Tekstbestudering: samenvatting, analyse en interpretatie
A: VOORWERK:
1. complete titelbeschrijving
Het boek dat ik heb gelezen heet: Donderdagmiddag. Halfvier.
De auteur van het boek is Kristien Hemmerechts.
Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Atlas Amsterdam/ Antwerpen.
Het jaar van uitgave is 2002.
Het boek heeft 237 bladzijden. Het boek is in een aantal hoofdstukken ingedeeld. Eén gebeurtenis staat in het boek centraal, namelijk de dood van Karen Vyncke. Deze gebeurtenis wordt vanuit een aantal verschillende personen beschreven en wat ze verder in die dag meemaken. Zo heeft een vriend van de ouders van Karen, Karen die dag nog zijn auto zien zitten. En de eigenaar van de camionette waardoor Karen wordt geraakt wordt eerst heel uitvoerig voorgesteld, of in ieder geval wat hij zo’n beetje voor persoon is en wat hij al heeft meegemaakt in zijn leven. Elk hoofdstuk moet de naam voorstellen van een van die personen die op de een of andere manier in verband staat met Karen. Ik zal eerst de hoofdstuktitels opnoemen en dan zal ik het verband tussen al deze personen uitleggen.
1. Damien
2. Bea en Tamara
3. Sam
4. Karen
5. Damien
6. Het laatste verhaal
Damien is de bestuurder van de camionette waar Karen Vyncke onder terecht komt. Hij gebruikt deze camionette om zijn tikmachines mee te vervoeren. Hij geeft namelijk tikles op verschillende scholen, onder andere op die van Karen Vyncke.
Ook kom je hier te weten dat Damien een vrouw leuk vind: Desiree. Zij werkt in een frietkot dat op het terrein van het gemeentehuis staat. In dit gemeentehuis werkt ook nog een vrouw die alles schoonmaakt. Ook de pissijnen moet zij schoonmaken, maar ze wil eigenlijk niet dat mensen daar plassen en daarom zet zij daar haar gele auto voor. Vanuit Damien wordt zij afgeschilderd als een trut.
Bea is de moeder van Karen en Tamara is haar beste vriendin. Samen gaan ze die dag naar een cursus en ook zij krijgen een ongeluk, maar zij zijn hierbij de veroorzakers. Gelukkig gebeurt er hierbij niks ergs.
Sam is een man die huizen en dat soort dingen ontwerpt. Hij heeft onder andere het huis van Bea, de moeder van Karen, ontworpen. Ook wil hij dolgraag het gemeentehuis helemaal veranderen. Hij heeft al helemaal in gedachten hoe het moet worden. Hij krijgt in het verhaal te horen dat zijn droom uit komt. Hij mag inderdaad het nieuwe gemeentehuis helemaal gaan ontwerpen. Zijn vriendin is Anna, zij werkt dus bij het gemeentehuis en de pissijnen mogen weg en dus kan hij zijn vriendin ook nog eens blij maken. Ook kent Sam Desiree vrij goed, van het gemeentehuis. Hij maakt wel eens een praatje met haar en via hun gesprekjes leert hij Damien dan kennen.
Sam is ook een goede vriend van Karens moeder.
Hierna komt Karen zelf aan het woord. Zij vertelt dat ze zweeft tussen leven en dood. Via haar komen we een hoop te weten over Hassan en haarzelf. Ook komen we te weten hoe het ongeluk werd veroorzaakt. Bovendien komen we te weten dat Karen zelf al wist dat ze een KI-kind was. Ook weten we zo dat Hassan en Karen erg veel om elkaar geven.
Zo staan de personen dus allemaal met elkaar in verband. Bovendien kent Karen Sam ook. Ze zat die middag nog in zijn auto, samen met Hassan.
Op de voorkant van het boek staat een meisje met een vuile veeg over haar hoofd. Ik denk dat ze een jaar of 9 is. Ze heeft erg lang haar, dat over haar gezicht heen hangt. Ze kijkt een beetje verdrietig. Ik denk dat dit meisje Karen moet voorstellen.
Het boek heeft geen motto of ondertitel. Wel begint met een stukje dat heet:
BERICHT AAN DE LEZER.
Hierin worden een aantal woorden uitgelegd. Er komen namelijk een aantal gewestelijke woorden in het boek voor. Zoals het woord camionette. Dat wordt hier uitgelegd, omdat de meeste mensen het woord opvatten als bestelwagen, maar dat is het niet helemaal en als het dat wel zou zijn geweest, had het verhaal een hele andere wending gekregen, aldus de schrijfster.
B: SAMENVATTING:
Het verhaal gaat in het kort over de dood van Karen. Dit is de centrale gebeurtenis en de rest van het verhaal draait hierom.
De oorzaak van het ongeluk is dat Karen nogal vaak naar buiten glipt met een aantal vrienden van haar. Ze gaan dan meestal in de camionette van Damien zitten. De jongens spelen dan met de pedalen etc. Karen sprong er dit keer echter uit aan de achterkant en de camionette reed een stukje achteruit. Karen kwam eronder terecht en stierf.
Damien wordt terwijl dit allemaal aan de hand is uit zijn lokaal gehaald door een jongetje die graag wilt dat Damien de camionette verplaatst omdat hij er anders niet langs kan. Na een tijdje gaat Damien eindelijk mee en dan staat er al een groepje mensen verzameld om Karen heen. Het boek gaat dan verder over hoe Damien hiermee omgaat en ook Desiree.
Ook van Sam en Bea wordt nog duidelijk hoe zij het ervaren. Bovendien vertelt Karen nog een stuk over dat ze al wel dood is, maar nog niet helemaal. Ze weet wat er aan de hand is, maar ze kan er niet op reageren. Bovendien heft ze haar eigen gedachtes. Ze denkt vooral aan Hassan. Een jongen van wie ze veel hield en hij hield ook van haar. Ook krijgen we via Karen nog een paar verhalen te lezen die Hassan vertelde aan haar.
Maar het gaat er dus vooral om hoe de verschillende personen hiermee omgaan en ook hun levens worden beschreven en de dag waarop Karen sterft wordt ook van iedereen beschreven.
C: ANALYSE EN INTERPRETATIE:
1. Titel en ondertitelverklaring:
De titel van het boek is: Donderdagmiddag. Halfvier.
Er is voor deze titel gekozen, omdat het ongeluk dat Karen krijgt, gebeurt op donderdagmiddag, halfvier. Deze gebeurtenis loopt als een rode draad door het boek en beïnvloed alle andere gebeurtenissen in het verhaal. Daarom hebben ze deze titel voor het boek gekozen.
Het boek heeft geen ondertitel.
2. Motto:
Het boek heeft geen motto.
3. Genre
Het hoofdgenre van het boek is epiek.
Het subgenre is roman en het subsubgenre is een psychologische roman. Je komt namelijk veel te weten over de gedachten van de verschillende personen en over de levens van de verschillende personen.
4. Thema
In het boek spelen kinderen een centrale rol. Damien geeft les aan kinderen op een basisschool. Hij heeft zelf ook een kind, maar ziet zijn zoontje nooit meer. Dat wil hij niet, omdat hij dan ook zijn vrouw ziet.
Vervolgens spelen kinderen bij Sam en Anna ook een grote rol, omdat Anna heel graag kinderen wil, maar ze moest zich laten steriliseren van haar vorige echtgenoot. Als ze denkt dat Sam niet weet waar ze is, gaat ze het ongedaan laten maken. Maar Sam gaat haar zoeken en vindt haar, maar hij vertelt haar niet dat hij haar gezien heeft.
Ook bij Bea spelen kinderen een belangrijke rol. Ze wilde heel erg graag kinderen met haar man Henk, maar hij kon geen kinderen krijgen dus hebben ze via Kunstmatige Inseminatie Karen op de wereld gezet. Karen mag het echter zelf niet weten dat ze KI- kind is, maar dat weet ze allang. Van het zoontje van de beste vriendin van haar moeder: Tamara. Bij Tamara spelen kinderen ook een grote rol. Zij heeft zelf namelijk 5 kinderen, geloof ik. Het zijn er in ieder geval best een aantal.
Dan is er ook nog de secretaresse van de school, waarop Damien werkte. Zij krijgt na de dood van Karen een miskraam, door de stress, zei ze.
En ook het hoofd van school heeft iets met kinderen te maken. Hij heeft namelijk al jaren geen contact meer gehad met zijn dochter, maar na het ongeluk zoekt hij haar weer op.
5. Idee
De idee van het boek is dat kinderen voor iedereen wel een belangrijke rol spelen en dat dat de belangrijkste band is die een mens kan hebben, die met zijn kind is. Ik zal een citaat typen van de schrijfster: Kristien Hemmerechts.
“Ik heb dit boek geschreven omdat ik stilaan geloof dat de belangrijkste relatie die een mens in zijn of haar leven kan hebben, die met zijn of haar kinderen is, ongeacht het succes of het falen ervan. Meer en meer geloof ik dat ouders onvoorwaardelijk van hun kinderen moeten houden, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Dit boek is dan ook opgedragen aan alle kinderen, en dus aan ieder van ons.”
Ik heb hier niks meer aan toe te voegen, omdat dit de idee heel goed verwoord.
6. Motieven
-Kinderen
In het boek spelen kinderen een erg grote rol. Dat is ook al wat Kristien Hemmerechts zelf zegt op de achterkant van het boek zegt. Het is ook de idee van het boek. Daarom heb ik kinderen als motief gekozen. Ik heb echter niet gekozen voor citaten met Karen erin, maar juist voor andere. Bijna alle personen hebben namelijk iets te maken met kinderen.
“En omdat de middag finaal verloren is, zeker nu hij beseft dat hij Anna tot geheimhouding heeft aangezet en hij zijn put dus zelf gedolven heeft, probeert hij met een goede daad er iets van te redden. De vrouw van de burgemeester ligt met een ingewikkelde breuk in het ziekenhuis en hij heeft al minstens drie keer beloofd bij haar langs te gaan. En daarna zal hij zich met een sleutel die Anna hem heeft gegeven, maar die hij nog nooit heeft gebruikt, in haar huis binnenlaten en op har gaan zitten wachten. Vroeg of laat moet ze thuis komen. En als ze lacht zal hij weten dat hij zich heeft aangesteld. Hij zal het haar bekennen. Hij zal zeggen: Lieve, lieve Anna, jij zal nooit geloven hoe dwaas jouw Sam is geweest. Er is in zijn leven nog nooit iets ergs gebeurd. Zijn vader is gestorven toen hij drie was, maar dat herinnert hij zich niet. Hij wil Anna niet verliezen. Hij zal haar niet verliezen.
Het is bezoekuur, maar hij heeft geluk, want een auto rijdt voor zijn neus weg. Hij parkeert, sluit zijn auto af, loopt ervandaan. Hij haast zich omdat het even is opgehouden met regenen, maar dan keert hij op zijn stappen terug. Anna’s gele Honda staat in het vak naast het zijne!
Heeft Anna de dag vrijgenomen om iemand in het geheim te bezoeken? Maar wie dan? Zijn lichaam neemt nu de beslissingen zoals die keer toen die idioot met zijn jerrycans uit de garage kwam. Zijn benen lopen zo hard ze kunnen naar de ingang van het ziekenhuis. Bij de balie moest hij zich beheersen om de man niet bij de das te grijpen. Eindelijk is hij aan de beurt en kan hij vragen of Anna Paulussen als patiënt is opgenomen.
Anna Paulussen? Twee ss-en? Momentje. Anna Paulussen staat op de lijst van de dagkliniek.
Als patiënt? Ja. In de dagkliniek? Ja. Zijn benen zijn al vertrokken. Zijn armen maaien een weg door de drommen mensen. Geen enkele keer vergist hij zich in de gang. Zijn benen blijven snel en hard lopen. Hij is hen nog nooit zo dankbaar geweest sinds die keer met de jerrycans. Opnieuw is er een balie waar hij moet aanschuiven, maar zijn stem stelt de juiste vraag. Anna Paulussen? Ja, die vindt hij in zaal 3. Gynaecologie. Langzamer dragen zijn benen hem nu, er is geen rede meer voor haast. Anna is hier. Anna is niet dood. Zaal 3 is een lange, smalle zaal met aan weerskanten bedden, waar omheen gordijnen zijn dichtgetrokken. Hij ziet een verpleger, stap met een rustige glimlach op hem af. Hij is ongelooflijk rustig nu. Anna kan onmogelijk bevallen zijn. Hij weet niet wat Anna hier doet, maar de verpleger zal het hem vertellen.
Ik ben de man van Anna Paulussen. Wanneer mag mijn vrouw naar huis?
Ze slaapt. We geven altijd een lichte slaappil na de ingreep.
De ingreep?
Ingreep is een groot woord. We hebben de klemmetjes van haar eierstokken verwijderd. Paulussen? Ze is al 40, niet? Hij knikt. Ja, er bestond wat twijfel of we het zouden doen, maar mevrouw heeft heel hard aangedrongen. De kans op een zwangerschap is niet echt groot.
….Als ze hem op een dag vertelt dat ze hun kind verwacht, zal hij haar misschien vertellen dat hij hier naar haar heeft staan kijken. Naar zijn Anna. Zijn niet meer zo jonge Anna. Zijn Anna, die zo van hem houdt. Maar misschien vertelt hij het haar ook niet.
Blz. 131-132.
De directeur had de avond zelf van het ongeluk al zijn drank weggegoten, zowel de flessen die hij op school bewaarde, als de flessen die hij in zijn huis in kasten en laden had weggestopt om nooit zonder te zitten. Daarna had hij de dochter gebeld met wie hij al jaren geen contact meer had. Hij had haar gezegd dat het gedaan moest zijn met die flauwekul. Het interesseerde hem niet wie er destijds gelijk of ongelijk had gehad. Wat er ook ooit tussen hen was voorgevallen, ze was zijn dochter. Hij had haar in zijn eentje opgevoed. Daarbij had hij ongetwijfeld fouten gemaakt, maar geen enkele fout kon dit kinderachtige gedrag rechtvaardigen. Ze moesten het bijleggen voor zichzelf, voor haar moeder die zo oud was als zij nu toen ze stierf, én voor Karen. De volgende avond was hij naar haar toe gereden en had voor het eerst zijn kleinzoon in zijn armen gehouden. Hij had gesnotterd als een kind.
Tine zou die donderdag ook nooit vergeten. Toen ze rond elf uur ‘s avonds afgepeigerd thuiskwam, was ze hevig beginnen te bloeden. Haar man had haar naar het ziekenhuis gebracht, maar daar konden ze haar alleen bevestigen dat ze van de schok een miskraam had gehad. Ze was nog geen twee maanden ver, maar nu wist ze niet of ze om Karen of om haar eigen kindje huilde. Blz. 193, 194.
-Liefde
Karen heeft de ongeverfde muren van haar kamer met foto’s versierd die ze uit tijdschriftenheeft gescheurd: twee wollige poesjes die spelen in hun mand, een zomers meisje op een fiets, een zon die roodgloeiend in zee zakt, een verliefd stel op een exotisch strand. Verder een foto van zichzelf verkleed als Peter Pan, en een roos die aan een touwtje hangt te drogen en waarvan ze halsstarrig weigert te zeggen van wie ze hem heeft, ook niet nadat Bea de vervaalde blaadjes uit een tasje heeft gehaald die zij ooit heeft gekregen. Een vriend van mijn broer, zei Bea. Hij noemde mij zijn Dulcinea. De roos had hij op de kermis geschoten. Karen lachte maar niet zelf niets los. Moeders hoeven niet alles te weten. Dochters trouwens ook niet. Blz. 69.
Bea had Tamara’s kubus nooit gemeten. Ze had foto’op maat geknipt en achter het plexiglas geschoven. Precies zoals ze aan Tamara had beloofd, had ze er altijd voor gezorgd dat er een foto van hen beiden tussen zat. Nooit had ze dat vlak naar onderen gekeerd. Voodoo-kubus.
Blz. 73.
Ook is er natuurlijk de liefde van de Karens ouders voor Karen, de liefde van Hassan voor Karen en andersom, de liefde van Sam voor Anna:
….Als ze hem op een dag vertelt dat ze hun kind verwacht, zal hij haar misschien vertellen dat hij hier naar haar heeft staan kijken. Naar zijn Anna. Zijn niet meer zo jonge Anna. Zijn Anna, die zo van hem houdt. Maar misschien vertelt hij het haar ook niet.
Blz. 132.
-Toeval/ noodlot
In een verre hoek slingerde een eenzame gymschoen en aan een tafelpoot hing een jasje.
…Iemand had zich de moeite getroost om een naamlintje in de jas te naaien. K. VYNCKE.
Later blijkt dus dat dit het jasje is van Karen Vyncke: het meisje dat hij dood aantreft onder zijn camionette. Bladzijde 40, 41.
Toen Bea en Tamara nu meer dan negenentwintig jaar geleden in Parijs stage liepen, woonden iets meer dan tienduizend Belgen in de Franse hoofdstad. La ville des lumières. Parijs is een grote stad waar mensen uit de hele wereld samenkomen. Weinig nationaliteiten zijn er niet vertegenwoordigd. Parijs heeft een cercle belge, maar Bea noch Tamara was naar Parijs gekomen om landgenoten te ontmoeten. Tamara was gekomen om haar verloofde het onomstotelijke bewijs van haar onafhankelijkheid te tonen.
…Alles aan hun ontmoeting was toevallig. Ze hadden in andere bedrijven, andere steden, andere landen terecht kunnen komen. Er was niets uitzonderlijks aan hun sollicitatie- of aanbevelingsbrieven. Het is erg moeilijk om in zoveel toeval niet de hand van het noodlot te zien. Een wilsbeschikking van hogerhand. Een diepere bedoeling. Blz. 80
-Dood (Reijnders, Karen, miskraam etc.)
Toen hij eindelijk de overkant had bereikt, duwde hij twee kinderen opzij en staarde net als zij naar de benen die onder de camionette uitstaken. Hij wist dat hij de witte sokjes, die nu snel doorweekt geraakten, nooit zou vergeten. De boordjes waren omgeslagen en dansten als plooirokjes om haar enkels. Blz. 50
De deken gleed op de grond zodat iedereen voor het laatst haar mooie bleke gezichtje kon zien. Het streepje bloed op haar kin was bijna helemaal weggewassen. De jongen hief het lijk ten hemel. En nog hield het niet op met regenen. Karen! Brulde hij alsof hij de goden voor dit weggeworpen leven ter verantwoording riep. Karen! Blz. 60.
Op donderdag dus, met om te beginnen een cursus kunstgeschiedenis. Vandaag is Iphigeneia aan de beurt, het meisje dat door haar vader geofferd werd. De Ouden hielden van bloed en ook deze keer zal hun geen gruwelijk detail worden bespaard. Blz. 84.
Drie jaar later, toen iedereen in het oude peloton de eindstreep in het zicht begon te krijgen, trapte Reynders nog altijd ter plaatse. Hij was specialist surplacen geworden. Uiteindelijk was hij na een mislukte zelfmoordpoging in een psychiatrisch ziekenhuis beland, en het was daar dat hij de vrouw ontmoet die nu zijn leven regelde. Blz. 105.
-De onvolmaakte mens
…Enkelvoud. Ze wil niet dat Tamara en zij andere wegen inslaan. Maar vaker en vaker sluit Tamara zich aan bij de stoet van mensen die bij meervoud zweren. Ze heeft vier zonen, krijgt er straks nog een schoondochter bij. Bea heeft slechts die ene dochter, op de valreep gemaakt. Ze heeft er zaad voor moeten bedelen, zaad van een haar onbekende man. Met wat uit Henk lekt, kunnen geen kinderen worden verwekt. Blz. 68
Zeg mij eens eerlijk. Wat vindt jij van Tamara? Matthias had zijn sigaret gedoofd en Bea’s hand vastgegrepen. En toen, zonder enige in- of aanleiding: Kom met mij naar bed. Ik wil neuken, Ze had haar hand teruggetrokken en was opgestaan. Hij had haar op haar stoel teruggeduwd. Weet je wat ik niet begrijp? Jullie vrouwen zeuren als we er niet zijn, maar zodra we er zijn, zien jullie ons niet staan. Ik wil een vrouw die mij neukt als ik het wil. Ik wil neuken. Jullie willen niet neuken. Jij niet en Tamara niet. Jullie neuken als het werkelijk niet anders kan. Als je bang bent ons te verliezen. Blz. 78.
In zijn hart wist Sam dat Marja zijn schoolkameraad uit zijn depressie had gesleurd, en dat hij zonder haar zelfs nooit onderwijzer zou zijn geworden. Hoe lelijk en benepen ze ook was, ze was wel degelijk zijn happy end. En Anna was zijn happy beginning. Blz. 106
Domheid was een van de weinige onderwerpen waarover Damien wel nadacht omdat zijn leven erdoor was verwoest. De onstuitbare drang om domme vrouwen in zijn armen te sluiten, om hun domme lichamen tegen het zijne te voelen, en domme vragen uit hun domme monden te horen komen, had hem voortgestuwd tot hij niet meer werd voortgestuwd maar met zijn camionette doelloos van de ene naar de andere dobberde.Steeds dieper werd hij in poel van fatale domheid gezogen.
-Ontrouw
…Ze hadden er een beurs bezocht die was tegengevallen. Om drie uur waren ze al uitgekeken. Hij had met de gsm van zijn schoonvader klaargestaan om haar te bellen, en toen had hij gedacht: laat ik haar verrassen. Over een verrassing gesproken. Niets is zo lelijk als een mans in het nauw. En dat had hij haar aangedaan. Nee, ze had het zichzelf aangedaan. Blz. 36.
Zeg mij eens eerlijk. Wat vindt jij van Tamara? Matthias had zijn sigaret gedoofd en Bea’s hand vastgegrepen. En toen, zonder enige in- of aanleiding: Kom met mij naar bed. Ik wil neuken, Ze had haar hand teruggetrokken en was opgestaan. Hij had haar op haar stoel teruggeduwd. Weet je wat ik niet begrijp? Jullie vrouwen zeuren als we er niet zijn, maar zodra we er zijn, zien jullie ons niet staan. Ik wil een vrouw die mij neukt als ik het wil. Ik wil neuken. Jullie willen niet neuken. Jij niet en Tamara niet. Jullie neuken als het werkelijk niet anders kan. Als je bang bent ons te verliezen. Blz. 78. (Matthias was de man van Tamara)
Ook de mannen die de avonden steunden, voelden zich buitengesloten. Waarom mochten zij die films niet zien? Na een ongewoon rumoerige voorstelling besloot ze (=Tamara) haar ontslag aan te bieden, maar nog voor ze daartoe de kans had gekregen biechtte haar man een verhouding met een van zijn lokale collega’s op. Blz. 75.
Anna had voor hem haar man in de steek gelaten. Af en toe stuurde haar ex een brief naar het gemeentebestuur met wilde aantijgingen tegen het overspelige paar. In het begin had hij zelfs met een proces gedreigd omdat het gemeentebestuur deze ontucht zou hebben aangemoedigd en uitgelokt. Later had hij gedreigd elk gebouw dat Sam voor hen tekende, in de as te leggen. Blz. 111.
-Vertellen
In het boek komen ontzettend veel verhalen voor. Onder andere over goden. Doe worden vaak verteld door Bea of Tamara. Tamara en Bea vergelijken situaties uit hun dagelijks leven ook heel vaak met dingen die met Goden te maken hebben. Ook Damien doet dat een keer. Darbij vergelijkt hij een situatie met die van Adam en Eva, maar daar vertelt hij geen verhaal over. Bovendien zijn Adam en Eva geen Goden. Ook zijn er nog de verhalen die Hassan verteld. Dat zijn er ook veel. Echter, die verhalen zijn allemaal ontzettend lang en dus niet te citeren. De verhalen van Hassan staan in ieder geval op de bladzijdes 140 t/m 186.
Ook begint op bladzijde 228 het laatste verhaal. Dit wordt door Karen verteld en is aan Hassan gericht. Dit staat in het hoofdstuk: Karen. Hierin zegt zij dat ze het laatste verhaal zelf zal vertellen en dat Hassan goed moet luisteren.
7. Structuur
In het boek komen veel terugblikken voor. Niet alleen terugblikken en vergelijkingen met Griekse Goden, maar ook terugblikken naar dingen die zijn gebeurd in hun eigen leven. Ook zijn er vooruitblikken aanwezig in het boek. Fabel en sujet zijn in dit boek dus niet gelijk en het is dus fragmentarisch.
Het begin van het boek is ab ovo. De schrijfster begint met het beschrijven van een van de belangrijkste personen in het boek, namelijk Damien. Ze geeft een goede inleiding over hem en over de dingen die hij in zijn leven al heeft meegemaakt. Zo gaat dat bij alle hoofdstukken, want al deze hoofdstukken gaan over verschillende personen en ze worden allemaal goed voorgesteld.
Het einde is gesloten. Het eindigt met een verhaal: Het Laatste Verhaal. Hierin wordt een verhaal verteld en op het einde staat er dan dat het zo ook met Karen was. Ze was echt dood. Ik zal de laatste zin van Het Laatste Verhaal en het laatste stukje helemaal citeren:
“Choco was weg.
En ik ook, dacht Karen. Eindelijk gleed ze helemaal weg. Alsof, dacht ze, ze door een afvoer werd weggespoeld. Maar dat was dan ook werkelijk het allerlaatste wat ze dacht.”
Verder weet je niet echt wat er bijvoorbeeld met Damien gebeurt, maar het verhaal draaide toch vooral om Karen en zij is echt dood.
8. Personages:
Er zijn een aantal personages in het boek die erg belangrijk zijn, dat zijn namelijk de personen waarnaar de hoofdstukken zijn vernoemd. Daarbuiten zijn er ook nog een aantal andere personen die belangrijk zijn. Ik zal ze allemaal opnoemen en hun karakter en uiterlijk zo goed mogelijk beschrijven.
Ten eerste is er Damien. Hij is een erg vreemde man. Als er bijvoorbeeld een jongetje bij hem komt om te vragen of Damien zijn camionette wil verplaatsen omdat hij er niet bij kan met zijn fiets, reageert Damien heel erg vreemd. Hij zegt eerst tegen het jongetje dat hij gewoon rustig moet doen en hij probeert het jongetje helemaal nerveus te maken, lijkt wel. Als Damien echter merkt dat de jongen nerveus wordt, zegt hij dat hij dat niet moet zijn en Damien wordt boos omdat het jongetje zo gestresst reageert. Na een tijdje geeft Damien hem een klap zodat hij ophoudt met trillen. De klap helpt en uiteindelijk komt Damien toch mee met de jongen
Ook reageert hij vreemd als de secretaresse zegt dat Damien geen typeles meer mag geven. Het is natuurlijk logisch dat hij boos wordt, maar hij verkracht de secretaresse zo’n beetje in de camionette. Hij duwt haar op de grond en houdt haar armen en benen heel stevig vast. Ook ruikt hij aan haar sokken.
Damien heeft ook een ongebruikelijke voorkeur voor vrouwen. Hij valt op domme vrouwen, dat zegt hij zelf tenminste. Ook vindt hij in het verhaal een vrouw leuk die in een friettent werkt en toevallig werkte zijn vorige vrouw ook in een frietzaak.
Ook vindt hij het helemaal geweldig als een vrouw pantysokken aanheeft en dat ze dan zo naar zweet ruiken. Dat vind ik nogal vreemd.
Damien is vrij slim, hij heeft alles snel door. Bijvoorbeeld als hij zijn camionette moet verplaatsen en hij merkt dat het portier open is. Hij zegt hier niks over, maar hij denkt wel gelijk aan Hassan. Hij is namelijk de zoon van een slotenmaker en hij kan dus makkelijk die auto openmaken. Na een tijdje kom je erachter dat hij gelijk heeft en dat Hassan inderdaad in de auto is geweest.
Verder is Damien een tikleraar, hij heeft het niet zo op de nieuwe computers. Hij heeft er ronduit een hekel aan en vindt het dom dat de meeste mensen gelijk beginnen met computeren, want op een tikmachine leren tikken: dat is het echte werk.
Damien is een lange man, vrij knap, hij heeft donker haar en is vrij gespierd. Hij is al eens in zijn leven getrouwd geweest, met Tessa. Tessa was echter vreemdgegaan en toen is hij gelijk vertrokken. Hij had wel een zoontje met haar: Joerie. Hij verlaat ze echter allebei gelijk en laat nooit meer iets van zich horen. Hij bouwt een heel nieuw leven op, want volgens hem is het het beste om niks meer van zich te laten horen. Hij denkt echter nog wel vaak aan Joerie. Ook denkt hij, als hij een jasje vindt, dat het die van Joerie is. Maar dat is het niet. Damien is een flat karakter. Hij maakt geen ontwikkeling door. Niet op psychisch en ook niet op fysiek gebied.
Dan is er Karen. Zij is een meisje va twaalf jaar oud. Zij is het meisje dat onder de auto terecht komt. Over haar uiterlijk wordt niet veel gezegd. Iedereen in het boek beweert echter wel dat ze zo’n lief gezichtje heeft en dat niemand lang boos op haar kan zijn, omdat ze zo lief glimlacht. Verder staat er nog dat ze die dag een jurkje aan had en witte sokjes. Ook draagt ze nog maar een schoen als ze onder de camionette ligt.
Over haar karakter wordt wel wat meer verteld. Karen is een meisje van twaalf jaar, maar ze ziet en gedraagt zich ouder dan ze is. Ze is helemaal op haar ouders en vooral op haar vader. Maar haar vader is niet haar echt vader, want Karen is ontstaan door kunstmatige inseminatie. Haar ouders vermoeden dat ze er niks vanaf weet en haar moeder wil het haar eigenlijk wel vertellen, maar Karen weet het al lang. Ook loopt ze al verder voor dan haar klasgenootjes. Ze speelt bijvoorbeeld nooit meer buiten, dat heeft ze wel een beetje gehad. Ook houdt ze al van een jongen, namelijk van Hassan en hij houdt ook van haar. Ze kan het beter vinden met jongens, dan met meisjes en daarom noemen sommige klasgenootjes haar ook een jongensgek. Hassan kan het over het algemeen maar met erg weinig mensen vinden , maar Karen is een uitzondering, waarschijnlijk omdat zij zich wat ouder gedraagt. Hassan is namelijk ook al wat ouder.
Ook is Karen helemaal gek van verhalen. Haar vader vertelt verhalen die hij zelf verzint en ook Hassan verzint zelf verhalen. Dat vindt ze erg leuk.
Karen woont met haar ouders in een huis dat nog helemaal niet af is: alle meubels moeten er nog in komen. Wel staat er een computer en Karen gaat daar altijd languit voor liggen om bijvoorbeeld mailtjes te sturen naar vrienden. Ik denk dat dat ook wel deel is van haar karakter, daarom vertel ik dit erbij. Bovendien is Karn erg lenig. Als ze ligt kan ze zo haar 2 benen naast haar hoofd wegzetten. Haar moeder denkt dat ze dat doet om de flexibiliteit die ze bij de geboorte gehad moet hebben niet te verliezen. Toen zat ze tenslotte ook ‘opgerold,’ maar dan in haar moeders buik. Verder wordt er niet veel meer gemeld over Karen. Karenm is evenals Damien een flat character.
Dan zijn er Bea en Tamara. Bea en Tamara zijn ontzettend goede vriendinnen en ze hebben ook allebei wel ongeveer hetzelfde karakter. Ze houden allebei van dezelfde dingen en zijn allebei al een keer gedumpt door een man die was vreemdgegaan. Ook houden ze geen van beiden van bezoek en dat soort dingen, maar toch nodigen ze allebei wel eens mensen uit. Gewoon omdat ze zich daar verplicht toe voelen, ook al krijgen ze er hoofdpijn van. Zulk soort eigenschappen hebben ze in gemeen. Wel is Tamara een beetje verandert volgens Bea; ze gaat wat meer de grote massa achterna. Dat vindt Bea natuurlijk niet leuk, maar ze houdt het voor zich.
Wel is er een groot verschil tussen de twee vrouwen. Zo heeft Bea maar een kind. Bea is namelijk de moeder van Karen en die heeft ze dus via Kunstmatige Inseminatie gekregen. Tamara daarentegen heeft vier zonen.
Bea heeft, ondanks dat ze maar een kind heeft, soms even rust. Ze wil dan gewoon dat Karen haar even helemaal met rust laat. Waarschijnlijk wil ze dan gewoon wat tijd voor zichzelf.
Verder gaan Tamara en Bea samen een cursus volgen die gaat over Griekse goden en ik geloof dat dit ook wel wat met hun eigen karakter te maken heeft. Ze zijn namelijk nogal geïnteresseerd in al die godenverhalen.
Verder zijn Tamara en Bea beiden flat characters.
Dan is er nog Sam Dermote. Hij is een architect van beroep en wil dolgraag een keer het gemeentehuis helemaal veranderen. Ook is hij de ontwerper van het huis van Bea en Henk
(Henk is de man van Bea en dus de vader van Karen). Ook houdt Sam van kinderen en op een gegeven moment in het boek zou hij er ook wel eentje willen, zo blij is hij. Zijn vriendin echter, Anna, heeft zich van haar vorige echtegenoot moeten laten steriliseren. Sam komt er achter dat zij dat ongedaan laat maken: hij betrapt haar in het ziekenhuis, maar vertelt het haar niet. Hij is niet boos op haar of zoiets dergelijks.
Sam en Anna zijn ook beiden flat characters.
Verder zijn er nog een aantal andere personen in het boek aanwezig die een vrij belangrijke rol spelen in het verhaal. Ten eerste is dat Hassan. Hij is verliefd op Karen en Karen ook op hem, al zeggen ze dat niet direct tegen elkaar. Hij kan goed met Karen praten en verteld haar verhalen waar ze weer wat vrolijker van wordt. Hassan is de zoon van een slotenmaker en hij kan daarom gemakkelijk inbreken in het busje van Damien. Hassan is al wat ouder dan zijn klasgenoten; hij is namelijk al 14 jaar en zit pas in groep 8. Dat komt doordat hij dyslexie heeft. Hij kan helemaal niet goed schrijven, maar hij kan vertellen als de beste. Dat zegt zijn leraar (Reynders) ook. Hassan kan het maar met weinig mensen vinden, maar Karen is een uitzondering, omdat ze zich wat ouder gedraagt dan de rest. Hassan breekt vaker in in de camionette van Damien en dan gaan ze daar met een groepje mensen in zitten. Ze spelen dan vaak met de ‘knopjes’ in de auto. Een van de vrienden van Karen en Hassan die mee was gegaan zat aan de handrem en daardoor was de Karen onder de ‘auto’ terecht gekomen.
Verder is er nog de secretaresse van de school waarop Damien tikles geeft. Zij heet Tine. Ze is diep geschokt door de dood van Karen en begint allemaal te schreeuwen en ze reageert ontzettend hysterisch als ze erachter komt dat Karen dood is. Het gevolg daarvan is dat ze een miskraam krijgt die avond. Verder komt zij later Damien tegemoet als hij weer les wil komen geven. Van school willen ze namelijk niet dat hij weer komt en zij komt dat zeggen tegen Damien. Damien neemt haar nog mee in zijn camionette en hij maakt haar eigenlijk ontzettend bang door haar heel hard vast te pakken enzovoorts.
Tine is een flat character
Dit waren de meest belangrijke personen uit het boek.
9. Tijd:
Het verhaal speelt zich niet lang geleden af. Er zijn computers in het boek aanwezig, waarop men kan mailen, iets wat nog vrij modern is. Ook chat Karen wel eens op de computer. Ook dit is vrij modern. Ook zijn er dingen als televisies, auto’s, vloerverwarming, satellieten, kunstmatige inseminatie enzovoorts. Bovendien worden tikmachines hier al als iets ouds beschouwd en dat vinden wij ook daarom kan het nog echt geen oud verhaal zijn. Het boek is dan ook uit 2002 en het zou ook best gewoon in deze tijd kunnen spelen.
In het boek komen erg veel terugblikken voor. De terugblik die het verste teruggaat in de tijd is die van Adam en Eva. Ik zal het stukje citeren:
Telkens als hij het parkeerterrein opreed en Desiree achter haar potten mayonaise en pickles en saté zag staan, was het alsof hij en Tessa een tweede kans kregen, en ze met een schone lei konden herbeginnen. Hij voelde zich als Adam aan wie God had gezegd: okay, we vergeten dat van die ene appel. Het was maar een zure. Keer terug naar het paradijs en houdt dit keer je handen thuis. En vooral: zorg dat zij het doet. (blz. 19)
Ik heb in het boek echter geen vooruitblikken gezien, dus de vertelde tijd is die vanaf het ontstaan van de aarde totdat Karen echt dood is. Als is het niet helemaal duidelijk of de andere verhalen die er al voor komen nou zijn verteld, voordat ze echt dood was of erna. In een van die verhalen vindt namelijk haar begrafenis al plaats en waarschijnlijk was ze toen ook al echt dood. Het is dus een beetje onduidelijk maar dit zou echter slechts een paar dagen schelen voor de vertelde tijd.
De verteltijd: het boek heeft 237 pagina’s.
Het tijdsperspectief is vision avec. Je leeft tegelijk met de gebeurtenissen mee. Als de personen nog niet weten wat er gaat gebeuren, weet je dat als lezer ook niet en andersom ook.
10. Perspectief/ vertelsituatie:
Het verhaal is geschreven vanuit een alwetende verteller. De schrijver gebruikt hij en zij vormen en je weet eigenlijk alles van de personen. Je weet wat ze denken, wat ze in huhn verleden hebben meegemaakt, wat ze nu meemaken, wat ze voelen enz.
…Enkelvoud. Ze wil niet dat Tamara en zij andere wegen inslaan. Maar vaker en vaker sluit Tamara zich aan bij de stoet van mensen die bij meervoud zweren. Ze heeft vier zonen, krijgt er straks nog een schoondochter bij. Bea heeft slechts die ene dochter, op de valreep gemaakt. Ze heeft er zaad voor moeten bedelen, zaad van een haar onbekende man. Met wat uit Henk lekt, kunnen geen kinderen worden verwekt. Blz. 68
In de cursief gedrukte zin kom je duidelijk de gedachten/ gevoelens van deze persoon te weten. Ook zijn de keren dat er een zij of ze vorm wordt gebruikt cursief gemaakt. Als het een ik-vertelsituatie zou zijn, zou ze voor zichzelf wel gewoon zeggen: Ik wil niet dat Tamara en ik andere wegen inslaan, bijvoorbeeld.
En als het een hij/ zij- vertelsituatie zou zijn, zou er telkens vanuit één persoon naar andere personen worden ‘gekeken.’ Dan zou je dus alles te weten zijn gekomen via een persoon. Maar dat is hier ook niet het geval, want er staat hier niet 1 persoon centraal, maar meerdere.
11. Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Belgie.Op straat bij de school en op scholen. De plaats is niet belangrijk voor het verhaal, een andere plaats geeft geen andere draai aan het verhaal.
Wel zou je het schoolplein kunnen zien als een subjectieve ruimte, omdat hier een gebeurtenis plaats vindt die heel belangrijk is voor het verhaal.
Ook de camionette van Damien is een subjectieve ruimte, omdat hier het ongeluk wordt veroorzaakt door de jongen die met de handrem zit te spelen. Ook wordt Tine later nog gedwongen hier in te gaan, door Damien. Hier maakt hij haar heel bang. Tot slot zou het fritkot van Desiree nog gerekend kunnen worden tot subjectieve ruimte, omdat Damien en Desiree hier elkaar telkens ontmoeten Damien begint haar ook steeds leuker te vinden.
Verder speelt ruimte geen belangrijke rol in het verhaal. De rest van de ruimtes zouden gezien kunnen worden als objectieve ruimtes.
Persoonlijke reactie:
Ik heb voor het boek gekozen, omdat het werd aangeraden door mijn leraar Nederlands.
Ik had dus vrij hoge verwachtingen. Ik vond het inderdaad een erg mooi boek. Het verhaal was erg realistisch geschreven, waardoor je echt kon meeleven met de personen in het boek.
Ook was het vrij gemakkelijk om te lezen: er stonden niet erg veel moeilijke woorden in. Wel werd het op den duur moeilijk om in te zien hoe al de personen ook al weer met elkaar in verband stonden. Maar dat maakte het ook juist leuk. Dan zag je het verband weer, tussen al die personen en ook dat maakte het erg realistisch.
Ik vond dat de verhalen die werden verteld, het boek echt iets extra’s gaven. De verhalen die werden verteld door Hassan waren erg grappig en soms ook erg mooi. Dat vond ik echt mooi om te lezen. Het Laatste Verhaal vond ik vooral een indrukwekkend en zielig verhaal. Ook dat na het verhaal dan een link wordt gelegd met Karen vind ik erg mooi.
Wat ik bovendien nog erg goed vond, was dat Karen zelf ook een hoofdstuk kreeg en dat ze nog wat vertelde over zichzelf. En dat ze nog niet helemaal dood was. Dat vond ik ook erg leuk aan het boek.
Het enige minpunt van het boek was dat ik me aan het begin echt heel erg ergerde aan het personage van Damien. Maar hieruit blijkt dus ook wel weer dat het zo realistisch werd beschreven, dat ik me eraan ergerde. Ik vond Damien een vervelende persoon, die alleen maar aan zijn tikmachines kon denken. En ik vond hem gemeen doen tegen het jongetje.
Waarom het boek mij zo is bevallen, is denk ik ook doordat het boek echt over kinderen gaat. Dat kinderen zoiets doormaken. Ik ben zelf gek op kinderen en daarom denk ik dat het me aangegrepen heeft.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
goeie verlag meid toppie
21 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
eej marijke ik ben zo blij met jouw bboekverslag
20 jaar geleden
Antwoorden