Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
Boekcover Echte mannen eten geen kaas
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4683 woorden
  • 19 maart 2015
  • 76 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
76 keer beoordeeld

Boekcover Echte mannen eten geen kaas
Shadow

Tot haar eerste dag op de middelbare school is Maria een heel normaal meisje van twaalf. Ze woont met haar moeder en haar zus in een stad in het oosten van Nederland en wil wel wat meer spanning in haar leven. Of stoer zijn, zoals dat groepje jongens dat rondhangt op het parkeerterrein van de school. Hoe zou het zijn als een van die jongens haar vriendje was? Maria's …

Tot haar eerste dag op de middelbare school is Maria een heel normaal meisje van twaalf. Ze woont met haar moeder en haar zus in een stad in het oosten van Nederland en wil wel wat…

Tot haar eerste dag op de middelbare school is Maria een heel normaal meisje van twaalf. Ze woont met haar moeder en haar zus in een stad in het oosten van Nederland en wil wel wat meer spanning in haar leven. Of stoer zijn, zoals dat groepje jongens dat rondhangt op het parkeerterrein van de school. Hoe zou het zijn als een van die jongens haar vriendje was? Maria's fantasie lijkt werkelijkheid te worden: een van hen, Manou, spreekt haar aan. Wat ze niet weet, is dat Manou een loverboy is. 

Zes jaar later schrijft Maria dit bloedstollende verslag van haar jaren met Manou. De jongens die haar haar normale jeugd hebben ontnomen en die de meeste mensen kennen als 'loverboys', waren voor haar pooiers, drugs-, wapen- en mensenhandelaars. Geweld, (groeps)verkrachtingen, handel in meisjes, drugssmokkel: Maria heeft veel meegemaakt en gezien en er een authentiek en onthullend verhaal over geschreven. Openhartig vertelt ze over haar tegenstrijdige gevoelens voor Manou en haar strijd om aan hem te ontkomen: fysiek, maar vooral mentaal. Wat Maria heeft meegemaakt is schokkend; hoe ze erop terugkijkt is buitengewoon ontroerend.

Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Bibliografische gegevens

Auteur: Maria Mosterd
Titel: Echte mannen eten geen kaas
Ondertitel: Vier jaar in handen van een loverboy
Uitgever: Van Gennep
Plaats: Amsterdam
Jaartal van de eerste druk: 2008
Aantal bladzijden: 186
Extra opmerking: Alle namen en plaatsnamen in dit boek zijn veranderd. Behalve de naam van de auteur.

Samenvatting

Toen Maria 12 was ging ze naar de middelbare school. Ze fietste samen met Nikki naar school. Onderweg stond er een groepje jongens met harde muziek en dure auto’s. Daar keken ze tegen op. Op de terugweg naar huis stonden de jongens er nog. Toen Manou hoi tegen haar zij, werd ze helemaal rood. Zo ging het een beetje over en weer, totdat Manou vroeg of ze met hem mee wou. Dat deed ze. Vanaf dat moment ging ze nog heel weinig naar school. Het was heel gezellig met Manou en ze deden leuke dingen. Na verloop van tijd zei Manou dat hij in geldnood zat. Hij vroeg of Maria met een vriend van hem seks wou hebben, dan hadden ze weer geld. Maria had nog nooit seks gehad, daarom kreeg ze een joint (drugs) van Manou zodat het minder pijn zou doen. Dit gebeurde een paar keer. Maria kon intussen niet meer zonder Manou, en deed alles voor hem. Ze ging met veel jongens naar bed, en haalde zo geld binnen voor Manou. Ze kreeg steeds meer ruzie thuis met haar moeder en haar zusje. Ook kwam ze vaak stoned thuis. Haar moeder zag dat er iets met haar aan de hand was, maar Maria wou niets zeggen. Ze hield van Manou, en deed alles voor hem. Ze gingen vaak een dagje weg, maar daarna moest ze weer werken voor hem. Ze dacht vaak aan hoe het eerst was. Ze verlangde naar vroeger, maar ze kon ook niet zonder Manou. In die tussentijd dat ze voor Manou werkte is ze met heel veel jongens naar bed geweest, heeft vaak drugs gebruikt, en heeft ook veel pakketjes met drugs moeten afgeven en ophalen bij mensen van de organisatie. Ook had ze veel vrienden erbij, allemaal loverboys van Manou, met wie ze zo af en toe ook seks had. Toen Maria weer een dag op school was, nam een docente haar mee. Ze wou weten wat er met Maria aan de hand was. Ze vertelde maar een klein deel. Ze zei niks over Manou, maar alleen dat ze verkracht was. De docente ondernam actie en belde haar moeder en een abortuskliniek. Toen haar moeder het wist zijn ze naar enkele opvanghuizen geweest. Uiteindelijk is ze in een gesloten opvangtehuis gekomen en is daar afgezonderd van Manou. In die tijd heeft ze het heel moeilijk gehad. Moeilijker dan die tijd daarvoor. Voordat ze naar het gesloten opvangtehuis ging heeft ze nog een tijd bij vrienden van haar moeder gewoond in een andere stad. Omdat het na de tijd in het opvangtehuis nog niet goed ging, is ze naar India gegaan met een paar meiden om bij te komen. Helemaal weg van Manou en alle andere loverboys. Daar heeft ze ook dit boek geschreven.

 

Titelverklaring

De loverboy van Maria, genaamd Manou heeft een keer de uitspraak gedaan, ‘echte mannen eten geen kaas en drinken geen karnemelk’. Daarom heet het boek Echte mannen eten geen kaas.

Motto

Maria wil iedereen waarschuwen voor loverboys. Dat doet ze door haar eigen ervaringen op te schrijven. Het is eigenlijk begonnen als een verwerking voor haar ervaringen, later is dit verwerkt tot een boek.

 

Tijd
Het verhaal speelt zich af op het moment dat Maria 12 is. Maria is 18 wanneer ze dit boek schrijft. Dus is het verhaal 6 jaar geleden gebeurd. Het verhaal neemt 4 jaar tijd in beslag. Van het moment dat ze Manou ontmoet, tot het moment dat ze voorgoed van hem verlost is. Er zijn geen terugblikken in het verhaal. Wel komen er stukken in voor waar ze vooruitziende blik heeft: ‘dat Manou het toch drie keer zou gaan proberen wist ik toen nog niet’. Maria laat in haar verhaal zien dat ze al weet wat er gaat gebeuren. Het verhaal is niet continu. Soms slaat ze maanden over in het verhaal. Vooral maanden waarin niet zoveel nieuws gebeurd.

 

Personages
Maria: Dit is de belangrijkste persoon in het verhaal. Het verhaal wordt door haar beschreven. Ze is de hoofdpersoon van het verhaal die in handen van een loverboy komt en niet weer weg kan. Eerst is het een heel onzeker meisje, later wordt ze hard en meedogenloos en aan het eind is het weer een onzeker meisje.


Nikki: Dit is de beste vriendin van Maria. In het begin laat ze Maria niet in de steek, maar wanneer Maria te veel afstand neemt, wil ze niets meer van Maria weten.


Manou: Dit is de baas van de loverboys in het verhaal. Hij weet Maria te strikken. Hij lijkt op het ene moment heel lief, maar op het andere moment is hij hard en meedogenloos. Wanneer zijn ware ‘ik’ naar voren komt, blijkt het een hele harde man te zijn.


Juanez: Dit is de beste vriend van Manou. Hij heeft verschillende keren seks met Maria en is erbij wanneer er harde straffen vallen. Hij is net zo gemeen en meedogenloos als Manou.


Sharon: Dit is het zusje van Maria. Maria heeft altijd ruzie met haar, maar op het moment dat Maria haar nodig heeft, is ze wel ter plaatse.


Moeder: Dit is de moeder van Maria. De moeder vertrouwt Manou heel erg, tot het moment dat de familie dit tegen ging spreken.


Vrienden: In het verhaal komen verschillende vrienden en werknemers van Manou voor. Dit vatten we samen onder de vrienden. Ze hebben allemaal wel een keer seks met Maria gehad

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

Perspectief
Het verhaal wordt vanuit een ik-perspectief geschreven. Je ziet alles wat Maria denkt en doet. Van de andere personen zie je alleen wat ze doen wanneer Maria bij hen is. Ook kun je van die personen niet lezen wat ze denken.

Thema

Het boek gaat over loverboys en Maria Mosterd wil met dit boek mensen waarschuwen voor dit soort loverboys. Ook wil ze dit boek gebruiken als verwerkingsproces van alle gebeurtenissen.

 

Opbouw

Het verhaal is chronologische alleen zijn de hoofdstukken niet heel duidelijk. Het is meer één verhaal dat doorloopt en waar Maria een stukje overslaat staat als “volgende hoofdstuk” een oogje. Er wordt ook gebruikt gemaakt van flashbacks.

 

 

Motieven
Liefde: De onvoorwaardelijke liefde die Maria voor Manou heeft.
Seks: Maria moet seks hebben met mannen voor geld.
Geweld: De vele mishandelingen die voorkomen
Drugs: Er worden veel drugs gebruikt in het verhaal
Onderdrukking: Ze is compleet afhankelijk van Manou. Ze kan niets meer zelf bedenken.

 

 

Recensie 1

Schrijver: Maria Mosterd

Titel: Echte mannen eten geen kaas

Jaar van uitgave: 2008

Bron: Trouw

Publicatiedatum: 05-06-2010

Recensent: Iris Pronk

Recensietitel: Gevallen voor de loverboy

Trouw-redacteur Iris Pronk wil weten waarom zij, en met haar een heel leger journalisten, niet getwijfeld heeft aan het relaas van loverboy-slachtoffer Maria Mosterd. Een zelfonderzoek.'Kom dushi, het duurt maar even', zegt Manou, terwijl hij een condoom omdoet. Voor hem op bed ligt de twaalfjarige Maria, die nog nooit 'een piemel in het echt van zo dichtbij zag'. Het meisje, nog maar net een brugklasser, wordt ontmaagd en daarmee ingewijd in een hels leven. Want Manou is een loverboy, die haar vier jaar lang bedreigt, mishandelt en voor hoer laat spelen. De ontmaagdingsscène staat in het begin van 'Echte mannen eten geen kaas' (2008), de bestseller van Maria Mosterd. Ik las het boek vorig jaar als non-fictie, met bewondering voor haar taalgevoel en timing. En met verbijstering: nooit geweten dat er een Nederlandse wereld bestond waarin zulke jonge meisjes worden gedwongen tot prostitutie, wapen- en drugshandel. Notabene onder de ogen van hun ouders en leraren. Ik geef het hier maar toe: in mijn hoofd rinkelden geen alarmbellen. Niet bij de lange lijst misdaden die Manou ongestraft begaat (hij verhandelt meisjes en laat homo's verdwijnen, geen haan die ernaar kraait). Niet bij Maria's uitspraak in een talkshow op tv dat ze achter een raam in Rotterdam, onder schooltijd, in slechts enkele uurtjes 'duizenden euro's' voor haar loverboy verdiende. En nee, ook niet bij de e-mail van een kritische lezer - ik noem hem hier Richard - die Maria's verhaal 'onbewijsbare hysterie' noemde. Zag ik dan niet dat het meisje haar belevenissen had verzonnen? Richard mailde me na mijn stuk 'De loverboy rammelt aan de poorten van de school', dat in deze krant werd gepubliceerd op 7 juli 2009. Aanleiding was de rechtszaak die Maria en haar moeder Lucie Mosterd hadden aangespannen tegen de Thorbecke Scholengemeenschap in Zwolle. Want die zou een rommeltje hebben gemaakt van de verzuimadministratie en moeder Lucie nooit hebben verteld dat haar dochter non-stop spijbelde. Ik liet schooldirecteuren, loverboyslachtoffers en hulpverleners aan het woord. Maar ook Lucie Mosterd, zonder haar te vragen of haar dochter echt zo vaak ongemerkt van school wegbleef. Nu lees ik mijn eigen stuk met enige gêne terug. Want afgelopen januari werd bekend dat de rechter de school op alle punten in het gelijk stelde: de administratie was wél op orde, Maria zat doorgaans keurig in de les. En vorige maand openden de misdaadjournalisten Hendrik Jan Korterink en Peter R. de Vries de aanval op Maria's boek. Zij maakten aannemelijk dat de gewetenloze crimineel Manou helemaal geen loverboy is. En dat haar 'egodocument' vermoedelijk een mix is van veel fictie en een paar feiten. De ontmaskering van Maria Mosterd als fictie- of 'faction'-schrijfster, nodigt uit tot zelfonderzoek. Honderdduizenden lezers, inclusief een leger journalisten, lazen haar boek als waar gebeurde horror. Kritische vragen kreeg de schrijfster nauwelijks. Hoe komt dat? Wat maakt dat wij haar slachtofferverhaal blind geloofden? Laat ik die vraag voor mezelf proberen te beantwoorden. Want de 'Mosterdgate' zit me dwars. Eerst hijsen 'wij van de media' Maria eensgezind op het podium, waardoor zij uit kan groeien tot hét nationale loverboyslachtoffer.

Een rol die het meisje zelf vermoedelijk nooit heeft voorzien: zij schreef haar boek als onderdeel van een therapie, waarna het via een hulpverlener (die haar belevenissen kennelijk ook voor waar hield) bij de uitgeverij belandde. En vorige maand, na het grondige onderzoek van de twee misdaadjournalisten, stortten wij ons weer gretig op Maria's 'bedrog'. Het was nieuws, Maria had met haar boek ook anderen beschadigd, haar ontmaskering heeft waarschijnlijk grote invloed op échte loverboyslachtoffers. Allemaal deugdelijke journalistieke redenen voor een krantenartikel of tv-item. Maar toch: Maria was nooit zo hard gevallen als wij haar niet zo kritiekloos en zo hoog hadden opgetild. Waarom deden we dat? Journalisten zijn dol op catchy woorden. 'Maffiamaatje', 'homohostie', 'pedo-priester': ze hebben met elkaar gemeen dat ze lekker klinken, een emotionele lading hebben en ook nog eens goed in een kop boven een artikel passen. Het woord 'loverboy' bevat binnenrijm en verwijst bovendien naar twee onderwerpen die bij iedereen emoties oproepen: kinderen en seks. De combinatie roept afkeer, angst en ook een ongemakkelijk soort opwinding op. De loverboy is een gladde griezel, een moderne duivel die het op jonge, kwetsbare meisjes heeft gemunt: voor journalisten is er bijna geen mooier onderwerp denkbaar. Dat verklaart, denk ik, ten dele de indrukwekkende mediacarrière van de loverboy, die de Leidse onderzoekers Peter Burger en Willem Koetsenruijter beschreven. Zij doorzochten kranten en tv-nieuwsrubrieken over een periode van tien jaar en kwamen honderden artikelen en items hierover tegen. Daarin komt de 'boy' zelf overigens zelden aan het woord: journalisten, zo concludeert het tweetal, kiezen en masse de kant van het slachtoffer. Die is, samen met haar hulpverlener, hun belangrijkste bron. Justitie en politie hebben in de loverboyliteratuur een veel minder luide stem. Journalisten doen hun werk niet goed, zei Hendrik Jan Korterink, auteur van het boek 'Echte mannen eten wél kaas', onlangs in deze krant. ,,Ze zoeken niks uit." In het geval van Maria Mosterd heeft Korterink gelijk. Ik ben ook niet op zoek gegaan naar de echte man achter 'Manou', of naar eventuele politierapporten, of naar de ramen waarachter Maria zou zijn geëxploiteerd. Zulke research is uiteraard tijdrovend - Korterink en De Vries zijn er maanden mee bezig geweest. Ik had me daar niet aan gewaagd. Als ik vorige zomer, tijdens het schrijven van mijn artikel, was gaan twijfelen aan de klacht van de Mosterds tegen de school, dan had ik beter kunnen besluiten om het níet te publiceren. Maar de bellen in mijn hoofd bleven stil. Dat had misschien ook te maken met de afzender van Maria's slachtofferrelaas: het verhaal dook niet op via een vage internetsite, maar kwam keurig gedrukt tot ons via de respectabele uitgeverij Van Gennep. Die beweert nu, in een halfslachtige verdediging, dat ze Maria's verhaal wel als 'authentiek en onthullend' maar nooit als 'feitelijk, journalistiek verslag' heeft gepresenteerd. Ik vermoed dat Van Gennep Maria's boek in eerste instantie klakkeloos tot autobiografie heeft bestempeld, en nu toch ook aan het waarheidsgehalte is gaan twijfelen. Die ogenschijnlijk betrouwbare afzender verklaart echter slechts een klein deel van mijn geloof in Maria's slachtofferverhaal. Dat was zo sterk, dat ik op Richards kritische e-mailtje vorige zomer beleefd doch afwijzend en heimelijk verontwaardigd reageerde. Hij kwalificeerde Maria als leugenares, en dat doe je niet, vond ik, bij een meisje dat zoveel ellende heeft meegemaakt. Een slachtoffer niet geloven - dat is een heel vervelend, onbehaaglijk gevoel. Het bekruipt me ook terwijl ik dit stuk schrijf. Want stel nou dat Richard en de twee misdaadjournalisten het bij het verkeerde einde hebben? Dat Manou toch een meedogenloze pooier is? Dat Maria wel degelijk jarenlang slachtoffer was van seksueel misbruik en geweld? Geef ik haar dan, met mijn hier publiekelijk beleden ongeloof, niet ook nog eens een gemene trap na? De scepticus ondergraaft de positie van het slachtoffer en laadt daarmee de verdenking op zich partij te kiezen voor de dader. Misschien is het de angst om met mogelijk kwaad besmet te raken, om min of meer medeplichtig te worden, die maakt dat ik mij intuïtief aan de kant van het slachtoffer schaar. Empathie en medelijden zijn fijnere, veiliger gevoelens. Vooral als het slachtoffer in kwestie onschuldig en kwetsbaar is, zoals een meisje van twaalf. Die voorkeur voor het 'schuldeloze slachtoffer' is volgens de Tilburgse hoogleraar victomologie Jan van Dijk typisch christelijk. ,,De bijbelse vertellers identificeren zich niet met de offeraars, maar met de geofferde zondebok", zo schrijft hij in zijn oratie 'Het Abelsteken; over de sociale etikettering van slachtoffers van misdrijven' (2006). Van Dijk betoogt dat het beeld van het schuldeloze slachtoffer zo stevig in ons collectieve bewustzijn is verankerd, dat het ook het denken van niet-gelovigen stuurt. Dat begint al met het woord 'slachtoffer': dat drukt niets actiefs of assertiefs uit, maar louter passief lijden. Het offerdier wacht op het mes, meer mogelijkheden heeft het niet. In het Japans en Chinees heeft het slachtoffer een andere, meer neutrale naam, schrijft Van Dijk: 'Schade ontvangende persoon'. De schade kleeft de persoon weliswaar aan, maar lijkt - anders dan bij 'slachtoffer' - niet zijn volledige identiteit te bepalen.

Misschien is Maria Mosterd tijdens het schrijven - onbewust - ook door dit krachtige beeld beïnvloed: het jonge meisje, vermorzeld door het kwaad. Het ideale slachtoffer, met ook nog eens de ideale, eveneens catchy naam. Ze viel - in interviews, en wie weet ook in haar eigen hoofd - samen met de hoofdpersoon van haar knap geschreven pageturner, met filmische scènes, goed gedoseerde gruwelen en een authentieke, rauwe verteltoon. Maar nu, na de kritische analyse van Korterink en De Vries, is dat beeld uitgewerkt. Mosterd is slachtoffer-af en niet langer zonder schuld. Ik neem me voor om in de toekomst alerter, minder goedgelovig te zijn: het alarm op scherp. Maar of het zal werken? De kracht van het verhaal is in onze samenleving nog steeds groot: er zullen altijd weer Maria Mosterds opduiken.

Slachtoffer-fantasten

Slachtoffers die fantasten bleken figureren in het onlangs verschenen True crime magazine 'Koud bloed'. Neem Tara Singh Varma, Kamerlid voor GroenLinks. Zij nam in 2000 ontslag vanwege terminale kanker, maar bleek geen kanker te hebben. Jolanda van B. zorgde vanaf 1990 voor opschudding met 'satanisch ritueel misbruik' door familieleden, dorpsgenoten en politiemensen. Haar baby's zouden geofferd en begraven zijn. In deze 'Eper incestaffaire' werden drie mannen - onder wie Jolandes vader - tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Volgens deskundigen zijn de aantijgingen aantoonbare onzin, herziening is nodig. Dit voorjaar trok Mellony van Hemert zich terug als kandidaat-kamerlid voor de PVV. Onder pseudoniem schreef zij het boek 'Mijn familie. Wat geheim moest blijven over de zaak-Nulde'. Daarin beweert ze een achternicht van de vermoorde Rowena te zijn en zelf ook mishandeld en misbruikt te zijn. Onzin, zo bleek, het boek werd snel teruggetrokken.

Recensie 2

Schrijver: Maria Mosterd

Titel: Echte mannen eten geen kaas

Jaar van uitgave: 2008

Bron: NRC Handelsblad

Publicatiedatum: 21-05-2010

Recensent: Stine Jensen

Recensietitel: Seks, leugens en dagboeken

'Mosterdgate' is de affaire rondom het verzonnen verhaal van Maria Mosterd al genoemd. Maar wat is de rol van de media geweest? En nog pregnanter: wat is de rol van haar uitgever?

Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink rook onraad toen een vaste bezoeker van zijn website hem attendeerde op iets merkwaardigs. Waarom dienden bestsellerschrijfster Maria Mosterd (Echte mannen eten geen kaas) en moeder Lucie (Ik stond laatst voor een poppenkraam) wél een schadeclaim van 73 duizend euro in bij de school van Maria, omdat die moeder niet op de hoogte zou hebben gebracht van de overmatige absentie van haar dochter, maar deden ze geen aangifte tegen de 'loverboy' die Maria vier jaar lang in zijn greep hield? Daar kwam bij dat Maria in verschillende programma's onwaarschijnlijke dingen beweerde. Om er twee te noemen: ze verdiende 'een paar duizend euro's' op een dag en zowel politieagenten als andere hoogwaardigheidsbekleders zouden betrokken zijn bij de misdrijven. In 2009 verloor Lucie Mosterd de rechtszaak tegen de school van Maria omdat uit absentielijsten bleek dat Maria nauwelijks had gespijbeld. Korterink ging vervolgens verder op onderzoek uit. Hij spoorde Manou op, de vermeende pooier van Maria, sprak met schoolvriendinnen van Maria en haar vader in een poging de waarheid te achterhalen.

In zijn boek Echte mannen eten wél kaas laat Korterink overtuigend zien dat veel zaken in het boek van Maria niet kloppen. Ze wordt niet op haar twaalfde tegen haar zin in gedrogeerd en ontmaagd door Manou, sterker nog, ze heeft nog nooit seks met haar 'loverboy' gehad. Dat ze door hem tot prostitutie werd gedwongen, lijkt al even onwaarschijnlijk. Bij een vermeende groepsverkrachting was Manou - anders dan Maria beweert - niet eens aanwezig; twee vriendinnen van Maria, Nikki en Bernice, vertellen dat Mosterd zelden tot nooit spijbelde en wel vaker iets verzint. Korterink vergelijkt haar boek met de 'waargebeurde' verhalen van onder anderen Maria Monk (een non die beweerde seksueel misbruikt te zijn in een klooster), Norma Khouri (Verboden liefde) en Jolanda uit Epe. Allen eigenden zich ten onrechte leed toe, haalden de (wereld)pers en werden een icoon van een bepaalde misstand. Volgens Korterink past Mosterds boek in de traditie van 'geheel of deels verzonnen verhalen die als waarheid worden gepresenteerd'. Het zijn overigens niet vooral vrouwen die dat doen, zoals hij suggereert. De Amerikaan James Frey etaleerde zijn drugs- en drankverslaving, In duizend stukjes, in vrijwel elke talkshow. Nu staat hij bekend als 'the man who conned Oprah'. Zijn boek was niet compleet gelogen, maar hij had wel flink overdreven. Na lezing van Korterinks boek is de lezer beslist overtuigd dat het boek van Mosterd niet klopt, maar wat er nu wél van waar is en wat niet, blijft onduidelijk. Heeft ze álles bij elkaar gelogen of heeft ze schromelijk overdreven, en zo ja, wat?

Korterinks boek is helaas te rommelig van opzet om daar zicht op te krijgen. Door de thematische opzet is het vaak een onoverzichtelijke chronologische brij van data; Manou komt al aan het woord voordat hij is opgespoord, feiten en feitjes worden niet gerangschikt, zodat kleine haast onbenullige correcties op Maria's verhaal (het regende niet op die dag, de regen heeft Maria verzonnen, aldus Manou) als ook de titel (Manou blijkt wel van kaas te houden) enigszins potsierlijk overkomen. Het onderzoek van Korterink wordt daarbij soms wel erg ruw opgelepeld aan de lezer, zoals dagboekfragmenten van een van de beste vriendinnen van Maria, Bernice, die integraal worden afgedrukt, zonder dat het belang voor de lezer duidelijk is, noch waarom dit dagboek 'waarder' zou zijn dan Maria's verslag. Mogelijk heeft de journalist niet in de valkuil van het al te meeslepend vertellen willen stappen, om niet beschuldigd te worden van meeliften op Maria's succes. In die zin valt het te prijzen dat hij zijn 'waarheid' niet etaleert door nu in alle talkshows te gaan zitten waar hij zelf zo'n kritiek op heeft - maar zo weinig meeslepend had het ook weer niet gehoeven.

Er blijft nog een vraag liggen. Als Maria's boek (deels) verzonnen is, en zij zich niet baseert op de waarheid, waarop baseert zij zich dan wel? De Vries en Korterink onderzoeken het 'waarheidsgehalte' door feiten te checken. Maar wie het 'fictieve' gehalte onderzoekt door een grondige intertekstuele analyse van Mosterds boek komt ook al verder. Opmerkingen van onder anderen Manou en Peter R. de Vries dat ze bepaalde sjablonen herkennen uit films geven daartoe aanleiding. Maria laat zich, mijns inziens, vooral inspireren door twee genres: de Amerikaanse (gangster)film en voorlichtingsliteratuur over de werkwijzen van loverboys. Maria verwijst daar zelf in haar boek ook een paar keer naar: 'Het was een straat met alleen maar flats, het deed me denken aan de buurten in Amerika die je ook altijd in van die gangsterfilms ziet'. Ze vraagt aan haar docent of die weet 'hoe het voelt om elke dag in een wereld te leven die je normaal alleen op tv ziet, waarvan je denkt dat je daar nooit in terecht zou kunnen komen?' Later: 'Ik voelde me opgejaagd, alsof we in een maffiafilm speelden', haar moeder antwoordt: 'Het is ook net een film, alleen kunnen we deze niet stopzetten'. Manou merkt in Korterinks boek op dat Maria zich waarschijnlijk baseert op 'een of andere film', als ze beschrijft hoe hij een emmer met daarin een rat op de buik van een jongen zou hebben gezet die hem nog geld schuldig was. Die film zou Swordfish kunnen zijn, waarin een rat in een emmer wordt ingezet als terreurtechniek. Mogelijk is Maria (of een redacteur) zich bewust geweest van het (al te) fictieve karakter van deze scène - er zijn nooit lijken gemeld.

Er blijft nog een vraag liggen. Als Maria's boek (deels) verzonnen is, en zij zich niet baseert op de waarheid, waarop baseert zij zich dan wel? De Vries en Korterink onderzoeken het 'waarheidsgehalte' door feiten te checken. Maar wie het 'fictieve' gehalte onderzoekt door een grondige intertekstuele analyse van Mosterds boek komt ook al verder. Opmerkingen van onder anderen Manou en Peter R. de Vries dat ze bepaalde sjablonen herkennen uit films geven daartoe aanleiding. Maria laat zich, mijns inziens, vooral inspireren door twee genres: de Amerikaanse (gangster)film en voorlichtingsliteratuur over de werkwijzen van loverboys. Maria verwijst daar zelf in haar boek ook een paar keer naar: 'Het was een straat met alleen maar flats, het deed me denken aan de buurten in Amerika die je ook altijd in van die gangsterfilms ziet'. Ze vraagt aan haar docent of die weet 'hoe het voelt om elke dag in een wereld te leven die je normaal alleen op tv ziet, waarvan je denkt dat je daar nooit in terecht zou kunnen komen?' Later: 'Ik voelde me opgejaagd, alsof we in een maffiafilm speelden', haar moeder antwoordt: 'Het is ook net een film, alleen kunnen we deze niet stopzetten'. Manou merkt in Korterinks boek op dat Maria zich waarschijnlijk baseert op 'een of andere film', als ze beschrijft hoe hij een emmer met daarin een rat op de buik van een jongen zou hebben gezet die hem nog geld schuldig was. Die film zou Swordfish kunnen zijn, waarin een rat in een emmer wordt ingezet als terreurtechniek. Mogelijk is Maria (of een redacteur) zich bewust geweest van het (al te) fictieve karakter van deze scène - er zijn nooit lijken gemeld.

Maria laat in haar boek Manou zelfs zeggen: 'Ik heb dit ooit in een film gezien en ik wil even kijken of het echt werkt of niet'. Het werkt, in die zin dat de lezer vol spanning de bladzijde omslaat. Mosterd is in het boek overigens voortdurend beneveld door de drugs, waardoor haar geheugen niet zo goed meer werkt. In Mosterds boek staat ook een nauwkeurig zevenstappenplan opgenomen waarmee Manou haar instrueert voor hoe zij te werk moet gaan als lovergirl. In vrijwel elke voorlichting staat zo'n zevenstappenplan, maar dan voor de loverboy.

Blijft over de vraag naar de grote aantrekkingskracht van het verhaal van Mosterd. In vrijwel alle mediaoptredens werd Maria door blanke mannen van middelbare leeftijd ondervraagd. Was de fantasie eerder doorgeprikt als een paar Antillianen haar aan de tand hadden mogen voelen? Misschien, want door sommige bloggers van Turkse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst werd al veel eerder aan het waarheidsgehalte getwijfeld (zie bijv. www.oczanakyol.nl).

Beantwoordt Maria's verhaal aan een blanke slachtofferfantasie waarin een jong onschuldig meisje in handen valt van een groep criminele Antillianen die de ene na de andere groepsverkrachting op hun geweten hebben?

De flaptekst van Echte mannen eten geen kaas is met de kennis van Korterinks boek ook opmerkelijk. Er staat dat Maria 'meer spanning' in haar leven wil en zich afvraagt hoe het zou zijn als een van de stoere jongens die bij haar schoolplein rondhangt haar vriendje zou zijn. 'Maria's fantasie lijkt werkelijkheid te worden'; 'Zes jaar later schrijft Maria dit bloedstollende verslag van haar jaren met Manou'. Daar zit geen gelogen woord bij. Uitgever Chris ten Kate zegt dat hij het boek nooit als 'waarheid' heeft gepresenteerd maar als 'authentiek verslag'. In nrc.next sprak hij van 'haar subjectieve waarheid' en op de website van de uitgeverij spreekt hij nu van een 'egodocument'. Mijns inziens zijn de gebeurtenissen en de aantijgingen van Mosterd aan het adres van een ander (moord, pooierschap, verkrachting, een criminele organisatie leiden) te ernstig om zulke retorische trucs in te zetten. Frey overdreef het leed dat hém is overkomen; Mosterd beschuldigt anderen van ernstige misdrijven.

En dan nog iets. Iedere bezoeker van Maria Mosterds website kan constateren dat ze niet in staat is een normale Nederlandse foutloze zin te schrijven. Een redacteur (of meerdere) - hetzij op de uitgeverij, hetzij op het Hoenderloo-complex waar ze haar verslag als therapie optekenende - moet volop bezig zijn geweest met het verbeteren en publicabel maken van de tekst. Hoe is dat proces gegaan? Het Hoenderloo-complex zou moeten uitleggen hoe een jonge vrouw in behandeling is gestimuleerd om met haar manuscript naar een uitgever te gaan in plaats van naar de politie (als dit zo is gegaan). De uitgeverij zou er goed aan doen openheid van zaken te geven en zich niet te verschuilen achter de term 'subjectieve waarheid'. Heeft een redacteur of een therapeut niet één keer even met zijn ogen geknipperd tijdens de rattenscène? In De wereld draait door liet Ten Kate weten dat het onmogelijk is voor een uitgever om alle verhalen die als 'waargebeurd' worden aangeboden te checken. Hij heeft een punt; een slachtofferverhaal als dat van Waris Dirie is ook in boekvorm uitgegeven zonder dat de uitgever de volledige waarheid kon kennen. Maar dat boek ging wel vergezeld van de ondertitel 'mijn woestijn'.De lezers van James Frey eisten hun geld terug van de uitgever wegens lezersbedrog. (Deels) gelogen of niet, het zou mooi zijn als de uitgever samen met moeder en dochter Mosterd een royale geste maakte en enkele van de tonnen die verdiend zijn met de boeken schonk aan stichtingen die zich inzetten om jonge meiden te beschermen tegen seksueel geweld.

True Crime

'Waar hadden we zo'n verhaal eerder gehoord?' vraagt de redactie van het literaire misdaadblad Koud Bloed zich af naar aanleiding van Maria Mosterds verhaal. In het themanummer 'Fantasten?' greep de redactie de mogelijkheid aan om niet alleen een fragment uit Echte mannen eten wél kaas te publiceren, maar ook om meteen wat dieper in te gaan op het fenomeen van de leugenachtige getuigenis. Zo laat Korterink 'Manou' aan het woord, die diagnosticeert: 'Aandacht. Maria moet aandacht hebben'. In een ander artikel neemt Korterink de veroordeling onder de loep van de twee broers die in 1993 veroordeeld zijn in de Eper incestaffaire. Nog even volhouden, een telefoontje naar Peter R. de Vries wellicht en de ontmaskering van een volgende geruchtmakende dwaling lijkt een kwestie van tijd, want al 'de satanische rituelen waarover Jolanda' getuigde, klinken al even onwaarschijnlijk en bedacht als veel van de ontberingen die Mosterd moest ondergaan.  In dit nummer komen ook enkele politici aan bod: Charles Schwietert, Philomena Bijlhout, en Tara Singh Varma. Maar ook aan Joran van der Sloot en de 'chassidische bellenblazer' Friedrich Weinreb, die zijn oorlogsmemoires en verzetsdaden verzonnen had, en wetenschapper Anthonie Stolk: al met al een bont gezelschap leugenaars. Het mooiste stuk in dit aardige themanummer is dat van een wetenschapper: rechtspsycholoog Harald Merckelbach schrijft over 'Het fenomeen pseudologia fantastica'. Hij is wars van de actualiteit maar ontleent zijn voorbeelden ook aan kunst en literatuur - en hij laat zien dat ook wij een stuk dichter bij de fantasten staan dan we zouden willen. Alleen: onze leugens hebben een doel: 'Ze stellen ons in staat om op elegante wijze afspraken te ontduiken, om complimenten uit te delen die we eigenlijk niet menen, om een belastingvoordeel binnen te halen en zo meer.'

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd"