De mafia lijst door Jan van Straten

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover De mafia lijst
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1674 woorden
  • 20 oktober 2003
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
12 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Jan van Straten
Genre
Thriller & Detective
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1993
Pagina's
194
Geschikt voor
vmbo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De mafia lijst
Shadow
De mafia lijst door Jan van Straten
Shadow
Zakelijke gegevens

De titel van het boek is “De Mafia lijst” en is geschreven door Jan van Straten.
Het boek heeft 194 bladzijden en is van de uitgever “Fontein”. Het is uitgebracht in 1993. Het is een Thriller en het gaat over de Maffia.

Persoonlijke Reactie

Ik vind het een spannend boek, omdat de ontknoping pas op de allerlaatste pagina staat en het een open einde heeft. Het is een werkelijk en echt boek, want er staat precies in beschreven wat de Maffia is en wat het doet. Wat ik niet mooi vind aan het boek is dat ze aldoor van persoon wisselen en dat je pas op het einde van het stukje weet over welke persoon het ging.

Samenvatting

Het verhaal begint in Nederland, waar Marianne Landman, een studente Italiaanse taal en letterkunde aan de universiteit, samen met haar rijke vader, Hans Landman, woont.
Marianne is van plan om een reis naar Italië te maken. Zij wil daar wat van de cultuur opdoen en de taal beter leren kennen. De reis gaat eerst twee weken naar Palermo, waar ze bij een professor zal verblijven, en daarna nog een week naar Bologna.
Dit nieuws komt aan bij de Maffia in Italië en Don Antonio geeft Vito Calderone opdracht om haar in Bologna te ontvoeren en aan haar vader losgeld te vragen.
Marianne kwam aan in Palermo, waar ze twee weken bij de Professor verbleef. Toen ging ze verder met haar reis naar Bologna.
Toen ze aankwam ging ze eerst wat eten in een klein restaurant in het centrum. Daar ontmoette ze ene Pasqualle, hij was een jonge, grote en stevige man. Hij vroeg of hij bij haar aan tafel mocht komen zitten omdat er geen plek meer was. Dat vond zij wel goed. Ze raakten in gesprek en spraken de volgende dag weer af.
In Nederland was de maffiabaas van Sint-Maarten ondertussen teruggestuurd naar Sicilië.
De volgende dag toen Marianne en Pasqualle samen met de auto even stilstonden op een parkeerplaats, deed iemand die onopvallend achter in de auto zat een doek voor haar mond. In dit doek zat een slaap middel en Marianne raakte in diepe slaap. De ontvoering was begonnen. Ze werd naar een kamer gebracht ergens op een onbekende plek.
Toen ze wakker werd lag ze op een bed in een totaal geblindeerde kamer. Er was wel een deur, maar die zat op slot en ging alleen open als ze eten kreeg of als de po werd geleegd en schoongemaakt. Ze wist niet wat er aan de hand was en ging er vanuit dat ze was ontvoerd. Ze huilde niet en vroeg om boeken om de tijd te doden.
Vito Calderone vertelde aan de Don dat alles volgens plan verliep. Later belde hij Meneer Landman op om te zeggen dat zijn dochter was ontvoerd en dat hij met het eerst volgende vliegtuig naar Bologna moest vliegen. Vito zei erbij dat als de politie werd gewaarschuwd zijn dochter gevaar liep.
Op dat moment in Nederland kon hans het niet begrijpen dat zijn dochter was ontvoerd. Hij zocht het nummer op van Nico Vente, de hoofdcommissaris van Nederland, hij legde uit wat er was gebeurd. Vente zei dat er iemand naar hem toe gestuurd zal worden om hem te helpen.
Deze arriveerde een tijd later bij het huis van Landman. Hij belde aan en toen Landman de deur opendeed stelde hij zich voor. Zijn naam was Marc Faber.
Faber vertelde dat hij zich tijdens de hele ontvoering voordeed als de secretaris van meneer Landman. Hij zou ook onderhandelen met de Maffia over het losgeld.
Toen de twee mannen in Bologna aankwamen en in het afgesproken hotel zaten ging de telefoon. Het was Vito. Hij legde uit dat het prima ging met Marianne ook werd er gezegd dat nadere onderhandelingen volgen.
Het duurde twee weken toen er weer bericht kwam van de ontvoerders. Deze keer nam Marc op. De ontvoerders zeiden dat ze 10 miljard lires, dat kwam overeen met 13 miljoen gulden, losgeld wouden en ze herhaalden nogmaals dat ze geen politie wilden.
Dit bedrag kon Landman niet betalen, maar Faber vertelde dat het een startbedrag was en dat het nog kon zakken. Maar lager dan 6 of 7 miljard lires zou het niet komen. Dat vond Hans aanvaardbaar.
Marianne had alle boeken inmiddels uit en had nieuwe gevraagd. Dit vroeg ze aan de hand die haar telkens eten bracht en de po verschoonde. Ze ging er van uit dat de hand van een oude vrouw was. Ze kraste elke dag een streepje in haar boek zodat ze kon zien hoe lang ze er al zat.
Landman en Faber kregen een paar dagen later bij hun bestelde drinken een briefje waarop stond dat ze om negen uur stipt die avond met het nummer 555174 moesten bellen vanuit een telefooncel. Dat was al over een half uur. Dit lukte.
Een paar dagen geleden had Faber Scalfaro, een Officier van Bologna, geïnformeerd wat er aan de hand was. Dit moest, omdat het illegaal is in Italië om zonder politie grote geldbedragen naar Italië te halen en om geld te overhandigen aan de maffia. Scalfaro beloofde dat hij géén politie hen zal laten achtervolgen en in te grijpen.
Een week later kregen ze weer een briefje van de ober. Hierop stond dat ze voor het station moesten staan voor de overhandiging van het geld. Bij het station kregen ze meer te horen.
Faber ging alleen naar het station. Hij vond dat Landman het mentaal niet aan zou kunnen om te gaan. Bij het station kwam er een man aanlopen met een zwarte muts op. Hij zei dat Faber hem moest volgen.
Uiteindelijk kwamen ze na een lange rit uit op een verlaten parkeerplaats op een industrie terrein. De man vroeg nogmaals of hij het geld had. Faber haalde het koffertje met geld uit de kofferbak. Toen hij het wou overhandigen vroeg hij waar Marianne was. Maar toen de man antwoord wou geven, klonk er een schot. De man viel dood neer. Faber dook onder de auto.
Even later kwamen er twee mannen aanlopen. Ze keken waar Marc Faber was. Marc kroop onder de auto vandaan. Het waren twee politie agenten. Faber was woedend, Scalfaro had hem beloofd géén politie te sturen.
Faber vertelde het verhaal aan Landman. Hij zei dat het nu nog langer kon duren voordat ze weer wat hoorden. En zo was het ook. Na een week kregen ze weer een briefje. Er stond op dat ze weer met een nummer moesten bellen. Zo gezegd zo gedaan. Faber belde op. Vito vertelde dat dit de laatste kans was om het goed te doen. Anders zouden ze het meisje vermoorden. Hij zou weer naar het station moeten rijden, daar kreeg hij meer informatie.
Op het station kwam er weer een man aanlopen die hij in de auto moest volgen. De man zei dat als hij met zijn achterlampen knipperde, Faber het koffertje achter het gebouw neer moest zetten. Het was een blauwe kleine auto. Ze moesten eerst een flink eind rijden totdat de man met zijn achterlamp knipperde. Faber zette het koffertje achter het oude verlaten gebouwtje. Hij stapte weer in de auto en reed verder. Van Marianne was nog geen spoor.
Inmiddels was Faber weer in het hotel toen er gebeld werd voor dhr. Landman. Het was Scalfaro. Hij vertelde dat Marianne was gevonden. Ze liep langs de straat. Ze moest eerst naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Alles bleek goed te zijn. Landman was dolgelukkig.
Faber ging naar Scalfaro om alles te vertellen. Scalfaro had alles onderzocht, maar er was niks uitgekomen. Wel was de Don opgepakt.
Voordat de Don was opgepakt, had hij nog overleg gehad met Vito. Hij wou wraak nemen op de hoofdcommissaris van Nederland. Dit moest omdat de Maffiabaas van Sint-Maarten was gehaald. In Nederland werd Hij vermoord door een bom in zijn auto.
Vito werd ook opgepakt. En tevens ook de andere Maffiabaas. Er kwam een rechtszaak tegen de Maffia. Deze werd gewonnen door de politie en de resterende Mafia bazen gingen achter slot en grendel.

Kort Samengevat

De titel is ontstaan doordat er een lijst bestaat bij de Maffia. In deze lijst staan alle namen van de mensen die dood moeten, Zo ook de hoofdcommissaris.
De belangrijkste gebeurtenis in het boek is de overdracht van het geld. Dat dit een keer mislukte maakte het nog belangrijker.
Hans Landman en Faber zijn de hoofdpersonen. Marianne speelt ook een belangrijke rol. Het hele verhaal draait om haar. Landman en Faber maken het hele verhaal mee.
Andere belangrijke personen zijn Vito Calderone en Scalfaro. De relatie is met alle personen slecht met Vito en de rest van de Maffia. Scalfaro word eerst geliefd maar door een fout wordt hij wat minder geliefd, later wel weer.
De gebeurtenissen spelen zich hedendaags af op Sicilië, maar ook in Bologna.
Ik zou het boek wel aanraden omdat het enorm spannend is. Als je denkt dat het afgelopen is, gaat het verhaal toch nog verder en het heeft een open eind.

Leeservaringen

Ik ben het eens met de mening die uit het boek over het onderwerp blijkt. De Maffia is gevaarlijk en doet erge dingen.
Het boek bevat heel veel spannende gebeurtenissen. Sommige acties mislukken, waardoor het nog spannender wordt gemaakt. Het is een geloofwaardig verhaal omdat alles staat beschreven. De gebeurtenis die het meeste indruk heeft gemaakt zijn de geldoverdrachten.
Ik vind het knap van Fabers personage dat hij zo kalm blijft.
Het taalgebruik is in het verhaal wat moeilijk. Ook worden er erg ingewikkelde namen gebruikt die verder nergens meer voorkomen.

De schrijver

Jan van Straten is geboren in Den Haag in 1931. Hij begon zijn carrière bij de Haagse politie. Achtereenvolgens was hij plaatsvervangend hoofd van de CRI, hoofd van de Verdovende Middelen Centrale en hoofd CRI. Ook was hij een aantal jaren vice-president van Interpol. Op 56-jarige leeftijd trad hij vrijwillig vervroegd uit om zich aan het schrijven van thrillers te wijden.
De boeken die hij heeft geschreven zijn: Het Bangkok incident (thrillerdebuut, 1991); Het IRA-komplot (1992); De Columbia Lijn (1992); De Mafialijst (1993); De Allah strijders (1995); Infiltrant (1998).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.