De liefde wandelt vreemde wegen door Hans Dorrestijn

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover De liefde wandelt vreemde wegen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2824 woorden
  • 19 mei 2005
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
5 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Hans Dorrestijn
Genre
Poëzie
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1997
Pagina's
120
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De liefde wandelt vreemde wegen
Shadow
De liefde wandelt vreemde wegen door Hans Dorrestijn
Shadow
Hans Dorrestijn
“De liefde wandelt vreemde wegen”
Voorwoord

Met veel plezier heb ik “De liefde wandelt vreemde wegen” gelezen, ik heb twee favoriete gedichten, namelijk: “liefdestreurlied” en “poedersuiker” ik heb er eentje uitgekozen om dit verslag over te schrijven het gedicht is geworden…trommelgeroffel….”liefdestreurlied”, omdat dit boek het beste de inhoud van de hele dichtbundel weergeeft. Het gedicht “poedersuiker” zal ik gaan voordragen voor de klas.

Het lijkt mij erg moeilijk om een gedicht te analyseren, deels omdat ik dit nog nooit heb gedaan en ook omdat ik erg weinig van gedichtvormen afweet, ik ga mij dus eerst even verdiepen in de stof, voordat ik daadwerkelijk ga beginnen aan het verslag.
I Titelbeschrijving

Dorrestijn, H., De liefde wandelt vreemde wegen, Amsterdam 1997.

II Indeling van de bundel

Deze dichtbundel bevat 82 liedjes en gedichten, verdeeld over 120 bladzijden. De liedjes en gedichten hebben geen bepaalde volgorde, wel volgen series van liedjes en gedichten elkaar chronologisch op, zoals Russisch lied I tot en met VI.

III Plaats in de literatuurgeschiedenis

Deze dichtbundel is deels eerder verschenen in: Positief genieten met Hans Dorrestijn, Amsterdam 1994. En in: Mag ik uw handtekening?, of Hoe wordt ik een beroemd cabaretier?, Amsterdam 1996. Ook bevat deze bundel nog nooit eerder gepubliceerde werken van Hans Dorrestijn.

Deze bundel is voor het eerst gepubliceerd in 1997. Er is hier dus niet echt sprake van een literaire stroming. Ik kan er veel maximalen in terug vinden. De maximalen zijn niet echt in een hokje te plaatsen, bij de maximalen zijn minstens zoveel verschillen als onderlinge overeenkomsten te vinden. Hans Dorrestijn verzet zich duidelijk tegen de verstarde academische poezieklimaat, hij maakt gebruik van afwijkende rijmschema’s. Door onverwachte wendingen aan het eind van een gedicht, zoals in ‘Poedersuiker’, waar je in de laatste strofe een ritmisch ambigue vind.
Hans Dorrestijn maakt gebruik van duidelijke, klare taal. Geen diepzinnige betekenissen vind je in zijn werk. Daardoor vind ik deze bundel zo heerlijk lezen.
Hans Dorrestijn gebruikt zijn eigen ervaringen in zijn werk, het heeft dus iets van autobiografische werken. Wel gebruikt hij heel veel fantasie, met zijn dubbelzinnige seksistische gedichtjes.Ik kan me goed in zijn belevingswereld verplaatsen.
IV Over de schrijver

Hans Dorrestijn komt uit een gebroken gezin. De vader van Hans heeft in de Tweede Wereldoorlog hulp aan de Joden gegeven, tevens zat hij in het verzet. Hij eindigde in een concentratiekamp in Amersfoort.

Hans krijgt een stiefvader die Hans en zijn broer regelmatig mishandelt. Als Hans ouder is schrijft hij een boek over kindermishandeling: ‘Brandnetels en andere verhalen’. Het gedicht dat ik heb uitgekozen om te analyseren is ‘Poedersuiker’ ik voel daar heel sterk de teleurstelling van een kind, de machteloosheid. De teleurstelling en de machteloosheid die Hans vroeger heeft gevoeld?
Na de PABO studeerde Hans Nederlands in Amsterdam.
Hans had geen geluk in de liefde. Hij raakte zijn vriendin kwijt aan een huisvriend. Hans begint met het wegdrinken van zijn verdriet, hij raakt in een depressie. Zijn ongeluk in de liefde, reflecteert in al zijn werk over de liefde. Hij eindigt een liefdesgedicht of liefdeslied altijd met somberheid.
Hans werkte zeven jaar lang als leraar op het Wagenings Lyceum. Daar nam hij ontslag. Hij werd tekstschrijver en cabaretier. Dorrestijn raakte nu opnieuw in een depressie.
Hij komt er nooit helemaal bovenop, zijn tegenslagen in het leven weerklinken in zijn werk als schrijver en cabaretier.
Hans heeft zich voor vele projecten in gezet. Hij is cabaretier, zanger, schrijver en tekstdichter. Voor de televisie heeft hij een bijdrage geleverd aan: ‘De zee show’ en ‘J.J. de Bom’. Hij heeft de VPRO televisieshow ‘Puur genieten’ gepresenteerd. Ook voor de radio heeft hij gewerkt, bij VPRO’s ‘Dorrestijn Pers Agentschap’.
V Inhoud van de bundel

Het thema van de dichtbundel is duidelijk de liefde. De liefde tussen man en vrouw, de liefde tussen ouders en kind en de liefde voor het leven.

De meest gedichten gaan over de liefde tussen man en vrouw. Het allereerste gedicht gaat over zo een liefde. Ook de titel van de dichtbundel verwijst naar dit eerste gedicht, namelijk naar de eerste regel van dit gedicht: ‘De liefde wandelt vreemde wegen’. Dorrestijn laat duidelijk, in al zijn werken in deze dichtbundel, zijn moeite met de liefde weerklinken.
Een zeker duisterheid of bitterheid is in elk gedicht terug te vinden. Veel gedichten beginnen vaak vrolijk en optimistisch, maar eindigen met tegenslag en verdriet. Het gedicht ‘Poedersuiker’ is daar een goed voorbeeld van, later zal ik op dit gedicht terugkomen.
Hans Dorrestijn gebruikt veel schokkende woorden, zijn somberheid is goed te merken. Hij lijkt verbitterd. Hij lijkt er plezier in te hebben de lezer met deze bitterheid te schokkeren. Een goed voorbeeld van deze schokkerende bitterheid zijn ‘Russisch lied’ I tot en met VI. Het gaat hier over de hoop van de ik persoon om seks te hebben met een vrouw, maar het komt er maar niet van. Hij laat duidelijk zijn teleurstelling merken.
VI Analyse

Het gedicht dat ik ga analyseren is “Liefdestreurlied”op pagina 5. Dit gedicht is tevens het eerste gedicht uit de bundel. Ik heb dit gedicht uitgekozen omdat het goed het thema van de hele dichtbundel weergeeft. Het thema is de liefde. Ook de titel van deze dichtbundel is gebaseerd op de eerst regel van dit gedicht, namelijk: “De liefde wandelt vreemde wegen”.

Dit is het gedicht:
“Liefdestreurlied”
1. De liefde wandelt vreemde wegen.
2. Eindelijk kom je iemand tegen.
3. Die fluistert woorden in je haren
4. die je gemist hebt al die jaren.
5. De hartstocht woedt als slaande brand.
6. Je kreunt zoals het ledikant.
7. Het bed te klein voor ’t wild bewegen -
8. wat lijkt de liefde dan gedegen.
9. Maar ’t zijn de strelingen en kussen
10. zelf die het vuur weer blussen.
11. Het vuur dat hartverwarmend was
12. dooft op den duur tot koude as.
13. Uiteindelijk leidt het lustloos paren
14. tot hitsig weer naar andren staren.
15. Een geliefde maakt ons moe en mat.
16. De liefde is een kort smal pad
17. dat doodloopt…
Het gedicht kan op deze manier in proza worden gezet:
Liefdestreurlied
1. De liefde kan alle kanten opgaan,
2. maar je vind wel iemand,
3. die je lieve dingen toefluistert,
4. dat heb je zo gemist.
5. Je bent zo verliefd, dat je hartstocht heftig is.
6. Je geniet van het samen vrijen.
7. Het samen vrijen is heel heftig.
8. Alles lijkt dan volmaakt te zijn,
9. maar juist de rustige uitingen van de liefde,
10. zorgen er voor dat de hartstocht minder wordt.
11. Die heftige hartstocht,
12. wordt uiteindelijk minder.
13. Uiteindelijk door dat lusteloos vrijen,
14. ga je weer op zoek naar een ander.
15. Het hebben van een geliefde maakt je moe.
16. Het lijkt leuk voor even, maar dat duurt nooit lang
17. De liefde die leidt nergens toe…
Het gedicht is een lyriek, omdat het een subjectieve kijk op de liefde is (kan het ook objectief? Ik denk het niet.). Het gedicht beschrijft de gevoelens en gedachten van de schrijver. Van entiteit kun je niet spreken, het is niet een op zichzelf staand geheel, maar een afspiegeling van de werkelijkheid van Dorrestijn.
Dit gedicht is heel simpel (standaard/cliché) opgebouwd. Het gedicht bestaat uit zeven een distichon, en de laatste strofe is een terzet. Het rijmschema ziet er zo uit: aa bb cc aa dd ee bb ffg. Er is hier sprake van volrijm met dus gepaard rijm, met op het einde een uitzondering, daar heeft Dorrestijn het rijmpatroon verstoord, doordat de laatste regel veel langer is dan de voorgaande regels en de regel is verdeeld in de regels 16 en 17, moe en toe rijmen op elkaar, maar door die opsplitsing in twee regels is het rijmpatroon verstoord, hierdoor komt de nadruk te liggen op de laatste regel, hierdoor maakt de schrijver zijn conclusie een ‘eye catcher’.
De regels in dit gedicht zijn allemaal vrij kort en hebben een normale woordvolgorde. Wat me meteen opviel, was dat er een aantal regels zijn, die het vervolg zijn van de voorgaande regel, zoals de regels 9 en 10; ‘maar het zijn de strelingen en kussen zelf die het vuur weer blussen.’ Het zou dus een zin kunnen zijn. Ook de regels 16 en 17 zijn heel speciaal, omdat “De liefde is een kort smal pad dat doodloopt” gewoon een zin is, maar dus onderverdeeld in twee regels hier is sprake van enjambement.
Er komen hier verschillende stijlmiddelen voor. In regel 12 is de volgende alliteratie te vinden: …dooft (op) den duur…Alliteratie zorgt ervoor dat het gedicht een mooie klank krijgt zodat het voordragen een plezier voor het oor wordt.
In regel 16 en 17 zie je een vorm van assonatie, deze is gebaseerd op overeenkomst van de gelijkheid van de klinker ‘a’ in de volgende woorden: smal pad dat .
In het eerste gedeelte van het gedicht is een duidelijke climax te vinden. De eerste vier strofen bouwen langzaam op naar een hoogtepunt, dat hoogtepunt is een prachtige vorm van liefde. Er wordt geschreven over de liefde als een geweldig iets. Maar dat geweldige idee over de liefde wordt vanaf regel 9 omvergeworpen. Nu beschrijft de auteur wat er uiteindelijk gebeurt als je een geliefde hebt, het eindigt allemaal hopeloos en de liefde wordt dan ook beschreven als iets hopeloos, dat voor even leuk is, maar eindigt als een doodlopend pad. Dit is duidelijk de stijl die Dorrestijn in zijn gehele dichtbundel aanhoudt, het lot misschien wel, waar niemand aan kan ontkomen. Door deze stijl steeds terug te vinden in de dichtbundel, krijg je het idee dat deze gedichten meer dan gewoon gedichten zijn, dat ze echt de belevenissen van Dorrestijn zijn, dat de gedichten over Dorrestijn zelf gaan.
Van enjambement is duidelijk sprake in het einde van het gedicht. Versregel 16 loopt zonder rust door in regel 17. Dit is niet alleen gedaan om het rijmschema in stand te houden ( mat-pad-dat), maar zorgt ook voor een nadruk op die laatste twee woorden “ dat doodloopt…” die woorden vormen de conclusie van het gehele gedicht.
De wandelende liefde (de liefde wandelt vreemde wegen) is een personificatie van het woord liefde. De abstractie van de liefde wordt omgezet in een persoon die een handeling uitvoert. Door die personificatie kan je meeleven met de liefde die hier als een persoon wordt weergeven, als een hartje die een beetje gek het verkeerde pad inslaat. Het is dus verlevendiging van het gedicht.
Het verlevendigen is ook gebeurt door het gebruik van metaforen. Regel 6 is een voorbeeld van een metafoor ‘je kreunt als een ledikant’. Het kreunen door de gene met de geliefde tijdens het vrijen, wordt hier vergeleken met het kreunen van een ledikant, het kraken van een ledikant. Ook het woord ledikant is goed gekozen, omdat ledikant op bed slaat en het vrijen (meestal) in bed gebeurt.
Ook regel 10 bevat een metafoor. “zelf die het vuur weer blussen”. Het blussen van vuur wordt hier vergeleken met het minder worden van de liefde, het doven van vuur met het doven van de liefde. Dit is een geval van zuivere metafoor, omdat hetgeen waar naar verwezen wordt (de liefde) niet in de zin voorkomt.
Over hetzelfde vuur, dezelfde liefde, wordt weer gesproken in de regels 11 en 12. Ook daar wordt gesproken over het minder worden van de liefde, over het doven van vuur. Het vuur vreet het hout tot as. Van die liefde blijft dus niets meer over.
In de laatste twee regels wordt gesproken over de liefde als een doodlopend pad. Hiermee bedoelt de schrijver dat het nooit verder gaat, die liefde, het houdt uiteindelijk op. In dit gedicht wordt gesproken over een kort smal pad, dat doodloopt. Een korde liefde, die niet veel voorstelde en eindigde.
In regel 3 wordt gesproken over de liefde die woorden in je haren fluistert. Hiermee maak je een associatie met het dichtbij zijn, het fluisteren in je oor, een streling over je haren. Het fluisteren zal niet bedoeld zijn voor het haar zelf, maar voor de persoon onder het haar.
Om een duidelijk beeld van het metrum te krijgen ga ik regel 6 scanderen:
Je kreunt – zoals – het le – dikant.
De verschillende jambes zijn gescheiden met streepjes. De klemtoon ligt op de onderstreepte lettergreep. Omdat hetzelfde ritme steeds wordt herhaald (met uitzondering van regel 17) is dit gedicht uitermate geschikt om op muziek te zetten.
Ik vind dit een heel mooi gedicht, om zijn eenvoud het meest. De eenvoud is te merken doordat er geen moeilijke woorden zijn gebruikt, niet te lange zinnen. Ik hoefde het gedicht maar een keer te lezen om de boodschap eruit te halen. Ook door zijn eenvoud is dit gedicht geschikt voor een hele grote doelgroep: Jong, oud, slim, dom, iedereen kan ervan genieten. En zeker door het maken van deze analyse, ben ik wat dieper op het gedicht ingegaan, daardoor het ik het gedicht heel goed in me opgenomen. Dit is een gedicht dat ik nooit meer zal vergeten (dat hoop ik van harte).
Niet alleen dood zijn eenvoud vond ik dit een leuk gedicht, doordat de titel van deze bundel is gebaseerd op dit gedicht, ben ik meteen al wat onderzoekender gaan lezen, hierdoor zag ik alle leuke stijlvormen. Juist omdat dit gedicht van die kleine grapjes erin heeft kon ik het niet meer uit mijn hoofd krijgen. Ik heb ook de andere gedichten gelezen, maar deze kwam toch steeds weer terug als een leuk gedichtje om mijn verslag over te maken, deze en nog een andere, namelijk “poedersuiker”. Ik had graag dit gedicht gebruikt voor mijn analyse, maar ik moest een keuze maken. Maar ik wil het gedicht toch graag in mijn verslag verwerken.
Dit gedicht is een gedicht waar ik meteen aan Dorrestijns jeugd moest denken, ik kreeg medelijden met het jongetje dat beschreven wordt en vroeg me meteen af of Dorrestijn ook in zo een gezin had geleefd.
“Poedersuiker”
Het leek die avond allemaal zo goed te gaan.
’t Beslag der appelflappen was heel goed gerezen.
Zijn stiefmoeder, die uren in de keuken had gestaan,
Leek desondanks nog in een goed humeur te wezen.
Zijn vader nam ‘m op de knie en streelde door zijn haar.
Hij hoefde niet naar bed en had zelfs vuurwerk gekregen.
Tien rotjes welgeteld voor ’t vieren van ’t oudejaar.
Blij keek hij op de klok. ’t Was pas kwart voor negen.
Hij hoefde nu eens niet voor twaalf uur naar bed
En zou de straat op mogen om het vuurwerk af te steken.
Toen kwam de schaal met appelflappen, die op tafel werd gezet,
En ook de oliebollen, niet te bruine en niet al te bleke.
’t Was allemaal te mooi en hij was opgewonden.
Om half elf schudde jij poedersuiker op een oliebol.
Maar veel te veel. Zijn vader vond het zonde,
Maar diens vrouw werd bij de aanblik razend dol.
Een berg van poedersuiker die de lekkernij bedekte
Door zijn onhandigheid. Hij schrok zich lam.
Zijn stiefmoeder sloeg aan ’t krijsen. Ze schuimbekte
Dat er altijd ellende van die kleine rotzak kwam.
En ze greep haar kans met beide handen.
Er was niets meer aan te doen. Zij was in huis de baas.
De poedersuiker deed hem om kwart voor elf in bed belanden.
Zijn vader zweeg en keek alleen als een gewonde haas.
Het ventje huilde zich in slaap van schuld en spijt.
En niet voor ’t laatst, want zo gaat het meestal.
Er ligt een bom onder de gezelligheid.
Om twaalf uur schrok hij wakker van geknal.
De hoofdgedachte van dit gedicht is “Er ligt een bom onder de gezelligheid”.
Er hangt een constante dreiging in het gedicht. Het begint al bij de eerste zin “Het leek die avond allemaal zo goed te gaan.” Die dreiging houd nooit op, want de vader zal er niets aan veranderen, want “Zij was in huis de baas” en “Zijn vader keek alleen als een gewonde haas.
Ik voel zo met dit ventje mee, want “de bom” die blijft gewoon liggen, dit was niet voor het laats.
VII beoordeling

Ik raad het echt aan iedereen aan om te lezen, omdat er heel veel plezier aan is te beleven. Dorrestijn weet iedereen zijn attentie te krijgen, door zijn cynische kijk op de wereld en als je daar niet gevoelig voor bent, dan zullen zijn schokkende teksten je wakker schudden. Ook door zijn sombere kijk op de wereld kun je zien hoe het leven er uitziet als je alles niet zo zonnig inziet. De beste schrijvers zijn vaak mensen die iets erg hebben meegemaakt, een ongelukkige jeugd bijvoorbeeld, Dorrestijn bevestigd dat beeld. Dorrestijns kijk op de wereld is heel realistisch weergeven, hij spreekt duidelijke taal, en werkt met onderwerpen die iedereen aangaan, alledaags of interessant daar buiten. Dus om dit verslag in Dorrestijn stijl te beëindigen:

“Russisch lied I”
Ik ben met Anouchka
Naar de sauna toe gegaan.
Maar die stomme trut
Hield al haar kleren aan.
Nawoord

Ik heb met veel plezier aan dit verslag gewerkt, ik heb heel veel over gedichtvormen geleerd. Ook vond ik het fijn om het gedicht “Liefdestreurlied” te analyseren, omdat je zo veel dieper ingaat op het gedicht, ik denk dat ik dit gedicht nooit meer zal vergeten. Ook de rest van de gedichten vond ik geweldig. Ik ga zeker het andere werk van Hans Dorrestijn lezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.