Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De blonde baviaan door Janwillem van de Wetering

Beoordeling 10
Foto van een scholier
Boekcover De blonde baviaan
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3676 woorden
  • 23 januari 2012
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 10
1 keer beoordeeld

Boekcover De blonde baviaan
Shadow
De blonde baviaan door Janwillem van de Wetering
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Gegevens van het boek
Auteur: Janwillem van de Wetering (1931 – 2008)
Titel: De blonde baviaan
Voor het eerst gepubliceerd in: 1978
Omslagillustratie: André Leenes / Camilla Zeguers
Uitgever: A.W. Bruna & Zoon, Utrecht/Aartselaar, 1987, 6e druk, Beterback (geen nummer)
Aantal pagina’s: 223
Genre: politieroman

Samenvatting van het boek
Adjudant Henk Grijpstra en brigadier Rinus de Gier surveilleren op een stormachtige avond in het centrum van Amsterdam. Ze krijgen via de politieradio het bericht, dat er in de tuin van de Frans van Mierisstraat nummer drieënvijftig een dode vrouw gevonden is. Waarschijnlijk is ze van de tuintrap gevallen en heeft daarbij haar nek gebroken. Grijpstra herinnert zich dan opeens, dat zijn collega Cardozo een paar dagen geleden ook al op hetzelfde adres geweest is vanwege een vergiftigde hond. Dat vindt Grijpstra merkwaardig. Nummer drieënvijftig wordt bewoond door Elaine Carnet - het slachtoffer - en haar dochter Gabrielle Carnet, die zelfstandig de bovenetage bewoont. Gabrielle heeft haar moeder gevonden en vervolgens de politie gebeld.

De dood van Elaine lijkt op een ongeval, maar zowel Grijpstra als De Gier hebben het gevoel, dat het wel eens moord zou kunnen zijn. Moeder en dochter lagen elkaar niet zo, blijkt uit een gesprek met Gabrielle. Ook had Elaine die avond kennelijk een man op bezoek, want in de prullenbak in de keuken liggen een (tweede) gebroken wijnglas en sigarenpeuken. Ook was Elaine opgemaakt en had ze mooie kleren aan. De commissaris en rechercheur Cardozo komen ook ter plaatse. Het blijkt, dat Elaine aan de drank was. In de serre wordt een trouwring gevonden. Gabrielle vertelt de politie, dat haar moeder niet getrouwd was; ze weet ook niet wie haar vader is. Elaine is geboren in Brussel en zong in nachtclubs in Parijs. Met het daarmee verdiende geld kwam ze naar Amsterdam en opende een groothandel in Italiaanse meubelen. Haar zakenpartner en mededirecteur is Franciscus (“Franco”) Borgen. Elaine heeft ook een aantal jaren een relatie gehad met Jan Vleuten, die verkoper was in haar meubelzaak. Hij draagt vanwege zijn aapachtig uiterlijk als bijnaam de “blonde baviaan”. De relatie ging een paar jaar geleden uit.

Op het politiebureau besluiten de commissaris, Grijpstra en De Gier de volgende dag om de zaak verder te onderzoeken. Daarvoor zijn diverse redenen. Om te beginnen meldde de politiearts, dat uit de maaginhoud van Elaine bleek, dat ze dronken was. Verder blijkt, dat alle deurknoppen en wijnglazen in het huis van Elaine met een doek afgeveegd zijn; er werden daarom geen vingerafdrukken aangetroffen. In het huis van Elaine is een kluis aanwezig die zich bevindt achter een geschilderd portret van Elaine. De kluis werd openstaand aangetroffen en er zat driehonderd gulden in. Het portret van Elaine is geschilderd door een zekere Ouwinga, een portretschilder. Noch Elaine noch Gabrielle blijken te roken. De hond van Gabrielle zou vergiftigd kunnen zijn door de achterbuurman, een ingenieur die De Bree heet. Er zijn, kortom, genoeg verdachte omstandigheden die een nader onderzoek rechtvaardigen.

De commissaris en De Gier bezoeken Borgen. Deze vertelt hun, dat hij Elaine gisteravond niet opgezocht heeft. Hij heeft eigenlijk niet veel contact meer met haar. In naam is Elaine nog wel directrice, maar ze laat de zaken eigenlijk geheel aan hem over. Volgens Borgen leidde Elaine een eenzaam leven en dronk ze te veel. Gabrielle blijkt ook op de zaak van haar moeder te werken, meestal voor halve dagen. Op zich gaan de zaken goed. Borgen vertelt de politie ook, dat de relatie tussen Elaine en Vleuten al een jaar of twee geleden uit is gegaan. Voor zover hij weet had Elaine geen andere relatie. Borgen vertelt verder, dat Vleuten zelf ontslag uit de zaak nam. Elaine wilde hem nog een jaarsalaris meegeven, maar dat wilde Vleuten niet. Elaine probeerde het contact met Vleuten privé nog te handhaven, maar dat wilde Vleuten niet meer. Borgen denkt niet, dat Vleuten Elaine vermoord heeft. Zelf heeft hij dat ook niet gedaan, zegt hij. En hij had ook geen intieme relatie met Elaine. Borgen heeft verder geen alibi. Hij was wel thuis, maar niemand kan dat bevestigen; zijn vrouw logeert momenteel bij familie op de Veluwe.

Dan gaat de telefoon en blijkt, dat Francesco Pullini gearriveerd is. Borgen vraagt zijn secretaresse hem even bezig te houden. Borgen legt de politie uit, dat Pullini vertegenwoordiger van een grote Italiaanse meubelfabriek is, waarmee Carnet & Co - de meubelzaak van Elaine - zaken doet. Pullini is al twee weken in Nederland en hij komt een keer per jaar om een geldbedrag in contanten op te halen. Negentig procent van de facturen loopt via de bank en tien procent wordt contant aan Pullini betaald. Zo kan Pullini de bloemetjes in Amsterdam buiten zetten zonder dat zijn vader - die eigenaar is van de meubelfabriek in Italië - dat weet. Borgen gebruikt dat contante geld trouwens ook om Pullini onder druk te zetten om zijn prijzen te verlagen. Anders wil Borgen naar een andere meubelleverancier in Milaan gaan. Tot nu toe wil Pullini zijn prijzen nog niet laten zakken. Om die reden heeft Borgen de tien procent van vorig jaar - tachtigduizend gulden - ook nog niet uitbetaald. Borgen bezit overigens vijfentwintig procent van de aandelen in Carnet & Co en Elaine de rest.

Cardozo praat intussen met twee oude dames die iets verderop in de straat van Elaine wonen. Zij hebben gezien, dat De Bree - de achterbuurman van Elaine - de hond van Gabrielle vergiftigd heeft. Ze zagen hem namelijk gehakt aan de hond voeren. Volgens de dames komt dat, omdat De Bree een grote kat heeft, Tobias, die hij aanbidt. Grijpstra gaat op hetzelfde moment op bezoek bij de portretschilder Ouwinga die ook in Amsterdam woont. Ouwinga vertelt Grijpstra, dat Elaine twee identieke portretten door hem heeft laten schilderen en dat ze daar goed voor betaalde heeft. Hij schilderde de portretten naar een oud aanplakbiljet waar Elaine op stond. Elaine heeft dus niet voor hem geposeerd.

De commissaris en De Gier bezoeken Pullini in zijn hotelkamer. Pullini vertelt, dat hij altijd zaken deed met Borgen zelf. Elaine zag hij zelden of nooit. Pullini heeft op de avond van de moord in Amsterdam rondgezworven en hier en daar wat gedronken. Hij heeft verder geen alibi. Hij nam Gabrielle vroeger wel eens mee uit, maar nu niet meer, omdat hij in de tussentijd getrouwd is. Pullini vertelt de politie ook, dat Elaine nog steeds actief was in de meubelzaak. Volgens hem besliste zij alles. Dat is in tegenspraak met wat Borgen de politie verteld heeft. Pullini erkent verder, dat hij nog tachtigduizend gulden van Borgen tegoed heeft. De commissaris hoort later, na het bezoek aan Pullini, dat Elaine op de dag van haar dood tachtigduizend gulden van haar bank opgenomen heeft. Waarschijnlijk lag dat geld in haar kluis en is het nu dus verdwenen. Borgen geeft aan, dat hij hier niets van wist.

Grijpstra en De Gier gaan op bezoek bij Vleuten. Hij woont in een groot pand in Amsterdam. Er staat een Rolls-Royce voor zijn deur. Vleuten bevindt zich op een bootje in de gracht voor zijn huis en lijkt qua lichaamsbouw inderdaad een beetje op een baviaan. Als Grijpstra en De Gier hem hun politiekaart laten zien, gaat hij er echter met zijn boot vandoor; De Gier valt daardoor in het water. Grijpstra en De Gier vragen assistentie van de waterpolitie en achtervolgen Vleuten. Ze treffen Vleuten vervolgens aan op een terrasje en als ze hem vertellen waarvoor ze komen, geeft hij aan, dat er sprake is van een misverstand. Vleuten dacht, dat ze voor de hem opgelegde parkeerboetes kwamen die hij weigert te betalen. Hij biedt zijn excuses aan. Vleuten zegt, dat hij Elaine niet vermoord heeft. Hij heeft daar geen enkel motief voor.

De commissaris en Cardozo gaan op bezoek bij De Bree. Hij is er nog niet en ze worden binnengelaten door mevrouw De Bree. Als De Bree arriveert, geeft hij toe, dat hij de hond van Gabrielle vergiftigd heeft. Hij was namelijk bang, dat de hond Tobias zou vermoorden. Tobias is al oud en half blind. De hond van Gabrielle is ook een agressief type. De commissaris laat De Bree een bekentenis tekenen en daarmee is de vergiftigingszaak opgelost. Na het bezoek aan De Bree hoort de commissaris van zijn secretaresse, dat Gabrielle onder het matras van Elaine een bedrag van honderdduizend gulden gevonden heeft. De commissaris is hier verbaasd over. Het zal wel gaan om de tachtigduizend gulden voor Pullini, maar waar is die overige twintigduizend gulden dan voor?

De commissaris rijdt naar het huis van Vleuten en voegt zich daar bij Grijpstra en De Gier. Ze ondervragen Vleuten. Vleuten heeft Elaine gisteravond vroeg inderdaad bezocht. Hij had van haar twintigduizend gulden geleend en die is hij terug gaan brengen. Vleuten dacht ook, dat Elaine nog iemand anders verwachtte. Ze was namelijk mooi gekleed. Vleuten is daarom maar weer snel weggegaan. Vleuten rookt wel, maar alleen sigaretten. Vleuten begrijpt niet waarom Elaine zo veel geld onder haar matras bewaarde. Ze had namelijk een goede kluis in de vloer van haar slaapkamer laten maken. Vleuten heeft een merkwaardig schilderij aan zijn muur hangen. Het stelt een rat voor met een jongetje op zijn rug. Het is door Vleuten zelf gemaakt naar aanleiding van een nare droom. Hij heeft ook nog een soort spookachtig wezen met een koeienkop op wieltjes gemaakt. Ook dat is het gevolg van een nare droom.

Vleuten vertelt de politie verder, dat de positie van Borgen in Carnet & Co verzwakt was. Vleuten werkte harder en verdiende meer voor de zaak. Door zijn relatie met Elaine had hij de zaak waarschijnlijk wel kunnen overnemen. Elaine wilde namelijk met Vleuten trouwen. Maar Vleuten voelde daar uiteindelijk zelf niets voor. Hij kreeg er nare dromen van. Volgens Vleuten hebben Borgen en Pullini niets met de dood van Elaine te maken. Dat geldt volgens hem ook voor Gabrielle. Cardozo bezoekt intussen Gabrielle. Zij laat hem op haar slaapkamer de honderdduizend gulden zien. Het valt Cardozo op, dat boven haar bed een schilderij van een knappe jongeman hangt. Hij lijkt een middeleeuwse edelman. Als Gabrielle gaat douchen, ziet Cardozo haar naakt. Tussen haar borsten heeft ze een merkwaardige ketting hangen met een soort koeienkop in hout. Gabrielle verleidt Cardozo vervolgens en ze belanden samen in bed.

De commissaris en Grijpstra bezoeken intussen Borgen thuis. Het is daar een enorme rommel, omdat Borgens vrouw nog steeds afwezig is. Volgens Borgen komt ze ook niet meer terug; ze wil namelijk van hem scheiden. Borgen heeft last van een soort gezichtsverlamming. Hij maakt zich daar nogal zorgen over. Borgen vertelt de politie nog, dat de bank de kredietlimiet van Carnet & Co inmiddels gehalveerd heeft. De bank heeft kennelijk minder vertrouwen in de leiding van Borgen. Volgens Borgen had de bank Vleuten ook liever als directeur gezien. De zaak draaide ook beter toen Vleuten nog bij de zaak werkte, geeft Borgen toe. Volgens Borgen had Elaine de tachtigduizend gulden waarschijnlijk nodig voor haar beleggingen in onroerende zaken. Ze had namelijk een aantal huizen als geldbelegging. Volgen Borgen deed de vader van Pullini vroeger veel zaken met Elaine.

De commissaris, Cardozo, Grijpstra en De Gier treffen elkaar die avond in een Chinees restaurant en bespreken het resultaat van hun onderzoekingen. Als Cardozo het verslag van het bezoek aan Vleuten hoort, vertelt hij zijn collega’s van de bijzondere ketting van Gabrielle. Die lijkt precies op het spook op wieltjes van Vleuten. Als Cardozo het in beslag genomen paspoort van Pullini ziet, herkent hij de foto. Pullini lijkt wel heel erg op de man op het schilderij boven het bed van Gabrielle! De commissaris is tevreden. Gabrielle heeft dus kennelijk connecties met zowel Vleuten als Pullini. De puzzelstukjes hoeven nu door de politie alleen nog maar op hun plaats te worden gelegd.

Als de commissaris thuis komt, wordt hij gebeld door De Bree. Deze heeft hem nog wat belangrijks te melden en hij komt even later langs. De Bree vertelt de commissaris, dat hij op de avond van de dood van Elaine toevallig in zijn tuin was. Hij hoorde toen in het huis van Elaine geschreeuw en zag vervolgens Elaine van de tuintrap vallen. Volgens De Bree werd ze geduwd door een kleine man en deze man viel ook met haar mee. In het huis waren kennelijk nog meer mensen, want De Bree zag door de gordijnen een schaduw van een persoon. De kleine man ging vervolgens het huis weer binnen.

De volgende dag vliegt de commissaris naar Milaan. Hij heeft daar een afspraak met Giovanni Pullini, de vader van Francesco en eigenaar van de meubelfabriek. Giovanni deed altijd zaken met Elaine. Borgen kent hij wel, maar hij vindt hem een opschepper en lang niet zo goed als Vleuten. Pullini is kennelijk iemand in goeden doen, want hij rijdt in een auto met chauffeur en heeft diverse onroerende zaken in eigendom. Als de commissaris in zijn hotel in bad zit, overdenkt hij hoe de situatie mogelijk in elkaar zou kunnen zitten. Giovanni moet de vader van Gabrielle zijn. Hij zal Elaine wel in de nachtclub in Parijs, waar ze vroeger zong, ontmoet hebben. Toen hij haar zwanger gemaakt had, wilde hij de consequenties daarvan waarschijnlijk niet aanvaarden. Hij gaf haar daarom geld en liet haar in Nederland zijn meubelfabriek vertegenwoordigen. Door hard te werken maakte Elaine daar een succes van, maar ze zal waarschijnlijk tegelijkertijd ook wel verbitterd geweest zijn, omdat Giovanni niet met haar wilde trouwen. Vervolgens komt Francesco in Amsterdam, ontmoet Gabrielle en begint een relatie met haar. Hij wist niet, dat ze in werkelijkheid zijn halfzuster was. Elaine wist dat natuurlijk wel en nodigde hem bij haar thuis uit. Ze hield hem de tachtigduizend gulden voor de neus, maar wilde hem die uit verbittering niet geven. Uit woede gooide ze haar trouwring op de grond. Francesco werd vervolgens kwaad en vermoordde in een opwelling Elaine. Gabrielle zal daar wel getuige van geweest zijn, vermoedt de commissaris. Vervolgens ruimde Gabrielle de rommel op en verwijderde alle sporen. Francesco nam de stapel bankbiljetten van Elaine mee en kwam in zijn hotel tot de ontdekking, dat het honderdduizend gulden was, veel meer dan hem toekwam. Hij belde Gabrielle op die hem adviseerde om het geld maar weer terug te leggen in het huis van Elaine.

Grijpstra, De Gier en Cardozo horen op het bureau, dat de commissaris naar Italië vertrokken is en waarom. Ze bespreken de theorie van de commissaris met elkaar. Iedereen is het er wel over eens, dat Francesco de dader moet zijn. Toch gelooft Grijpstra niet, dat Francesco de belangrijkste man in het leven van Gabrielle is. Volgens hem is dat Vleuten. Gabrielle draagt immers die vreemde ketting van hem op een intieme plaats. De rechercheurs besluiten alle verdachten nog maar eens wat op te gaan porren, want ze hebben tot nu toe nog vrij weinig hard bewijs. Volgens Grijpstra willen alle betrokkenen deze zaak natuurlijk het liefst op een ongeluk laten lijken. Dat geeft voor hen de minste schade. Grijpstra gelooft, dat iedereen nog wat te verbergen heeft of bewust niet verteld heeft.

De commissaris hoort van Pullini, dat deze telefonisch met zijn zoon gesproken heeft. Francesco heeft toegegeven, dat hij Elaine geduwd heeft, maar het was geen opzet. Pullini probeert de commissaris om te kopen, zodat deze Francesco laat gaan, maar de commissaris weigert dat. Hij geeft aan, dat het beter is als Francesco zelf bekent. Dat scheelt in de strafmaat. De commissaris ziet dan een geschilderd portret van Elaine bij Pullini hangen. Daaruit concludeert hij, dat Pullini de vader is van Gabrielle. Pullini geeft dat toe. Hij kreeg het portret anoniem toegestuurd en wist niet, dat er nog een tweede exemplaar van was. Pullini vertelt, dat hij niet met Elaine wilde trouwen, omdat dat een schandaal gegeven zou hebben. Pullini was in die tijd net bezig om zijn meubelfabriek op te bouwen. Een huwelijk paste daar niet in. Pullini besluit de volgende dag met de commissaris mee terug te gaan naar Nederland.

Grijpstra en De Gier krijgen de volgende dag een telefoontje van de neuroloog van Borgen. Borgen was bij hem op bezoek voor zijn gezichtsverlamming. Die aandoening is onschuldig van aard, maar Borgen heeft per abuis een telefoontje van de neuroloog over een andere patiënt - die wel een dodelijke ziekte heeft - gehoord en hij denkt nu, dat hij niet lang meer te leven heeft. Voordat de neuroloog het misverstand kon ophelderen, is Borgen er woedend en met een revolver vandoor gegaan. De neuroloog vreest nu het ergste. Dan wordt er een schietincident gemeld aan de Amsteldijk. Daar woont Vleuten. Grijpstra en De Gier gaan naar het huis van Vleuten, maar deze blijkt al in het ziekenhuis te zijn. Als de rechercheurs daar aankomen, treffen ze Vleuten in het gezelschap van Gabrielle aan. Vleuten vertelt hun, dat Borgen inderdaad zijn appartement binnen kwam stormen en op hem geschoten heeft. Door het inschakelen van zijn spook op wieltjes miste Borgen Vleuten op een haar na. Hij heeft alleen een schampschot opgelopen. Borgen is daarna gevlucht.

Gabrielle vertelt de rechercheurs, dat Borgen jaloers was op Vleuten. Dat is hij altijd geweest. Gabrielle is een paar keer met Borgen naar bed geweest en daardoor dacht Borgen, dat Gabrielle nu zijn geliefde was. Hij wilde ook met Gabrielle trouwen, maar dat wilde Gabrielle niet. Ze vindt Borgen niet zo bijster interessant. Ze geeft de voorkeur aan Vleuten. Gabrielle vertelt Grijpstra en De Gier verder, dat Francesco Pullini inderdaad haar halfbroer is en dat ze inderdaad gezien heeft, dat Francesco haar moeder van de trap duwde.

Vleuten denkt, dat Borgen naar het dorp Nes aan de Amstel gevlucht is. Daar kwam hij als kind al met zijn vader. Grijpstra en De Gier rijden naar Nes toe en lichten in de tussentijd de commissaris in, die weer terug is. De commissaris vertelt hun, dat Pullini Sr. ook in Nederland is en nu bij zijn zoon is om hem te bewegen vrijwillig een bekentenis af te leggen. De sigarenpeuken bij Elaine waren overigens van Francesco afkomstig. In Nes gaan Grijpstra en De Gier naar het locale café en de waard geeft aan, dat Borgen daar inderdaad geweest is. Hij is nu naar het kerkhof gegaan. De rechercheurs gaan daar ook naar toe en raken vervolgens in een vuurgevecht met Borgen. Als ze denken, dat de revolver van Borgen leeg is, rennen ze naar hem toe. Op dat moment pleegt Borgen zelfmoord door zichzelf door het hoofd te schieten. Als de commissaris arriveert, leggen Grijpstra en De Gier hem uit wat er gebeurd is.

In de flat van De Gier praten de commissaris, Grijpstra en Cardozo na over deze zaak. Vleuten heeft de uitnodiging van Gabrielle om directeur van Carnet & Co te worden afgewezen. Volgens de commissaris komt dat, omdat Vleuten niet in geld geïnteresseerd is. Hij is meer filosofisch ingesteld en geboeid door de mogelijkheden van het tegengestelde. Hij loopt bijvoorbeeld niet weg voor zijn angsten. Hij creëert juist de symbolen daarvan, zoals het schilderij van de rat en het spook op wieltjes. Hij was de minnaar van Elaine en nu van Gabrielle, maar hij liet zich door hen de wet niet voorschrijven. Francesco Pullini heeft inmiddels bekend, dat hij Elaine van de trap geduwd heeft. Volgens de commissaris zal hij er wel met een lichte straf van afkomen. Giovanni Pullini is inmiddels teruggekeerd naar Italië.

Beoordeling van het boek
Dit boek van Van de Wetering is het zesde boek, dat hij schreef over het Amsterdamse speurdersduo Grijpstra en De Gier. Van de Wetering was zelf jarenlang vrijwilliger bij de Amsterdamse politie en kende het vak dus uit eigen ervaring. De stof voor zijn politieromans ontleende hij aan zijn ervaringen als politieagent. In zoverre kun je Van de Wetering goed vergelijken met de schrijver Appie Baantjer (1923 – 2010) die ook rechercheur in Amsterdam was en daar eveneens politieromans over schreef. Het grote verschil tussen beide schrijvers zit ‘m in de filosofische diepgang die je bij van de Wetering altijd aantreft en bij Baantjer niet. Baantjer blijft, vind ik, altijd wat meer aan de oppervlakte hangen.

De zojuist genoemde filosofische diepgang van Van de Wetering heeft natuurlijk te maken met zijn interesse voor de filosofie in het algemeen en voor het Zenboeddhisme in het bijzonder. De schrijver studeerde filosofie in Londen en verbleef een tijd in een boeddhistisch klooster in Japan. Hij heeft ook een autobiografisch getinte Zentrilogie op zijn naam staan. Na een avontuurlijk leven vestigde de schrijver zich in Amerika, waar hij ook overleed.

Ik vind dit een prima boek. Het verhaal zit goed in elkaar en wordt logisch, opbouwend en spannend beschreven. Zoals gezegd tref je veel boeddhistische filosofie in het boek aan. Vooral de figuur van de commissaris wordt hiervoor door de schrijver gebruikt. Hij filosofeert veel over het leven en de zin daarvan. Maar ook Vleuten blaast hier een partijtje mee, met name waar het gaat over zijn merkwaardige schilderij van de rat met het jongetje op zijn rug en het spookachtige bouwsel op wieltjes in zijn woonkamer.

Het valt me trouwens op, dat de commissaris een anonieme figuur blijft. Nergens in het boek wordt zijn achternaam genoemd. Zijn voornaam - Jan - wordt wel vermeld, zij het slechts een of twee keer. De verhouding tussen de commissaris enerzijds en Grijpstra en De Gier anderzijds is ook wel interessant. Het boek gaat eigenlijk over Grijpstra en de Gier, maar de oplossing van de moord gebeurt feitelijk door de commissaris. Hij blijft anoniem, maar is eigenlijk de belangrijkste figuur in het boek. Ik vind hem daarin ook veel dominanter aanwezig dan gedacht. De voor- en achterflap van het boek suggereren namelijk, dat Grijpstra en De Gier de hoofdpersonen in dit boek zijn. In werkelijkheid is dat dus de commissaris. Ik vind dat enigszins opmerkelijk. Ik denk, dat Van de Wetering inhoudelijk - ik bedoel dat in filosofische zin - veel beter met de commissaris uit de voeten kan dan met Grijpstra en De Gier. Laatstgenoemden zijn commercieel gezien echter beter bruikbaar. Er zal dus wel sprake zijn van een soort compromis tussen deze twee uitersten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.