De arkvaarders door Anne Provoost

Samenvatting: De Arkvaarders van Ann Provoost. Het verhaal handelt over een familie uit een onherbergzaam landschap die op de vlucht is voor de barre omstandigheden, op zoek naar een meer aangename omgeving. Met haar ouders en haar jongere broer trekt Re Jana weg van de moerassen waar het water blijft stijgen en de visvangsten rotten. Het leven wordt er te moeilijk vooral voor Re Jana’s lamme moeder. In een ver woestijnachtig gebied schijnt iemand een reusachtig schip te bouwen, die bouwheer kan best iemand m et verstand van boten gebruiken, het is daar waar dat de familie heen trekt. Alhoewel de buitenwereld lacht om dit immense schip streeft het gezin dapper door tot ze hun doel bereikt hebben. De aanblik van de bouwput met het enorme houten schip midden in de woestijn en de krioelende mensen in de stad die eromheen is gebouwd, is verbijsterend. Re Jana's vader wordt de rechterhand van de bouwheer en zijn zonen Cham, Sem en Jafeth. Re Jana, een aantrekkelijk meisje op de grens van volwassenheid, weet zich onmisbaar te maken op de werf. Ze leert dit bizarre volk, dat maar in één god gelooft, de weldaden van helder, zuiver water en geurende oliën kennen die ze uit haar cultuur, haar thuisland heeft meegenomen. Ze is de draagster van het geheim van een bron met het zuiverste water uit de streek. In deze maatschappij word je uitgehuwelijkt naar de kwaliteit van je geleverde water. Vooral Cham, de jongste zoon van Noach de bouwheer, bezwijkt onder haar charmes. Cham maakt haar duidelijk dat zijn god de wereld onder water wil zetten, dit is het onheil waar alle arkbouwers voor vrezen. De plaatsen op de ark zijn voorbehouden aan de bouwheer en de zijnen. De ijverigen die aan deze ark meebouwen,”het gespuis”, hebben geen schijn van kans om mee te varen met dit gedrocht. Al wie achterblijft is tot de verdrinkingsdood gedoemd, alhoewel de bouwheer doet of zijn neus bloedt. Toch kan de jongste zoon van Noach zijn gevoelens niet aan de kant zetten voor de charmante Re Jana en belooft haar een plaats in “zijn schip”. Maar dan verschijnt de beeldschone Neelata die voorbestemd is om Chams vrouw te worden. Zij krijgt Re Jana’s plaats op de ark, een gevoel van jaloezie en wraak is geboren. Re Jana's vader krijgt argwaan en besluit een eigen rakboot te bouwen voor zijn gezin en een sterfboot voor zijn lamme vrouw. Hij geeft raad aan iedereen om ook een rakboot te bouwen maar dat wordt in de wind geslagen. Het onheil laat inmiddels op zich wachten en raakt heel even - bijna euforisch - vergeten. Tot er meeuwen verschijnen, en vreemde diersoorten en met hen een toenemende vochtigheid. Eerst blijft het bij wat lichte druppels. De ark wordt in versneld tempo afgewerkt. Het hameren, kloppen, ratelen en trillen van boren, al die geluiden die tot dan toe voor een steeds vertrouwder klankdecor zorgden, houden plots op. Het schip is klaar. Met de komst van de grote regens neemt het verhaal een laatste grote wending. De ark wordt volgestouwd met voorraden en de door de Onnoembare voorgeschreven dieren. Ten slotte schepen ook de uitverkorenen in. Re Jana en Put, haar broertje, zitten als verstekelingen verborgen. De paniek van de achterblijvers is enorm. Re Jana’s vader zijn gebouwde rakboot wordt kapotgeslagen door de hysterische achterblijvers. De kletterende hagel, de dolle en weerspannige beesten en mensen die wanhopig de ark bestormen of proberen te beklimmen, zorgen voor totale paniek en wanorde. De lange tochten van eindeloos wachten op het beloofde paradijs breekt aan, een kwellende en claustrofobische periode. Een tijd waarin het meisje veel weent en denkt aan haar geliefde vader en moeder. Vele vragen spoken in haar hoofd rond: “Is mijn vader nog in leven?” en ”Waar is mijn broer?” . Het vooruitzicht naar land of een teken van leven is elke dag, elke week minder. De bouwheer en de zijnen verliezen de moed en liggen in hun kamer te verkrampen van pijn en honger. Het gevolg van deze situatie is dat na een paar weken, de voedselvoorraad zienderogen vermindert en ze moeten het uiteindelijk stellen met verdorven voedsel. Re Jana die opgesloten is in de kooi van de dodo’s, krijgt in het begin elke dag bezoek van Cham met broodkorsten en water. Hij vertelt haar veel onder andere dat hij een hevige discussie heeft gehad met Neelata over de Onnoembare en nu blijkt dat ze zwanger is. Uiteindelijk resulteert voor Re Jana deze voedselcrisis uitermate slecht: elke dag een vechtpartij met de dodo’s om hun korrels of een slachtpartij van een dodo. Op een heldere nacht sluipt Re Jana naar het bovendek en ontdekt ze in de verte een klein bootje. Ze krijgt een warm gevoel in haar buik en zonder na te denken zet ze zich af. Ze springt zover ze kan in het frisse water en rept haar naar de drijvende houten constructie waar ze een graatmagere man aantreft. Ze beseft dat deze man haar vader is die de sterfboot van haar moeder gebruikt heeft. Na een innig gesprek neemt ze afscheid en ze kruipt terug in haar donker hol. De volgende morgen wordt ze wakker door een schok, alles helt naar een kant en het geluid van verschillende van dieren vult de ruimte. Ze rent naar het bovendek en aanschouwt hun “nieuw” land. Daar aangekomen split de familie omwille van een hevige ruzie tussen de zonen Cham, Sem en Jafeth om de verdeling van het land. Elk gaat zijn eigen weg en vormen apart een stam met hun vrouwen.. De bekendste zonen van Jafeth zijn Jawan en Gowar die elk een machtig leger vormen. Van hen stammen al diegenen af die zich over de eilanden verspreid hebben. Ook Sem krijgt kinderen. Hij is de stamvader van alle zonen van Eber. De zonen van Cham zijn het vervloekte kind van Neelata, Kanaän, Put, Kus en Egypte. Put was een zwerverskind, toevallig gevonden en meegenomen. De andere drie waren kinderen van zijn bijvrouw, niet van zijn vrouw, Neelata, maar het hart van Neelata ging immers niet naar hem uit. Ze had gezworen nooit meer een kind voor hem te baren. Als zij nood had aan een warm gevoel, werd ze verwend door een bijvrouw net zoals Cham. Kanaän werd een bekend liedjes schrijver en Kus verwekte Nimrod, de eerste machtige heerser op aarde. Re Jana zet haar zoektocht voor naar haar onvindbare vader en haar broer Put.Maar tevergeefs vindt ze de kapotte boot van haar vader leeg terug. Dat zijn de families van de zonen van de bouwheer, volgens hun geslachten: van hen stammen de volken af die zich na de vloed over de aarde hebben verspreid. De vloed heeft het kwaad die er was bij de aankomst niet uitkunnen wissen. Tot op vandaag gaat de strijd tussen de nakomelingen van Kanaän en de Semieten voort.