Schrijver: Boudewijn Büch. Titel: de Kleine Blonde Dood. Genre: psychologisch roman. Keuze: Ik had veel over dit boek gehoord en we hebben de film in de klas gekeken, daarom leek het me leuk om dit boek te gaan lezen. Inhoud: ik vond het een heel mooi boek. Er komen hele leuke, maar ook hele zielige stukjes in voor. Titelverklaring: Dit boek heeft de titel: ”de Kleine Blonde Dood”. Dit is omdat Boudewijn altijd bang was dat er iets met zijn (blonde) zoon Micky zou gebeuren als hij bij zijn dronken moeder Mieke was. Op een dag zegt hij: ”soms schrik ik ’s nachts wakker van het idee dat hij een auto ongeluk krijgt en dan is die kleine blonde dood. ”Mieke antwoordt met: ”De Kleine Blonde Dood, dat is een mooie boektitel.” Samenvatting: Op een dag ging Boudewijn met z’n klas op schoolreisje. Ze zouden naar een speeltuin gaan in Nijmegen en daar ook een stukje over de grens naar Duitsland gaan, maar omdat de vader van Boudewijn oorlogstrauma’s heeft mag Boudewijn van zijn vader absoluut niet in Duitsland komen. Als de klas bij de grens is, vraagt de meester om niet te ver te gaan. Terwijl de andere kinderen in Duitsland waren, bleven Boudewijn en de meester staan wachten. Als Boudewijn een mooie vlinder ziet vliegen holt hij erachter aan om hem te vangen voor z’n vader, die vlinders verzamelt. Als hij hem heeft gevangen komt hij erachter dat hij verdwaald is en misschien wel in Duitsland is. Na een tijdje lopen kwam er een jeep aan met daarin twee Duitse mannen in groene pakken aan. Die brachten hem naar zijn klas. Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn avontuur in Duitsland begint zijn vader hem te slaan en hij maakt de vlinder kapot. Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn vrouw of zijn kinderen als die over de oorlog of over Duitsland hadden. De ouders van Boudewijn vonden dat Boudewijn gek werd van de problemen thuis. Dus stopten ze hem in een gekkenhuis in Brabant. Boudewijn had het er niet naar zijn zin en hij kreeg krankzinnige ideeën als het plegen van zelfmoord. Hij kreeg ook last van buikkrampen. Als hij weer thuis komt gaat hij met zijn moeder naar een arts. Die concludeert dat hij direct behandeld moet worden, omdat hij buikvliesontsteking heeft. In de ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis raakt hij in coma. Een paar weken later toen hij wakker werd kreeg hij van zijn vader mooie cadeaus, waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd hij met open armen ontvangen op zijn lagere school. Jaren later als zijn vader en moeder allang gescheiden zijn, krijgt Boudewijn een kopie van een rouwkaart thuis gestuurd. Op de omslag stond: je vader is overleden. Boudewijns moeder had dit geschreven. De dood van zijn vader greep Boudewijn erg aan, ondanks dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes. Deze brief vindt Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem had aangedaan. Later krijgt Boudewijn te horen dat de brief geschreven is vlak voor de zelfmoord van zijn vader. Boudewijn heeft de brief verbrand. Voordat zijn vader stierf heeft Boudewijn zijn vader en diens vijfde vrouw, de achttienjarige Deense Astrid Nisgren, nog één keer bezocht. Boudewijn wilde geld voor zijn studie van zijn vader. Ook vertelt hij dat een vrouw van hem in verwachting is en dat hij homoseksueel is. Astrid sloeg hem hierdoor in zijn gezicht en zijn vader wordt lijkbleek. Als hij weggaat krijgt hij vijfentwintig gulden van zijn vader voor een treinkaartje. De vrouw die van Boudewijn in verwachting was is Mieke. Ze was vroeger een lerares van hem. Omdat ze alcoholverslaafd is, is Boudewijn samen met hun zoon Micky bij haar weggegaan. Boudewijn ging samenwonen met Fleurette en haar dochter. Boudewijn had tijdens zijn relatie met Mieke ook een relatie met Fleurette. Vlak voordat Boudewijn met twee vrienden naar Parijs zou gaan, besloot Fleurette hem te verlaten. Boudewijn vond een huis voor Micky bij Gerda, de beste vriendin van Mieke. Als Boudewijn op tweede kerstdag terug komt en Micky op gaat halen treft hij Gerda huilend aan en ze vertelt dat Micky bij Mieke was geweest en dat Micky daar van de trap was gevallen en dat hij klinisch dood is. Boudewijn besluit samen met de dokter Micky’s kunstmatige leventje stop te zetten. Toen was de kleine blonde dood, op zes jarige leeftijd. Hij stierf zes maanden na de dood van zijn opa.
Vertelperspectief: Ik-perspectief waarbij Boudewijn (schrijver) zelf de ik-persoon is. Volgorde: Het boek heeft niet echt een volgorde, er zijn heel veel flashbacks. De ik-persoon kijkt terug op zijn leven. Verteltijd: De verteltijd is 133 pagina’s. Vertelde tijd: Het verhaal speelt zich af tussen 1950 en 1970, vanaf Boudewijns jeugd tot aan zijn 25e jaar. Verhaalruimte: Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Wassenaar, Boudewijns woonplaats, de inrichting in Brabant en het ziekenhuis waar Micky uiteindelijk dood gaat. Personages: Ik-persoon (Boudewijn): in zijn jeugd is hij heel rustig, als hij tien jaar is wordt hij opgenomen in een gekkenhuis, omdat hij erg lijdt onder de tirannie van zijn vader. Als hij volwassen is veranderd hij in een onverantwoordelijke man, toch haalt hij Micky in huis en doet erg zijn best om een goede vader voor hem te zijn. Vader: is Duits, heeft aan WOII een trauma overgehouden en is nu anti-Duits. Tiranniseert zijn gezin en zijn directe omgeving. Hij hertrouwt enkele malen en pleegt bij z’n vijfde vrouw zelfmoord.
Moeder: lijdt erg onder het gedrag van haar man, dit leidt uiteindelijk tot een scheiding. Is een eenzame en teruggetrokken vrouw. Mieke: was op de lagere school een lerares van Boudewijn. Wordt zwanger van hem en krijgt een zoon, Micky. Door haar drankprobleem kan ze hem niet opvoeden. Micky: zoon van Boudewijn en Mieke. Hij is een levendige en enthousiaste jongen en wil altijd alles weten. Hij overlijdt op zesjarige leeftijd. Thema: Het thema in dit boek is de vader-zoon relatie tussen Boudewijn en zijn vader en Boudewijn en Micky. Motieven: -oorlogstrauma’s ( van Boudewijns vader die de oorlog heeft meegemaakt.) -zelfmoord (Boudewijns wilde zelfmoord plegen in de inrichting waar hij zat, zijn vader pleegt zelfmoord.) -alcoholverslaving (Mieke is alcoholverslaafd, waardoor ze Micky niet kan opvoeden.) -homoseksualiteit (Boudewijn is homoseksueel, maar heeft toch een zoon van Mieke.) Beoordeling: -het is een ontzettend mooi boek, erg aangrijpend en ook wel diepzinnig. -De passage waar Boudewijn in de inrichting zit en de dood van Micky vond ik het meest aangrijpend. Ze worden mooi beschreven en zijn ook belangrijk voor het verloop van het boek. -Ik heb niet echt een verhaal element gevonden die ik saai of vervelend vond. -je kunt dit boek goed met de gelijknamige film vergelijken hoewel er wel verschillende dingen in voorkomen. Het boek gaat meer in op de relatie tussen Boudewijn en zijn vader. De film gaat meer in op de relatie tussen Boudewijn en Micky. -ik vond het een heel mooi thema en het is ook goed uitgewerkt. De verschillende relatie’s worden goed belicht. -het taalgebruik was vrij makkelijk, ik kwam snel door het boek heen. -erg mooi boek en een echte aanrader voor anderen. Wel zou ik eerst het boek lezen en dan pas de film kijken dat maakt het boek mooier en ook begrijpelijker. -ja, zeker weten. Het is een heel mooi, maar ook een vrij makkelijk boek en goed voor je lijst te lezen boek.