De duiventil door Gerda Ronhaar

A Algemeen

Titel van het boek: De Duiventil
Auteur: Gerda Ronhaar
Plaats, uitgever, jaar van uitgave: Capelle aan den IJssel, 2004, Uitgeverij Mes
Jaartal eerste druk: augustus 2004
Genre: Familieroman

B Inhoud

6 Het thema is het gezinsleven.
7 Meneer van Til en zijn vrouw zagen een advertentie in de krant dat de dokterpraktijk beschikbaar is in Muurkerken en ze hebben besloten dat ze daarheen gaan verhuizen. Intussen in Muurkerken naast het huis van familie van Til is Monique boos en verdrietig, omdat zij de ziekte van Pfeiffer heeft. Nu mag zij niets doen dan alleen maar rusten. Op de verhuisdag breekt de moeder haar been en ze moest in het ziekenhuis verblijven. Iedereen is in paniek, want er moeten heleboel dozen uitgepakt worden. Gelukkig komt mevrouw Boskamp langs en biedt om te helpen. Zij is al oud en woont alleen. Max zit nu in de tweede-jaars van de studie Dierengeneeskunde. Hij verblijft doordeweeks in Utrecht, waar hij studeert. Na een week komt de moeder, Boris, Famke en Benjamin thuis en het gezin houdt een barbecue met mevrouw Boskamp. Na paar weken op een maandagmorgen fietsen Jojanneke samen met Sandra naar de school en gebeurt er een ongeluk. De bestuurder van een auto let niet goed op en hij rijdt tegen Jojanneke aan. Zij heeft twee keer hartstilstand gehad en inwendige bloedingen. Na paar maanden raakt Jojanneke gelukkig uit de coma. Tijdens deze periode bezocht Pim Bleeker, een student fysiotherapeut, haar dagelijks. Hij is blijkbaar wel verliefd op haar en zij ook op hem. In een nacht hoort Jojanneke dat Carla huilt en zij zegt dat haar been morgen geamputeerd moet worden. Jojanneke vertelt haar over God en bidt samen, daarna voelt Carla rust in haar hart en zij gelooft dan in God. Sandra is verliefd op Daan, maar zij schrikt als zij hoort dat Daan bij F-16 gaat werken. Daan heeft als hij thuis is vanwege Jojannekes ongeluk eindelijk verkering met Sandra. Pim weet niet dat Jojanneke wel op hem verliefd is en zij ook niet.

8 Het verhaal heeft een open einde, want er staat niet op hoe het verder gaat met Daan&Sandra en Pim&Jojanneke. Er zijn ook deel 2+3+4 beschikbaar dus het verhaal gaat gewoon verder in de andere delen.

C Personages

9 Jojanneke van Til(15) is de hoofdpersoon
10 Jojanneke heeft blauwe ogen en donkerblonde haar. Zij kan soms driftig worden en is soms verlegen.
11 De bijpersonen zijn:
 Dokter van Til(Ben), Mevrouw van Til(Marie), Max(19), Daan(17), Annemieke(11), Marleen(9), Boris(6), Famke(4), Benjamin(2)

 Meneer en mevrouw Bruggen, Jeroen en Sandra(16), Monique(11), Martijn(6)

 Carla(18)

 Mevrouw Boskamp

D Tijd

12 Het verhaal speelt zich in de tegenwoordige tijd af
13 Het verhaal verloopt ongeveer ruim 1 jaar.
14 Het verhaal is chronologisch opgebouwd, want het verhaal gaat gewoon door met volgende dag.

E Plaats

15 Het verhaal speelt zich eerst af in Driebergen en na de verhuizing in Muurkerken. Als Jojanneke een ongeluk krijgt, speelt dat verhaal verder in het ziekenhuis af. Maar ondertussen ook soms thuis.
16 Deze omgeving is best wel belangrijk als Jojanneke een ongeluk krijgt, want Jojanneke ontmoet in het ziekenhuis een meisje die haar been geamputeerd wordt en zij vertelt aan Carla over God en het geloof. Waar moet Carla anders dan haar been laten amputeren.

F Perspectief

17 De schrijfster heeft in haar eigen vorm het verhaal verteld. Het is dus hij/zij-vorm.(personaal perspectief)
18 Dit verhaal is een personaal.

G Spanning

19 Dit boek is niet echt spannend, maar wel erg grappig en interessant. Er gebeurt best veel onverwachte dingen.
20 Ik vind het gedeelte wanneer Jojanneke een ongeluk krijgt het spannendst. Ik weet niet of Jojanneke het zou overleven. Jojanneke heeft erg weinig kans, want zij heeft twee keer hartstilstand gehad. Zij heeft ook nog inwendige bloedingen en haar been is gebroken. Zij is nu bewusteloos en ligt op de Intensive Care. Dus ik lees snel door om te weten hoe het afloopt. Het is ook vooral spannend of Jojanneke geen letstel zou overblijven.

H Mening

21 Dit boek is grappig, boeiend, herkenbaar.

Ik vind dit boek erg grappig: Als mevrouw Boskamp de kikkers moet pakken, als Max samen met Daan en Jojanneke buiten voor het huis van mevrouw Boskamp zingen, tijdens een warme zomerdag spuit mevrouw Boskamp het water in de tuinslang af naar de meneer van Til die naar buiten komt, maar zij wil naar Jojanneke spuiten. Dit boek is ook echt boeiend, want ik lees dit boek in 1 keer achter elkaar uit. Ik kan sommige dingen uit dit gezin ook mezelf herkennen, zoals Jojanneke gezellig met haar broertjes en zusjes naar het zwembad gaan. Ik begrijp ook dat Jojanneke moeilijk heeft in het ziekenhuis. Zij is natuurlijk zat van al maanden die zij in het ziekenhuis moet liggen.
22 Het mooiste gedeelte is als Carla toch na het amputeren van haar ene been weer naar de gewone afdeling teruggaat. Het amputeren van haar been is goed gegaan en de wond geneest mooi. Maar zij wil liever sterven dus zij eet en drinkt niet. Zij wil niet verder leven met haar geamputeerde been. Maar als Jojanneke een boek over Joni die door haar duik vanaf haar nek verlamd is en hoe zij aangevaard heeft aan haar geeft. Het gaat ook over geloof van Joni en hoe zij heeft omgegaan. Carla is na het lezen van dit boek bewust dat zij heel wat gemakkelijk afgekomen is van haar motorongeluk en zij gaat weer eten en drinken. Zij mag spoedig naar de gewone afdeling.
23 Ik kan zien dat dit gezin christelijk is, want ze gaan elke zondag naar de kerk en bidt elke dag. Er wordt ook in dit boek niet gevloekt. Jojanneke vertelt over haar geloof aan Carla, die niet in God gelooft.

I Auteur

24 Gerda Ronhaar is geboren op 20 november 1955.
25 Zij heeft geen andere beroep dan schrijfster.
26 Haar andere boeken zijn onder andere Babs, Babs’ keuze, Babs in dubio
27 Deze boeken gaan over Babs (Barbara Santing) die erg vrolijk en grappig is. Zij heeft altijd gekke, grappige ideeën. In deze boeken komen verschillende thema’s aan orde, maar het gaan vooral over het gezinsleven.

J Verwerkingspodracht

28 Ik heb voor de opdracht 8 gekozen: Kies één gebeurtenis uit het verhaal. Stel voor dat jij hetzelfde meemaakt als de hoofdpersoon. Beschrijf hoe de hoofdpersoon reageert en hoe jij zou reageren.

Jojanneke wordt zo chagrijnig dat ze al lang in het ziekenhuis ligt. Zij heeft niets te doen. Zij heeft ook erge heimwee naar thuis. Bij haar thuis hangt gezellige sfeer. Zij vindt moeilijk om juiste woorden te vinden om aan Carla te uitleggen over haar geloof.

Ik zou ook echt chagrijnig worden als ik maanden in het ziekenhuis moet liggen. De eerst maanden zou ik vooral het belevenis vinden. Ik denk dat ik wel heimwee zou hebben als ik niet thuis mag zijn. Ik zou helemaal niet precies kunnen uitleggen aan iemand dat ongeloof is.