Samenvatting
Een dief die veel zelf vertrouwen heeft, overnacht bij een boer in Amsterdam. De boer vertrouwd de man wel en besluit om samen met hem de volgende dag naar Amsterdam te gaan. De verhalen die de boer aan de man heeft verteld kan de dief wel wat mee.
Hij steelt ‘s nachts de koe van de boer waar hij slaapt en gaat met die koe naar Amsterdam toe. Na een tijdje bindt hij het dier aan de hooiberg vast en gaat slapen, zodat hij de volgende dag fit is. De boer heeft niet gemerkt dat een van zijn koeien is gestolen. De volgende dag gaat de dief met de boer mee naar Amsterdam. De dief haalt de koe erbij en verteld dat hij die heeft gekregen van een aanbetaling op een rekening die iemand open had staan bij hem . De boer gelooft het verhaal van de dief en bespreekt met hem dat hij voor hem de koe gaat verkopen. Ze spreken af om een bepaalde tijd elkaar weer te ontmoeten bij de herberg in Amsterdam. De dief is zoals afgesproken in de herberg om die tijd. Als de dief bij de hooiberg aankomt staan er 2 andere mensen, een vriendin van de boer, Giertje en Joosje de optrekker van de boer. Onder tussen komt de boer ook aangelopen. Als de boer met het goeie nieuws bij de dief komt dat de koe is verkocht bied de dief de 3 personen een maaltijd aan. Om het eten op te halen leent hij de schotels van Giertje en de jas van Joosje. De dief vertrekt en komt niet meer terug. Wanneer de zoon van de boer komt melden dat de koe weg is merken de drie het bedrog op. De dief heeft handig gebruik gemaakt van de goedgelovige van het drietal.
mening
Ik vond het boek een komisch boek omdat de meest vreemde dingen in staan dat ik persoonlijk erg grappig vind. Voorbeeld: “Nee,
vader, ik ben geen oude schoen waar je zo in kunt stappen.”
ik vond het ook wel een beetje een raar boek omdat de boer niet doorhad dat het een van zijn koeien was die hij ging verkopen. De boer zij ook dat hij nog nergens z’on mooie koe had gezien als deze, ook niet bij zichzelf in de stal. Een boer herkent zijn eigen koe toch wel?.
Alle personages waren typen want het boek was te dun om een eigen karakter te hebben.
Dat is wel jammer, want als ze wel karakters waren was het boek minder voorspel baar, maar aan de andere kant vind ik het wel erg logisch, want doordat alle personages een soort stereotype waren kon de boodschapen erg makkelijk en zeer duidelijk overkomen.
Personen
Gijsje (de gauwdief)
Gijsje is de dief in dit verhaal, maar ziet zichzelf niet zo, want wat de anderen doen voor werk kun je ook niet echt trots op zijn, want het werd niet als diefstal gerekend als je vals speelt met kaarten. Hij komt erg betrouwbaar over: hij heeft een bijdehante uitstraling en hij weet zijn streken zo te verpakken dat ze heel aannemelijk zijn. Hij besteelt zowel de boer als de optrekker en de waardin met zijn mooie praatjes.
Dirk Thijssen (de boer)
Dirk is een kortzichtige boer die veel te veel gelooft dat alle mensen goed zijn. Hij gelooft meteen als de dief zegt dat het zijn koe is en dat hij hem van een af betaling kreeg, Hij twijfende eerst wel maar geloofde het daarna wel. De boer wil ook graag dat iedereen in de werled werd als hij, bijvoorbeeld Dat kan je bijvoorbeeld zien aan dat hij vaak iemand een preek geeft int Frans (waar ik niks van snap dus kan ik niet zeggen wat hij dan zegt), waar niemand daadwerkelijk naar luistert, maar de gauw dief maakt er gebruikt van om weg te gaan. Dirk heeft wel gevoel voor humor, want als hij merkt hoe hij bestolen is
door de gauwdief, kan hij wel om zijn eigen domheid lachen.
Giertje (de waardin)
Giertje is de waardin van de herberg ‘Het swarte paert’. Ze is bijdehand maar weet dat veel mannen een oogje op haar hebben maar die weet ze op afstand te houden. Ze weet het zo te doen dat ze niet opvalt. Ze is een aardige vrouw zolang je maar betaald en als je niet meer betaald dan is ze ineens niet meer zo aardig. Want ze is gek op geld. haar naam pas er ook wel een beetje bij. Want hoeveel mannen er met haar naar bed willen kan ze makkelijk nee tegen zeggen. Ze is namelijk getrouwd met een man. En ook al is haar man op het moment afwezig en zij zal hem nooit bedriegen.
Joosje (de optrekker)
Joosje heeft ruzie met zijn vrouw als hij naar de herberg van Giertje gaat om zich te bedrinken en eigenlijk ook om de waardin voor zich te winnen, waarin hij hopeloos mislukt. Hij is zwak en heeft de drank nodig om het leven (en zijn vrouw) aan te kunnen. Zijn motto is om nooit te
trouwen, want dat brengt alleen maar ellende, en hij kan het weten (zegt hij).
Keesje (het zoontje van de boer)
keesje is de zoon van boer dirk. Keesje is niet heel groot en heeft een piepstemmetje. Dat is de reden waarom andere kinderen hem pesten. Keesje is een echt papa kindje en huilt altijd bij hem uit maar toen de koe weg was en zij het tegen zijn vader toen ging hij ook bij hem uithuilen. Niet zo heel subtiel dus.
20 Oud-Nederlandse woorden naar het Nederlands van nu:
Schijnt=lijkt
Verkoopen=verkopen
Gy=jij
Avend=avondStucken =stukken
Kruyck=Kruik
Sonder=zondereen optrecker=een pierewaaier
Lacedemoniers=grieken
Wisselaers=wisselaars
Paerden=paarden
Flusjes=dat
Hiet=hier
Knarst=breekt
Natturelycken=aangelegd
Seundaaghs=zonda
Maech=vriend
Uyt=op
Wijfà=vrouw
Koeyenà=koeien
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden