hebben. De vrouwen en kinderen mogen dan hun mannen en broers ontmoeten. Uiteindelijk worden ze allemaal uit het kamp bevrijd door de Engelsen. Het gezin krijgt in Indië een nieuw huis waar ze maar tijdelijk verblijven, omdat vader en moeder terug naar Holland willen. Als ze in Holland zijn aangekomen gaan ze naar Groningen waar de grootouders van Bob wonen. Het huis is te klein om daar met ze allen in te wonen en daarom gaan ze naar Emmen, waar zijn andere oma en tante Lien wonen. Ze blijven daar logeren en Bob ontmoet daar zijn neef Joost, die ook bij oma logeert. Bob kan niet zo goed op zijn nieuwe laarzen lopen en loopt daarom liever op zijn blote voeten. Tanta Lien vindt dit verschrikkelijk en praat daar met de ouders van Bob over. Dit leidt tot een grote ruzie tussen tante Lien en zijn vader. Zijn vader besluit om weg te gaan met zijn moeder en Tjerk , maar Bob moet daar blijven omdat hij daar naar school gaat. Op de verjaardag van tante Lien komen zijn ouders en Tjerk op bezoek, maar zijn vader en zijn tante krijgen weer ruzie. ’s Avonds vertelt Bob aan Joost dat hij niet meer bij zijn oma wil blijven en dat hij met zijn ouders mee teruggaat.
REACTIES
1 seconde geleden