De mythe van een jeugd door Aart van der Leeuw

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
Boekcover De mythe van een jeugd
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1838 woorden
  • 26 januari 2004
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
13 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Aart van der Leeuw
Genre
Poëzie
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1921
Pagina's
175
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De mythe van een jeugd
Shadow
De mythe van een jeugd door Aart van der Leeuw
Shadow
Zakelijke gegevens

a) Aart van der Leeuw
b) De mythe van een jeugd, Nijgh & Van Ditmar, ’s Gravenhage, 5de druk, 173 bladzijden (eerste druk 1921).
c) Dit boek is een roman en een mythe. De titel zegt het al een beetje. Ik ben er alleen zelf niet achter gekomen hoe dat in het boek voorkomt. Het is ook een roman omdat de gedachten van de personages heel uitgebreid worden beschreven.

Eerste reactie

a) Ik heb dit boek gekozen omdat we een boek moesten uitkiezen uit de periode 1900-1940. In de boekenlijst zag ik de naam van Aart van der Leeuw staan. Toen ik naar de bibliotheek ging om een boek te halen, bleek alleen dit boek nog aanwezig te zijn. En het jaartal bleek ook nog goed te zijn dus daarom heb ik dit boek ook gekozen.
b) Op zich is dit wel een leuk boek, maar niet m’n lievelingsboek. Het verhaal is wel leuk om te lezen, het is alleen zo langdradig.

Verdieping
Samenvatting

Rijkert, een 17-jarige jongen, maakt vaak ritjes op zijn paard. Wanneer hij op een dag een ritje maakt, schrikt het paard plotseling van een andere ruiter die achter een struik vandaan komt. Gelukkig kan de vrouwelijke ruiter het paard nog net op tijd stoppen voordat Rijkert in een afgrond valt.
Rijkerts twee beste vrienden zijn Hendrik en Walter. Ze beleven altijd veel met z’n drieën en hebben altijd veel lol samen. Net zoals elk jaar gaan Rijkert, Hendrik en Walter naar het Sint-Jansvuur. Het is dan de bedoeling dat een aantal jongens zich melden om door een vlammenzee te springen (en dus over hete kolen). Rijkert wil ook wel en redt het. Na zijn sprong komt hij Anna tegen, een meisje waar hij al een tijdje verliefd op is. Bij het Sint-Jansvuur kussen ze elkaar voor het eerst.
Rijkerts moeder is van plan om naar de vrouwelijke ruiter toe te gaan om haar te bedanken voor het redden van haar zoon. Ze blijken het goed met elkaar te kunnen vinden. De vrouwelijke ruiter stelt, net voordat Rijkerts moeder naar huis gaat, voor om Rijkert mee te nemen naar haar huis in de bergen. Dat plan gaat door en de Rijkert gaat met de vrouwelijke ruiter (ze heet Felicia) mee. Ze maken samen veel wandelingen en praten veel met elkaar. Zonder het eerst aan elkaar toe te geven, blijken Rijkert en Felicia elkaar leuk te vinden. Er bloeit ook wat op tussen hun. Maar als Rijkert een brief krijgt van zijn vriend Hendrik, denkt hij aan vroeger en besluit terug naar huis te gaan (ook omdat een relatie tussen Rijkert en Felicia toch niet lang zou standhouden).
Bij thuiskomst lijkt het net alsof Hendrik en Walter Rijkerts vrienden niet meer zijn. Ze gaan helemaal niet meer met elkaar om. Rijkert gaat nu wel om met Kasper, een nieuwe jongen in zijn klas. Ze beleven veel leuke dingen met elkaar en worden goede vrienden. Maar Rijkert blijkt zijn vriend Kasper toch niet zo goed te kennen als hij denkt. Kasper heeft namelijk zelfmoord proberen te plegen maar (gelukkig) is dat mislukt.
Als Rijkert thuiskomst van zijn bezoek aan Kasper, staat Hendrik hem op het station op te wachten. Het lijkt net als vanouds en ze zijn weer de beste vrienden. Walter doet wel nog een beetje afstandelijk maar praat tenminste wel met Rijkert. Als Rijkert naar huis loopt, komt hij Anna tegen. Na een lange wandeling en veel praten nemen ze afscheid van elkaar, maar ze spreken wel af om de eerstvolgende keer dat het kan, samen te gaan schaatsen.
En voordat het schaatsen is aangebroken, krijgt Rijkert eerst nog een bericht dat Kasper weer helemaal hersteld is.
Tijdens het schaatsen vertellen Anna en Rijkert elkaar weer vele verhalen en hebben de grootste lol. Ze bekennen uiteindelijk ook op elkaar verliefd te zijn.
Rijkert kan het niet langer voor zich houden en verteld Anna over Felicia. Eerst kan ze het niet begrijpen dat hij al van een ander gehouden heeft, maar iets later wel. En zo komt alles toch nog goed!

Onderzoek van de verhaaltechniek

· De mythe van een jeugd wordt op chronologische wijze verteld. Het begint bij Rijkerts ritje op zijn paard en het eindigt met Anna.
Het taalgebruik is erg ouderwets en eigenlijk heel origineel (vind ik zelf). Dat taalgebruik komt natuurlijk door de periode waaruit het boek komt. Vroeger gebruikte men namelijk andere woorden dan nu. Twee voorbeelden van het ouderwetse taalgebruik zijn: lei i.p.v. legde en schrikte i.p.v. schrok.
· Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Deels in de plaats waar Rijkert woont en deels in het huis van Felicia (in de bergen).
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is rond 1925 (denk ik). Het verhaal begint voor de zomervakantie en na de zomervakantie (als Rijkert terug is van zijn reis) stopt het eigenlijk weer.
· De hoofdpersoon in dit verhaal is Rijkert. Een aantal bijpersonen zijn zijn vrienden, Anna en Felicia.
Rijkert: Rijkert is een jongen van 17 jaar. Hij heeft blonde haren. Zijn beste vrienden zijn Hendrik en Walter maar ook Kasper (even later). Rijkert is eerst verliefd op Felicia, maar hij blijft ook van Anna houden.

Hendrik: Hendrik is een kleine, tengere jongen. Hij is één van de beste vrienden van Rijkert.
Walter: Walter is ook één van de beste vrienden van Rijkert. Hij is eerst boos op Rijkert en negeert hem, maar even later lijkt alles weer goed te zijn.
Kasper: Kasper is een donkere jongen en een nieuwe vriend van Rijkert. Hij was als nieuwe jongen bij Rijkert in de klas terecht gekomen. Nadat Hendrik en Walter Rijkert eigenlijk hebben laten vallen, deed Kasper heel normaal tegen hem en zijn ze hele goede vrienden geworden.
Anna: Anna is eigenlijk Rijkerts grote liefde. Het heeft heel wat tijd en moeite gekost maar uiteindelijk hebben ze elkaar toegegeven van elkaar te houden. Sindsdien hebben ze een relatie met elkaar.
Felicia: Felicia is de vrouwelijke ruiter die Rijkert tijdens zijn rit op zijn paard eerst bijna aanreed en vervolgens redde van een val die hij anders zou maken. Zij is in de dertig. Rijkert gaat met Felicia mee naar haar huis in de bergen. Ze bekennen op elkaar verliefd te zijn, terwijl ze allebei iets hebben van dat het toch niet werkt (mede door het leeftijdsverschil).
· Dit verhaal is een auctoriaal verhaal. Je hebt namelijk te maken met een alwetende verteller. Het verhaal wordt aan de verteld en je kijkt niet door de ogen van een personage. De alwetende verteller kent ook de gedachten en gevoelens van de personages.
Op zoek naar de thematiek

Het thema van dit boek is eigenlijk het leven van een jonge jongen. Hij weet niet zo goed hoe hij alles goed moet uitleggen en hij weet niet of de gevoelens die hij heeft wel mogen (doelend op zijn verhouding met Felicia). Het is dus een soort worsteling met zijn eigen gevoelens.

Plaats in de literatuurgeschiedenis

Aart van der Leeuw is geboren in 1876 te Delft geboren. Na het gymnasium ging hij rechten studeren. In 1903 trouwde Aart met zijn jeugdliefde Antonia Johanna Kipp en ging als jurist werken bij een verzekeringsmaatschappij in Dordrecht. Hij stopte met werken in 1907 vanwege een zwakke gezondheid. Is sindsdien met schrijven begonnen. Na de dood van zijn schoonouders, konden Aart en zijn vrouw leven van de erfenis. Ze gingen in Voorburg wonen.
Het leven van Aart van der Leeuw is om twee redenen tragisch te noemen. Hij was namelijk woordblind en op latere leeftijd is hij ook doof geworden. Door die twee handicaps was het moeilijk om een goede carrière op te bouwen. Na een moeizame rechtenstudie besloot hij zich helemaal op het schrijverschap te storten.
Aart van der Leeuw publiceerde romans en natuurlyriek. "Ik en mijn speelman" (1927) wordt gerekend tot zijn beste roman. Het boek gaat over een achttiende-eeuwse Franse edelman die zijn milieu ontvlucht en met de speelman Valentijn door het land trekt.
In zijn laatste roman "De kleine Rudolf" (1930) probeerde hij de werkelijkheid en de verbeelding bij elkaar te brengen. Hoewel het boek in een krachtige stijl is geschreven doet het slot enigszins gekunsteld aan.
Een aantal werken van Aart van der Leeuw:
- Kinderland (1914)
- De gezegenden (1923)
- Het aardsche paradijs (1927)
- Ik en mijn speelman (1927)
- De kleine Rudolf (1930)

Beoordeling

De verhaalelementen die op mij een positieve werking hadden, waren de dingen die Rijkert beleefden met zijn beste vrienden (eerst Hendrik en Walter, maar later ook Kasper). Het is voor mij namelijk herkenbaar dat je allemaal leuke dingen met je beste vrienden beleefd en dat je ook heel goed met elkaar kunt praten (maar wie heeft dat eigenlijk niet…).
De passage die me het sterkst aanspreekt is dat Rijkert terug komt van zijn bezoek aan Kasper en dat dan als verrassing Hendrik op hem staat te wachten. Dat vind ik toch heel speciaal. Eerst negeert Hendrik hem eigenlijk, maar later weet hij waarschijnlijk toch wat hij mist en gaat het dan goedmaken. Dat vind ik een heel mooi stuk.
Er waren niet echt verhaalelementen die ik saai vond, ik vind alleen wel dat het verhaal een beetje langdradig is geschreven. Het had van mij wat korter en meer gebonden mogen worden. Dat had eigenlijk als enige een negatieve werking op mij.
Er is niet echt een boek en/of film waar ik dit boek mee kan vergelijken, maar een aantal dingen herken ik wel terug in andere boeken. Zoals de vriendschap tussen de vrienden die eerst overgaat en die daarna uiteindelijk wel weer goed komt. Ik kan niet echt een naam van een boek noemen waar dat ook in gebeurd, ik weet alleen wel dat ik dit vaker heb gelezen.
Het thema van het boek heeft me wel aan het denken gezet. Je denkt er niet vaak over na maar natuurlijk zijn er ook jongeren die niet echt weten wat ze met hun gevoelens aanmoeten. Of ze het juist moeten wegdrukken of juist moeten vertellen.
Het taalgebruik is heel ouderwets en daarom ook origineel vind ik. Het boek is natuurlijk in een andere periode geschreven en toen gebruikte men uiteraard andere woorden dan nu. Dat is wel vervelend lezen vind ik zelf. Normaal lees ik makkelijk een boek uit en doe ik er dan niet lang over, maar bij dit boek kwam ik er maar niet doorheen. En dat kwam echt door het taalgebruik en niet door het verhaal, want het verhaal sprak me wel aan en vond ik wel leuk.
Mijn eindoordeel over dit boek luidt: ik vind het een goed boek, het heeft een leuk verhaal, alleen is het lastig dat het in een andere periode is geschreven. Het leest namelijk niet zo makkelijk. En het is ook best langdradig geschreven. Bij wijze van spreken had de helft van ieder hoofdstuk weggelaten kunnen worden, omdat je na één helft toch wel wist waar het over ging. Dat was een beetje een minpuntje, maar voor de rest is het wel een leuk boek om te lezen. En als je er de tijd voor hebt dan zou ik dit boek lezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.