Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De dievenbende van Scipio door Cornelia Funke

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De dievenbende van Scipio
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 2675 woorden
  • 26 mei 2021
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
26 keer beoordeeld

Boekcover De dievenbende van Scipio
Shadow
De dievenbende van Scipio door Cornelia Funke
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
  1. Wat is de titel?

De dievenbende van Scipio.

  1. Leg de titel uit.

Het gaat over een groep weeskinderen die stelen om te overleven. Hun leider heet Scipio.

  1. Vind je de titel erbij passen? Leg uit waarom wel of niet.

Ik vind de titel er wel bij passen. Het verhaal gaat over een dievenbende. Hun leider (Scipio) noemt zichzelf de dievenkoning.

  1. Het is een buitenlands boek, vertaald uit het Duits.

De oorspronkelijke titel is Herr der diebe. Dit betekent in het Nederlands ‘Heer van de dieven’.

 

Indeling

  1. Hoe is het boek ingedeeld?

Het boek is in hoofdstukken ingedeeld.

  1. Hebben de indelingen kopjes? Zo ja, welke?

Ja de hoofdstukken hebben titels, bijv. ‘Pech voor Victor’. Dat hoofdstuk gaat over detective Victor. De kinderen die hij moest zoeken was hij op het spoor. Maar daarna is hij ze uit het oog verloren. Daar baalt hij heel erg van. Van kwaadheid schopte hij tegen een paal, waardoor hij zijn voet verzwikte. Hij had dus dubbel pech.

  1. Maakt deze indeling het boek beter te begrijpen? Leg uit waarom wel of niet.

Ja, deze indeling maakt het boek beter te begrijpen. Elke titel is een soort samenvatting van het hoofdstuk. Door de leuke titels word je nieuwsgierig naar de rest van het verhaal en blijf je lezen.

Personages

  1. Wie is de hoofdpersoon (hoofdpersonen) van het verhaal? Geef een duidelijke beschrijving van zijn/haar karakter.

Prosper en Bo: Dit zijn twee broers en ze zijn onafscheidelijk. Prosper is de oudste. Ze zijn samen weggelopen naar Venetië nadat hun moeder is overleden. Hun tante (Esther Hartlieb) is nu hun voogd, maar dat vinden Bo en Prosper niet leuk. Ze vinden haar een heks omdat ze Prosper naar een internaat wilde sturen.

Prosper is 12 jaar oud. Hij is slim, behulpzaam en wil goed voor zijn kleine broertje en zijn vrienden zorgen. Bo is vijf jaar oud en heeft blond engelenhaar. Hij is erg eigenwijs, maar wel heel spontaan èn grappig. Hij wil graag mee stelen met de andere bendeleden van de dievenbende, maar dat mag niet van zijn broer.

Victor Getz: Victor is een privédetective van 35 jaar. Hij vindt zijn werk erg leuk want hij houdt heel erg van zichzelf vermommen. Hij heeft een grote snorren-, baarden- en hoedenverzameling. Hij vindt het ook leuk om met mensen een praatje te maken. Victor woont in een klein huisje in een drukke straat in Venetië. Zijn woonkamer gebruikt hij ook als kantoor. Victor is een echte dierenvriend, zijn schildpadden wonen in zijn kantoor. Hij kreeg van de oom en tante (Max en Esther Hartlieb) de opdracht om Prosper en Bo te zoeken. Tijdens zijn lange zoektocht loopt hij tegen verschillende problemen aan en hij probeert die op zijn eigen manier op te lossen. Dit was soms erg moeilijk maar hij heeft niet opgegeven, want hij is een echte doorzetter. Toen hij Bo en Prosper gevonden had heeft Bo hem de waarheid verteld over hun oom en tante omdat hij Victor vertrouwde. Toen Victor de waarheid wist, heeft hij gelogen tegen de oom en tante van Prosper en Bo. Hij besloot daarna om samen met Ida Spavento (een rijke bekende vrouw uit Venetië) voor Prosper en Bo te zorgen.

Scipio: Scipio is de leider van de Dievenbende. Hij bepaalt wat er gebeurt. Omdat hij het thuis niet naar zijn zin heeft wil hij erg graag bij de bende horen en volwassen zijn. Hij vindt dit zo belangrijk dat hij liegt tegen zijn bendeleden. Hij zegt dat hij een weeskind is en doet net alsof hij iedere nacht een ‘buit’ voor zijn bende steelt. Die buit gaat de dievenbende elke dag bij een antiekwinkel inwisselen voor geld. Maar eigenlijk gedraagt Scipio zich als een oplichter. Zijn ouders zijn erg rijk en de zogenaamde buit is iets wat hij elke nacht uit zijn eigen huis meeneemt. Hij liegt hierover tegen de rest van zijn bende. In het begin keken de bendeleden erg tegen Scipio op omdat hij zorgde voor eten en een veilige plek om te slapen. Maar toen ze de waarheid wisten wilden ze geen vrienden meer met hem zijn. Alleen Prosper bleef zijn vriend.

  1. Wat vind jij van de hoofdpersonen? Geef argumenten waarom je dat vindt.

Alle vier hebben ze een totaal verschillend karakter, dit maakt het verhaal afwisselend en spannend. Ik vind het heel knap van Prosper dat hij voor zijn broertje zorgt. Het is zielig dat ze weeskinderen zijn, maar op een bepaalde manier is het wel mooi dat ze zo zelfstandig zijn. Ik vind het spannend wat ze elke keer weer moeten bedenken om te overleven.

  1. Wie zijn de belangrijkste bijfiguren? Beschrijf ze kort.

Wesp: Wesp is een lid van de dievenbende. Ze is een behulpzaam meisje. Wesp is slank en heeft bruin haar, ze draagt dat in een lange staart die als een dunne angel tot aan haar middel reikt. Daar heeft ze haar (bij)naam aan te danken. Als Prosper er niet is, zorgt Wesp altijd voor Bo. Ze is een echte boekenwurm en zoekt altijd tussen het vuil naar boeken.

Mosca en Riccio: Mosca en Riccio zijn ook lid van de dievenbende. Ze hebben elkaar leren kennen in het weeshuis en zijn beste vrienden. Mosca is heel vriendelijk en houdt van knutselen aan technische spullen. Hij heeft een grote verzameling gereedschap en vishengels. Mosca houdt zich meestal op de achtergrond. Riccio is een magere jongen met stekelhaar. Hij is van huis weggelopen omdat zijn ouders altijd ruzie hebben. Hij kan soms heel boos en koppig zijn. Riccio heeft een grote stripboeken- en knuffeldierenverzameling en vindt het leuk om te stelen.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Ernesto Barbarossa: Barbarossa of roodbaard (zo noemt iedereen hem in de stad) is een knorrige koppige vent die altijd alles beter weet. Hij heeft een antiekwinkel in Venetië. Ernesto heeft een stevig postuur. Hij is heel chagrijnig en snel jaloers. Bijv. als de kinderen uit de dievenbende iets waardevols bij hem komen inruilen. Barbarossa is de enige man uit de stad die handel wil doen met een stel kinderen.

Ida Spavento: Ida is een hele aardige vrouw, ze heeft blond haar en een wat steviger postuur. Ze is heel rijk en best bekend. Ze doet veel schenkingen aan het weeshuis en is dus erg gul. Ida is heel gastvrij want iedereen is welkom bij haar thuis.

Max en Esther Hartlieb: Dit zijn de oom en tante van Bo en Prosper. Na het overlijden van hun moeder werd Esther hun voogd. Esther wilde Prosper naar een internaat sturen en Bo voor zichzelf houden omdat ze Bo heel leuk vond door zijn engelenhaar.

Renzo de Conte: Hij noemt zichzelf de Conte. Renzo is een oude mysterieuze man die heel graag jong wil zijn. Hij woont samen met zijn zusje Morosina op een eiland. Op dit eiland heeft hij een carrousel waarop onder andere een leeuw met vleugels staat. Maar de leeuw is kapot en mist een vleugel. De Conte wordt weer jong als het hem lukt om de vleugels van de leeuw te maken. Hij geeft opdracht aan de dievenbende om de vleugel te stelen bij Ida Spavento, een rijke vrouw uit Venetië.

De carrousel: Dit is geen persoon, maar heeft wel een hele belangrijke rol in het verhaal. Volwassenen die in de carrousel gaan zitten worden jong en kinderen worden volwassen. Dit werkt alleen als de carrousel helemaal compleet is. Er mag geen onderdeel ontbreken.

Tijd 

  1. Historische tijd: In welke tijd van de geschiedenis speelt het verhaal zich af?

Leg uit waarom jij vindt dat dit verhaal zich in die tijd afspeelt. Geef voorbeelden uit het boek.

Er zijn best veel dingen waardoor ik denk dat het niet een verhaal van ‘nu’ is. Want in de meeste landen zijn er geen groepen weeskinderen of dievenbendes op straat. In het boek gaat het over vaste telefoons met een antwoordapparaat en fototoestellen met een rolletje. Er gaat helemaal niks digitaal. Maar als het over geld gaat, gaat het over euro’s en die zijn er pas sinds 2001. Daarom denk ik toch dat het begin 21ste eeuw is.

  1. Vertelde tijd: leg uit wat de vertelde tijd is in het verhaal. Onderbouw met

verwijzingen naar de tekst.

Er is iemand aan het woord die alles van iedereen weet. De onzichtbare verteller in de derde persoon.

Bijv. ‘’Het was herfst in de stad van de maan toen Victor voor het eerst hoorde over Prosper en Bo’’.

‘’De Dievenkoning sliep nooit bij zijn beschermelingen in de sterrenschuilplaats. Niemand van hen wist waar Scipio de nachten doorbracht’’.

  1. Chronologie: word het verhaal chronologisch verteld of juist niet? Leg uit.

Het verhaal begint met het bezoek van de oom en tante aan detective Victor. Daar vragen ze hem om op zoek te gaan naar Prosper en Bo. 8 weken daarvoor zijn de kinderen bij hen weggelopen. In hoofdstuk 2 begint het verhaal met het leven van Prosper en Bo in Venetië. Daarna gaat het chronologisch verder. Het verhaal speelt zich af in circa 3 maanden en er zijn geen grotere tijdsprongen dan 5-7 dagen. De grootste tijdsprong is de reis van Prosper en Bo naar Venetië.

  1. Hoe maakt de schrijver gebruik van vertragingen of versnellingen? Waarom versnelt en vertraagt hij de tijd? Geef van beide voorbeelden.

De schrijfster versnelt de tijd maar maximaal met een halve dag tot een dag. Zij vertraagt de tijd best wel erg want de dagen worden erg lang uitgelegd. De tijd vertraagt zodat het duidelijker is met lezen, wat de kinderen ondergaan in hun leven.

Terwijl de schrijfster bij andere stukjes de tijd versnelt omdat het anders te langdradig en saai wordt.

  1. Maakt de schrijver gebruik van flashbacks en flashforwards? Waarom zal hij dat wel/niet hebben gedaan?

Nee zij gebruikt geen flashbacks of flashforwards. Het boek is heel uitgebreid en duidelijk verteld waardoor flashbacks niet nodig zijn.

Perspectief

  1. Van welk perspectief maakt de schrijver gebruik? Hoe weet je dat? Leg uit en onderbouw je uitleg met een citaat uit je boek.

Het verhaal wordt uit het hij- of zij-figuur verteld. Prosper deed dit en hij zei dat. Er wordt verteld wat de personages ervaren. De schrijfster/vertelster is geen onderdeel van het verhaal, zij vertelt het alleen maar.

Bijv. Bo deed de deur open toen ze terugkwamen bij de schuilplaats. ‘Waar is Mosca?’ vroeg Prosper. ‘ik heb je toch gezegd dat je de deur niet open mag doen!’

‘Ik moest wel, omdat Mosca geen tijd heeft,’ antwoordde Bo.

Ruimte en sfeer

  1. Waar speelt het verhaal zich voornamelijk af?

Het verhaal speelt zich voornamelijk af in de drukke straten en steegjes van Venetië.

  1. Wat zijn de belangrijkste ruimtes/plaatsen in het verhaal?

De belangrijkste ruimtes zijn de sterrenschuilplaats en de straten van Venetië. De sterrenschuilplaats is een verlaten bioscoop van de vader van Scipio. Hier wonen de kinderen zonder dat de vader van Scipio dit weet. De drukke straten van Venetië zijn belangrijk omdat een groot deel van het verhaal zich op straat afspeelt.

  1. Wat doen de ruimtes (en de beschrijvingen daarvan) met de sfeer van het       verhaal?

De sterrenschuilplaats maakt het soms erg spannend, omdat het daar meestal erg donker is. Als het gaat over de nachten in de sterrenschuilplaats dan wordt het verhaal extra griezelig. De drukke straten van Venetië maken het verhaal niet saai. Op straat is er altijd wat te doen. Het kan er gezellig zijn omdat het druk is, maar al die mensen kunnen ook bestolen worden door de Dievenbende van Scipio. Het zorgt voor afwisseling en spanning want op straat gebeurt er van alles.

De sterrenschuilplaats maakt het soms erg spannend, omdat het daar meestal erg donker is. Als het gaat over de nachten in de sterrenschuilplaats dan wordt het verhaal extra griezelig. De drukke straten van Venetië maken het verhaal niet saai. Op straat is er altijd wat te doen. Het kan er gezellig zijn omdat het druk is, maar al die mensen kunnen ook bestolen worden door de Dievenbende van Scipio. Het zorgt voor afwisseling en spanning want op straat gebeurt er van alles.

Thema en motto

  1. Heeft het boek een motto? Zo ja: noteer het motto.

Volwassenen herinneren zich niet hoe het was

om kind te zijn.

Ook al beweren ze van wel.

Ze weten het echt niet meer, geloof me maar.

Ze zijn alles vergeten

Hoe de wereld destijds veel groter leek.

Hoeveel moeite het kostte om op een stoel te klimmen.

Hoe het voelde altijd maar omhoog te kijken.

Allemaal vergeten.

Soms hebben volwassenen het erover hoe fijn het was

om kind te zijn.

Ze dromen er soms zelfs van er weer een te zijn.

Maar waarvan droomden ze toen zij kind waren?

Weet jij het?

Ik denk dat ze ervan droomden eindelijk volwassen te zijn.

  1. Wat is het thema van jouw boek? Leg uit waarom jij denkt dat dit de hoofdgedachte van het verhaal is. Welke motieven uit het verhaal (en eventueel het motto) hebben je geholpen om het thema te bepalen?

De hoofdgedachte van het verhaal is ‘kind zijn en volwassen zijn’. Volwassenen willen graag kind zijn en kinderen willen graag volwassenen zijn. En helaas moeten sommige kinderen zich zonder dat ze het willen zich al als volwassenen gedragen.

Scipio wilde graag volwassenen zijn want hij heeft het bij zijn ouders thuis niet fijn. Als hij volwassen is kan hij weg bij zijn ouders. Nadat Scipio een rit in de carrousel heeft gemaakt lijkt hij heel erg op zijn vader, Dottor Massimo.

De Conte wil graag kind zijn. Hiervoor heeft hij zijn carrousel nodig, maar deze is kapot. Voordat de carrousel zijn werk weer kan doen moet de missende vleugel terug zijn.

Bo en Prosper zijn nog kinderen maar door het overlijden van hun moeder slaan ze op de vlucht en moeten ze, samen met de andere kinderen uit de dievenbende, helemaal voor zichzelf zorgen.

Samenvatting

  1. Vertel in eigen woorden, kort, waar het boek over gaat. Vat samen hoe het verhaal afloopt, zodat je beoordelaar ziet dat jij het boek helemaal hebt gelezen. Zorg dat je binnen de 400 woorden blijft: jouw lezer moet snel kunnen zien waar het boek over gaat.

De broertjes Prosper en Bo zijn na de dood van hun moeder weggelopen naar Venetië. Ze ontmoeten een groep straatkinderen en gaan stelen om te overleven. Hun buit verkopen ze aan Barbarossa, een antiekhandelaar. Ze slapen in een verlaten bioscoop (de sterrenschuilplaats). Ze noemen zichzelf de dievenbende van Scipio. De bende bestaat uit Scipio (hun leider), Wesp, Riccio en Mosca. Victor Getz, een privédetective, is op zoek naar de broertjes in opdracht van hun tante Esther Hartlieb. Victor ontdekt de kinderen als ze in aanraking komen met de Conte, hij wil de kinderen een houten vleugel laten stelen voor een hele grote beloning. Dit geld kunnen de kinderen goed gebruiken om voor zichzelf te zorgen. Victor wint het vertrouwen van Bo en ontdekt waar hun schuilplaats is. Dit is een oude bioscoop van Dottor Massimo (de vader van Scipio). Scipio komt erachter dat Victor hun schuilplaats heeft ontdekt en waarschuwt de dievenbende. Zij nemen Victor gevangen. Victor vertelt aan de kinderen de waarheid over Scipio. Dat hij rijk is en nog nooit iets heeft gestolen. Als Scipio toegeeft wordt de rest van de bende kwaad en willen ze geen vrienden meer met hem zijn. De Dievenbende en Scipio willen ieder apart de houten vleugel voor de Conte stelen. Maar ze worden allemaal betrapt door de eigenaresse van de vleugel, Ida Spavento, een hele aardige vrouw. Ze vertelt hen dat vleugel op een carrousel hoort die van volwassenen kinderen kan maken en van kinderen volwassenen. Scipio heeft altijd al volwassen willen zijn. Ida draagt samen met de dievenbende de vleugel over aan de Conte, hij geeft hun de beloning maar dit blijkt vals geld te zijn. Daarom gaan Scipio en Prosper terug naar het eiland. Om het goed te maken biedt de Conte hen een rit in de gerepareerde carrousel aan. Scipio wordt hierdoor volwassen. Dan komt Barbarossa aanzetten. Hij kent de kracht van de carrousel niet en wordt een klein kind. Hij is daar boos over en vernielt de carrousel. Hierdoor blijft hij kind. Victor is ondertussen ontsnapt en wil de broertjes niet meer aan Esther geven. Hij geeft kleuter Barbarossa aan haar. Scipio leeft verder als jongeman en gaat in dienst bij Victor. Bo, Prosper en Wesp blijven bij Ida wonen. De andere kinderen van de bende vinden een huis en kunnen nu voor zichzelf zorgen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De dievenbende van Scipio door Cornelia Funke"