Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De avonden door Gerard Reve

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover De avonden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3834 woorden
  • 17 maart 2008
  • 94 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
94 keer beoordeeld

Boekcover De avonden
Shadow

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van af…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inza…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van afschuw kwamen onder andere van Godfried Bomans die in Elsevier schreef: 'Ik heb zelden een boek gelezen, zó naargeestig, zó zeer van iedere positiviteit verstoken, zó grauw, cynisch en volstrekt negatief, als dit. Het wurgt iemand de keel toe.' En Nescio sprak van een 'onboek'. Reve reageerde laconiek: 'Het is nog altijd een wijdverbreide opvatting dat een schrijver uitzicht moet bieden. Ik zie dat niet in. Is dat speciaal mijn taak? Laat ze een spionnetje kopen, de zwetsers.'

Al snel groeide Reves roman uit tot de bijbel van een nieuwe generatie. Het boek beleefde meer dan vijftig drukken en wordt nog steeds beschouwd als een van de belangrijkste romans van na 1945.

De avonden door Gerard Reve
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Avonden
Gerard (Kornelis Van Het) Reve

Titel:
Auteur: Gerard Reve.
Titel boek: De Avonden (ondertitel: 'een winterverhaal')
Het Boek is voor het eerst verschenen in 1947.

Thema
Er zitten in de Avonden erg duidelijk verschillende thema’s. Thema’s als bijvoorbeeld:
- Angst, depressie, ontreddering
- Walging
- Wanhoop
- Verveling
- Egoïsme
- Humor

Motieven
De thema’s in “de Avonden” komen heel duidelijk naar voren. Ik zal de thema’s bijlangs gaan door dingen uit het boek te koppelen aan de thema’s.
-
Angst komt wel als hoofdthema naar voren. Op het eerste gezicht lijkt het alsof Frits nergens bang voor is. Hij doet alsof hij overal iets van weet en probeert mensen zo af te troeven of ze helemaal de aarde in te praten. Hij heeft het ik het boek namelijk opvallend vaak over erge en enge ziektes. Het lijkt hier op het eerste gezicht alsof hij een grap erover maakt. Maar als je verder leest en er over gaat nadenken, dan kom je er achter dat hij juist erg bang is voor de ziektes, en wil mensen dingen aanpraten, zodat hij niet de enige is met deze gevoelens. Daarom maakt hij de andere mensen ook maar bang. Ook heeft hij het erg vaak over kaalheid. Door mensen tot vervelens toe erop te wijzen dat ze kaal worden, projecteert hij zijn angstgevoelens voor deze ziekte op hen. Hij praat hier in het boek veel over, omdat hij stilte het ergste vindt dat er is. Ik heb het idee dat hij deze dingen ook zegt om mensen van zich af te zetten. Nog meer angst komt aan de orde in zijn dromen, hier wordt hij elke nacht met de dood geconfronteerd. Als je naar de visie van dit persoon kijkt, het existentialisme, zou je zeggen dat Frits helemaal niet bang moet zijn voor de dood, maar dit is hij duidelijk wel, omdat hij altijd zwetend wakker wordt. Angst voor lichaamsverval.
- Depressie komt ook goed naar voren, Frits is namelijk vrijwel het hele boek in mineur. Dit is vooral goed te merken doordat hij om het minste of geringste al dingen totaal somber inziet. Denk maar aan de keer dat hij naar een vriend gaat, het het gaat die avond regenen, en zegt Frits gelijk dat het een totaal mislukte avond gaat worden.
- Walging komt ook goed naar voren, dit wordt tot in de kleinste details uitgelegd, hoe walgelijk hij sommige mensen wel niet vindt. Ik doel hier vooral op zijn ouders. Hij heeft het hier gedurende het hele boek over. Vooral onder het eten. Zijn vader slurpt zijn soep op, hij eet het vlees met zijn handen, hij zit met zijn eetlepel in de suikerpot, hij is veel te dik. Hij prakt zijn eten dat zo geweldig is klaar gemaakt door zijn moeder, dit vind Frits verschrikkelijk. Zijn moeder is volgens hem wel iets beter, maar doet deze dingen ook wel een beetje. Ook walgt hij van andere mensen die bijvoorbeeld kaal zijn geworden of ander ziektes hebben. Hij heeft het hier vaak met zijn vrienden over, omdat hij ze ook dit gevoel wil geven. Hij walgt niet alleen van andere mensen, maar ook van zichzelf, als hij ’s avonds een paar keer voor de spiegel staat, walgt hij eigenlijk van zichzelf. Het zegt het niet met zoveel woorden, maar hij zegt wel hoe walgelijk de mens op zich eigenlijk is. Dat het helemaal niet het perfecte wezen van de natuur is, maar dat het meer het enige foutje op aarde is. Het kankergezwel van de prachtige aarde.
-
Wanhoop speelt ook een rol. Je ziet aan alles van Frits doet, dat hij niet van het leven houdt. Hij lijdt letterlijk aan het leven. Hij is in het leven geworpen, dat hij eigenlijk helemaal niet wilde. Hij wilde denk ik helemaal het liefst niet leven. Want als hij een keer iets leuks probeert te doen, als het opzoeken van een goede vriend, of naar een reünie van zijn gymnasium te gaan, weet deze situatie zich altijd zo uit te pakken dat het ongunstig is voor Frits van Egters. Hij is letterlijk gevangen in een web van ongunstige situaties. Zoals dat het in eens gaat regenen, dat zijn vriend niet thuis is of dat hij oninteressante mensen tegenkomt op de reünie. Dat soort dingen. In werkelijkheid valt het best wel wat mee, die ongunstige situaties. Maar Frits is zo wanhopig dat nooit iets goed gaat, dat alle kleine dingetjes hem opvallen en dat hij daar een geweldig probleem van maakt. Ook gaat hij op het eind van het boek maar op zoek naar vrienden om mee uit te gaan, maar er is niemand thuis. Hij weet wat hiervan de consequenties zijn. Hij moet dan de hele avond met zijn ouders op de bank zitten, die ook niemand hebben uitgenodigd. Hij ziet hier duidelijk heel erg tegen op, omdat hij vlak voordat hij weer naar huis gaat tot God bidt. Dit doet hij volgens mij niet omdat hij echt in God geloofd, maar eerder omdat hij de wanhoop nabij is en echt geen andere uitweg ziet dan tot God te bidden en Hem vertellen dat zijn ouders er niets aan kunnen doen, en dat Hij hun goedheid moet zien.
- Verveling staat ook erg centraal in dit boek. Het hele boek is eigenlijk opgebouwd uit dingen die uit verveling ontstaan. Frits is een jongen die ook echt verveling opzoekt naar mijn idee. Hij onderneemt zelf niets. Geen protestactie, geen ander werk, geen sport, niets. Hij doet de hele dag helemaal niets. Dit is wel mooi vind ik, omdat dit erg goed past bij het existentialisme. Reve maakt hiermee duidelijk dat het hele leven zinloos is, en dit laat hij zien door middel van Frits. Het leven heeft voor Frits dan ook totaal geen zin, en heeft naar mijn idee soms zin om er een eind aan te maken, als je nagaat wat hij wel niet van zijn leven maakt. Helemaal niets. Frits is ook duidelijk nog niet over zijn puberteit heen. Want het laat erg goed het zondagmiddag gevoel zien, in die tijd dat het boek is geschreven kon je namelijk helemaal niets doen op zondag. En hij is nog niet zo volwassen om dan zelf wat te ondernemen. Dus hangt hij de hele dag maar wat. Hieronder een citaat uit het boek goed de verveling van Frits laat zien:

Citaat blz. 13:
"Hij zuchtte, hing de scheerspiegel weer op aan de knop van het keukenraam en ging de huiskamer binnen. Het was bijna een uur. Hij ging op de divan zitten. “We zijn over de helft,” dacht hij, “de middag is al een uur geleden begonnen Kostbare tijd, die niet meer te achterhalen is, heb ik vermorst.” Hij zette de radio aan, maar nog voordat de lampen warm waren geworden, weer uit, stond op, opende de schuifdeuren en betrad de achterkamer. Hij schoof de lange vitrage opzij en drukte zijn gezicht tegen de ruit. Zijn voorhoofd liet een vette plek achter op het glas. Hij duwde het er opnieuw tegen aan en keek naar beneden.
In de tuin van het rechts aangrenzende huis zat een keeshond onder een rododendron zijn behoefte te doen. Er hingen drie jassen te luchten aan een waslijn. Op het betonnen straatje van de tuin onder hem zat een witharige man houtjes te hakken. Af en toe sprong bij een slag een stuk een eind de hoogte in.
Hij beet met zijn hoektanden in een spant tussen twee ruiten, liet zijn tong over het glas gaan en liep naar de keuken. Hier nam hij een handvol kachelhoutjes uit een papieren zak in de hoek, legde ze op de keukentafel en opende geruisloos de naar binnen openslaande ramen. Even nadat de hakkende man had toegeslagen, wierp hij telkens een stukje hout ver verwijderd in de tuin, op verschillende plaatsen: op het grint, de stenen van de rotspartij of tegen de omheining; elke keer met kracht, zodat het flink geluid gaf. Bij de vierde maal stond de man na het oprapen het hout lang en aandachtig te bekijken. Frits wierp nog een keer een stuk, op het linker eind van het straatje, sloot toen het raam en zuchtte. “De lege uren,” mompelde hij, zich omdraaiend."

- Ook viel mij het
egoïsme van Frits erg op. Zijn moeder zegt dit ook tegen haar zoon, maar die trekt zich daar weinig van aan. Dit komt vaak voor als ze bijvoorbeeld een woordenwisseling hebben wat er op de radio moet komen. Hij houdt dan niet rekening met de andere mensen in de kamer, zoals zijn vader en moeder. Maar naar zijn egoïsme wordt nog veel vaker verwezen, bijvoorbeeld houdt hij ook helemaal niet rekening met de gevoelens van andere mensen. Zijn broer en die zijn vrouw hadden een kind gekregen, waar ze natuurlijk geweldig veel van hielden. Maar Frits weet zich dan niet te bedwingen en zegt direct dat het kind vast niet veel ouder wordt dan 3 maanden, omdat hij een scheve rug en een waterhoofd heeft. Ook dit is mooi dat Reve dit erin heeft verwerkt, omdat het nog een kenmerk van het existentialisme is. Dat je alleen jezelf op deze wereld hebt. Je kunt dan ook alleen op jezelf vertrouwen en zeker niet op een ander. Daarom trekt hij zich niets van anderen aan, en beslist alles in overleg met zichzelf.
- Ook humor is deze keer een kans gegeven in de literatuur. Hoewel het op een bijtende manier wordt is het erg grappig en heb ik verschillende keren gelachen om de geweldig droge en keiharde opmerkingen van Frits van Egters. Dit is ook een goede manier geweest om dit vreselijk trieste boek een beetje vrolijker te maken.

Visie
Met behulp van de thema’s en de motieven kun je bij dit boek heel erg duidelijk opmaken wat de visie van de schrijver is. Dit werk behoort duidelijk tot het existentialisme. Dit merk je aan alles. In het existentialisme is de mens een misbaksel, het enige foutje op de wereld. Dit maakt Reve duidelijk doordat Frits voor de spiegel naar zichzelf kijkt en walgt van zichzelf. Ook egoïsme is een “wet” bij de stroming die Reve goed laat zien. Ook is de enige die je kunt vertrouwen jezelf. Maar nog meer kenmerken van deze stroming zijn dat het leven niets waard is, het leven is zinloos. Dit is duidelijk te zien bij Frits, want hij verveelt zich elke dag. Mensen denken het wel, maar de mens heeft helemaal geen grip op de realiteit. De mens zit gevangen in een web van ongunstige situaties, dit is ook goed weergegeven. Altijd als Frits eens een keer de zin bij elkaar haalt om eens wat te ondernemen, dan gebeurt er altijd wel iets dat het tot een mislukking maakt. Zoals dat zijn vrienden er niet zijn, het gaat regenen of dat hij alleen bij zijn ouders moet zitten. Hij is echt een slachtoffer van de omstandigheden. Ook het enige dat je echt zeker weet in deze wereld is dat je bestaat en dat je een keer dood gaat, dit is eigenlijk je enige houvast. Er zijn dus helemaal geen zekerheden in het leven. Zelfs de godsdienst niet. Ook al wordt hier toch duidelijk naar verwezen in het boek. Frits bidt namelijk meerdere keren tot God. Dit zou dus eigenlijk niet kloppen volgens de ‘wetten’ van het existentialisme. Hij zou dus niet in God moeten geloven, maar ik denk ook eigenlijk niet dat hij dat echt doet, maar dat hij meer uit wanhoop tot God bidt, dan dat het echt iets is waar hij in gelooft. Het lijkt voor hem de enige weg uit denk ik. Het denkbeeld is dus erg pessimistisch. Het leven heeft dus totaal geen zin, maar daarom hoeft het nog niet vervelend te zijn, je kunt het zelf zo leuk maken als je wilt.
Ook gaat het existentialisme er vanuit dat de mens in een wereld is geworpen waar hij niet om gevraagd heeft. Dit blijkt wel uit Frits’ grote afkeer voor het milieu waarin hij opgroeit. Hij ergert zich aan zijn vader en moeder en plaagt zijn vader ook.
Ook is het nihilisme een onderdeel van het excistentialisme, dit is het tegenovergestelde van humanisme dat ervan uitgaat dat je lief voor elkaar moet zijn, het nihilisme daarentegen heeft totaal geen normen en waarden.
Ook volgens het existentialisme leidt elk contact tot een misverstand of ruzie. Dit klopt ook met het boek. Want als Frits met iemand wil praten, weet hij altijd wel zulke lelijke dingen te zeggen, dat het uitdraait op ruzie, of dat de ander hem niet echt mag. Bijvoorbeeld de lelijke dingen die hij zegt over de baby van zijn broer. Of een vriend van hem heeft een ooglapje, hierover zegt hij keihard, dat deze man nooit een vriendin zal krijgen hierdoor. Het is allemaal misschien wel waar, maar van het woord subtiel heeft hij nog nooit gehoord. Ik vind dit echt geweldig hoe dit beschreven wordt.


Op het eerste gezicht lijkt het boek echt geweldig saai te zijn. En je houdt ervan of je vindt het verschrikkelijk. Maar als je je wat meer in de visie van de schrijver verdiept, ga je dingen herkennen in het boek. Dan ga je dit boek echt veel leuker vinden. Ik had er bijvoorbeeld veel in de lessen over gehoord en dit kwam allemaal terug in het boek. Door deze drie stappen als het ware na te gaan, de gebeurtenissen, de thema’s die erbij horen met de bijbehorende motieven, waaruit de visie ontstaat, is het boek niet meer zo saai en oppervlakkig. Maar zie je echt dat hier echt wel goed over is nagedacht en één van de betere boeken is, dan wel niet dé beste. Maar goed, je moet ervan houden.

Analyse van het boek
Titel:
- De Titel slaat op de 10 avonden die beschreven worden uit het leven van Frits.
En winterverhalen slaat op dat het in de winter afspeelt.

Genre:
- Het genre van dit boek is epiek. Het is namelijk verhalende literatuur. Ook zitten er lyrische delen in het verhaal. Het hoofdpersonage uit af en toe direct zijn gevoelens. Ook zijn sommige stukjes didactisch. Er wordt een enkele keer een gebeurtenis en een voorwerp beschreven. Voor de rest is het verhaal episch verteld.

Personages:
- Frits: De hoofdpersoon is Frits van Egters. Frits is duidelijk een round character, zijn gedrag en denkwijzen worden nauwkeurig beschreven. Hij is geen stereotype. Frits is een gewone man van 23, die nog bij zijn ouders woont. Hij is in de vierde klas van het gymnasium blijven zitten, en is daarna van school af gegaan, dat zit hem nog steeds dwars. Daarna is hij op kantoor gaan werken, waar verder helemaal niets over gezegd wordt. Zijn vrije tijd wordt wel uitgebreid beschreven, hij kan niet echt goed opschieten met zijn ouders, en gaat bijna elke avond ergens heen. Niet omdat hij ergens heen wil, maar omdat hij bij zijn ouders weg wil zijn. Hij is erg bang voor allerlei dingen bijvoorbeeld voor wetenschap. Hij let voortdurend op zijn eetgewoontes en die van andere. Hij windt zich ook verschrikkelijk over op als andere mensen iets doen, wat niet netjes is. Frits richt zich ook heel erg naar God. Hij is bang dat hij ouder wordt en dat zijn lichaam het dan begeeft. Hij probeert deze angst te verhelpen door er met andere er over te praten. Dit levert soms erg vreemde dialogen op. Ook vertelt hij vreemde moppen. Dit gepraat is eigenlijk het verbergen van zijn angsten. Daarom praat hij voortdurend over onnodige dingen.

- Ouders van Frits: Zijn moeder is een normaal persoon, maar zorgt niet voor veel gezelligheid. Zijn vader hoort erg slecht en zegt bijna niets, dus ook geen gezellig type. De relatie tussen Frits en zijn ouders is niet erg goed. Voor Frits zijn ze, zoals hij het in het boek zegt, afspiegelingen van onhandigheid, gebrek aan niveau en lichamelijke aftakeling, dingen waar hij een absolute hekel aan heeft, en waar hij zelfs bang voor is. Zijn ouders doen verder ook niks om het gezin wat op te fleuren.


Tijd en Ruimte:
- Het verhaal speelt zich tientallen jaren geleden af. Om precies te zijn in de laatste dagen van 1946.
- De vertelde tijd: 10 dagen.
- De Avonden is een chronologische beschrijving van de laatste tien dagen van 1946. Elk hoofdstuk beschrijft een dag.
- In het verhaal spelen Frits' woning en zijn woonplaats een rol. Je kunt uit de stadsbeschrijving opmaken dat het zich afspeelt in Amsterdam. Er is niet opvallend veel ruimtebeschrijving in dit boek, er zijn wel wat locatiebeschrijvingen, maar niet zo heel veel. De locaties zijn wel zo realistisch mogelijk beschreven. De zitkamer van de familie Egters is de belangrijkste ruimte. Hier speelt een groot deel van het verhaal zich af.

Verteller:
- Het personele perspectief wordt gebruikt. Er is een perspectiefwisseling in het hele boek; de eerste drie regels zijn in een auctorieel perspectief geschreven.

Stijl:
- “Na vijf minuten richtte hij zich weer op. “Een stilstaand gesprek is gevaarlijk”, dacht hij. “Al is een vraag volstrekt zinloos, het is beter dan niets.” “Vader”, zei hij luid, “vader.” De man richtte zich op. “Het is niet erg, om ongelukkig te zijn”, dacht Frits, maar hoe moet een mens te moede zijn, als hij weet, dat nergens buiten hemzelf schuld is aan te wijzen? Het graf rijpt, de tijd zoemt, en nergens is redding. Arme man. Lekker zielig. Fijn medelijden hebben.” “Ja”, zei zijn vader. “Vader”, vroeg Frits, “waren dat gewone oliebollen, of volgens een apart recept, volgens het gebruik daar in Twente? ”Deze zin past goed bij het boek, omdat Frits vrijwel in het gehele boek zo denkt. Ook het woordgebruik komt hier goed naar voren. Het hele boek is op deze manier geschreven.

Relatie tekst en auteur:
Was zeer duidelijk op te maken uit het boek. Want het verhaal en de denkwijze van Frits is ontstaan uit de visie van de schrijver. Het is dus een verwoording van de denkbeelden van de schrijven, namelijk het existentialisme.


Recensie
Reve, Gerard Trouw
Avonden, De : een winterverhaal 16-11-2002
1947 Rob Schouten
Intens ben ik er zelf niet mee opgegroeid en mijn eigen exemplaar stamt dan ook van rond mijn twintigste levensjaar, uit 1975, een drukje dat volledig uit elkaar ligt, omdat het miserabel is gelijmd, niet omdat het stukgelezen is. Want je hoeft 'De avonden' niet te lezen om het toch te kennen, het is allang in de poriën van de Nederlandse literatuur en de Nederlandse taal doorgedrongen. Dat geldt voor meer klassieken maar bij dit boek is het eigenlijk een wonder. Er gebeurt namelijk nauwelijks iets in en iedere willekeurige punctie volstaat zo'n beetje om een indruk van het geheel te krijgen: kolen halen, lullige ouders, op bezoek bij vrienden, harde grappen.

Het is dus eentonig en dat past niet bij onvergetelijkheid. Natuurlijk lazen lezers in de jaren vijftig en zestig het wel degelijk met in hun achterhoofd de eigen naoorlogse leegte maar voor de lezer van nu is het niet zozeer een tijdsbeeld alswel een tijdloos portret van de malende, hyperbewuste, geestige ouwehoer die tijd en sleur doodt door zichzelf en anderen voortdurend bezig te houden met verbale acrobatiek. ,,'Een stilstaand gesprek is gevaarlijk', dacht hij. 'Al is een vraag vol- strekt zinloos, het is beter dan niets.''' De melancholie van ooit is ironie geworden.

Hoe zou 'De avonden' eruitzien als je het naar onze tijd vertaalde? Niemand heeft dat ooit geprobeerd. De film met Thom Hoffmann speelt zich zorgvuldig eind jaren veertig af, de strip van Dick Matena in Het Parool lijkt fotografisch op beelden van de jonge Reve. Natuurlijk merk je dat het boek een halve eeuw oud is, aan de briketten, het elektriciteitsmuntje, de radio die de hele dag aan staat en het bioscoopkaartje van een gulden. Maar dat zijn slechts decorstukken. Het is de geest van Frits van Egters die het boek 'maakt'. Die geest van hogere humor die als een soort spuitbus alle verveling bestrijdt. Een beetje zoals in elke scène van een Woody Allen-film Woody Allen doorklinkt. Daarmee heeft 'De avonden' eigenlijk een hoog sitcom-gehalte, steeds hetzelfde repertoire maar je blijft verslaafd. Waaruit bestaat 'De avonden' nou helemaal? Allemaal rituelen. Iedere aflevering kijkt Frits op zijn horloge om te zien of de dag al wat opschiet, keer op keer bezoekt hij vrienden met steeds dezelfde ironisch-sarcastische conversaties op het programma. Voorts, in weerwil van de wijze waarschuwing van Henry James 'Tell a dream, lose a reader', worden we overspoeld met Frits' dromen. Dat laatste lijkt een bewuste poging om een tegenwereld op te roepen waar praatgrage Frits geen zeggenschap in heeft, ze gaan over de dood en Frits is captive audience, maar ze zijn wat al te nadrukkelijk beklemmend. Het droombegin van het boek, hoe beroemd ook, kan daardoor zelfs helemaal niet door de beugel. Liefst vier keer belandt Frits in dezelfde droom, een verschijnsel dat geen enkele dromenspecialist je kan bevestigen.
Meer symbool dan werkelijkheidszin, en dat staat dit boek inmiddels slecht.

De hoofdpersoon zelf verandert bar weinig. Hij blijft het hele boek door in zichzelf praten ('zei hij bij zichzelf' moet zo'n beetje de meest voorkomende formulering zijn), bij iedere nieuwe ontmoeting begint hij over de vermeende kaalheid van andere vrienden; ook de gruwelijke, incorrecte grappen over martelingen, rampzalige ongevallen en ziekten, hebben steeds dezelfde toon. Van sommige knipogen, bijvoorbeeld het verdietsen van het na de oorlog ineens zo populaire Engels (de Skymasters worden de Luchtmeesters en ze spelen de foxtrot 'Blauw, Blauw, Overal Zie Ik Jouw Ogen'), is de houdbaarheidsdatum inmiddels verlopen. Dat geldt ook voor de werking van quasi-naïeve tussenwerpsels als: hoepla, tire tire boemsekee! Al stuiten we hier natuurlijk wel op de eerste vaderlandse camp-fossielen. Je zou ook kunnen zeggen, met 'De avonden' ontdekte Nederland de creatieve kracht van monotonie en meligheid. Pas 'op weg naar het einde' gaan emoties een grotere rol spelen, behoefte aan troost, huilen, medelijden. Alsof een onverbeterlijke nar langzaamaan breekt - een weergaloos effect.

Zo eindigt het boek, waarin de knop eerst nog werd omgedraaid als een radiodominee dreigt met 'Laat ons bidden', in een gebed van Frits voor zijn ouders, waarvan Vestdijk indertijd schreef: ,,Van dit zeldzaam navrante slot, dat de gehele roman draagt, is geen denkbeeld te geven, men moet het gelezen hebben. Het behoort tot het aangrijpendste wat ik ooit onder ogen kreeg.'' En dat is het nog steeds, goed voor een brok in de keel. En de grootste schok: dat een religieus einde het nog zo puik doet.;


Persoonlijke reactie
Ik ben het totaal niet eens met deze recensie, omdat hij het boek helemaal afkraakt, dat er geen diepgang inzit, dat alles zonder een bedoeling is en dat soort dingen. Ik denk niet dat deze recensent door heeft wat voor visie deze schrijver heeft, want als je dat weet wordt alles je in een keer duidelijk en ga je ook dingen herkennen en dat is best leuk. Maar ja, het is ook weer zo, je vind het boek heel mooi of je vind het helemaal niets, en deze man vond het niets en ik vond het wel mooi.

REACTIES

L.

L.

goed van je hoor mattin

16 jaar geleden

B.

B.

Cool story bro.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De avonden door Gerard Reve"