Dora door Hannes Meinkema

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
Boekcover Dora
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2937 woorden
  • 7 maart 2003
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
22 keer beoordeeld

Boekcover Dora
Shadow
Dora door Hannes Meinkema
Shadow
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Primaire gegevens
1

Schrijver: Hannes Meinkema

Titel: Dora
Ondertitel: een geschiedenis
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaartal van uitgave:1995
Hoeveelste druk: 3e
Het boek telt 260 bladzijden. De 22 hoofdstukken, worden van elkaar gescheiden door een nummer, en een titel. En onder de titel komt nog een maand met een jaartal.
Samenvatting

3
Doortje is in 1941 geboren, dat is net toen de oorlog begon. Haar moeder is in de oorlog uit Duitsland in Nederland gaan wonen. In de oorlog kreeg Dora's moeder een vriend en van hem kreeg ze Doortje. Deze man wilde niet meer met haar moeder verder, en is weggekomen door te zeggen dat hij in diplomatieke dienst gaat. Dora weet hier eerst helemaal niets vanaf. Na de oorlog wonen Dora en haar moeder bij tante in huis. Dora moet hier naar school, zodat de volwassenen de rotzooi van de oorlog kunnen opruimen. Ze heeft op deze school vaak ruzie met de juffrouw, omdat ze zo snel kan leren. Maar ze heeft ook wel een paar vriendinnetjes. Dora wil eigenlijk wel een vader hebben en daarom neemt ze heel erg vaak de meester mee naar huis. Als haar moeder niet met hem wil trouwen dan wil zij het wel doen. Maar als de moeder van Dora slaapt, gaat de meester met zijn hand onder haar rok, daarna mag de meester nooit meer komen. Veel kinderen in het klasje mogen niet met Dora spelen, omdat ze geen vader heeft. En bij een vriendinnetje van haar hoort ze dat haar tante een duitser heeft doodgereden. Dora gelooft dit eigenlijk niet omdat ze er niets over hoort. Op een dag, als Dora tien jaar oud is, komt er een nieuw meisje bij haar in de klas. Ze komt uit Nieuw-Guinea, en ze heet Peggy. Dora wordt een vriendin van haar, en ze hebben het veel over politiek en oorlogen, want in Nieuw-Guinea was het oorlog. Peggy woont bij haar oom en tante, omdat haar ouders nog in Nieuw-Guinea wonen. Als Peggy er is, mag ze lekker tegen de moeder van Dora aanzitten. Haar oom en tante zijn verschrikkelijke mensen. Als de beide meisjes ouder worden groeien ze uit elkaar, Peggy is toch een stuk ouder en denkt alleen maar aan jongens. Gelukkig heeft Dora dan alweer een nieuwe vriendin: Marta. Marta is leuk, want ze heeft een knipselmap. Met allemaal rare verhalen erin. Dora houdt meer van platen van het koningshuis, want dat is zo'n mooi gezin. Marta doet soms een beetje raar, er is wat met haar. En omdat ze samen de puberteit ingaan, ontdekken ze seksualiteit, en Dora komt erachter dat Marta daar niet zulke goeie ervaringen mee heeft. Ze wordt verkracht door haar vader. Dora mag dit niet aan haar moeder vertellen, dit is heel erg moeilijk omdat ze altijd alles vertelt, en misschien kan haar moeder zelfs helpen, want ze is dokter. Totdat Marta een middag bij hun komt onder het bloed. Ze heeft zichzelf gesneden, omdat haar moeder een boek in de open haard had gegooid, omdat ze dat boek niet mocht lezen. Terwijl het helemaal geen erg boek was. Een tijd later is Dora afgereisd naar Frankrijk, om haar vader te zoeken, maar deze wilde eigenlijk niets met haar te maken hebben, en zijn vrouw al helemaal niet. Dus toen is ze weer naar huis toe gegaan. Maar ze zit alleen nog maar met meer vragen dan voor dat ze naar hem toe was gegaan.

Dora krijgt een hoop vriendjes, maar zij wil niet met ze naar bed. Dan overleidt Peggy door een brommerongeluk. Dora gaat naar de begrafenis, en daar ontmoet ze David. Dit wordt een hele goeie vriend van haar! In begin 1966 overlijdt Dora's moeder. Dora gaat in Amsterdam wonen. Boven haar komt een kamer vrij en daar gaat Mara later wonen.
Perspectief

4
Dit boek is duidelijk in de ik-vorm geschreven. Je bekijkt alles vanuit Dora. Bewijzen hiervan zijn: blz.17: “Maar het verschil tussen een pappa en een mammie ken ik nog steeds niet, het echte verschil bedoel ik, behalve dat een pappa een man is en dat de m drie keer een p wordt, maar er moet meer verschil zijn, anders had mammie niet gezegd dat pappa's de opvoeding anders doen.” En: blz 247: “ `Zie je die populieren daar?' vraagt ze dan. `Toen jij een jaar of tien was zijn wij samen een keer gaan kamperen, weet je dat nog?' `Nu je het zegt, maar hoe kwamen we aan die tent?' `Die hadden we geleend van een vriend.' `Een minnaar zul je bedoelen,' plaag ik. Als ze lacht lijkt ze zo gezond, zo vrolijk.”

5

Dat je in het lichaam van Dora zit. Als Dora zou liegen in het boek, en je zou het niet weten, dan voel je, je echt heel erg bedrogen! Er is dus heel erg veel sprake van identificatie.

A: Op bepaalde punten is het een heel erg betrouwbaar boek, omdat er heel veel dingen uit de geschiedenis in voor komen. De oorlog, de politiek, de situatie in Nieuw-Guinea, het koningshuis wordt uitvoerig besproken. Het is op die punten heel erg te controleren. Maar het verhaal zelf denk ik niet. Het komt alleen uit de ogen van dit kleine meisje tot vrouw groeiende, Dora.

B: Zoals ik onder punt vijf al zei, je kunt je heel goed identificeren met Dora, omdat je weet hoe zij zich voelt en hij zij over dingen denkt. Maar ze denkt over heel veel dingen hetzelfde als ik. Ze vindt Peggy raar doen, dat zou ik ook gedaan hebben.

C: Je weet niet meer, en je wilt ook niet meer weten. Je groeit samen met Dora op, en je groeit ook samen in de problemen over moeilijkheden met vriendinnen en geen vader hebben etc. Dus je probeert de problemen op te lossen, en volgens hoefde ik helemaal niet meer te weten dan Dora zelf.

6

Doordat het perspectief bij Dora ligt, zie je door haar ogen de problemen en de gebeurtenissen in de wereld. Dus je weet hoe ze ergens over denkt. En door hoe andere mensen met haar omgaan weet je ook wat voor karakter zij heeft.

7

Er is in dit boek absoluut geen sprake van een meervoudig perspectief.

Spanning

8
Ik vond dit boek alles behalve spannend. Het is gewoon een verhaal over hoe een kind opgroeit en al zitten er wat obstakels in dat opgroeien, het is niet spannend.

9

Ik vond dit boek goed om te lezen. Het is heel erg makkelijk, in het begin zelfs een beetje te makkelijk, omdat je het verhaal werd beschreven door de kleine Doortje. Doordat je door de ogen van een opgroeiend kind kijkt wordt het verhaal mooi, een eerst heel onschuldig. Totdat ze groter wordt en de wereld eigenlijk pas ziet als slecht. En de mensen als gemeen. De band met haar moeder vind ik heel erg mooi beschreven. Ze gaan goed met elkaar om, en kunnen elkaar alles vertellen, dat heb ik ook met mijn moeder. Dat is het mooie van dit boek. Ook vind ik het knap dat er telkens dingen uit de geschiedenis van Nederland tussendoor komen. Je zou alles zo kunnen controleren, alleen dat is heel erg veel werk!

Personages

10
* Dora, Doortje is de hoofdpersoon. Ze is geboren in 1941, woont alleen samen met haar moeder, en kent haar vader niet. Ze is heel erg slim, en is makkelijk in het leggen van contacten. Ze weet heel goed dingen naast zich neer te leggen.

* Mammie van Dora, is een bijpersoon. Ze leeft nog in het verleden. Ze heeft heel veel moeite met het omgaan van het voorbij-zijn van de oorlog. Ze wil een goede moeder voor Dora zijn, al doet ze het alleen.
* Marta, is niet echt een bijpersoon. Zoals haar staan er nog veel meer vriendinnen in het boek, maar met Marta gaat ze als ze ouder is ook nog op kamers wonen. Maar Marta is heel zweverig, ze wil graag een reis naar de maan maken. Ze zoekt bangmakende krantenartikels uit de krant, en bewaart ze. Dit doet ze om te vergeten dat ze door haar vader verkracht wordt. Ze huilt snel.

A: Dora en Mammie staan heel goed tegenover elkaar. Mammie wil alles goed doen voor Dora omdat ze denkt dat het voor Dora heel moeilijk is om er mee om te gaan dat ze geen vader kent. Dora zorgt ook goed voor haar moeder. Ze ziet dit als taak, omdat haar moeder ook voor haar zorgt. En ze vangen Marta heel goed op met haar problemen. En Marta voelt zich bij hen ook thuis

11

De mammie van Dora heeft hele mooie benen, en die laat ze dan ook graag zien. Voor elk gevoel heeft ze andere uitdrukking. En ze heeft hele mooie krullen. Dora daarentegen heeft kroeshaar, en is laat met de puberteit.

A: Dora is heel erg bezig met geschiedenis, omdat iedereen het daar zo over heeft. Ze is vaak bang 's nachts, en dat komt omdat ze toen ze klein was tussen de bommen door gelopen is. Ze mist eigenlijk wel een vader, maar doordat ze erachter komt dat vaders/ mannen slecht zijn voor (hun) kinderen, krijgt ze een verkeerd beeld over mannen.

Haar mammie heeft een trauma van de oorlog overgehouden. Als ze zich niet lekker voelt gaat ze naar haar kamer en praat soms drie dagen niet. Er mag veel bij hun thuis, ze zijn niet van een kerk, en dat is wel grappig, ze vinden niets raar.

Marta is niet bang thuis, ze is het eigenlijk wel, maar laat het niet zo goed merken. Soms geeft ze een grote mond, en krijgt ze straf. Ze is zwak, als ze zich niet goed voelt, doet ze zichzelf pijn. Ze doet alles om het verleden te vergeten, ze heeft geen verleden
Tijd en ruimte

12
Het verhaal is ab ovo geschreven. Het begint bij het begin. Het hele verhaal is chronologisch verteld.

A: We gaan door het hele boek heen in stappen van ongeveer een jaar per hoofdstuk, dat is tijdsverdichting. Maar in de hoofdstukken is er sprake van dekking. Omdat er vooral dialogen en gedachten worden weergegeven.

13

Het verhaal is helemaal chronologisch verteld, er zijn ook geen flashbacks en tijdlagen.

14

Het boek heeft een open einde. Marta gaat bij Dora in Amsterdam wonen, maar vinden haar ouders dat nu wel goed? En zal haar geheim nog een keer bekend worden? En zal Dora verder gaan met David of Maarten?

15

De vertelde tijd is vanaf 1945, toen Dora vier jaar oud was, tot 1966, toen Dora 25 was. Dus ongeveer 21 jaar. En de verteltijd is ongeveer vier a vijf uur.

16

In het begin is de tijd waarin ze leven, pas na de oorlog. En op het eind een beetje in de tijd van de hippies en nozems. Je kunt dit wel goed merken, mensen denken nog veel strakker en strenger dan wij nu doen. En je ziet ook heel goed het rollenpatroon in de gezinnen. Moeder heeft niets te zeggen. De ouderen zijn de baas. En je leest ook dat ze de eerste t.v krijgen, dat is ook wel grappig.

17

Het huis waar Dora woont is wel belangrijk, wat in Utrecht staat. Het geeft een soort aanzien. Zij hebben een eigen gang, en haar moeder heeft een eigen praktijk. Dat was heel wat voor een alleenstaande vrouw in die tijd! Verder is de ruimte niet echt een leidmotief, alleen misschien nog de slaapkamer. Dat Dora vaak in haar slaapkamer zat, en haar moeder dan kwam. En waar ze nare dromen had over de vader van Marta.

Thema en motieven

18
oorlog, angst, vader, alleen, haat, verdriet, antwoorden, geschiedenis, lezen, jongens, roddels, bastaard, geloof, groei, trauma, wantrouwen, roken, politiek,

A: Personage motieven: alleenstaand, bastaard, incest
Psychologische trekken: angst, wantrouwen, stress, geborgenheid, seks en dood
Statische motieven: moeder-dochter-relatie, gemene vader,
Leidmotieven: vriendinnen en vriendjes, roken, problemen, gezinnen, vader zoeken

19

Dit zijn de onderwerpen die in het boek aan bod komen; het thema.

20

Concrete motieven: incest, liefde, vader, dood, alleen, trauma
Abstracte motieven: angst, vervreemding, jaloezie, rollenpatroon, bastaard, oorlog
Abstractere motieven: hulpeloos, groei, roken, verdriet, lezen, jongens
Thema: familiedrama

21

Het thema is gezinnen die kapot zijn. Mensen die in het verleden leven door de oorlog, er kapot door zijn, heel sterk lijken. De verkeerde mensen, die alleen rekening houden met hun eigen gevoelens. De mensen die incest plegen. In elk gezin is er wel iets. Mensen worden mishandeld, er is incest, ruzie met andere familieleden, of gescheiden ouders. Volgens mij wil Hannes dat in dit boek duidelijk maken. Je moet voor jezelf zorgen, en je hoort altijd ergens bij. Is het niet bij vrienden dan is het wel bij familie. Je kunt niet met iedereen bevriend zijn.

Daar tegenover staat de sterke band die Dora met haar moeder heeft, dat is erg belangrijk.
22

Dora is dus een meisje die onder zulke omstandigheden is opgegroeid, zo zijn er nog veel meer kinderen. Als mensen wat meer aan hun kinderen dachten, dan had Dora als het goed is haar vader goed gekend, en was Marta niet zo beschadigd geweest. En het mooie is vooral dat het uit de ogen van een kind gezien wordt, je weet hoe het kind alles ervaart.

Oordeel

23
Ik vind het een mooi boek. Deze onderwerpen zitten al vaak in literaire boeken maar Hannes heeft er toch iets speciaals van gemaakt omdat hij het in een andere tijd heeft gezet. Het is halve eeuw geleden gebeurt, en dat zet je toch wel aan het denken. Dat zulke vreselijke dingen toen al gebeurden. Toen werd er nog heel raar op gereageerd, terwijl het nu haast normaal is dat ouders scheiden etc., en dat is best triest. Ook wordt het onderbewust zijn duidelijk benadrukt. Dora voelt zich niet vrij, en is vaak bang. Dat dit komt doordat ze vroeger bijna dood was geweest door bommen, had ik niet bedacht. Ik dacht eerst dat er geen thema in het boek zat, maar toen ik het schema ging maken zag ik dat het er wel degelijk was. Nogmaals vind ik het heel erg knap dat de schrijver stukken uit de geschiedenis haalt, en dat in zijn verhaal verwerkt.

A: Ik heb: Realistische argumenten, Morele argumenten en vernieuwingsargumenten genoemd

Achtergronden en informatie

24
Informatie over de schrijver: Hannes Meinkema is het pseudoniem voor Hannemieke Stamperius. Ze is in september 1943 geboren toen haar moeder, Jaco Stamperius, tijdens de tweede wereldoorlog zat ondergedoken in Tiel. Haar moeder leerde haar vader kennen in een Utrechtse verzetsgroep en heeft altijd gedacht dat ze na de oorlog zouden trouwen, maar na de oorlog weigert haar vader haar als zijn kind te erkennen. Als Hannemieke bijna vijf jaar is, trouwt haar moeder met een arts. Deze arts neemt een van zijn drie dochters uit een vorig huwelijk mee in dit huwelijk met haar moeder. Hannes Meinkema heeft onder deze omstandigheden geen prettige jeugd. Zij en een van haar halfzusjes, Maartje, worden voortdurend tegen elkaar uitgespeeld en haar stiefvader is ontzettend streng en slaat haar. Haar moeder keurt dit alles goed, gaat er ook in mee, want ze heeft heel veel respect voor haar man. Meinkema heeft dan ook een haat-liefde verhouding met haar moeder. Later, als Meinkema al een dertiger is, overlijdt haar moeder aan longkanker. Ze is er niet bij als ze sterft door bemoeienis van haar stiefvader. Kort daarop hertrouwt deze man met zijn secretaresse. Meinkema is in 1968 getrouwd met een man die ze aanduidt met E. in interviews. E. is een polygame man, terwijl Meinkema heel preuts en monogaam is. Ze heeft zich aan hem aangepast, maar uiteindelijk is ze toch van hem gescheiden. In 1987 adopteert ze als alleenstaande vrouw een Braziliaans meisje, Vita.
Meinkema heeft Nederlands in Utrecht gestudeerd en promoveert in 1977 cum laude op een proefschrift over Verzen van Hendrik Marsman. Voordat ze romans gaat schrijven heeft ze dan ook eerst een universitaire loopbaan geprobeerd. En tijdens het solliciteren bij verschillende universiteiten, valt het haar op dat ze slecht behandeld wordt omdat ze een vrouw is. Ze weet zich met subsidies toch te redden en tegen haar dertigste schrijft ze haar eerste roman, De maaneter (1974). Pas met haar roman En dan is er koffie (1976) krijgt ze succes. Dit boek wordt opgepakt als een cultboek, een boek dat volgens velen als geen ander de tijdgeest van de jaren zeventig uitademt. In de jaren zeventig schrijft ze verder nog Het wil nog maar niet zomeren, De groene weduwe en Het binnenste ei. Enkele van haar meer recentere werken zijn: Moeders kindje (1992), Een geluid als van onweer (1993), De speeltuin van Teiresias (1994) en dan nu Dora (1995).

A: Een recensie:



Recensie('s):


In 22 hoofdstukken die een titel en een datering hebben (tussen 1945 en 1966) vertelt Dora episodes uit haar leven, vanaf haar vroegste herinneringen tot aan de dood van haar moeder. Het boek is in de ik-vorm geschreven, wat als consequentie heeft dat de eerste hoofdstukken in een soort (vroegrijp) kindertaaltje zijn gesteld. Stijl en taalgebruik groeien als het ware mee met de geestelijke ontwikkeling van Dora. Een heel aparte, originele schrijfstijl. Dora, in de oorlog geboren uit een voor de oorlog uit Duitsland gevluchte vrouw, weet niet wie haar vader is, maar dat interesseert haar ook nauwelijks. Als ze hem uiteindelijk ontmoet, valt hij haar een beetje tegen. Allerlei politieke en maatschappelijke kwesties uit de tijd waarin Dora opgroeit, passeren de revue: uiteraard de oorlog en na-oorlogse perikelen, de kwestie Indonesie, de 'seksuele revolutie'. Een mooi, boeiend, liefdevol geschreven boek. Pocketeditie.

(Biblion recensie, Gonny Biezeveld.)

C: De schrijver van de recensie gebruikt, vernieuwingsargumenten, emovistische argumenten en een klein beetje realistische argumenten.

D: Ik gebruik ongeveer dezelfde argumenten als de recensieschijver, ik ben door de recensie het verhaal niet beter gaan begrijpen. Ik vind dat de recensieschrijver weinig aanhaalt in de recensie, maar er was zo weinig te vinden over dit boek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.