"Razend, in zijn gitzwarte ogen stonden grote tranen. Zijn handen verraadden aanstormend geweld: 'Wie heeft er in de kast gezeten? Jij? Jij? Of jij?' Mijn één na oudste broer sprak met een bevend en benauwd stemmetje: 'Ik, Vati...' Hij begon mijn broer te schoppen, te slaan. Mijn moeder kwam tussenbeide. Stoelen door de ramen, gebroken schotels en schalen, pleisters en blauwe ogen. Het duurde deze keer heel lang. Hij sloeg almaar door en schreeuwde: 'En wat heb je gezien! Wat heb je gezien?' Het gehele huiskamerinterieur lag ontredderd door elkaar. Mijn broer, die met zijn hoofd op een omgekeerde stoel lag, hakkelde huilend: 'Allemaal naakte dode mensen in kuilen. Prikkeldraad. Concentratiekampen, honden en militairen. Rijen naakte mensen op perrons. Waarom bewaart u dat allemaal?' Mijn vader leunde tegen een kast, mijn moeder zat ineengedoken aan tafel en snikte: 'Zo kunnen we toch niet doorgaan! Waarom moeten de jongens er nu ook nog onder lijden? We kunnen er toch allemaal niets aan doen?' Mijn vader was een kleine man. Na een driftaanval leek hij altijd nog kleiner en nog donkerder. Hij verliet de kamer, stommelde de trap op en na een minuut of tien probeerde mijn moeder orde op zaken te stellen. 'Zeg maar niks meer jongens. Kom, we ruimen de boel op. Zonde van die mooie schaal. Laten we maar een glaasje limonade maken. Ik wou dat ik dood was. Hoe lang moet dit nog zó doorgaan?'"
Later in het verhaal blijken vader en moeder gescheiden te zijn, waarna Büch senior nog vier huwelijken aangaat, en zeer rijk wordt. Dat klopt niet erg met de terminale gek uit de jeugdherinneringen en Büch laat hier veel vraagtekens open, al geeft hij een overtuigende beschrijving van een herontmoeting met zijn vader, vele jaren later, als deze met een 18-jarige Deense getrouwd is.
"De kleine, gitzwarte en driftige man was grijs als een duif geworden. Ofschoon hij niet eens zestig jaar oud was, liep hij moeilijk. Hij had twee infarcten achter de rug. Hij werd bemind door een vrouw die mij direct niet lag en met wie hij tortelde als een middelbare-schooljongen."
Het hernieuwde contact duurde maar kort, want Boudewijn's homofilie, drugsgebruik en ander modern gedrag brengen vader in de buurt van zijn derde attaque.
Lerares
Als pendant van de verhouding die hij met zijn vader had, heeft Büch in De kleine blonde dood ook het verhaal willen vertellen van de verhouding van de jonge Boudewijn met zijn lerares Engels, het kind dat daaruit voortkwam en op 5-jarige leeftijd aan een tumor overleed, en de problemen van niet-geaccepteerde homofilie die deze relatie startte en opblies.
Van die twee door elkaar heen lopende verhalen is dat over de vader veruit het sterkst. De schrijver heeft wat afstand genomen, haat en compassie zijn vermengd. Büch senior komt tot leven al blijft hij in veel opzichten een raadsel. In het verhaal over zijn zoontje Micky (de kleine blonde) komt Büch niet verder dan de herinneringen van een trotse vader, en het tussendoor veel gif spuiten in de richting van moeder Mieke (de lerares Engels) die de homofilie van haar partner niet accepteert, zich in de alcohol stort en het kind tekort doet. Een oude controverse wordt hier zichtbaar eenzijdig op papier gezet, een rekening vereffend.
De twee verhalen hebben weinig méér met elkaar te maken dan dat ze allebei kennelijk autobiografisch zijn. En omdat ze beide sterk genoeg zijn een héél boek te dragen, hindert het een de ander in De kleine blonde dood.
Dat is jammer. Een ander probleem is dat Büch's literaire preoccupatie hem onzeker maakt over de kwaliteit van zijn eigen schrijverschap. Dat is merkbaar aan de vele tussenzinnen waarin hij nog eens extra duidelijk maakt wat hij in het voorafgaande al beschreven heeft.
Als Boudewijn uiteindelijk besloten heeft Micky te laten overlijden door akkoord te gaan met het stopzetten van de apparaten die het kind in leven houden, eindigt hij dat volstrekt overtuigende en verdrietige relaas met 'Toen ik thuis de keuken binnenkwam, kreeg het leed dimensies waarover ik nooit heb kunnen schrijven.'
Zo'n zin mag eigenlijk niet in een boek voorkomen, want het is dan te vroeg geschreven. Voor een deel van deze roman, met name de geschiedenis van Micky, geldt dat zonder meer. Maar het verhaal over vader Büch lijkt me moeilijk te verbeteren.
http://www.hansvervoort.nl/index.php?page=3&articleId=4
Büch, Boudewijn
Boudewijn Büch leest uit De kleine blonde dood
1995
De Stem
24-11-1995
Johan Diepstraten
Een puzzelrit zonder einddoel
Nederlands
De kleine blonde dood van Boudewijn Büch kreeg tien jaar geleden bedroevend slechte kritieken. Het tragische en ontroerende verhaal over de dood van het zoontje Micky was in de ogen van de toenmalige critici banaal en goedkoop. Er werd in de roman niets verbeeld en Büch kreeg het verwijt dat hij op effectbejag uit was. Wie net als Büch, Leon de Winter of Anna Enquist realistisch proza schrijft, kan tot op de dag van vandaag rekenen op dit soort verwijten. En de lezer die onder de indruk raakt van het beschreven drama, krijgt van de beroepscritici te horen dat hij tot de simpele zielen behoort 'die het merendeel van de twintigste-eeuwse literatuur hebben overgeslagen'. De mate van populariteit bij het 'grote publiek' is omgekeerd evenredig aan de waardering in de culturele bijlages. Het zal Büch een zorg zijn hoe hij in de officiële handboeken terechtkomt. Voor de jubileumuitgave van De kleine blonde dood is hij zijn critici geen millimeter tegemoet gekomen: het oorspronkelijke manuscript heeft hij gehandhaafd en met twee hoofdstukken uitgebreid. De eerste toevoeging is een herinnering aan Onkel Jakob, slachtoffer van de medische experimenten van de nazi's en 'in staat van totale gekte' ergens in Duitsland aangetroffen. De tweede uitbreiding gaat over de kantoorboekhandel Wisse waar de hoofdpersoon vaak met zijn vader was te vinden. Gedrevenheid Het is nog maar de vraag of deze extra pagina's meer evenwicht aan de roman geven en ook daadwerkelijk iets toevoegen. Het blijven schaven aan de roman, tien jaar na dato, zegt eerder iets over de obsessies van Boudewijn Büch en zijn gedrevenheid om het onmogelijke in boekvorm weer te geven. Want onmogelijk is het om het definitieve boek te schrijven over zo veel menselijk verdriet: de vader van Büch kwam getraumatiseerd uit de oorlog, het huwelijk van zijn ouders werd een ramp en de kleine Boudewijn werd op tienjarige leeftijd naar het gekkenhuis gestuurd. Op latere leeftijd ging het ook mis: Boudewijn bleek homoseksueel te zijn, maar werd toch verleid door zijn lerares Engels, Mieke. Het zoontje dat uit deze verhouding geboren werd, overleed op vijfjarige leeftijd aan een hersentumor. In De kleine blonde dood wisselt Büch het verhaal met herinneringen aan zijn vader af met de lotgevallen van zijn zoontje en de altijd dronken Mieke. Vreemd is die obsessie, nu langzaam maar zeker het vermoeden bestaat dat Büchs vaderschap verzonnen is. In een interview (Elsevier, 1991) gaf Büch als commentaar: 'Je vraagt toch ook niet of Hamlet bestaan heeft? De vraag wat er van mijn boeken waar is en wat verzonnen, vind ik hoogst onliterair. Per definitie is er niets van waar. Daarom staat er ook roman boven.' Variant In al zijn boeken vertelt Boudewijn Büch hetzelfde verhaal maar telkens weer iets anders. Ook zijn nieuwe roman, Geestgrond, is de zoveelste variant van deze al dan niet verzonnen autobiografie. In het eerste hoofdstuk is Boudewijn Büch de hoofdpersoon, maar hij laat al snel weten dat het beter is om zijn eigen verhaal te verlaten en dat hij verder schrijft 'over de gedachten en handelingen van Winkler Brockhaus'. Honderd pagina's later is de lezer aangekomen op de dag dat het verhaal de derde persoon niet langer verdraagt. De schrijver neemt het weer over. Het zal wel niet de laatste keer zijn dat Büch varieert op de bekende thema's, maar in Geestgrond begint het er toch op te lijken dat hij een definitieve balans opmaakt. Nog één keer schrijft hij over zijn vader die na 'een zelfgekozen dood' plotseling in de duisternis verdween. Daarmee begon voor Büch 'een reis die nu al vijfendertig jaar duurt en die meer op een puzzelrit zonder einddoel is gaan lijken ' Teder In zijn vorige roman Het bedrog liet de vader zijn zoon beloven nooit iets kwaads te zullen schrijven of zeggen over die momenten dat ze samen waren. Voor die momenten werd Rainer Brockhaus uit de ouderlijke macht ontzet en nu in Geestgrond laat Büch zoon Winkler denken: 'Hij had behalve met zijn vader nog nooit met iemand de liefde bedreven.' Natuurlijk was zijn vader een ziek en gestoord beest, maar Winkler denkt louter terug aan dat ene half uur 'waarin ik ben liefgehad, gestreeld en warm ben geworden.' Dat gebeurde op de geestgronden achter de duinen vandaar de titel - en alles wat teder aan Winkler is, ligt in dat landschap besloten. Het leven, zo weet de veertigjarige Winkler, wordt steeds nuttelozer, maar de dood lacht hem ook niet toe. 'Toen hij dat stadium van uitzichtloze tweeslachtigheid bereikt had, realiseerde hij zich ten volle dat hij de volmaaktheid van de melancholie aan het naderen was.' Dat is een groot, maar niet zichtbaar verdriet. En geen psychiater kan hem helpen. Zelfbeklag De herinneringen aan zijn vader en aan Mieke wisselt Büch af met gesprekken met de psychiater die Winkler Brockhaus probeert 'te genezen' van zijn zwaarmoedigheid en van zijn zelfbeklag. Dat laatste is nieuw in het werk van Büch: niet eerder schreef hij over de mogelijkheid om de tragische gebeurtenissen te gebruiken als een gemakkelijke uitweg voor zijn eigen treurigheid. Ook nieuw in Geestgrond is dat Büch de twee verhaallijnen uit De kleine blonde dood koppelt: nu blijkt dat de vader en de moeder van het gestorven zoontje een geheimzinnig verbond hadden gesloten. Op haar sterfbed onthult Mieke dat de vader hoopte dat Winkler van dat jongensgedoe af zou komen als zij hem zou versieren. Het zijn ontwikkelingen die toch wel erg neigen naar een Goede Tijden Slechte Tijden-niveau, maar misschien, zo lijkt Büch te betogen, is het leven wel zoals het in soap-series wordt voorgesteld. Wie niet gecharmeerd is van het vroegere werk van Büch kan Geestgrond ook maar beter ongelezen laten. Net als in De kleine blonde dood gaat Büch de grote gevoelens, de pathetiek en het effectbejag niet uit de weg. Het enige verschil met vroeger is dat Büch in gesprekken met zijn psychiater daarover uiterst sarcastisch en cynisch doet. Dat maakt Geestgrond, toch bepaald een aardige roman, extra sympathiek.
http://literom.knipselkranten.nl/IndexJs?#2_S_De%20kleine%20blonde%20dood
7 literaire argumenten
Stilistisch argument
‘Of Büch echt schrijven kan, zal later ooit nog wel eens blijken. In dit verhaal staan nogal wat moeizame zinnen en onnodige terzijden, maar die vallen weg tegen de overdaad van schrijvers' goudmijn.’
Structureel argument
‘ Zijn treurige jeugd en later leed. Onverbloemd autobiografisch beschrijft hij de relatie die hij had met zijn vader en de korte tijd waarin hij zelf de vaderrol vervulde. Büch senior was een Duitstalige jood die voor de oorlog naar Nederland vluchtte en daar trouwde met een Italiaanse emigrante. Tijdens de oorlog verrichtte hij heldendaden die hem veel onderscheidingen opleverden, maar na de bevrijding bleef hij zo door het verleden bezeten dat hij een ramp werd voor het gezin.’
‘Van die twee door elkaar heen lopende verhalen is dat over de vader veruit het sterkst. De schrijver heeft wat afstand genomen, haat en compassie zijn vermengd. Büch senior komt tot leven al blijft hij in veel opzichten een raadsel. In het verhaal over zijn zoontje Micky (de kleine blonde) komt Büch niet verder dan de herinneringen van een trotse vader, en het tussendoor veel gif spuiten in de richting van moeder Mieke (de lerares Engels) die de homofilie van haar partner niet accepteert, zich in de alcohol stort en het kind tekort doet.’
Emotivistisch argument
‘De twee verhalen hebben weinig méér met elkaar te maken dan dat ze allebei kennelijk autobiografisch zijn. En omdat ze beide sterk genoeg zijn een héél boek te dragen, hindert het een de ander in De kleine blonde dood.’
‘Zo'n zin mag eigenlijk niet in een boek voorkomen, want het is dan te vroeg geschreven. Voor een deel van deze roman, met name de geschiedenis van Micky, geldt dat zonder meer. Maar het verhaal over vader Büch lijkt me moeilijk te verbeteren.’
Vernieuwingsargument
‘Voor de jubileumuitgave van De kleine blonde dood is hij zijn critici geen millimeter tegemoet gekomen: het oorspronkelijke manuscript heeft hij gehandhaafd en met twee hoofdstukken uitgebreid. De eerste toevoeging is een herinnering aan Onkel Jakob, slachtoffer van de medische experimenten van de nazi's en 'in staat van totale gekte' ergens in Duitsland aangetroffen. De tweede uitbreiding gaat over de kantoorboekhandel Wisse waar de hoofdpersoon vaak met zijn vader was te vinden. Gedrevenheid Het is nog maar de vraag of deze extra pagina's meer evenwicht aan de roman geven en ook daadwerkelijk iets toevoegen. Het blijven schaven aan de roman, tien jaar na dato, zegt eerder iets over de obsessies van Boudewijn Büch en zijn gedrevenheid om het onmogelijke in boekvorm weer te geven.’
‘Ook zijn nieuwe roman, Geestgrond, is de zoveelste variant van deze al dan niet verzonnen autobiografie. In het eerste hoofdstuk is Boudewijn Büch de hoofdpersoon, maar hij laat al snel weten dat het beter is om zijn eigen verhaal te verlaten en dat hij verder schrijft 'over de gedachten en handelingen van Winkler Brockhaus'. Honderd pagina's later is de lezer aangekomen op de dag dat het verhaal de derde persoon niet langer verdraagt. De schrijver neemt het weer over. Het zal wel niet de laatste keer zijn dat Büch varieert op de bekende thema's, maar in Geestgrond begint het er toch op te lijken dat hij een definitieve balans opmaakt.’
Moreel argument
‘Want onmogelijk is het om het definitieve boek te schrijven over zo veel menselijk verdriet: de vader van Büch kwam getraumatiseerd uit de oorlog, het huwelijk van zijn ouders werd een ramp en de kleine Boudewijn werd op tienjarige leeftijd naar het gekkenhuis gestuurd. Op latere leeftijd ging het ook mis: Boudewijn bleek homoseksueel te zijn, maar werd toch verleid door zijn lerares Engels, Mieke. Het zoontje dat uit deze verhouding geboren werd, overleed op vijfjarige leeftijd aan een hersentumor. In De kleine blonde dood wisselt Büch het verhaal met herinneringen aan zijn vader af met de lotgevallen van zijn zoontje en de altijd dronken Mieke. Vreemd is die obsessie, nu langzaam maar zeker het vermoeden bestaat dat Büchs vaderschap verzonnen is.’
Realistisch argument
‘In een interview (Elsevier, 1991) gaf Büch als commentaar: 'Je vraagt toch ook niet of Hamlet bestaan heeft? De vraag wat er van mijn boeken waar is en wat verzonnen, vind ik hoogst onliterair. Per definitie is er niets van waar. Daarom staat er ook roman boven.' Variant In al zijn boeken vertelt Boudewijn Büch hetzelfde verhaal maar telkens weer iets anders.’
Intentioneel argument
‘Tijdens de oorlog verrichtte hij heldendaden die hem veel onderscheidingen opleverden, maar na de bevrijding bleef hij zo door het verleden bezeten dat hij een ramp werd voor het gezin.’
‘Als pendant van de verhouding die hij met zijn vader had, heeft Büch in De kleine blonde dood ook het verhaal willen vertellen van de verhouding van de jonge Boudewijn met zijn lerares Engels, het kind dat daaruit voortkwam en op 5-jarige leeftijd aan een tumor overleed, en de problemen van niet-geaccepteerde homofilie die deze relatie startte en opblies.
Van die twee door elkaar heen lopende verhalen is dat over de vader veruit het sterkst. De schrijver heeft wat afstand genomen, haat en compassie zijn vermengd. Büch senior komt tot leven al blijft hij in veel opzichten een raadsel. In het verhaal over zijn zoontje Micky (de kleine blonde) komt Büch niet verder dan de herinneringen van een trotse vader, en het tussendoor veel gif spuiten in de richting van moeder Mieke (de lerares Engels) die de homofilie van haar partner niet accepteert, zich in de alcohol stort en het kind tekort doet. Een oude controverse wordt hier zichtbaar eenzijdig op papier gezet, een rekening vereffend.
Van die twee door elkaar heen lopende verhalen is dat over de vader veruit het sterkst. De schrijver heeft wat afstand genomen, haat en compassie zijn vermengd. Büch senior komt tot leven al blijft hij in veel opzichten een raadsel. In het verhaal over zijn zoontje Micky (de kleine blonde) komt Büch niet verder dan de herinneringen van een trotse vader, en het tussendoor veel gif spuiten in de richting van moeder Mieke (de lerares Engels) die de homofilie van haar partner niet accepteert, zich in de alcohol stort en het kind tekort doet. Een oude controverse wordt hier zichtbaar eenzijdig op papier gezet, een rekening vereffend.
De twee verhalen hebben weinig méér met elkaar te maken dan dat ze allebei kennelijk autobiografisch zijn. En omdat ze beide sterk genoeg zijn een héél boek te dragen, hindert het een de ander in De kleine blonde dood.’
Nog één keer schrijft hij over zijn vader die na 'een zelfgekozen dood' plotseling in de duisternis verdween. Daarmee begon voor Büch 'een reis die nu al vijfendertig jaar duurt en die meer op een puzzelrit zonder einddoel is gaan lijken '
Persoonlijke Recensie
Het boek ‘de kleine blonde dood’ is een van de mooiste en meest gelezen boeken van Boudewijn Büch. Het in eerste instantie autobiografisch verhaal over de jeugd en zijn huidige leven. Het tijdsbestek in het boek is dus redelijk groot. Het verhaal wordt door de schrijver zelf verteld en daardoor krijgt de lezer alles heel nauw mee. De oorlog speelt nog een grote rol in de jeugd van Boudewijn, zijn vader heeft er een groot trauma aan overgehouden. Dit heeft grote impact op Boudewijn en het hele gezin. Of het verhaal over het huidige leven van Boudewijn autobiografisch is staat ter discussie. Na de dood van Boudewijn is aan het licht gekomen dat het verhaal over de zoon ‘de kleine blonde dood’ helemaal niet waar is. Het verhaal is totdat Büch stierf dus altijd gezien als een waar en echt gebeurd verhaal. Wanneer je het boek leest komt het zo geloofwaardig over dat de meesten er niet over zullen twijfelen of het wel echt gebeurd is.
Het verhaal is uniek te noemen, zulke merkwaardige gebeurtenissen, vaak helemaal tot in detail beschreven kom je niet gauw tegen. De tekst is uitgebreid geschreven en geen klein detail wordt uitgesloten in het boek. Flashbacks waarbij Boudewijn alles nog in detail beschrijft zijn ook niet uitzonderlijk in het boek. De dingen die Boudewijn in zijn leven te verwerken heeft gekregen zijn zo traumatisch dat je de pijn bijna voelt wanneer je het boek leest. De enige manier om zijn trauma’s deels te verwerken is voor Büch waarschijnlijk geweest door alles op te schrijven. Het boek geeft het beeld van een jongen die al geen makkelijke jeugd heeft gehad en dit loopt over in een bijna nog triester volwassen leven waar Boudewijn zelf bijna geen invloed op uit heeft kunnen oefenen. Misschien zou een belangrijke les zijn na het lezen van dit boek dat je altijd dicht bij jezelf moet blijven en je eigen keuzes moet maken. Of dat het doel is geweest van de schrijver zullen we nooit weten. Maar wanneer je veel interesse voor literatuur hebt is dit een onmisbaar boek wat je zeker gelezen moet hebben !
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
ik ga mijn toetsenbord nu slaan ok 3 2 1 gguokdfsklp
5 jaar geleden
Antwoorden