Inleiding
Een herdersjongen lag lekker in het gras toen er 3 godinnen kwamen en hij moest zeggen wie er het mooist was en haar een gouden appel geven. Ze praten hem in en een beloofde hem de mooiste vrouw van de aarde en de herdersjongen gaf haar de appel.
De andere twee waren woedend. De gevolgen hiervan waren erg. Want oorlog tussen de goden betekende oorlog tussen de mensen. En omdat in werkelijkheid de herdersjongen de Trojaanse prins Paris was en de mooiste vrouw op aarde Helena en die was getrouwd met de Griekse koning Meneloas.
Paris nam Helena mee naar Troje. Meneloas riep alle Grieken bij elkaar om zijn vrouw terug te halen.
10 jaar lang belegerden de Grieken de stad Troje, maar eigenlijk was dat door de goden en godinnen omdat hun dat wilden.
Venus die de gouden appel had gewonnen hielp de Trojanen. De andere twee vrouwen Juno en Minerva hielpen de Grieken. Pas na die tien jaar wonnen de Grieken door een list van de Griekse help Odysseus. Dat was dat er Grieken in een houten paard waar allemaal Grieken in zaten. De Trojanen haalde dat paard naar binnen en ging feest vieren omdat ze dachten dat ze gewonnen hadden. Die nacht kwamen de Grieken uit het paard en opende de stads poort. Toen moorden de Grieken iedereen uit maar de held Aeneas wist met een paar mensen te ontsnappen.
Hoofdstuk 1 Op weg naar Carthago
Volgens de voorspelingen zou daaruit een groot volk ontstaan dat de wereld zou beheersen en Carthago zou verwoesten. En Carthago was juist de stad waaraan de godin Juno de wereldheerschappij had toebedacht. Daarom achtervolgde zij Aeneas
Met zijn vloot van 20 schepen, en joeg hem her en der over zee om te beletten dat hij ooit Italië zou bereiken.
Toen hij desondanks toch tot Sicilië was gekomen of het haar ooit zou lukken haar allerlaatste stuk, begon Juno te wanhopen of het haar ooit zou lukken haar aartsvijand weg te houden van de Italiaanse kust. Als laatste redmiddel besloot ze hulp te zoeken bij de god Aeolus, heerser over stormwinden.
( “de zwerftochten van Aeneas” blz.11)
Dus liet Aeolus zijn stormen los op de vloot van Aeneas los.
De schepen van Aeneas vlogen door de storm in de lucht en kwakte weer op het water de het hout kraakte en de mannen waren bang. De zeilen scheurde en het hout ging kapot. Aeneas keek naar de zwarte hemel en vroeg: ‘ waarom heb je me in de strijd tegen de Grieken laten leven en nu wil je me gaan vermoorden’ Op dat moment braken de riemen en tolde het schip rond.
Neptunus de god van de zee had de storm opgemerkt werd woest. Hij riep tegen de wind: ‘Wat betekend zijn jullie nou helemaal gek geworden die de zee is mij.’ Hij dacht meteen aan zijn zus Juno met haar woede en haat.
Neptunus jaagde de wolken weg en haalde de zon terug. Hij haalde de schepen van de rotsen en de zandbanken.
Na de storm ging Aeneas met zijn 7 schepen ergens in Afrika aan land. Daar maakte hij een vuur. Hij ging op een rots staan en zag in het bos een paar herten lopen hij pakte zijn pijl en boog en dode er 7 evenveel dan de schepen die hij nog had.
De mannen aten het vlees en dronken nog wijn dat er over was. Toen riep Aeneas zijn mannen toe: ‘wij hebben ergere dingen mee gemaakt. Wij zullen het overleven en Italië bereiken en een nieuw Troje stichten.’
Intussen zat hoog boven hen, op het balkon van de hemel, de oppergod Jupiter naar hen te kijken, en dochter Venus die naast hem stond kreeg tranen in haar ogen.
‘Ach vader.’ Begon zij ‘ wat is het toch verschrikkelijk wat er met die Trojanen daar beneden gebeurt. De ene ramp na de andere treft die arme drommels. Waar is dat goed voor? U hebt zelf gezegd dat ze een groot volk zouden voortbrengen. Een volk van wereldheersers? En moeten je ze daar nou zien zitten! U bent toch niet van plan veranderd? U laat zich toch niet zo beïnvloeden door die stomme wik van één van ons?’
Jupiter wendde zich tot zijn dochter en stelde haar gerust. ‘ welnee mijn lieve kind, welnee! Ik ben helemaal niet van gedachten veranderd. Je zult het heus allemaal zien gebeuren: die grote stad en dat geweldige rijk komen er echt! En de uiteindelijke overwinning van Aeneas zul je ook meemaken, wees maar niet bang. Ik kan je er alvast iets van vertellen, de grote lijn van wat het lot in petto heeft. Aeneas zal Italië bereiken, maar daar zal hij eerst een ontzettend gevecht moeten leveren met woeste volkeren, voor hij zich kan vestigen. Maar dan zal zijn zoon Ascanius, die nu nog een jongen is, 13 jaar lang regeren onder de naam Julus, en zijn nakomelingen nog eens 300 jaar daarna, totdat de priesteres Ilia een tweeling zoal baren van de god Mars, en van die tweeling, door een wolvin gevoed, zal Romulus de stad stichten die de wereld zal regeren en die hij zal noemen naar zijn eigen naam: Rome
(“zwerftochten van Aeneas” blz. 16)
De volgen de dag ging Aeneas met Achates er op uit om de omgeving wat te verkennen. Daar ontmoeten zij een vrouw en Aeneas vroeg in welk land ze waren. U bent op de kust van Noord-Afrika, in de buurt van de stad Carthago. Maar waar gaan jullie naartoe?
Toen begon Aeneas te vertellen dat ze gevlucht waren uit Troje voor de Grieken en dat ze nu op weg waren naar Italië om daar een nieuwe stad te stichten. Maar door een erge storm zijn er nog maar 7 van de 20 schepen over.
Ga rustig naar Carthago zei de vrouw, daar zal de koningin jullie gastvrij ontvangen. Ik ben er ook van overtuigd van dat al u schepen zullen terugkeren. Toen ze dit had gezegd draaide ze zich om en liep weg. “Moeder loop toch niet weg” riep Aeneas.
De mannen liepen verder en kwamen op een heuvel. Daar zagen ze de stad Carthago. Ze gingen naar beneden de stad in. Daar werden ze ontvangen door koningin Dido. Toen zag Aeneas de rest van de mannen en zei:
‘Kijk daar!’ Fluisterde hij opgewonden tegen Achates. ‘Zie je ze? Hoe zijn de gered? Hoe zijn ze hier terechtgekomen? Hij wilde meteen al op hen toespringen, maar de mantel der onzichtbaarheid maakte het zinloos
(‘de zwerftochten van Aeneas’ blz. 19)
De oudste zei dat ze uit Troje waren gevlucht en op wegwaren naar Italië op weg waren maar dat een storm de schepen uit elkaar waren geraakt door een storm op dit stuk land waren geworpen. Hij vroeg ook of ze uit het bos hout konden halen om de schepen op te bouwen. Dido stemde toe.
Op dat moment gleed de mantel van Aeneas en Achates af en werden ze zichtbaar.
Koningin Dido kon het niet geloven en vroeg of hij werkelijk Aeneas was, de zoon van de godin Venus.
Aeneas zei dat hij het werkelijk was. Koningin Dido nodigde Aeneas uit voor een feestmaal en gaf de mannen bij de schepen twintig vette stieren, honderd malse lammetjes en nog eens honderd wilde stieren. Aeneas liet zijn zoontje Ascanius halen en enkele schatten die ze uit Sparta hadden veroverd.
Venus liet haar zoon Amor bij haar komen en liet hem naar beneden vliegen om Ascanius te vervangen om te zorgen dat Dido van hem ging houden, zodat Aeneas in Carthago zou blijven. Dido werd gek op Ascanius niet wetend dat het Amor was.
Hoofdstuk 2 De verwoesting van Troje
Koningin Dido vroeg tijdens het maal aan Aeneas om alles te vertellen over de verwoesting van Troje door de list van Odysseus. Aeneas vertelde over het verraad van Helena, het Paard van Troje, en zijn droom over Hektor vol bloed en dat Aeneas moest vluchten en een lange tocht moest maken over zee. Zijn moeder was toen ook verschenen en die zei ook dat hij zijn vrouw mee moest nemen en ontsnappen omdat Troje zou vallen. De eerste die Aeneas toen tegen kwam was zijn vader Anchises, maar die wilde niet vluchten, totdat hij overtuigt werd door een teken van Jupiter zelf. Aeneas merkte dat zijn dat zijn vrouw er niet bij was en toen verscheen ze en zei dat aeneas naar het Westen moest, waar een rivier de Tiber stroomt. Daar zou Aeneas vruchtbaren grond vinden om een groot koninkrijk te vestigen. Daarna verdween ze. Aeneas nam zijn vader op zijn rug en trok met de mannen verder de bergen in.
Het paard van Troje
www.klascement.net/kt/beelden/320_053.jpg
Hoofdstuk 3 Over de zee
Aeneas vertelde verder dat ze reisde over de zee en dat ze een stad moesten stichten, maar waar vroegen ze zich af. Na 3 dagen reizen kwamen ze in een baai en dat leek een gunstige plek voor een nieuw Troje. Ze gingen meteen een offer brengen aan de goden. Natuurlijk aan Aeneas moeder en aan de oppergod mars waar een grote stier voor werd geofferd. Aeneas ging om het altaar te versieren wat groen plukken. Hij zag een mooi bosje. Hij pakte een pol en merkte dat er geen sap uit de wortels kwam maar bloed. Hij pakte nog een pol en daar geboerde hij zelfde. Aeneas deed een gebed tot de nimfen van het veld en toen hoorde hij iets.
‘Hou op, aeneas! Hou op! Verstoor mijn rust niet, want ik lig hier begraven, ik je Trojaanse makker Polydorus. Vlucht van hier Aeneas! Die Thraciërs zijn verraders! Het groen dat je plukt is ontsprongen aan hun speren die mij hebben doorboord!’
(”de zwerftochten van Aeneas” blz. 40)
Toen Aeneas deze boodschap kreeg, ging hij meteen terug naar zijn schip en ze gaven Polyorus een nieuwe begrafenis. Hierna gingen ze weer op weg. Na enkele dagen kwamen ze bij het eiland Delos. De koning daar die Aeneas vader kende begroet ze hartelijk en nodigde ze uit in zijn palijs. Later ging Aeneas naar de tempel van Apollo en vroeg hem de weg te wijzen, hij kreeg meteen antwoord. Ze moesten naar het lande van hun oudste voorgeslacht reizen, Aeneas bracht dit bericht over aan zijn vader en die wist meteen het antwoord: Kreta, het eiland van Apollo. Zo gingen ze dus naar Kreta, maar er waren helemaal geen mensen te bekennen. Er was geen mens te bekennen, maar er was ook geen gevaar dus gingen ze aan land. In de nacht zeiden de goden tegen Aeneas dat ze naar Italië moesten gaan. Aeneas vertelde dit natuurlijk weer aan zijn vader. Aeneas vertrok meteen met de mannen die gespaart waren gebleven naar Italië. Toen waren ze door en verschrikkelijke storm aangespoeld op het land van Harpijen, daar waren ze van de dood ontsnapt en toen vaarde ze langs Ithaca, het land van de Griekse held Odysseus, die met een list met het paard van Troje, Troje had veroverd. Daarna legde ze aan bij Actium, waar ze zich vermaakte met een worstelwedstrijd. Intussen was het al weer winter geworden en kwamen ze met moeite bij het eiland Corfu. Daar kwam hij Helenus en Andromche, en Helenus was ziener en liet zich als spreek voor Apollo en die zei dat hij naar het Zuiden moest en om Sicilië moest varen, langs het onderaardse meer en het strand van de tovenares Circe, om de juiste plek in Italië moet vinden. Hij zou die plek herkennen aan een witte zeug met 30 even witte biggetjes aan haar tepels. Hij moest de nauwe doorgang tussen Scylla en Charybdis moest nemen en dat hij voortdurend offers moest brengen aan Juno zodat hij zijn doel zou bereiken. Ook zei hij dat ze bij de stad Cumae aan land moesten gaan, waar de grote profetes van Appollo verbleef en dat niets ze zou weerhouden naar Sibylle te gaan. Dankbaar voor Helenus’ woorden namen ze afscheid van Helenus. Ascanius kreeg nog een prachtige mantel van Andromache en daarna vertrokken ze. Ze kwamen bij de golf van Tarente bij Charybis, waar ze ontsnapte. Ze brachten de nacht door op het land van de Cyclopen, waar Aeneas de hele nacht gerommel hoorde van de Etna. De volgende ochtend zagen ze een metgezellen van de Odysseus. Die vertelde dat de Cycloop hen een voor een opat en dat Odysseus een list had verzonnen en dat ze ontsnapt waren, maar dat hij te langzaam was. Ze zagen dat de blinde Cycloop naar de zee ging. Aeneas ging samen met zijn schepen en de Griek er stil vandoor, maar de blinde Cycloop hoorde het gepiep van de riemen, maar ze waren toch nog net ontsnapt. Toen ze verder vaarde sterfte plotseling Aeneas’ vader Anchises. Hij vertelde dat de storm hen toen hier op het strand wierp. En zo eindigde Aeneas’ verhaal.
Hoofdstuk 4 De liefde tussen Dido en Aeneas
De koningin was al een beetje verliefd op de Aeneas maar verloor nu haar hard geheel aan hem.
De volgende morgen sprak Dido met haar zus Anna over haar liefde voor Aeneas, maar ze had gezworen om met niemand te trouwen, dus dat ze dat ook niet zou doen. Hierop begon haar zus dat ze haar vorige liefde uit haar hoofd moest zetten, omdat ze anders nooit meer van haar leven kon genieten. Hieraan gaf de koningin toe, ze wilde maar een ding: dat Aeneas haar liefde zou beantwoorden.
Juno zag de liefde bij Dido en ging naar haar rivaal Venus. En zei dat het haar en haar zoontje was gelukt.
Juno zei dat ze jachtpartij moest worden gehouden en dat een donderbui er voor moest zorgen dat Aeneas en Dido samen moesten schuilen in een grot. Venus ging akkoord.
Op de volgende dag kwam de hevige donderbui en moesten Dido en Aeneas schuilen in een grot. Fama de godin van de roddel verspreide het gerucht dat Aeneas en Dido deze winter alleen maar oog voor elkaar zouden hebben en dat ze hun plicht zouden verwaarlozen.
De Numidische koning kreeg dit gerucht ook te horen en werd ontzettend jaloers op Aeneas want hij was door de koningin afgewezen, en bad tot Jupiter waarom Aeneas en niet hij was gekozen door Dido.
Hiervan was Jupiter helemaal niet van op de hoogte en stuurde de boodschapper Mercurius naar beneden om te zeggen dat dit niet Jupiter’s bedoeling was en dat hij meteen moest vertrekken. Mercurius ging naar beneden en zag Aeneas in een grot en gaf Aeneas de volgende boodschap:
‘Zeg zeg zeg, wat sta jij hier allemaal te doen? Ben jij de slaaf geworden van een vrouw, help je mee in háár stad? Ben je je eigenbelangen vergeten? Jupiter zelf heeft mij gestuurd om je te zeggen dat je hier weg moet, dat je naar Italië moet, omdat je nakomelingen daar zullen heersen in het Romeins gebied.’
(“zwerftochten van Aeneas”, blz. 58/59)
Toen Aeneas dit bericht had gekregen ging hij dit bericht doorgeven en zijn schepen en liet die in het geheim klaarmaken om te vertrekken. Aeneas zou het juiste moment afwachten om het aan Dido te vertellen. De koningin ontdekte het al en er kwam een hevige ruzie, omdat Aeneas weg wilde. Aeneas zei dat het de wil van de goden was.
Als Aeneas ging wilde zij sterven.
Ze verbrande al Aeneas kleren en wapens om hem te vergeten.
En in die nacht konden Aeneas en Dido beide niet slapen, maar Mercurius verscheen aan Aeneas en die vertelde dat Dido op wraak uitwas, dus liet Aeneas zijn schepen wegvaren. Ondertussen deed Dido nog een gebed dat Aeneas zou sterven en dat ertussen hij altijd oorlog zou woeden. Daarna doodde ze zichzelf. Juno zag dit en liet Dido’s ziel bevrijden door iris een lok van Dido af te snijden.
Hoofdstuk 5 Sportwedstrijden
Aeneas had de wind tegen en moest naar het Westen varen, waardoor hij in Sicilië uit zou komen bij de plek waar zijn vader begraven lag. Hier riep Aeneas tegen zijn mannen dat dit voorbestemd was dat ze hier zouden komen, want het was precies een jaar geleden dat zijn vader was overleden dat ze daar zijn vader hadden begraven. Ze moesten nu over negen dagen sportwedstrijden houden. In een stillen tocht trokken de mannen met een krans van mirtetakken om hun hoofd naar de plek waar volgens gebruiken Aeneas volgens het gebruik twee bekers onversneden wijn, twee bekers verse melk en twee bekers gewijd bloed over de grond uitgieten en purperen bloemen strooien onder het uitspreken van een gebed. Net nadat hij dit had gedaan kwam er een slang van onder de grafsteen vandaan en gleed kronkelend om de grafheuvel heen en telkens proefde hij van de offerschalen en verdween weer. Hij slachtte nog twee lammeren, twee zwijnen en twee stieren riep nogmaals tot zijn vader, en beduidde zijn mannen dat het vlees kon worden geroosterd voor het offermaal.
Na de negen dagen begonnen de sprotwedstrijden. Roeiwedstrijden, hardloopwedstrijden, bokswedstrijden, boogscheutwedstrijden en een schitterend schouwspel werden ten nagedachten aan Aeneas’ vader gehouden.
Toen keerde het noodlot weer tegen de Trojanen. De vrouwen zaten bij de zee, en Juno stuurde Iris naar de vrouwen om ze tegen de Trojanen op te zetten. Iris vermomd in de oude vrouw Beroë en probeert de vrouwen over te halen om de schepen in brand te steken, zodat ze niet meer de zee op hoefde. Ascanius was de eerste die galopperend op zijn paard de plek bereikte. Hij schreeuwde of ze gek waren geworden.
Aeneas hief zijn handen ten hemel en bad tot Jupiter dat de brand gestopt zou worden. Dat gebeurde want het begon te regenen. Aeneas besloot naar Nautes te gaan. Deze sprak dat een gedeelte van zijn volgelingen hier zou willen blijven en dat diegene de bereid waren om verder te gaan, uit eigen wil mee moesten gaan.
De schim van zijn vader daalde neer en sprak tot zijn zoon dat hij was gestuurd door Jupiter. Dat alleen de sterkste mannen moesten gaan naar Italië, waar hij een dapper volk zou moeten overwinnen. Zijn vader zei ook dat Aeneas naar de diepe Avernusmeer moest gaan om zijn vader daar op te zoeken. De Sibylle zou Aeneas uitleggen hoe hij daar moest komen.
Hij riep al zijn volgelingen bij elkaar en vertrok met de dapperste mannen. De godin Venus was er niet gerust op en wende zich tot de zeegod Neptunus of hij kon zorgen dat er geen stormen Aeneas trof.
Aeneas voelde zich gerust gesteld, want de reis ging voorspoedig door de goede wind, maar het noodlot sloeg toe. De stuurman Palinurus werd overboord geworpen door de god Neptunus.
Hoofdstuk 6 In de onderwereld
Toch bereikte de Trojanen de kust van Italië en hij Cumae kwamen ze aan land. Aeneas ging naar de Sibylle omdat hij dan zijn vader kon opzoeken. De Sibylle offerde zeven stieren en schapen en toen kon ze gaan voorspellen. Toen dit gebeurd was voerde ze Aeneas naar de grot waarin honderd gangen uitkomen die honderd monden vormen, waaruit het orakel spreekt. Opeens begon de Sibylle te veranderen en sprak de god Apollo.
Aeneas sprak tot Apollo, en begon tenslotte. U hebt altijd meeleven met ons arme Trojanen, laat ons niet langer tegenspoed hoeven kampen. Vraag de goden, die Troje vijandig gezind waren ons met rust te laten.
Apollo voorspelde nog dat Aeneas grote gevaren wachtte op het land. Hierna verliet hij de ziel van de Sibylle en Aeneas vroeg tot aan de vrouw of hij niet naar de onderwereld mocht gaan. Zij antwoorden dat afdalen niet zo moeilijk was, maar terugkeren wel. Ze zei dat als hij toch wilde gaan, hij een gouden tak moest zoeken. Ze zei ook nog, dat een van zijn laatste vriend dood op de grond lag, zonder te zijn begraven. Aeneas ging samen met Agates op zoek naar de dode en vond hen snel het was Misenus. Nadat Aeneas hem had gevonden, ging hij op zoek naar de gouden tak. Twee duiven streken neer en wezen Aeneas de weg naar de boomtak. Hij ging snel met Sibylle op weg naar de onderwereld en daar kwam hij Palinurus tegen. Hij vroeg of Aeneas zijn lijk kon begraven, zodat hij naar de overkant van de styx kon gaan. Aeneas en Sibylle vervolgde hun weg en kwamen Aeneas’ vader tegen. Deze vertelde hem dat Romulus de stichter wordt van Rome en dat de Romeinen een groot keizer zouden krijgen. “de goddelijke Augustus”. Rome zou Carthago volledig verwoesten.
Hoofdstuk 7 Aankomst in Latium
Aeneas voor meteen na zijn terugkeer uit de onderwereld verder langs de kust. Ze kwamen langs het gebied van de tovenares Circe. Hier gaf Neptunus de Trojanen een extra duwtje. Tegen de ochtend kwamen ze bij de rivier de Tiber aan. Het gebied rond de Tiber heette Latium, daar woonde de Latijnen.
Hun koning had geen zoon die hem kon opvolgen, maar wel een dochter Livinia. Zij zou worden uitgehuwelijkt aan de edelman Turnus, maar er kwam een teken. Een zwerm bijen streek neer in de laurierbomen naast het paleis. Het werd als een teken begrepen, en uitgelegd dat een held daar zou heersen.
Latinus was ongerust over dit en besloot het orakel te raadplegen. Deze zei dat zijn dochter moest worden uitgehuwelijkt met iemand uit een ver land. Aeneas stuurde een paar afgezanten met mooie cadeaus naar de koning. Die wenste Aeneas direct te ontvangen. Latium heette de Trojanen welkom en vroeg naar de reden van hun komst. Het antwoord kwam van het hoofd van de afgezanten, die zij dat ze uit hun eigen land verjaagd waren en dat Aeneas hen naar deze kust had geleid om de wil van de goden te vervullen. Ze vroegen om een klein stukje grond en gaven hem de geschenken. Latinus zei:
‘Beste Trojanen, wat jullie vragen zul je krijgen: Zolang ik hier koning ben, mogen jullie op mijn grond wonen. Heb dank voor de mooie geschenken en vraag Aeneas zelf naar mijn paleis te komen om ons bondgenootschap met een handdruk te bezegelen. Zeg hem dat ik een dochter heb die volgens het orakel niet met een man uit haar eigen volk mag trouwen, maar met een held die van ver komt, en dat hun nageslacht mijn rijk tot de sterren zal uitbreiden. Ik ben ervan overtuigd, dat het op uw Aeneas slaat.’
(“zwerftochten van Aeneas”, blz. 106)
Latinus gaf de afgezanten ieder een paard die direct teruggingen met het goede nieuws. De godin Juno wilde hier een stukje voorsteken om ervoor te zorgen dat de Trojanen niet meer zo machtig zou woorden. Ze stuurde de wraakgodin Allecto tot zich om de Latijnen en de Trojanen tegen elkaar op te steken. Turnes kreeg er te horen dat koning Latinus zijn dochter Lavinia had toegezegd aan Aeneas en ging met zijn mannen ten aanval. Er kwam een flinke oorlog en de tegenstanders van de Trojanen kwamen met hun sterkste mannen.
Hoofdstuk 8 Aeneas heeft hulp nodig
Aeneas was ongerust over deze oorlog maar de god van de Tiber verscheen en die zei dat Aeneas zich niet druk hoefde te maken, want waar hij nu was, was zijn thuis.
Hij zei om te bewijzen dat het geen droom was hij op de over van de Tiber een witte zeug zou aantreffen met dertig even witte biggetjes aan haar tepels. Hij zei ook dat Ascanius over dertig jaar de stad Alba zou bouwen. De god rade Aeneas aan om hulp moest vragen aan koning Evander in zijn stad in de bergen. Hij zei dat Aeneas de rivier moest volgen, wit was stroomopwaarts en de goed zou het roeien verlichten.
De Trojanen vaarden meteen naar koning Evander.
Toen ze aankwamen zagen ze velen mensen terugdeinzen, maar een held, genaamd Pallas, greep zijn speer, en liep op de Trojanen af, maar Aeneas liet een olijftak zien als teken van vrede en zei dat ze goede bedoelingen hadden en graag koning Evander wilde spreken. Pallas begreep het en zei dat ze hem meteen konden spreken. Aeneas vroeg om hulp bij de oorlog tegen de Latijnen. De koning ging akkoord en nodigde Aeneas uit voor het offerfeest dat ter eren van Hercules jaarlijks werd gevierd. Aeneas en Evander liepen naar het paleis. Hier wachten Aeneas overdekt met een vacht.
Die nacht ging Venus naar de god Vulvanus en vroeg hem met al haar schoonheid of hij wapens voor Aeneas wilde maken en Vulvanus ging meteen aan het werk.
De volgende ochtend begon Evander dat zijn volk te klein was om de Trojanen te helpen, maar hij zei dat er in de Etrusche berg een volk was dat hun wel zou helpen en hij zei dat de vroegere koning naar de Rutuliërs was gevlucht en dat ze uitlevering wilde maar die niet kregen. Ze dreigde toen met een oorlog, maar dat ze een veldheer nodig hadden, maar dat Aeneas daar de beste man voor was. De koning stuurde Pallas met hem mee plus tweehonderd ruiters en Pallas gaf Aeneas er nog eens tweehonderd ruiters bij.
Toen de koning dit zei kwam er een bliksemschicht als teken dat Aeneas wapen klaar was. Aeneas en zijn sterkste mannen kregen toen een paard om bij de schepen het nieuws te vertellen. Aeneas en Pallas gingen naar een heilig dal, waar de Eturiërs verbleven en waar Aeneas ook zijn wapens kreeg. Hij kreeg een helm waar vuurstralen uit leken te schieten, een scherp zwaard, een roodkoperen harnas, een speer en een schild. Op het scheel was de toekomst afgebeeld, de lange rij nakomelingen van Ascanius(dus ook Romulus en Remus).
Hoofdstuk 9 Opnieuw oorlog
Juno zag dat Aeneas uit zijn kamp weg was en stuurde Iris naar beneden om dat Turnus te vertellen en toen hij dat hoorde kwam hij meteen in actie. Turnus kwam met zijn speer in zijn handen op zijn paard de richting de Trojanen die klaar om te doden, maar de Trojanen waren niet de domste en bleven achter de muur staan en lieten de poort gesloten. Turnus dacht wat een lafaards, en hij werd steeds woedender en toen hij de schepen van de Trojanen in de gaten kreeg riep hij tegen zijn mannen om ze in brand te steken. Dit deden ze maar de schepen brandde niet, want toen ze gebouwd werden had Venus er voor gezorgd dat ze niet konden branden. Toen maakte de Trojanen de touwen los en vertrokken ze. Die nacht waren de Rutuliërs zo zeker van hun zaak dat ze lagen te slapen bij hun kampvuurtjes. Twee mannen Euryalus en Nisus zagen dit en wilde Aeneas waarschuwwen. Ze vertrokken meteen en zagen de kans om velen om zeep te helpen, maar toen ze wilde vertrekken zagen ze de helm die Euryalus had meegenomen en werd eerst Euralus gedood en daarna Nisus. Tot slot werden hun hoofden op lazen gestoken en rond het Trojaanse kamp gedragen.
Niet veel later klonk het geluid van trompetten en de oorlog was begonnen.
De zoon van Aeneas, Julus, werd door moedig gepraat van Turnus witheet van woed. Hij legde een pijl in zijn boog en schoot door het hoofd van Numanus, zwager van Turnus. Het gevecht barste weer los en de gebroeders Pandarus en Bitias gingen zelfs zo ver dat ze de poort die zij moesten bewaken open gooide. De Trojanen kregen weer moet doordat de ene naar de andere tegenstander werd koutgemaakt.
Turnus hoorde dit en drong naar de poort. Hij dode de Trojaanse gebroeders Pandarus en Bitias. Turnus werd verblind door moordlust en de Trojanen trokken zich terug, maar de woorden van Menesteus gaven de Trojanen weer moed. Ondertussen stuurde Jupiter Iris naar Juno dat Turnus er vandoor moest. Turnus vluchtte via de rivier, omdat hij in het nauw gedreven was. Verder op werd hij door zijn makkers uit de rivier gehaald. Ondertussen kwamen de goden bij elkaar om er alweer oorlof was. Er ontstond een ruzie tussen de godinnen Juno en Venus en uiteindelijk besloot de god Jupiter dat de Trojanen en Italianen het zelf maar moesten uitvechten.
Intussen wende Aeneas naar Etrusche kamp zodat ze de Trojanen konden helpen. Ze gingen met de schepen zodat ze er sneller zouden zijn. De volgende dag kwam Aeneas aan bij het Trojaanse kamp en er ontstond een verschrikkelijke slag, Aeneas doodde veel vijanden, maar nu kwamen die ook in actie. Pallas doodde vele mensen maar werd toen gedood door Turnus.
Aeneas werd flink belegerd maar dankzij zijn wapens bleef hij leven. Aeneas doodde nog Mezentius en zijn zoon Lausus.
Hierna werd de oorlog gestopt en werden de doden begraven. Pallas kreeg een hele opkomst voor zichzelf en werd eervol naar het paleis van zijn vader gedragen. Enkele afgezanten vroegen of ze hun dode mochten begraven. Aeneas gaaf toestemming en wilde een wapenstilstand van 12 dagen houden zodat ze hun doden konden begraven.
Toen de Latijnen alle dode zagen, eisten ze dat Turnus zelf het beslissende gevecht zou aan gaan. Koning Latinus werd extra onzeker, omdat de Griekse held Diomedes nee had gezegd, toen afgezanten aan hem hulp vroegen. Het was dus onbegonnen werk die oorlog dacht Latinus. Uiteindelijk stelde hij voor om schepen te bouwen of een stukje land in de bergen aan de Trojanen te geven, zodat ze in vrede konden leven, maar de oude Drances vond dat Turnus als hij zo graag koninkje wilde gaan spelen, maar alleen tegen Aeneas moest gaan vechten. Turnus hoorde dit en vond dat hij geen recht niet had zo te spreken, omdat hij het niet gedurfd had om net zo veel Trojanen te doden als hij. Ondertussen was de oorlog weer begonnen en deed deze keer ook de heldin mee aan de kant van de Latijnen: Camilla. Ze doodde een heleboel Trojanen en de ruiters Etrurische en Arcadische, maar ze kwam ook aan haar eind net als Pallas. Arruns was de man die haar gedood had, maar Camilla’s dood werd gewroken door Opis die Arruns dode.
Beide partijen trokken naar de stad en als het nog licht was geweest zouden ze elkaar hebben aangevallen maar dat was niet zo, en Turnus trok de stad in en Aeneas sloeg zijn kamer op.
Na alle verliezen die waren geleden eiste het volk dat Turnus alleen tegen Aeneas zou gaan vechten. Turnus daagde Aeneas uit.
De volgende dag werd er een cirkel van speren gemaakt, waarin Aeneas tegen Turnus zou gaan vechten. Juno riep de nimf Juturna bij zich en zei dat Turnus weldra ging sterven. Juturna, de zus van Turnus, barsten in tranen uit en ging naar de aarde. Ze veranderde daar in de gedaante van de Rutuliër Camers en probeerde de mannen over te halen, dit gebeurde en er kwam weer oorlog. Turnus begon weer te vechten en doodde er velen en Aeneas zou ook meegevochten hebben als hij niet geraakt werd door een pijl. Aeneas ging terug naar zijn kamp en maar wat een kruidendokter ook deed de pijl ging er niet uit. Venus kon het niet uitstaan en hielp Aeneas. De pijl ging er uit en de wond genas. Toen trok Aeneas weer ten strijde, maar kwam alleen om Turnus te doden. Hij rende achter de strijdwagen van Turnus aan, waarvan de menner nu de nimf Juturna was die zich had vermond in de gewone menner van Turnus’ strijdwagen. Aeneas werd woedend, omdat er een speer op hem werd gegooid, maar werd tot bedaren gebracht door zijn moeder die hem er op wees dat de stad onbeschermd was. Dit deed hij, hij riep mannen bij elkaar en legde zijn plan uit. Ze zouden naar de stad platbranden als er niet een tweegevecht zou komen. Toen gaf Turnus toe en in de hemel vroeg Juno aan haar man of de naam Troje zou kunnen verdwijnen, dit stond Jupiter toe en zei dat ze Latijn zouden gaan spreken. Jupiter liet nog een teken komen dat Juturna weg moest gaan en toen begon de strijd. Turnus gooide een zware steen, die halverwege in het zand neerplofte, toen gooide Aeneas een voltreffer. Turnus leefde nog en had een wens, dat Aeneas zijn lichaam aan zijn vader zou geven om e begraven, maar toen viel zijn oog op de riem van Pallas die Turnus droeg en dat werd hem te veel hij drong met een slag door Turnus’ borst.
Bronvermelding
· Boek: De zwerftochten van Aeneas van Publius Vergilius Maro (informatie)
· www.aristotle.pe.kr/myth/images/aeneas.jpg (plaatje)
· http://www.geocities.com/Athens/Oracle/5280/bb_lui9.htm (plaatje)
· www.klascement.net/kt/ beelden/320_053.jpg (plaatje)
Een herdersjongen lag lekker in het gras toen er 3 godinnen kwamen en hij moest zeggen wie er het mooist was en haar een gouden appel geven. Ze praten hem in en een beloofde hem de mooiste vrouw van de aarde en de herdersjongen gaf haar de appel.
De andere twee waren woedend. De gevolgen hiervan waren erg. Want oorlog tussen de goden betekende oorlog tussen de mensen. En omdat in werkelijkheid de herdersjongen de Trojaanse prins Paris was en de mooiste vrouw op aarde Helena en die was getrouwd met de Griekse koning Meneloas.
Paris nam Helena mee naar Troje. Meneloas riep alle Grieken bij elkaar om zijn vrouw terug te halen.
Venus die de gouden appel had gewonnen hielp de Trojanen. De andere twee vrouwen Juno en Minerva hielpen de Grieken. Pas na die tien jaar wonnen de Grieken door een list van de Griekse help Odysseus. Dat was dat er Grieken in een houten paard waar allemaal Grieken in zaten. De Trojanen haalde dat paard naar binnen en ging feest vieren omdat ze dachten dat ze gewonnen hadden. Die nacht kwamen de Grieken uit het paard en opende de stads poort. Toen moorden de Grieken iedereen uit maar de held Aeneas wist met een paar mensen te ontsnappen.
Hoofdstuk 1 Op weg naar Carthago
Volgens de voorspelingen zou daaruit een groot volk ontstaan dat de wereld zou beheersen en Carthago zou verwoesten. En Carthago was juist de stad waaraan de godin Juno de wereldheerschappij had toebedacht. Daarom achtervolgde zij Aeneas
Met zijn vloot van 20 schepen, en joeg hem her en der over zee om te beletten dat hij ooit Italië zou bereiken.
Toen hij desondanks toch tot Sicilië was gekomen of het haar ooit zou lukken haar allerlaatste stuk, begon Juno te wanhopen of het haar ooit zou lukken haar aartsvijand weg te houden van de Italiaanse kust. Als laatste redmiddel besloot ze hulp te zoeken bij de god Aeolus, heerser over stormwinden.
( “de zwerftochten van Aeneas” blz.11)
Dus liet Aeolus zijn stormen los op de vloot van Aeneas los.
De schepen van Aeneas vlogen door de storm in de lucht en kwakte weer op het water de het hout kraakte en de mannen waren bang. De zeilen scheurde en het hout ging kapot. Aeneas keek naar de zwarte hemel en vroeg: ‘ waarom heb je me in de strijd tegen de Grieken laten leven en nu wil je me gaan vermoorden’ Op dat moment braken de riemen en tolde het schip rond.
Neptunus de god van de zee had de storm opgemerkt werd woest. Hij riep tegen de wind: ‘Wat betekend zijn jullie nou helemaal gek geworden die de zee is mij.’ Hij dacht meteen aan zijn zus Juno met haar woede en haat.
Na de storm ging Aeneas met zijn 7 schepen ergens in Afrika aan land. Daar maakte hij een vuur. Hij ging op een rots staan en zag in het bos een paar herten lopen hij pakte zijn pijl en boog en dode er 7 evenveel dan de schepen die hij nog had.
De mannen aten het vlees en dronken nog wijn dat er over was. Toen riep Aeneas zijn mannen toe: ‘wij hebben ergere dingen mee gemaakt. Wij zullen het overleven en Italië bereiken en een nieuw Troje stichten.’
Intussen zat hoog boven hen, op het balkon van de hemel, de oppergod Jupiter naar hen te kijken, en dochter Venus die naast hem stond kreeg tranen in haar ogen.
‘Ach vader.’ Begon zij ‘ wat is het toch verschrikkelijk wat er met die Trojanen daar beneden gebeurt. De ene ramp na de andere treft die arme drommels. Waar is dat goed voor? U hebt zelf gezegd dat ze een groot volk zouden voortbrengen. Een volk van wereldheersers? En moeten je ze daar nou zien zitten! U bent toch niet van plan veranderd? U laat zich toch niet zo beïnvloeden door die stomme wik van één van ons?’
Jupiter wendde zich tot zijn dochter en stelde haar gerust. ‘ welnee mijn lieve kind, welnee! Ik ben helemaal niet van gedachten veranderd. Je zult het heus allemaal zien gebeuren: die grote stad en dat geweldige rijk komen er echt! En de uiteindelijke overwinning van Aeneas zul je ook meemaken, wees maar niet bang. Ik kan je er alvast iets van vertellen, de grote lijn van wat het lot in petto heeft. Aeneas zal Italië bereiken, maar daar zal hij eerst een ontzettend gevecht moeten leveren met woeste volkeren, voor hij zich kan vestigen. Maar dan zal zijn zoon Ascanius, die nu nog een jongen is, 13 jaar lang regeren onder de naam Julus, en zijn nakomelingen nog eens 300 jaar daarna, totdat de priesteres Ilia een tweeling zoal baren van de god Mars, en van die tweeling, door een wolvin gevoed, zal Romulus de stad stichten die de wereld zal regeren en die hij zal noemen naar zijn eigen naam: Rome
(“zwerftochten van Aeneas” blz. 16)
De volgen de dag ging Aeneas met Achates er op uit om de omgeving wat te verkennen. Daar ontmoeten zij een vrouw en Aeneas vroeg in welk land ze waren. U bent op de kust van Noord-Afrika, in de buurt van de stad Carthago. Maar waar gaan jullie naartoe?
Toen begon Aeneas te vertellen dat ze gevlucht waren uit Troje voor de Grieken en dat ze nu op weg waren naar Italië om daar een nieuwe stad te stichten. Maar door een erge storm zijn er nog maar 7 van de 20 schepen over.
Ga rustig naar Carthago zei de vrouw, daar zal de koningin jullie gastvrij ontvangen. Ik ben er ook van overtuigd van dat al u schepen zullen terugkeren. Toen ze dit had gezegd draaide ze zich om en liep weg. “Moeder loop toch niet weg” riep Aeneas.
‘Kijk daar!’ Fluisterde hij opgewonden tegen Achates. ‘Zie je ze? Hoe zijn de gered? Hoe zijn ze hier terechtgekomen? Hij wilde meteen al op hen toespringen, maar de mantel der onzichtbaarheid maakte het zinloos
(‘de zwerftochten van Aeneas’ blz. 19)
De oudste zei dat ze uit Troje waren gevlucht en op wegwaren naar Italië op weg waren maar dat een storm de schepen uit elkaar waren geraakt door een storm op dit stuk land waren geworpen. Hij vroeg ook of ze uit het bos hout konden halen om de schepen op te bouwen. Dido stemde toe.
Op dat moment gleed de mantel van Aeneas en Achates af en werden ze zichtbaar.
Koningin Dido kon het niet geloven en vroeg of hij werkelijk Aeneas was, de zoon van de godin Venus.
Aeneas zei dat hij het werkelijk was. Koningin Dido nodigde Aeneas uit voor een feestmaal en gaf de mannen bij de schepen twintig vette stieren, honderd malse lammetjes en nog eens honderd wilde stieren. Aeneas liet zijn zoontje Ascanius halen en enkele schatten die ze uit Sparta hadden veroverd.
Venus liet haar zoon Amor bij haar komen en liet hem naar beneden vliegen om Ascanius te vervangen om te zorgen dat Dido van hem ging houden, zodat Aeneas in Carthago zou blijven. Dido werd gek op Ascanius niet wetend dat het Amor was.
Hoofdstuk 2 De verwoesting van Troje
Koningin Dido vroeg tijdens het maal aan Aeneas om alles te vertellen over de verwoesting van Troje door de list van Odysseus. Aeneas vertelde over het verraad van Helena, het Paard van Troje, en zijn droom over Hektor vol bloed en dat Aeneas moest vluchten en een lange tocht moest maken over zee. Zijn moeder was toen ook verschenen en die zei ook dat hij zijn vrouw mee moest nemen en ontsnappen omdat Troje zou vallen. De eerste die Aeneas toen tegen kwam was zijn vader Anchises, maar die wilde niet vluchten, totdat hij overtuigt werd door een teken van Jupiter zelf. Aeneas merkte dat zijn dat zijn vrouw er niet bij was en toen verscheen ze en zei dat aeneas naar het Westen moest, waar een rivier de Tiber stroomt. Daar zou Aeneas vruchtbaren grond vinden om een groot koninkrijk te vestigen. Daarna verdween ze. Aeneas nam zijn vader op zijn rug en trok met de mannen verder de bergen in.
Het paard van Troje
Hoofdstuk 3 Over de zee
Aeneas vertelde verder dat ze reisde over de zee en dat ze een stad moesten stichten, maar waar vroegen ze zich af. Na 3 dagen reizen kwamen ze in een baai en dat leek een gunstige plek voor een nieuw Troje. Ze gingen meteen een offer brengen aan de goden. Natuurlijk aan Aeneas moeder en aan de oppergod mars waar een grote stier voor werd geofferd. Aeneas ging om het altaar te versieren wat groen plukken. Hij zag een mooi bosje. Hij pakte een pol en merkte dat er geen sap uit de wortels kwam maar bloed. Hij pakte nog een pol en daar geboerde hij zelfde. Aeneas deed een gebed tot de nimfen van het veld en toen hoorde hij iets.
‘Hou op, aeneas! Hou op! Verstoor mijn rust niet, want ik lig hier begraven, ik je Trojaanse makker Polydorus. Vlucht van hier Aeneas! Die Thraciërs zijn verraders! Het groen dat je plukt is ontsprongen aan hun speren die mij hebben doorboord!’
(”de zwerftochten van Aeneas” blz. 40)
Toen Aeneas deze boodschap kreeg, ging hij meteen terug naar zijn schip en ze gaven Polyorus een nieuwe begrafenis. Hierna gingen ze weer op weg. Na enkele dagen kwamen ze bij het eiland Delos. De koning daar die Aeneas vader kende begroet ze hartelijk en nodigde ze uit in zijn palijs. Later ging Aeneas naar de tempel van Apollo en vroeg hem de weg te wijzen, hij kreeg meteen antwoord. Ze moesten naar het lande van hun oudste voorgeslacht reizen, Aeneas bracht dit bericht over aan zijn vader en die wist meteen het antwoord: Kreta, het eiland van Apollo. Zo gingen ze dus naar Kreta, maar er waren helemaal geen mensen te bekennen. Er was geen mens te bekennen, maar er was ook geen gevaar dus gingen ze aan land. In de nacht zeiden de goden tegen Aeneas dat ze naar Italië moesten gaan. Aeneas vertelde dit natuurlijk weer aan zijn vader. Aeneas vertrok meteen met de mannen die gespaart waren gebleven naar Italië. Toen waren ze door en verschrikkelijke storm aangespoeld op het land van Harpijen, daar waren ze van de dood ontsnapt en toen vaarde ze langs Ithaca, het land van de Griekse held Odysseus, die met een list met het paard van Troje, Troje had veroverd. Daarna legde ze aan bij Actium, waar ze zich vermaakte met een worstelwedstrijd. Intussen was het al weer winter geworden en kwamen ze met moeite bij het eiland Corfu. Daar kwam hij Helenus en Andromche, en Helenus was ziener en liet zich als spreek voor Apollo en die zei dat hij naar het Zuiden moest en om Sicilië moest varen, langs het onderaardse meer en het strand van de tovenares Circe, om de juiste plek in Italië moet vinden. Hij zou die plek herkennen aan een witte zeug met 30 even witte biggetjes aan haar tepels. Hij moest de nauwe doorgang tussen Scylla en Charybdis moest nemen en dat hij voortdurend offers moest brengen aan Juno zodat hij zijn doel zou bereiken. Ook zei hij dat ze bij de stad Cumae aan land moesten gaan, waar de grote profetes van Appollo verbleef en dat niets ze zou weerhouden naar Sibylle te gaan. Dankbaar voor Helenus’ woorden namen ze afscheid van Helenus. Ascanius kreeg nog een prachtige mantel van Andromache en daarna vertrokken ze. Ze kwamen bij de golf van Tarente bij Charybis, waar ze ontsnapte. Ze brachten de nacht door op het land van de Cyclopen, waar Aeneas de hele nacht gerommel hoorde van de Etna. De volgende ochtend zagen ze een metgezellen van de Odysseus. Die vertelde dat de Cycloop hen een voor een opat en dat Odysseus een list had verzonnen en dat ze ontsnapt waren, maar dat hij te langzaam was. Ze zagen dat de blinde Cycloop naar de zee ging. Aeneas ging samen met zijn schepen en de Griek er stil vandoor, maar de blinde Cycloop hoorde het gepiep van de riemen, maar ze waren toch nog net ontsnapt. Toen ze verder vaarde sterfte plotseling Aeneas’ vader Anchises. Hij vertelde dat de storm hen toen hier op het strand wierp. En zo eindigde Aeneas’ verhaal.
Hoofdstuk 4 De liefde tussen Dido en Aeneas
De koningin was al een beetje verliefd op de Aeneas maar verloor nu haar hard geheel aan hem.
De volgende morgen sprak Dido met haar zus Anna over haar liefde voor Aeneas, maar ze had gezworen om met niemand te trouwen, dus dat ze dat ook niet zou doen. Hierop begon haar zus dat ze haar vorige liefde uit haar hoofd moest zetten, omdat ze anders nooit meer van haar leven kon genieten. Hieraan gaf de koningin toe, ze wilde maar een ding: dat Aeneas haar liefde zou beantwoorden.
Juno zag de liefde bij Dido en ging naar haar rivaal Venus. En zei dat het haar en haar zoontje was gelukt.
Op de volgende dag kwam de hevige donderbui en moesten Dido en Aeneas schuilen in een grot. Fama de godin van de roddel verspreide het gerucht dat Aeneas en Dido deze winter alleen maar oog voor elkaar zouden hebben en dat ze hun plicht zouden verwaarlozen.
De Numidische koning kreeg dit gerucht ook te horen en werd ontzettend jaloers op Aeneas want hij was door de koningin afgewezen, en bad tot Jupiter waarom Aeneas en niet hij was gekozen door Dido.
Hiervan was Jupiter helemaal niet van op de hoogte en stuurde de boodschapper Mercurius naar beneden om te zeggen dat dit niet Jupiter’s bedoeling was en dat hij meteen moest vertrekken. Mercurius ging naar beneden en zag Aeneas in een grot en gaf Aeneas de volgende boodschap:
‘Zeg zeg zeg, wat sta jij hier allemaal te doen? Ben jij de slaaf geworden van een vrouw, help je mee in háár stad? Ben je je eigenbelangen vergeten? Jupiter zelf heeft mij gestuurd om je te zeggen dat je hier weg moet, dat je naar Italië moet, omdat je nakomelingen daar zullen heersen in het Romeins gebied.’
(“zwerftochten van Aeneas”, blz. 58/59)
Toen Aeneas dit bericht had gekregen ging hij dit bericht doorgeven en zijn schepen en liet die in het geheim klaarmaken om te vertrekken. Aeneas zou het juiste moment afwachten om het aan Dido te vertellen. De koningin ontdekte het al en er kwam een hevige ruzie, omdat Aeneas weg wilde. Aeneas zei dat het de wil van de goden was.
Als Aeneas ging wilde zij sterven.
Ze verbrande al Aeneas kleren en wapens om hem te vergeten.
En in die nacht konden Aeneas en Dido beide niet slapen, maar Mercurius verscheen aan Aeneas en die vertelde dat Dido op wraak uitwas, dus liet Aeneas zijn schepen wegvaren. Ondertussen deed Dido nog een gebed dat Aeneas zou sterven en dat ertussen hij altijd oorlog zou woeden. Daarna doodde ze zichzelf. Juno zag dit en liet Dido’s ziel bevrijden door iris een lok van Dido af te snijden.
Hoofdstuk 5 Sportwedstrijden
Aeneas had de wind tegen en moest naar het Westen varen, waardoor hij in Sicilië uit zou komen bij de plek waar zijn vader begraven lag. Hier riep Aeneas tegen zijn mannen dat dit voorbestemd was dat ze hier zouden komen, want het was precies een jaar geleden dat zijn vader was overleden dat ze daar zijn vader hadden begraven. Ze moesten nu over negen dagen sportwedstrijden houden. In een stillen tocht trokken de mannen met een krans van mirtetakken om hun hoofd naar de plek waar volgens gebruiken Aeneas volgens het gebruik twee bekers onversneden wijn, twee bekers verse melk en twee bekers gewijd bloed over de grond uitgieten en purperen bloemen strooien onder het uitspreken van een gebed. Net nadat hij dit had gedaan kwam er een slang van onder de grafsteen vandaan en gleed kronkelend om de grafheuvel heen en telkens proefde hij van de offerschalen en verdween weer. Hij slachtte nog twee lammeren, twee zwijnen en twee stieren riep nogmaals tot zijn vader, en beduidde zijn mannen dat het vlees kon worden geroosterd voor het offermaal.
Toen keerde het noodlot weer tegen de Trojanen. De vrouwen zaten bij de zee, en Juno stuurde Iris naar de vrouwen om ze tegen de Trojanen op te zetten. Iris vermomd in de oude vrouw Beroë en probeert de vrouwen over te halen om de schepen in brand te steken, zodat ze niet meer de zee op hoefde. Ascanius was de eerste die galopperend op zijn paard de plek bereikte. Hij schreeuwde of ze gek waren geworden.
Aeneas hief zijn handen ten hemel en bad tot Jupiter dat de brand gestopt zou worden. Dat gebeurde want het begon te regenen. Aeneas besloot naar Nautes te gaan. Deze sprak dat een gedeelte van zijn volgelingen hier zou willen blijven en dat diegene de bereid waren om verder te gaan, uit eigen wil mee moesten gaan.
De schim van zijn vader daalde neer en sprak tot zijn zoon dat hij was gestuurd door Jupiter. Dat alleen de sterkste mannen moesten gaan naar Italië, waar hij een dapper volk zou moeten overwinnen. Zijn vader zei ook dat Aeneas naar de diepe Avernusmeer moest gaan om zijn vader daar op te zoeken. De Sibylle zou Aeneas uitleggen hoe hij daar moest komen.
Hij riep al zijn volgelingen bij elkaar en vertrok met de dapperste mannen. De godin Venus was er niet gerust op en wende zich tot de zeegod Neptunus of hij kon zorgen dat er geen stormen Aeneas trof.
Aeneas voelde zich gerust gesteld, want de reis ging voorspoedig door de goede wind, maar het noodlot sloeg toe. De stuurman Palinurus werd overboord geworpen door de god Neptunus.
Hoofdstuk 6 In de onderwereld
Toch bereikte de Trojanen de kust van Italië en hij Cumae kwamen ze aan land. Aeneas ging naar de Sibylle omdat hij dan zijn vader kon opzoeken. De Sibylle offerde zeven stieren en schapen en toen kon ze gaan voorspellen. Toen dit gebeurd was voerde ze Aeneas naar de grot waarin honderd gangen uitkomen die honderd monden vormen, waaruit het orakel spreekt. Opeens begon de Sibylle te veranderen en sprak de god Apollo.
Aeneas sprak tot Apollo, en begon tenslotte. U hebt altijd meeleven met ons arme Trojanen, laat ons niet langer tegenspoed hoeven kampen. Vraag de goden, die Troje vijandig gezind waren ons met rust te laten.
Hoofdstuk 7 Aankomst in Latium
Aeneas voor meteen na zijn terugkeer uit de onderwereld verder langs de kust. Ze kwamen langs het gebied van de tovenares Circe. Hier gaf Neptunus de Trojanen een extra duwtje. Tegen de ochtend kwamen ze bij de rivier de Tiber aan. Het gebied rond de Tiber heette Latium, daar woonde de Latijnen.
Hun koning had geen zoon die hem kon opvolgen, maar wel een dochter Livinia. Zij zou worden uitgehuwelijkt aan de edelman Turnus, maar er kwam een teken. Een zwerm bijen streek neer in de laurierbomen naast het paleis. Het werd als een teken begrepen, en uitgelegd dat een held daar zou heersen.
Latinus was ongerust over dit en besloot het orakel te raadplegen. Deze zei dat zijn dochter moest worden uitgehuwelijkt met iemand uit een ver land. Aeneas stuurde een paar afgezanten met mooie cadeaus naar de koning. Die wenste Aeneas direct te ontvangen. Latium heette de Trojanen welkom en vroeg naar de reden van hun komst. Het antwoord kwam van het hoofd van de afgezanten, die zij dat ze uit hun eigen land verjaagd waren en dat Aeneas hen naar deze kust had geleid om de wil van de goden te vervullen. Ze vroegen om een klein stukje grond en gaven hem de geschenken. Latinus zei:
‘Beste Trojanen, wat jullie vragen zul je krijgen: Zolang ik hier koning ben, mogen jullie op mijn grond wonen. Heb dank voor de mooie geschenken en vraag Aeneas zelf naar mijn paleis te komen om ons bondgenootschap met een handdruk te bezegelen. Zeg hem dat ik een dochter heb die volgens het orakel niet met een man uit haar eigen volk mag trouwen, maar met een held die van ver komt, en dat hun nageslacht mijn rijk tot de sterren zal uitbreiden. Ik ben ervan overtuigd, dat het op uw Aeneas slaat.’
(“zwerftochten van Aeneas”, blz. 106)
Latinus gaf de afgezanten ieder een paard die direct teruggingen met het goede nieuws. De godin Juno wilde hier een stukje voorsteken om ervoor te zorgen dat de Trojanen niet meer zo machtig zou woorden. Ze stuurde de wraakgodin Allecto tot zich om de Latijnen en de Trojanen tegen elkaar op te steken. Turnes kreeg er te horen dat koning Latinus zijn dochter Lavinia had toegezegd aan Aeneas en ging met zijn mannen ten aanval. Er kwam een flinke oorlog en de tegenstanders van de Trojanen kwamen met hun sterkste mannen.
Hoofdstuk 8 Aeneas heeft hulp nodig
Aeneas was ongerust over deze oorlog maar de god van de Tiber verscheen en die zei dat Aeneas zich niet druk hoefde te maken, want waar hij nu was, was zijn thuis.
De Trojanen vaarden meteen naar koning Evander.
Toen ze aankwamen zagen ze velen mensen terugdeinzen, maar een held, genaamd Pallas, greep zijn speer, en liep op de Trojanen af, maar Aeneas liet een olijftak zien als teken van vrede en zei dat ze goede bedoelingen hadden en graag koning Evander wilde spreken. Pallas begreep het en zei dat ze hem meteen konden spreken. Aeneas vroeg om hulp bij de oorlog tegen de Latijnen. De koning ging akkoord en nodigde Aeneas uit voor het offerfeest dat ter eren van Hercules jaarlijks werd gevierd. Aeneas en Evander liepen naar het paleis. Hier wachten Aeneas overdekt met een vacht.
Die nacht ging Venus naar de god Vulvanus en vroeg hem met al haar schoonheid of hij wapens voor Aeneas wilde maken en Vulvanus ging meteen aan het werk.
De volgende ochtend begon Evander dat zijn volk te klein was om de Trojanen te helpen, maar hij zei dat er in de Etrusche berg een volk was dat hun wel zou helpen en hij zei dat de vroegere koning naar de Rutuliërs was gevlucht en dat ze uitlevering wilde maar die niet kregen. Ze dreigde toen met een oorlog, maar dat ze een veldheer nodig hadden, maar dat Aeneas daar de beste man voor was. De koning stuurde Pallas met hem mee plus tweehonderd ruiters en Pallas gaf Aeneas er nog eens tweehonderd ruiters bij.
Toen de koning dit zei kwam er een bliksemschicht als teken dat Aeneas wapen klaar was. Aeneas en zijn sterkste mannen kregen toen een paard om bij de schepen het nieuws te vertellen. Aeneas en Pallas gingen naar een heilig dal, waar de Eturiërs verbleven en waar Aeneas ook zijn wapens kreeg. Hij kreeg een helm waar vuurstralen uit leken te schieten, een scherp zwaard, een roodkoperen harnas, een speer en een schild. Op het scheel was de toekomst afgebeeld, de lange rij nakomelingen van Ascanius(dus ook Romulus en Remus).
Hoofdstuk 9 Opnieuw oorlog
Juno zag dat Aeneas uit zijn kamp weg was en stuurde Iris naar beneden om dat Turnus te vertellen en toen hij dat hoorde kwam hij meteen in actie. Turnus kwam met zijn speer in zijn handen op zijn paard de richting de Trojanen die klaar om te doden, maar de Trojanen waren niet de domste en bleven achter de muur staan en lieten de poort gesloten. Turnus dacht wat een lafaards, en hij werd steeds woedender en toen hij de schepen van de Trojanen in de gaten kreeg riep hij tegen zijn mannen om ze in brand te steken. Dit deden ze maar de schepen brandde niet, want toen ze gebouwd werden had Venus er voor gezorgd dat ze niet konden branden. Toen maakte de Trojanen de touwen los en vertrokken ze. Die nacht waren de Rutuliërs zo zeker van hun zaak dat ze lagen te slapen bij hun kampvuurtjes. Twee mannen Euryalus en Nisus zagen dit en wilde Aeneas waarschuwwen. Ze vertrokken meteen en zagen de kans om velen om zeep te helpen, maar toen ze wilde vertrekken zagen ze de helm die Euryalus had meegenomen en werd eerst Euralus gedood en daarna Nisus. Tot slot werden hun hoofden op lazen gestoken en rond het Trojaanse kamp gedragen.
Niet veel later klonk het geluid van trompetten en de oorlog was begonnen.
Turnus hoorde dit en drong naar de poort. Hij dode de Trojaanse gebroeders Pandarus en Bitias. Turnus werd verblind door moordlust en de Trojanen trokken zich terug, maar de woorden van Menesteus gaven de Trojanen weer moed. Ondertussen stuurde Jupiter Iris naar Juno dat Turnus er vandoor moest. Turnus vluchtte via de rivier, omdat hij in het nauw gedreven was. Verder op werd hij door zijn makkers uit de rivier gehaald. Ondertussen kwamen de goden bij elkaar om er alweer oorlof was. Er ontstond een ruzie tussen de godinnen Juno en Venus en uiteindelijk besloot de god Jupiter dat de Trojanen en Italianen het zelf maar moesten uitvechten.
Intussen wende Aeneas naar Etrusche kamp zodat ze de Trojanen konden helpen. Ze gingen met de schepen zodat ze er sneller zouden zijn. De volgende dag kwam Aeneas aan bij het Trojaanse kamp en er ontstond een verschrikkelijke slag, Aeneas doodde veel vijanden, maar nu kwamen die ook in actie. Pallas doodde vele mensen maar werd toen gedood door Turnus.
Aeneas werd flink belegerd maar dankzij zijn wapens bleef hij leven. Aeneas doodde nog Mezentius en zijn zoon Lausus.
Hierna werd de oorlog gestopt en werden de doden begraven. Pallas kreeg een hele opkomst voor zichzelf en werd eervol naar het paleis van zijn vader gedragen. Enkele afgezanten vroegen of ze hun dode mochten begraven. Aeneas gaaf toestemming en wilde een wapenstilstand van 12 dagen houden zodat ze hun doden konden begraven.
Toen de Latijnen alle dode zagen, eisten ze dat Turnus zelf het beslissende gevecht zou aan gaan. Koning Latinus werd extra onzeker, omdat de Griekse held Diomedes nee had gezegd, toen afgezanten aan hem hulp vroegen. Het was dus onbegonnen werk die oorlog dacht Latinus. Uiteindelijk stelde hij voor om schepen te bouwen of een stukje land in de bergen aan de Trojanen te geven, zodat ze in vrede konden leven, maar de oude Drances vond dat Turnus als hij zo graag koninkje wilde gaan spelen, maar alleen tegen Aeneas moest gaan vechten. Turnus hoorde dit en vond dat hij geen recht niet had zo te spreken, omdat hij het niet gedurfd had om net zo veel Trojanen te doden als hij. Ondertussen was de oorlog weer begonnen en deed deze keer ook de heldin mee aan de kant van de Latijnen: Camilla. Ze doodde een heleboel Trojanen en de ruiters Etrurische en Arcadische, maar ze kwam ook aan haar eind net als Pallas. Arruns was de man die haar gedood had, maar Camilla’s dood werd gewroken door Opis die Arruns dode.
Beide partijen trokken naar de stad en als het nog licht was geweest zouden ze elkaar hebben aangevallen maar dat was niet zo, en Turnus trok de stad in en Aeneas sloeg zijn kamer op.
Na alle verliezen die waren geleden eiste het volk dat Turnus alleen tegen Aeneas zou gaan vechten. Turnus daagde Aeneas uit.
De volgende dag werd er een cirkel van speren gemaakt, waarin Aeneas tegen Turnus zou gaan vechten. Juno riep de nimf Juturna bij zich en zei dat Turnus weldra ging sterven. Juturna, de zus van Turnus, barsten in tranen uit en ging naar de aarde. Ze veranderde daar in de gedaante van de Rutuliër Camers en probeerde de mannen over te halen, dit gebeurde en er kwam weer oorlog. Turnus begon weer te vechten en doodde er velen en Aeneas zou ook meegevochten hebben als hij niet geraakt werd door een pijl. Aeneas ging terug naar zijn kamp en maar wat een kruidendokter ook deed de pijl ging er niet uit. Venus kon het niet uitstaan en hielp Aeneas. De pijl ging er uit en de wond genas. Toen trok Aeneas weer ten strijde, maar kwam alleen om Turnus te doden. Hij rende achter de strijdwagen van Turnus aan, waarvan de menner nu de nimf Juturna was die zich had vermond in de gewone menner van Turnus’ strijdwagen. Aeneas werd woedend, omdat er een speer op hem werd gegooid, maar werd tot bedaren gebracht door zijn moeder die hem er op wees dat de stad onbeschermd was. Dit deed hij, hij riep mannen bij elkaar en legde zijn plan uit. Ze zouden naar de stad platbranden als er niet een tweegevecht zou komen. Toen gaf Turnus toe en in de hemel vroeg Juno aan haar man of de naam Troje zou kunnen verdwijnen, dit stond Jupiter toe en zei dat ze Latijn zouden gaan spreken. Jupiter liet nog een teken komen dat Juturna weg moest gaan en toen begon de strijd. Turnus gooide een zware steen, die halverwege in het zand neerplofte, toen gooide Aeneas een voltreffer. Turnus leefde nog en had een wens, dat Aeneas zijn lichaam aan zijn vader zou geven om e begraven, maar toen viel zijn oog op de riem van Pallas die Turnus droeg en dat werd hem te veel hij drong met een slag door Turnus’ borst.
Bronvermelding
· Boek: De zwerftochten van Aeneas van Publius Vergilius Maro (informatie)
· http://www.geocities.com/Athens/Oracle/5280/bb_lui9.htm (plaatje)
· www.klascement.net/kt/ beelden/320_053.jpg (plaatje)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
wat een rotboek!
11 jaar geleden
Antwoorden