De laatste maîtresse door Lucas Zandberg

Beoordeling 9
Foto van een scholier
Boekcover De laatste maîtresse
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 3093 woorden
  • 15 januari 2011
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 9
2 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Lucas Zandberg
Genre
Geschiedenis
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2010
Pagina's
237
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De laatste maîtresse
Shadow
De laatste maîtresse door Lucas Zandberg
Shadow
Informatie over titel

Auteur: Lucas Zandberg, Titel: De laatste maîtresse, Uitgeverij: Conserve, Plaats van uitgave: Schoorl, Jaar van uitgave: 2010, Druk: eerste, Aantal bladzijden: 237

Genre & verdere informatie

De laatste maîtresse is een historische roman. Het is gebaseerd op het leven van Madame du Barry, een in de achttiende eeuw beroemde maîtresse van de Franse koning Lodewijk de Vijftiende. Zij leefde van 1743 tot 1793.

Omslag

Op de voorkant staat een portret van Madame du Barry. Het stamt uit 1782 en is geschilderd door Élisabeth Vigée-Le Brun.

Flaptekst

Parijs, 1760. De zestienjarige Jeanne, de onwettige dochter van een monnik en een naaister, is verstoken van connecties en goede vooruitzichten in een tijd dat vrouwen alleen via het bed carrière kunnen maken. Haar moeder zorgt ervoor dat haar mooie dochter in een exclusief bordeel belandt. Daar wordt Jeanne opgeleid om de hoogst denkbare positie te bereiken: maîtresse van de koning. Aan het frivole hof van Versailles hoeft een vrouw uit het volk echter niet op een hartelijke ontvangst te rekenen. Jeanne wordt geconfronteerd met vijanden, onder wie koningin Marie Antoinette, terwijl ze juist hunkert naar acceptatie. Maar dan breekt de Franse Revolutie uit en stort de wereld waarvan ze zo graag deel wil uitmaken in.

Deze kleurrijke, beeldend geschreven roman is gebaseerd op het ware verhaal van een vrouw die ver boven haar sociale klasse uitsteeg, maar wier schoonheid haar niet behoedde voor haar fatale vertrouwen in de goedheid van de medemens.

Samenvatting

De hoofdpersoon en de ikverteller van deze roman is de Franse Jeanne Bécu. Ze is geboren in 1743 en het verhaal begint in 1760, het jaar dat Jeanne zeventien wordt. Ze treedt uit het klooster, waar ze ongeveer tien jaar lang onderwijs heeft gehad en gaat een onzekere toekomst tegemoet. Ze komt namelijk niet uit een rijke familie en heeft geen goede vooruitzichten.

Met behulp van haar moeder begint Jeanne aan een aantal baantjes. Haar eerste betrekking is assistent van een kapper die haar het vak moet leren. Dit baantje loopt op niets uit omdat de kapper verliefd wordt op haar en dit leidt tot een schandaal. Om de roddels te doen stoppen zorgt Anne er met behulp van Jeannes vader, de voormalige monnik Gomard de Vaubernier, voor dat Jeanne gezelschapsdame wordt van een oude dame in Courneuve, een buitenwijk van Parijs. Eerst gaat dit goed, maar het loopt verkeerd af omdat Jeanne valt voor de avances van de beide zoons van de oude dame. Jeanne wordt ontslagen en keert terug naar Parijs. Ze krijgt een nieuwe baan, ook weer met behulp van haar vader, en gaat werken in een modehuis. In feite is dit echter een bordeel waar rijke mannen in contact komen met mooie meisjes. Tijdens haar werkzaamheden ontmoet ze Madame de Pompadour, de maîtresse van de koning. Het is een toevallige ontmoeting, waar Jeanne niet al te veel aandacht aan besteedt. Ze weet nog niet dat ze de opvolger van de Madame zal worden.

Op aanraden van haar moeder, die zelf een graantje hoopt mee te pikken van Jeannes succes bij mannen, verslijt Jeanne het ene vriendje na het andere. Ze neemt geschenken van deze mannen in ontvangst, maar met geen van de jongens leidt het tot een serieuze relatie. Als ze begin twintig is, komt Jeanne in contact met de graaf Jean-Baptiste du Barry, die er een bordeel op nahoudt. Jean-Baptiste en Jeannes moeder besluiten samen dat Jeanne een opleiding tot maîtresse krijgt, zonder dat Jeanne dit zelf door heeft. Jeanne wordt gastdame in de privéhuizen die Jean-Baptiste heeft. Als Madame de Pompadour in 1764 sterft, komt Jean-Baptiste op het idee dat Jeanne een goede koninklijke maîtresse zou zijn. Hij brengt haar in contact met de oude hertog Richelieu, die er op zijn beurt weer voor zorgt dat Jeanne toegang krijgt tot het hof van Versailles. Na een mislukte poging wordt in 1768 een ontmoeting gearrangeerd met de ouder wordende koning, met wie het ondanks het leeftijdsverschil meteen klikt. Ze wordt naar zijn slaapkamer gebracht en gaat meteen met hem naar bed. De koning, Lodewijk de Vijftiende, is meteen verzot op haar.

Jeanne gaat vanaf dat moment vaak naar Versailles, maar ze mag niet in het openbaar met de koning worden gezien omdat ze niet van adel en niet getrouwd is. Volgens de etiquette kan een vrouw alleen koninklijke maîtresse worden als ze aan die twee voorwaarden voldoet. Dit levert een probleem op als de koning, die net weduwnaar is geworden, meent dat Jeanne wel van adel is. Als Lodewijk ontdekt dat het niet zo is, wil hij dat er meteen een oplossing wordt gevonden. Jean-Baptiste heeft een lelijke, ongetrouwde broer die tegen betaling naar Parijs komt en met Jeanne trouwt. Dankzij dit huwelijk wordt Jeanne gravin, maar nog steeds wordt ze niet geaccepteerd. Ze mag zich namelijk niet in het openbaar naast Lodewijk vertonen zolang ze niet officieel is gepresenteerd aan het hof. De drie ongetrouwde dochters van de koning verzetten zich tegen Jeannes komst en zorgen ervoor dat iedereen haar negeert. Uiteindelijk komt het toch nog goed met de presentatie: Jeannes schaarse vrienden aan het hof kopen een arme, in de schulden geraakt gravin om om haar officieel te presenteren.

Jeanne mag zich nu officieel maîtresse en titre noemen, een hoge functie die haar allerlei bevoegdheden geeft. Zo bepaalt ze wie er wel en niet toegang tot Lodewijk heeft en mag ze hem tutoyeren. Ze heeft weinig politieke invloed en ambieert dit ook niet, maar ze zorgt er wel voor dat een populaire minister ten val komt, enkel en alleen omdat hij haar negeert. Daar staat tegenover dat ze veel goede daden verricht. Hoewel ze erg extravagant is, grijpt ze een paar keer in als ze hoort dat onschuldige mensen dreigen te worden geëxecuteerd. Zo redt ze een deserteur het leven. Lodewijk overlaadt haar met geschenken en ze krijgt een gigantische toelage. Ook schenkt hij haar Louveciennes, een villa waar zij zich kan terugtrekken. De relatie tussen Jeanne en Lodewijk gaat niet altijd over rozen: de koning is een neerslachtige man die veel over de dood mijmert en zijn koningschap niet meer ziet zitten. Het is aan Jeanne om hem steeds opnieuw op te vrolijken, een taak die haar zwaar valt.

Geaccepteerd aan het hof wordt ze echter alleen door de koning en een paar loyale vrienden. De adel kijkt op haar neer vanwege haar lage afkomst en dit wordt nog erger als de kroonprins, de suffe kleinzoon van de koning, trouwt met de Oostenrijkse aartshertogin Marie Antoinette. Jeanne doet een vergeefse poging vriendinnen te worden met Marie Antoinette. Gesteund door de drie dochters van de koning negeert Marie Antoinette de koninklijke maîtresse en dit leidt tot een diplomatieke rel tussen Frankrijk en Oostenrijk, waarbij Marie Antoinette het onderspit delft. Ook bij het volk is Jeanne impopulair. Ze vinden dat zij haar klasse verraadt door een relatie aan te gaan met de koning.

Rond 1774 holt de gezondheid van de koning ineens achteruit. Hij is begin zestig en hij is de laatste jaren dikker geworden. Hij krijgt last van waterpokken, een kwaal waarvan hij zelf denkt dat hij er immuun voor is, en belandt op zijn sterfbed. Jeanne waakt ’s nachts aan zijn bed en weet dat het einde in zicht is. Ze weet dat ze spoedig Versailles zal moeten verlaten. Lodewijk is diep van binnen een gelovig man en hij is bang voor zijn zielenheil als hij er een maîtresse op na blijft houden. Met Jeanne aan zijn zijde kan hij geen absolutie krijgen. Daarom zendt hij Jeanne weg van het hof en verbant haar naar een klooster.

Terwijl Jeanne onderweg is naar een klooster, dat als een soort gevangenis dient, sterft de koning. Hij wordt opgevolgd door Lodewijk de Zestiende en Marie Antoinette. Het nieuwe koningspaar heeft een grote hekel aan Jeanne en ze zorgen ervoor dat zij lang gevangen zit in het klooster. In het klooster probeert Jeanne er het beste van te maken en ze wint de nonnen, die eerst erg afstandelijk zijn, voor zich. Ze wordt ook bezocht door Hercules, een hertog die ze op Versailles heeft ontmoet. Na een jaar is haar gevangenschap voorbij en mag ze terug naar Louveciennes. Ze gaat nu een rustige periode tegemoet. Ze trekt zich terug op Louveciennes en krijgt een relatie met Hercules. Met haar bekendheid is het voorbij. Ze mag niet meer op Versailles komen en het volk maakt zich nu vooral druk om de financiële uitspattingen van Marie Antoinette. Doordat Hercules een serie hoge functies binnen de regering bekleedt weet Jeanne nog wel wat zich aan het hof afspeelt, zonder dat ze zich ermee bemoeit of macht heeft.

Na Jeanne’s 45ste verjaardag gaat het almaar slechter met Frankrijk. Er komen een paar extreem koude winters en er is onvrede over de aristocratische regering. In 1789 vindt de bestorming van de Bastille plaats en veel leden van de adel ontvluchten het land, maar Jeanne en haar vrienden onderschatten de situatie en blijven in Frankrijk. Jeanne is erg populair geworden in het dorp rondom Louveciennes. Ze doet daar aan liefdadigheid en waant zich veilig. In het begin lijkt de situatie stabiel. Jeanne neemt zelfs deel aan een viering om stil te staan bij de bestorming van de Bastille. Vanaf een afstand houdt ze de toestand in Parijs in de gaten, maar ze is vooral bezig met haar bezittingen. Dieven breken bij haar in en stelen haar juwelen. Als de juwelen vervolgens opduiken in Engeland, reist Jeanne een paar keer naar Londen om de rechtszaak bij te wonen, waardoor veel zaken aan haar voorbijgaan. Ze onderschat volkomen hoe gevaarlijk het is geworden om in Frankrijk te blijven. In 1792 wordt haar vriend Hercules gevangen genomen en ze bezoekt met in de gevangenis. Als hij wordt verplaatst naar Parijs, valt een woedende menigte het konvooi aan en wordt Hercules vermoord. De menigte smijt vervolgens Hercules’ hoofd door Jeannes raam naar binnen. De dood van haar vriend is een grote klap voor Jeanne. Ze krijgt het voor elkaar een visum te krijgen naar Engeland en blijft daar langer dan is toegestaan.

Als ze in Londen is, komt het nieuws dat Lodewijk de Zestiende is onthoofd. Dit bericht schokt Jeanne ontzettend, maar toch besluit ze kort daarop naar Frankrijk terug te keren om haar bezittingen veilig te stellen. In Louveciennes is echter een Engelsman neergestreken, die erop gebrand is Jeanne ten val te brengen. Dankzij hem wordt Jeanne een paar maanden na terugkomst gearresteerd en opgesloten in een vrouwengevangenis. Het is dan eind 1793 en vele mensen belanden onschuldig onder de guillotine omdat de revolutionaire regering een einde wil maken aan de aristocratie. Jeanne blijft ervan overtuigd dat het recht zal zegevieren en ze zal worden vrijgelaten, zelfs als Marie Antoinette eind oktober wordt onthoofd. Wekenlang gebeurt er niets en het lijkt erop dat de rechtbank het te druk heeft en dat ze Jeanne zijn vergeten. Daar komt een einde aan als Jeanne een brief schrijft aan de openbaar aanklager in de naïeve hoop dat hij haar zal vrijlaten. Vanaf dat moment raakt het in een stroomversnelling. Jeanne wordt voor het gerecht gesleept en er volgt een proces waarbij de uitkomst van tevoren vaststaat. Als gehate voormalige maîtresse heeft ze geen schijn van kans aan de guillotine te ontkomen en bovendien aast de revolutionaire regering op haar bezittingen. Na een schijnproces dat nog geen twee dagen duurt wordt Jeanne ter dood veroordeeld. Vertegenwoordigers van de rechtbank maken haar wijs dat haar leven misschien wordt gespaard als ze vertelt waar ze bepaalde bezittingen heeft verstopt. Jeanne trapt in de val en legt een verklaring af, maar meteen daarna wordt ze alsnog naar de guillotine gebracht. In tegenstelling tot het gros van de veroordeelden gaat Jeanne haar einde gillend tegemoet. Dat zijn de massaal toegestroomde toeschouwers niet gewend en ze wenden hun hoofd beschaamd af.

Tijd

Het verhaal is chronologisch geschreven. Het verhaal begint in 1760 en eindigt in 1793. In de hoofdstukken wordt wel soms van de ene tijd naar de andere verwezen, bijvoorbeeld als er over de jeugd van Jeannes moeder wordt gesproken, maar dit zijn meer mijmeringen dan echte flashbacks.

Ruimte

Het verhaal speelt zich voornamelijk af in en rondom Parijs. Er wordt een beeld van de Franse hoofdstad gegeven dat anders is dan nu. Parijs wordt beschreven als een middeleeuwse stad met veel nauwe modderpaden. De schrijnende armoede van het gewone volk komt duidelijk naar voren in de beschrijvingen van hun woningen en vormen een schril contrast met de rijkdom van de diverse paleizen en villa’s. De paleizen Versailles en Fontainebleau komen veelvuldig aan bod. Een paar scènes spelen zich af in Londen.

Hoofdpersoon

De hoofdpersoon van De laatste maîtresse is Jeanne. Zij vertelt het hele verhaal vanuit haar perspectief en ze is het belangrijkste personage. Ze is vrij goedgelovig en vertelt het verhaal op een manier die bij die zienswijze past. Ze onderschat de ernst van situaties vaak volkomen, vooral tijdens de Franse Revolutie, en gelooft steeds in de goedheid van de medemens. Daardoor heeft ze elementen van een onbetrouwbare verteller, hoewel ze dit niet opzettelijk doet. Tussen de regels door heb je als lezer door dat het anders zit dan Jeanne voorspiegelt.

Jeanne ontwikkelt zich als karakter. In het begin van het verhaal is ze een lief meisje dat gauw tevreden is. Als ze maîtresse wordt van de koning, wordt ze hooghartig en gedraagt ze zich als een verwend kind. Dat verandert als ze haar positie verliest. Jeanne wordt een stuk eenvoudiger en is met minder tevreden. Ze probeert ook met haar tijd mee te gaan en laat zich beïnvloeden door de ideeën van de Verlichting.  Geaccepteerd worden is een belangrijke drijfveer in haar leven. Haar naïviteit verliest ze evenwel nooit.

Belangrijkste bijfiguren

Anne (de moeder van Jeanne) - zij komt uit een arme familie en wil per se hogerop komen. Zelf lukt dat haar niet en daarom stuurt ze erop aan dat Jeanne carrière als maîtresse maakt, zodat zij zelf een graantje van het succes van haar dochter kan meepikken. Ze komt egoïstisch over, maar de band tussen moeder en dochter is toch goed.

Lodewijk de Vijftiende - een tragisch figuur. Hij ziet het leven eigenlijk niet meer zitten en lijkt verliefd te zijn op de dood. Hij weet dat het volk teleurgesteld is in hem en heeft de moed opgegeven een goede koning te zijn.

Hercules - hij wordt Jeannes minnaar in de laatste helft van haar leven. Hij is de liefde van haar leven. Hij is plichtsgetrouw en komt aardig over. Echt uitgediept wordt dit figuur niet.

Jean-Baptiste - de man die Jeanne ontdekt en haar opleidt tot maîtresse. Hij is extreem ambitieus, maar ook zwak en inefficiënt. Zijn zwakte blijkt vooral uit zijn gokverslaving die ervoor zorgt dat hij nooit écht rijk wordt, hoeveel geld hij ook verdient.

Marie Antoinette - de toekomstige en later onthoofde koningin wordt alleen als jonge kroonprinses opgevoerd. Ze is verwend en is ouderwets ingesteld. Ze laat zich beïnvloeden door de dochters van Lodewijk de Vijftiende en kijkt neer op Jeanne. Veel meer komt de lezer niet te weten over haar motivaties. Marie Antoinette staat vooral symbool voor Jeannes wens om geaccepteerd te worden. Zelfs als allang duidelijk is dat Marie Antoinette niets van haar wil weten, blijft Jeanne hopen op acceptatie.

Spanning

Doordat Jeanne het verhaal beschrijft op een naïeve toon ontstaan er open plekken. Je weet dat zij vaak verkeerde keuzes neemt. Daardoor vermoed je als lezer dat dit ergens toe zal leiden en dit wekt spanning op.

Structuur

De roman bestaat uit vier delen. Deel I (blz. 7 t/m 84) heet Parijs en gaat over de tijd waarin Jeanne wordt opgeleid tot maîtresse. Deel II (blz. 85 t/m 147) heet Versailles en gaat over haar tijd als koninklijke maîtresse. Deel III (blz. 148 t/m 225) heet Louveciennes en gaat over de jaren waarin Jeanne een teruggetrokken leven leidt en de Franse Revolutie. Het korte deel IV (blz. 227 t/m 236) gaat over Jeannes gang nar de guillotine.

Vertelsituatie en perspectief

De roman wordt verteld vanuit de ik-vorm. Je maakt alles mee door de ogen van Jeanne en leest over haar gevoelens en gedachten. Doordat ze erg aardig overkomt, is het gemakkelijk om met haar mee te leven. Uit een korte brief op blz. 237 blijkt dat bepaalde gedeelten van de roman zijn aangevuld door een vriendin van Jeanne omdat Jeanne anders haar executie niet had kunnen vertellen vanuit de ik-vorm.

Thema

De roman geeft een beeld van de jaren voorafgaand aan de Franse Revolutie en de gebeurtenissen tijdens de Terreur. Door het te beschrijven vanuit het perspectief van een meisje uit het volk wat later adellijk wordt, wordt de geschiedenis van meerdere kanten belicht. Dit levert een genuanceerd beeld op van deze periode.

Alle personages hebben echt bestaan. Het is dan ook een hervertelling van deze geschiedenis.

Opkomst en ondergang lijkt een belangrijk thema te gaan. Dit heeft betrekking op het personage van Jeanne zelf, maar ook op de wereld rondom haar. De aristocratie zal verdwijnen door de Franse Revolutie.

Mijn mening

De laatste maîtresse is een boeiende hervertelling van een geschiedenis die ik vooral van jaartallen kende. Heel bijzonder vond ik dat de gebeurtenissen van de Franse Revolutie nu eens vanuit een ander perspectief werden beschreven. Door deze roman veel te lezen heb ik veel geleerd over de gebeurtenissen die tot de revolutie hebben geleid en waarvan ik weinig wist. De historische informatie wordt gedoseerd gebracht, waardoor je nooit het idee hebt dat je een te ‘geschiedenisachtig’ verhaal zit te lezen.

De roman is geschreven in een vlotte stijl en is qua structuur heel gemakkelijk te volgen. Het woordgebruik is wat ‘deftig’ en dit past bij de tijd waarin het verhaal zogenaamd is geschreven (18e eeuw). Jeanne is een erg naïeve verteller, maar dit stoort niet. Het zorgt er juist voor dat je meer met haar gaat meeleven, vooral in het laatste deel van de roman.

Een minpunt vond ik dat sommige personages zomaar uit beeld verdwijnen. Een voorbeeld hiervan was Jean-Baptiste die in het eerste deel veel aan bod komt, maar die daarna ineens uit het verhaal verdwijnt. Dat neemt niet weg dat De laatste maîtresse een erg boeiende historische roman is, die stilistisch goed in elkaar steekt en veel literaire kwaliteiten bezit.

Over de schrijver

Lucas Zandberg werd in 1977 geboren in Langezwaag, een klein dorp in Friesland. Hij woont nu in Groningen. In 2007 kwam zijn eerste roman uit, Sisi’s winterlied. De laatste maîtresse is zijn tweede roman. Hij schrijft mee aan lesboeken, schrijft artikelen voor tijdschriften en geeft les aan de Hanzehogeschool.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.