De levensgevaarlijke reis van het Benedict Genootschap door T.L Stewart

‘Wij maken de reis die ik jullie heb beloofd zo snel mogelijk’, roept meneer Benedict de kinderen nog snel achterna als ze naar de kamer van Constance gaan .

‘s Avonds zitten de vrienden op de kamer van Constance. ‘We gaan voorlopig niet meer op avontuur zonder onze ouders!’, brengt Rens uit met een zucht. ‘Dan moet je gaan slapen’, antwoord Constance knorrig. Ze kenden de Rens, Kat en Chip Constance weer.

Meneer Benedict zat dagenlang op zijn werkkamer om een nieuwe tocht uit te zetten. Als meneer Benedict aan tafel kwam om te eten probeerden de kinderen hem uit te horen, maar meneer Benedict antwoordde: ‘Geduld kinderen, heb nog geduld. Je komt er vanzelf wel achter’.

Meneer Benedict en de ouders van de kinderen hadden afgesproken dat iedereen nu mee ging op reis.

Na een paar dagen vertrekt meneer Benedict om alle aanwijzingen en puzzels te verstoppen op de route. ‘Jullie mogen over twee dagen beginnen met zoeken naar de eerste aanwijzing. De eerste aanwijzing ligt ergens in het huis verstopt. Jullie moeten deze eerst vinden, hier staat een raadsel op. Als jullie die hebben ontcijferd weten jullie welke kant jullie op moeten.

De kinderen houden die twee dagen hun ogen goed open om te kijken of ze ergens een aanwijzing zien liggen in het huis.

Na de twee dagen die ze moesten wachten, gaan ze echt zoeken naar de aanwijzing. Ze beginnen met alle boeken binnenstebuiten te keren, zo hadden ze hun vorige aanwijzing immers gevonden.

Het duurt drie dagen totdat ze alle boeken binnenstebuiten hebben gekeerd. Ze vinden niet in de boeken. Ze doorzoeken het hele huis. Maar vinden nog steeds niets.

‘Ik snap er niets van’, zegt Kat. ‘Zou hij hem vergeten zijn te verstoppen’, zegt Chip. Rens loopt te ijsberen door de kamer van Constance. Dan stopt hij. ‘We hebben niet heel het huis doorzocht!’ ‘Jawel’, roept Constance. ‘Nee, we zijn het doolhof vergeten’.

Ze renen met z’n vieren nar het doolhof om te kijken of ze ergens een aanwijzing zien liggen. En ja hoor, daar ligt de aanwijzing. De aanwijzing luidt.
Jullie zoeken naar een stad met Kat haar naam.
Zoek niet alleen hier in Engeland.