De zoon van Jan de Lichte door Louis Paul Boon

Analyse
1. thema Het verhaal gaat over een groep mensen die zijn overgebleven van de bende van Jan de Lichte en met name de zoon van Jan de Lichte. Er wordt duidelijk gemaakt in welke omstandigheden ze leven, wat hun ideeën over hun verdere bestaan zijn en wat ze ondernemen om deze ideeën werkelijkheid te maken. 2. vertelwijze a. manier van vertellen
Het is net of iemand iets tegen je vertelt. Er komen dan ook veel nauwkeurige beschrijvingen en citaten van anderen in voor. b. eigenaardigheden m.b.t. typografie, lay-out en dergelijke
Aan het begin van elk hoofdstuk staat in grote letters de titel van het hoofdstuk en direct daarna staat cursief gedrukt een heel korte inleiding van wat er gaat gebeuren in het hoofdstuk. Daarna zijn er een aantal regels wit en dan begint het verhaal. Verder is er niks opvallends met betrekking tot typografie, lay-out en dergelijke.
3. titel, ondertitel en motto De titel is: ’de zoon van Jan de Lichte’. Deze heeft ermee te maken dat het hele verhaal draait om de zoon van Jan de Lichte, Louis de Lichte, en de oude vrienden en bendeleden van zijn vader. 4. opbouw a. inhoud en functie van proloog/epiloog
Er zijn geen proloog en epiloog. b. verdeling in hoofdstukken
Het boek is verdeeld in 5 hoofdstukken
c. titels van hoofdstukken
Het boek is verdeeld in de volgende hoofdstukken: I De vertrapten
II De schurken
III De heiligen
IV De bloedhonden
V De gelukzakken
d. opvallende lijst van hoofdstuktitels
Het opvallende aan de hoofdstuktitels is dat elke hoofdstuktitel een zelfstandig naamwoord is. 5. personages Louis de Lichte
Louis is de zoon van de omgebrachte bendeleider Jan de Lichte. Hij wordt in het begin van het verhaal geboren. De eerst volgende keer dat hij weer voorkomt is hij inmiddels 15 jaar. Hij is best een knappe jongen. Hij is verliefd op Leentje Declerck. Omdat hij de zoon van Jan de Lichte is, verwacht iedereen van hem dat hij een nieuwe bende gaat leiden. Hijzelf daarentegen wil juist een rustig, onbezonnen leventje leiden en wil niets van zo’n bende weten. Hij is een vlak karakter, want hij maakt geen ontwikkeling door. Zotte Cottenier
Zotte Cottenier is een beetje dom figuur. Hij laat zich van alles wijsmaken en er wordt vaak misbruik van zijn dommigheid gemaakt. Hij is vroeger lid geweest van de bende van Jan de Lichte en is een goede vriend van Louis de Lichte. Hij is een rond karakter, want hij maakt wel een ontwikkeling door. Judoca Spruyt

Judoca Spruyt is ook ooit lid geweest van de bende van Jan de Lichte. Ze is een stevige vrouw met grote borsten. Ze gedraagt zich nogal hoerachtig. Ze is een stugge, achterbakse en stiekeme vrouw, ze bedriegt iedereen om er zelf beter van te worden. Het liefst zou ze zijn blijven wonen in het dorp in het moeras. Ze is een vlak karakter. Breteur
Breteur is ook lid geweest van de bende van Jan de Lichte. Hij is een echte schurk. Hij draagt altijd een mes zichtbaar aan zijn riem. Hij heeft in het moerasdorp een tijd samengewoond met Judoca Spruyt. Hij is een vlak karakter. Jean en Jacques Couvreurs
Jean en Jacques zijn een tweeling uit Wallonië. Ze lijken heel erg veel op elkaar, waardoor niemand weet wie Jean of wie Jacques is. Ze spreken alleen maar Frans en ook zij zijn lid geweest van de bende. Ook zij zijn echte schurken en doen alles voor geld. Ze zijn vlakke karakters. Embo
Embo is vroeger kasbewaker van de bende geweest. Hij heeft daardoor vroeger veel aanzien gehad van de andere bendeleden. Hij is een echt leidersfiguur en iedereen luistert ook naar hem. Hij wil de wereld veranderen door haar te industrialiseren, hij start daarom een eigen fabriek die stoffen produceert. Hij is een rond karakter. Marieke Bleecker
Marieke Bleecker is als kind opgegroeid bij de bende van Jan de Lichte. Zij was toen verliefd op Jan de Lichte, maar hij zag haar niet staan. Daarom liep ze eerst een tijdje als een schoothondje achter Louis de Lichte aan, maar op een begeven moment komt ze erachter dat het toch geen nut heeft omdat hij verliefd is op Leentje Declerck. Daarna trouwt ze met Embo. Ze is een rond karakter. Annemie Declerck
Annemie is ook lid geweest van de bende. Ze is ontsnapt aan haar verbanning en is getrouwd met een oude boer. Ze wil eigenlijk niets meer te maken hebben met de vroegere bendeleden, maar daar kan ze niet onderuit. Ze blijven haar opzoeken, omdat zij op een hoeve woont en dus voedsel en onderdak heeft. Ze is een rond karakter. Leentje Declerck
Leentje is de dochter van Annemie. Ze is een heel knap meisje dat even oud is als Louis. Ze is een vlak karakter. Pater Godamus
Pater Godamus is een vriend van vroeger van de Zotte Cottenier. Hij wil de wereld verbeteren zonder geweld en volgens de richtlijnen van de verlichtte filosofen uit Frankrijk. Hij is een rond karakter. 6. historische tijd a. wanneer speelt het verhaal zich af
Het verhaal speelt zich af in het jaar 1748 en later. Dit leid ik af uit de allereerste zin ‘het was het najaar van 1748’. b. is de tijd van belang
De tijd is van belang in het verhaal, want er komen in het boek een paar historische feiten naar voren. Het boek moét dus ook wel in die tijd spelen.
7. plaats en ruimte a. waar speelt het verhaal zich af
Het verhaal speelt zich af in België. b. is de plaats van belang
Dit is best belangrijk voor het verhaal. Het staat namelijk ook in verbinding met die historische feiten. 8. tijdsduur a. hoelang duurt het verhaal ongeveer
Het verhaal begint bij de geboorte van Louis de Lichte. De eerst volgende keer dat hij weer voorkomt in het verhaal is hij inmiddels 15 jaar. Daarna gaat het verhaal weer verder, maar je komt niet te weten hoe lang ongeveer. Ik denk dat het ongeveer 5 jaar is. Het verhaal duurt dus ongeveer 20 jaar. b. opvallende versnellingen of vertragingen in het verhaal
Er zit een grote versnelling in het verhaal. Dit komt doordat het verhaal vertelt wordt door verschillende personen. Als de eerste persoon klaar is met vertellen, begint de tweede persoon, maar zij slaat een aantal jaren over. c. hebben die een functie
Deze versnelling heeft niet echt een functie. De tweede persoon slaat gewoon een paar jaren over omdat deze niet belangrijk zijn voor het verhaal. 9. tijdsvolgorde a. is het verhaal in grote lijnen chronologisch verteld

Het verhaal is in chronologische volgorde verteld. b. functie van de afwijkingen in chronologie
niet van toepassing 10. perspectief a. vertelt de auteur het verhaal auctoriaal of personaal
Het verhaal wordt personaal vertelt. Het wordt verteld door vijf verschillende mensen (Marieke Bleecker, Judoca Spruyt, pater Godamus, Embo en Louis de Lichte). b. bijzonderheden met betrekking tot dit perspectief
De enige bijzonderheid aan het perspectief is dat het verhaal verteld wordt door meerdere personen. Idee De auteur wil laten zien hoe de Belgische bevolking in die tijd leefde.