Uittreksel
- Boekbeschrijving
- Tollens – De overwintering der Hollanders op Nova Zembla – 3e druk – Leeuwarden – 1856 – (1e druk in 1598)
- 1e druk: 1598
- Nee, er is geen motto in het boek.
- Nee, het boek wordt ook niet aan iemand opgedragen.
- Het boek is geschreven in Leeuwarden.
- Samenvatting en inhoud
- Het verhaal begint met de ontdekkingsreiziger Barends (nu ookwel gespeld als “Barentsz”), die samen met Rijp en Heemskerk via de Arctica in China wil komen. Met twee schepen zetten zij uit om een nieuwe scheepvaartroute te vinden, om zo makkelijker in het midden-oosten te kunnen komen. Aangezien men tegen het einde van de 16de eeuw veel handelt met exotische landen, is men op zoek naar nieuwe handelsroutes om efficient te kunnen reizen. Omdat de route via kaap de goede hoop erg gevaarlijk is, hoopt men via het noorden een makkelijker begaanbare route te vinden.
Echter, Barends raakt ten noorden van Rusland verwikkeld in een storm, waardoor Barends, Heemskerk en het hele schip met bemanning stranden op de kust van Nova Zembla (dit ligt op ten noorden van Rusland). Het is hier, tegen het eind van de herfst, al gigantisch koud en de mannen, nadat ze van het verlies van het andere schip bekomen zijn, brengen de nacht door op het koude ijs van Nova Zembla.
De volgende dag besluit Barends om actie te ondernemen, en laat zijn mannen alle bruikbare materialen van het gestrande schip halen. Hiermee wordt een schuilplaats gebouwd, “het Behouden Huis”. Van hieruit verdedigen de Hollanders zich tegen aanvallen van ijsberen, die zij ook als voedselbron gebruiken. Van de ijsberen worden ook schoenen, moffen en andere warme kleren gemaakt. Er groeit op Nova Zembla nauwelijks hout, dus de bemanning moet het vooral stelling met delen van het schip.
En dan begint de Arctische winter. De Hollanders zitten in een eindeloze nacht, en hun lampolie en brandstof is beperkt. Ook stellen zij al het eten op rantsoen, om zo alsnog de winter te kunnen overleven. De mannen houden zich bezig door te vertellen over hun leven thuis, door te breien of door spellen te spelen. Hier komt ook het patriotisme dat door het hele boek sterk aanwezig is, nog sterker te boven, zeker als verteld wordt hoe men “zijn landslied aanheft, ’t Wilhelmus van Nassouwen” (dit is een anachronisme, in 1597 had men nog geen volkslied).
Omdat ze een tekort aan brandstof krijgen, besluiten de Hollanders op een gegeven avond het haardluik dicht te doen, zodat ze warmer kunnen slapen. Bijna waren ze hierdoor gestikt, als niet een van hen de ramen open had gedaan, waardoor ze uiteindelijk nóg minder brandstof hebben. Kort hierna sterft Barends, door zijn leeftijd, en hij schrijft een verhaling van de gebeurtenissen van de Nederlanders.
Tegen deze tijd is men door alle voorraad heen, er is geen eten meer over, geen brandstof, en nog steeds is het buiten donker. Steeds meer mannen sterven, maar dan komt het licht terug.
Zij graven hun weg uit de sneeuw (het Behouden Huis was in de winter helemaal ingesneeuwd) en bereiken het half ondergesneeuwde schip. Ook dit graven zij met hun laatste krachten uit, en repareren het schip met delen van het huis. Zo varen de Hollanders weg van Nova Zembla, onzeker over waar ze heen gaan.
Ellenlang varen ze rond, maar steeds zitten ze bij de bevroren kusten bij de poolcirkel. Maar bij Lapland zien zij een schip, en ze herkennen de Nederlandse vlag, en wonder boven wonder is het het andere schip waarvan zij gescheiden werden tijdens de storm. Rijp moest ook stranden door de storm, maar zijn schip was in betere staat dan bij Heemskerk het geval was, en het gebied waar hij overwinterde was wat beter te overleven. De Hollanders gaan aan boord van het schip, en met vreugde varen zij terug naar Nederland. Hier worden ze dolblij ontvangen, bejubeld en geprijsd.
- De hoofdpersonen uit het boek zijn vooral de Rijp en Heemskerk.
- De namen hebben geen betekenis.
- maatschappelijke situatie van de hoofdpersonen: hier wordt verder niet op ingegaan. Ze hebben wel een baan, dat is denk ik normaal voor in die tijd en ze varen veel.
- karaktertrekken van de hoofdpersonen: wordt ook niet dieper op ingegaan.
- de Rijp en Heemskerk zijn de bazen van de schepen die op onderzoek gaan naar een snellere vaarroute. Verder zijn er geen relaties bekend.
- functies van de hoofdpersonen van het boek: eigenlijk wat ik bij 11 ook al heb verteld. De Rijp en Heemskerk die zijn vooral belangrijk in het boek omdat zij alle besluiten nemen op de schepen. Maar verder zijn zij niet belangrijk.
- Vertelsituatie: wie verteld het verhaal?
- Er is sprake van een auctoriale verteller, je leest echt het verhaal. Je kijkt niet per se mee vanuit iemands ogen.
- –
- –
- dus er is ook sprake van een meervoudige verteller.
- Tijd
- Ja, het verhaal is volledig chronologisch verteld met zo af en toe flashbacks.
- De verhouding tussen verteltijd en de vertelde tijd is gelijk.
- Nee, er wordt in het boek niet verwezen naar de toekomst.
- nee, er wordt ook niet terug verwezen in het boek
- volgens mij is er geen sprake van een bepaald voorwerp
- Ruimte
- De ruimte speelt een belangrijke rol in dit boek, het gaat namelijk over een overwintering op Nova Zembla, als dit niet op Nova Zembla zou zijn, dan zou het ook niet zo heftig zijn. Ook speelt het verhaal zich af op de boot, hier zijn dan ook alleen mannen aan boord.
Op het laatst is de kust van Nederland de ruimte waar het verhaal zich afspeelt.
- Spanning
- Hetgeen wat zorgde voor de spanning was in eerste instantie dat ze schepen een nieuwe route gingen zoeken om naar siberie te komen, dit moet nog goed gaan. En dan gaat het fout en wordt het spannend omdat er 1 schip vast komt te zitten op Nova Zembla, hier moeten zij zien te overleven. En vooral het overleven zorgt voor de spanning. Er zijn namelijk personen die de overwintering niet overleven. Het spanningsmiddel is de opdracht, de opdracht om een nieuwe route te vinden wat vervolgens overleven wordt.
- Thematiek, motieven en symboliek
- Het thema uit het boek is overleven. Het boek draait hierom. De bemanning van de boot moet een aantal jaren zien te overleven op Nova Zembla. En hieromheen zijn nog allerlei gebeurtenissen.
- Het belangrijkste motief in het boek is het nationale gevoel. Het is belangrijk dat je je 1 voelt zodat je ook als groep de problemen op kunt lossen.
- symbolen
- De titel vertelt eigenlijk al alles waar het boek over gaat. Het gaat namelijk over het overleven in de winter op Nova Zembla.
- De titel is goed te verklaren als je het samenbrengt met de titel, want doordat het winter is en de bemanning van het schip op Nova Zembla vastzitten moeten zij zien te overleven.
- Er was geen motto.
- Stijl
- Schrijfstijl: Het verhaal is geschreven in dichtvorm. Rijmschema: aabb. Het verhaal bestaat uit zowel korte als lange zinnen.
Ruimte: eerst de zee en dan, in de belangrijkste periode, Nova Zembla, daarna weer de zee en tenslotte de kust van Nederland.
Verhaalfiguren: De hoofdrol in dit boek heeft Barends. Bij de heen- en de terugreis is Rijp ook wel belangrijk. De andere manschappen hebben een bijrol en worden niet nadrukkelijk genoemd. De karakters zijn flat; een kenmerk van een novelle.
Situaties: Het hele verhaal bestaat eigenlijk uit één grote situatie: Hollandse scheepslui die tijdens een zeereis vastlopen in het ijs op de Noordpool, op Nova Zembla. Daar moeten ze wachten op de lente, dan zal het ijs weer gaan dooien. In deze periode van wachten maken ze het nodige mee. Uiteindelijk vangen ze de terugreis aan naar Holland.
Vertelwijze: neutraal. Er wordt in dit boek ongeveer 7-8 maanden beschreven. De reis duurde al weken, en toen zij op Nova Zembla waren hebben ze de Poolnacht, die een half jaar duurt, meegemaakt. Het slot is happy. Ondanks de ontberingen en gevaren is men (het grootste gedeelte van de bemanning) weer thuis gekomen.
- Plaats in de letterkunde
- Henricus Franciscus (Caroluszoon) Tollens
Rotterdam 1780 - Rijswijk 1856
Tollens was geestelijk beïnvloed door de 18de-eeuwse verlichting en de werken van Voltaire, maar ook door de romantiek. Hij heeft invloed gehad op de dichtstroming van de Tachtigers, die in de jaren tachtig van de 19de eeuw op kwam zetten.
”De Overwintering” wordt gezien als een van Tollens grote werken, en hij schreef dit naar aanleiding van een wedstrijd die werd uitgeroepen door de Hollandsche Maatschappij. Echter, men denkt dat, omdat het voorstel uit de afdeling te Rotterdam kwam, Tollens (die destijds voorzitter van de Maatschappij in Rotterdam was) zélf met dit idee kwam. Hij zond zijn werk in onder ’n motto van Falconer, een engelse dichter. - Genre: Lyriek, gedicht - roman
- Stroming:
REACTIES
1 seconde geleden