Meneer Heineken, het is voorbij door Gert van Beek

Vragen over het boek

1.      Vertel kort waarom je juist dit boek gekozen hebt. Ik heb dit boek gekozen omdat ik het voor mijn verjaardag had gekregen en het leek mij een interessant boek om te lezen.

2.      Beschrijf wat op de voorkant van het boek staat. Op de voorkant zie je hoe de politie de loods in gaat waar Heineken en Doderer opgesloten zaten.

3.      Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met de inhoud van het boek te maken? Het boek gaat over de Heineken ontvoering en de bevrijding zie je op de voorkant van het boek.

4.      Geef een titelverklaring. De titel verteld het einde van de Heineken ontvoering.

5.      Wat voor een soort boek is het? Het boek is een Thriller.

6.      Wat is het onderwerp van het boek? Het onderwerp van het boek is de Heineken ontvoering.

7.      Spreekt het onderwerp je aan? Waarom (niet)? Dit onderwerp spreekt mij wel aan, ik vind het genre thriller erg leuk om te lezen.

8.      Wie zijn de hoofdpersonen in het boek? De hoofdpersonen in het boek zijn: Gert van Beek, de Bloedgabbers, Freddie Heineken en Ab Doderer.

9.      Beschrijf deze hoofdpersonen. Gert van beek, hij werkt op de hoofdafdeling Zware Criminaliteit bij de Amsterdamse politie. Het boek is in de ik-persoon van Gert van Beek geschreven.

De Bloedgabbers, dit zijn de 5 ontvoerders die Heineken en Doderer hebben ontvoerd. De 5 Bloedgabbers zijn: Martin Erkamps, Jan Boellaard, Frans Meijer, Cor van Hout en Willem Holleeder.

Freddy Heineken werd ontvoerd samen met Ab Doderer. 

10.    Wat vind je van het gedrag van deze personen? Hoe zou jij je gedragen? Ik vind dat de politie erg goed aan deze ontvoering heeft gewerkt, ik zou me niet zo gedragen want ik heb geen politie opleiding gevolgd. Ik vind dat de Bloedgabbers erg slim waren, ik zou mezelf nooit zo gedragen want ik ben geen crimineel. Ik denk dat het niet mogelijk is om je te gedragen als Heineken of Doderer omdat je niet weet hoe het voor hun was of om ontvoerd te worden.

11.    Wat is het belangrijkste probleem? Het belangrijkste probleem is dat Heineken en Doderer ontvoerd zijn.

12.    Hoe loopt het af met de hoofdpersonen en hun probleem/ problemen? De politie vindt Heineken en Doderer levend terug. De Bloedgabbers worden veroordeeld en krijgen een celstraf.

13.    Wat vind je van deze afloop; had je deze afloop verwacht? Ik vind het een goede afloop want het probleem is opgelost en de Bloedgabbers hebben hun straf. Ik had deze afloop wel verwacht want ik had de film al gezien voordat ik het boek begon te lezen.

14.    Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, vooral op het hoofdkantoor van de Amsterdamse politie.

15.    In welke tijd speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in november 1983.

16.    Vertel hier hoe je het boek vond en waarom andere kinderen dit boek juist wel of niet moeten gaan lezen. Ik vond het een heel interessant boek om te lezen en ik raad het meer aan volwassenen aan. Dat komt omdat het best een moeilijk boek is, het is namelijk in de ik-persoon en in de verledentijd geschreven.

17.    Wat vind je het mooiste of spannendste uit het boek? Het spannendste vond ik dat de politie een anonieme tip had gekregen van de mogelijke kidnappers en dat ze die gingen afluisteren.

Het fragment

1.      Geef aan welk fragment je zou kiezen. Ik heb het fragment van de losgeldbrief die de politie ontving gekozen.

2.      Kopieer dit fragment.

3.      Leg uit waarom je dit fragment hebt gekozen. Ik heb voor de osgeldbrief gekozen omdat het in het hele boek weer terug komen, het is dus een belangrijk stuk.

4.      Vertel iets over het leven van de schrijver. Over het leven van de schrijver is er weinig te vinden, alleen dat hij in 1983 de chef was van de afdeling Zware Criminaliteit bij de Amsterdamse politie.

5.      Noem enkele andere boeken van de schrijver. Meneer Heineken, het is voorbij is het enige boek die Gert van Beek geschreven heeft.

De samenvatting

Wanneer Alfred Heineken zijn kantoor verlaat wordt hij aangevallen door een aantal mannen. Samen met zijn chauffeur, Ab Doderer, worden ze een busje ingesleurd en afgevoerd.

Als de politie op 9 november 1983 een brief krijgt van een aantal ontvoerders waarin ze laten weten dat ze Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer hebben ontvoerd en een losgeldbedrag eisen van 35 miljoen gulden, begint de grootste Nederlandse ontvoeringszaak.

De ontvoerders lieten de politie steeds een opdracht doen, die voor de politie alleen maar tijdsverspilling was. In deze tijd was er nog geen internet of mobiele telefoon. De ontvoerders belden meerdere keren met de politie om de nieuwe opdracht door te geven. Ze speelde elke keer een bandje af. De politie dacht dat het één van de ontvoerders was die het bandje insprak, tot dat er een vriend van Heineken binnen kwam en de stem van Heineken direct herkende. Dit was voor de politie goed nieuws want dat betekende dat Heineken nog in leven was. De ontvoerders stuurde ook brieven naar de politie, onder andere met foto’s van Heineken en Doderer dat ze nog in leven waren. De brieven waren geschreven met codenamen. De 2 namen van de ontvoerders waren: de Uil en de Adelaar. De 2 namen van de politie waren: de Muis en de Haas.

Een auto met het losgeld, met alleen de bestuurder erin, en niet gevolgd door andere auto's, moest binnen tien minuten na een nadere telefonische instructie een lange route rijden waarbij onderweg steeds op aangegeven plaatsen een brief was verborgen met verdere instructies.

Door een anonieme tip, leidde de politie naar een loods niet ver van Amsterdam waar Heineken en Doderer op 30 november 1983 worden gevonden. Ze zijn beide nog in leven.

Twee van de vijf ontvoerders worden meteen gepakt, één meldt zich later vrijwillig bij de politie.

De ontvoerders Willem Holleeder en Cor van Hout ontkomen. Zij worden na lang speurwerk van de recherche in februari 1984  in Parijs opgepakt door de politie.

Erkamps en Boellaard werden op 16 oktober 1984 veroordeeld tot 9 jaar en 12 jaar celstraf. Meijer kreeg een straf van 16 jaar, door psychiatrisch onderzoek werd dit aangehouden. Op nieuwjaarsdag in 1985 ontsnapte hij uit de psychiatrische inrichting. Zijn straf werd verlaagd naar 12 jaar celstraf. Holleeder en van Hout kregen 11 jaar celstraf en werden in 1991 weer vrij gelaten.