Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De A van Afbraak door Gerben Hellinga

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover De A van Afbraak
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2786 woorden
  • 22 januari 2002
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 6
5 keer beoordeeld

Boekcover De A van Afbraak
Shadow
De A van Afbraak door Gerben Hellinga
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Samenvatting van: De A van Afbraak Wanneer het boek begint zit de hoofdpersoon in een koffiehuis de krant te lezen. Hij leest over een geldroof die in een vliegtuig is gepleegd. Er is een pakje geld met zeshonderdduizend Zwitserse franken ontvreemd en de man uit het koffiehuis is wel geïnteresseerd in de roof. Hij gaat met een taxi naar de openbare leeszaal om daar meer informatie te vinden. Zo wordt hij nog wat wijzer over de roof. Het komt wat namen tegen van mensen die er mee te maken zouden kunnen hebben. De assistent van de stationmanager A. Rippers. Die zou er wel eens meer vanaf kunnen weten. Rippers was op de datum van misdrijf aanwezig en had zich in de buurt van het vliegtuig opgehouden om te verhinderen dat het vliegtuig betreden werd door onbevoegden. De stationmanager Meringa, die het vliegtuig kwam inspecteren, liet echter een deel van het vrachtgoed overladen naar een ander ruim, zodat het later makkelijker gelost kon worden. De man in de bibliotheek maakte wat aantekeningen over wat hij had gelezen en belde vanuit een café naar het nieuwe hoofdkantoor op Schiphol. Vanaf toen heette de man ‘Frank’. Frank vroeg daar naar het adres van de heer Rippers. De man aan de andere kant van de lijn gaf hem een straatnaam in Amsterdam en het telefoonnummer. Vervolgens belde Frank het telefoonnummer dat hij had gekregen en nam er iemand op: ’Met Rippers!’, Frank hing op. De volgende ochtend kocht Frank een enkeltje naar Amsterdam, omdat hij Rippers eens op wilde zoeken. Hij belde aan en stapte gewoon het huis binnen. Daar was Rippers niet blij mee, maar hij wist er niets tegen te doen en zo bleef Frank nog een hele tijd bij Rippers in huis. Frank wilde Rippers een beetje uithoren over de geldroof van 13 juli vorig jaar. Frank vond een bandrecorder en nam het gesprek op. Toen Frank vond dat hij genoeg had gehoord vertok hij. Hij moest maar eens wat meer over die stationmanager Meringa te weten komen en belde vanuit een telefooncel naar Meringa’s afdeling. Toen hij in gesprek kwam met Meringa veranderde hij zijn naam in ‘Lans’. Lans vertelde Meringa (als smoes) dat hij zijn auto had ‘geramd’. Dat was een trucje om Meringa te lokken zodat hij hem kon ondervragen. Dit ging zo ver dat Lans meeging naar het huis van de familie Meringa en daar een aantal dagen doorbracht. De familie verzette zich hier niet echt tegen. Meringa was een rijke vent die wel getrouwd was, maar hij en zijn vrouw gaven elkaar ‘veel ruimte’. De vrouw hield niet echt zo van haar man en Meringa zat achter andere vrouwen aan. Toen Lans al een tijdje bij de Meringa’s onder de hoede was, wat de Meringa’s steeds minder gingen accepteren organiseerde ze een ‘borrel’. Er kwamen allerlei mensen naartoe en daar was Lans niet echt blij mee. Het was zijn bedoeling om niet op te vallen en niet door veel mensen gezien te worden. Dus vertok hij maar. Hij ging weer terug naar het huis van Rippers waar hij niet echt welkom was, maar het lukte hem toch om naar binnen te komen. (Omdat Rippers hem kende als Frank Kramer het Lans nu weer Frank) Frank kwam bij Rippers om te vragen wie de vrouw was op de foto die Frank vond in de portefeuille van Meringa. Niemand van de Meringa’s wilde het vertellen en Frank moest het daarom weten. Rippers vertelde dat het ‘Bigi Ackermann’ was. Ze woont in Zwitserland en is een vriendin van Meringa. Ze is erg mooi en heeft haar eigen boetiek in Biel. Meringa komt elk weekend bij haar op bezoek en geeft veel geld aan haar om hun relatie te onderhouden. Bigi is ook een vriendin van Suzanne Meringa, de dochter die ook in Zwitserland woont. Frank gebruikt het paspoort met de naam ‘Kassel’ om bij de paspoortcontrole te laten zien zodat hij de grens over kon. Zijn naam is dus nu Kassel, Max Kassel. Het vliegtuig vertok en bij aankomst in Zwitserland huurde hij een auto om naar de plek te rijden waar de boetiek van ‘Bigi’ staat. Bigi neemt hem mee naar haar huis en ze nodigen Suzanne Meringa uit. Als die is gearriveerd gijzelt Max de twee dames en laat hij Bigi hen naar het vakantiehuisje van Meringa rijden. Als later Meringa daar aankomt wordt hij evenals de twee dames vastgebonden en is het wachten op Rippers, want Max verwachtte dat die ook nog wel zou komen, omdat hij aan Rippers had verteld dat hij naar Zwitserland ging. Rippers kwam gewapend het vakantiehuisje binnen en schoot er in het donker op los. Daarbij raakte hij Meringa in zijn been. Verder was er niemand gewond en wist Max Rippers te overmeesteren. Nu had Max 4 mensen vastgebonden en wilde hij wel eens weten waar nu dat gestolen geld nou was. Suzanne antwoordde dat zij het had en Max liet haar gaan om het te halen. Dat kon vast geen kwaad, want nu Suzanne’s vader gewond vastzat en ook nog twee anderen zou ze heus geen gekke dingen uithalen, dacht Max. Toen Suzanne terugkwam met het geld vertrok Max uit het vakantiehuisje en reed hij in zijn auto terug naar het vliegveld voor de reis terug, maar toen deden zijn remmen het niet en sloeg de auto te pletter met Bigi en Max daarin. Het was Max wel duidelijk dat Suzanne zijn remkabels had doorgeknipt en dankzij haar was Bigi nu dood. Hij was alleen gewond, maar dat was later wel over. Toen hij weer in Nederland was had hij al een paar duizend franken uit aan nieuwe kleren en schoenen uitgegeven en was bijna al het geld al over de balk gesmeten. Al dat geld, waar het hele boek om draaide. Hij had nog maar drieduizend gulden over. “Hij huurde een goedkope kamer in een klein hotelletje, begon de kranten te spellen en gesprekken af te luisteren in koffiehuizen, bioscopen en op terrassen. Op een dag las hij een bericht dat hem wel interesseerde. Hij scheurde het uit, stak een sigaret op en dacht na. Toen stond hij op en liep naar de telefoon…” Het Ervaringsverslag van: De A van Afbraak
A) Waar gaat het verhaal over?
1) Het gaat over een man die een geldroof-zaak wil oplossen die nog onopgelost is. Het Thema van het boek is detective. De titel “De A van Afbraak” slaat op de nepnamen die de hoofdpersoon gebruikt. Overal zit een ‘a’ in. (Zie samenvatting) (‘ De man met een a in zijn naam,’ zei Rippers honend, toen hij weer kon spreken. ‘Wat zegt hij?’ vroeg Bigi. Max vertaalde Rippers’ woorden in het Engels. ‘De man met een a in zijn naam,’zei Rippers weer. ‘De a van wat, Kramer? De a van afschuw, van angst? De a van afpersing?’ ‘De a van afbraak,’antwoordde Max. Hij hielp Rippers overeind en bracht hem naar de wc.’ Blz. 542) 2) Ik heb dit boek gekozen, omdat het een detectiveboek is en daar heb ik er al eerder een aantal van gelezen wat me goed is bevallen. Het boek komt uit een bundel met drie Nederlandse misdaadromans die wij thuis hadden liggen. Die bundel heet: Dutch Crime. (Als ik een citaat geef met het bladzijdennummer 542 dan wil dat niet zeggen dat het boek meer dan 500 bladzijden heeft, want dat is niet zo) 3) Ik wist van de schrijver nog niks en van het onderwerp: misdaadroman of detectives had ik er al eerder een aantal gelezen. In de eerste, tweede en derde. Ik vond die boeken wel leuk en daarom ben ik weer een detectiveboek gaan lezen. Zoals bij 2 ook al is vermeld. (Ik had het idee van detectives dat ze meestal wel spannend zijn en dat leek me leuk.)
B) De personen 1) De echte naam van de hoofdpersoon staat niet in het boek vermeld. De hoofdpersoon gebruikt allemaal verschillende namen. Frank Kramer, Lans, Max Kassel. Allemaal namen met een a erin. Dat verklaart de titel ook. (Zie citaat bij A1) 2) De hoofdpersoon is een brutale, egoïstische maar slimme man. Hij stapt zomaar het huis binnen bij Rippers en Meringa en hij denkt alleen aan zichzelf. Wel vogelt hij alles slim uit en komt hij er achter hoe de geldroof is gegaan. De hoofdpersoon verandert niet door wat er gebeurd. 3) De hoofdpersoon heeft volgens mij geen vrienden. Hij heeft geen positieve relaties, maar dat komt ook wel door zijn gedrag. Twee van de 4 belangrijke andere mensen die voorkomen in het boek zijn de mensen bij wie hij gewoon is ingetrokken in huis tegen de zin in van die mensen. Dat zorgt niet voor zo’n goede relatie. De twee andere belangrijke personen waren het grootste deel van hun rol in het boek vastgebonden door de hoofdpersoon en één van die twee had de remkabels van de hoofdpersoon doorgesneden. Als je een positieve relatie hebt met iemand dan doe je dat meestal niet. De relatie is wel belangrijk. Het zorgt voor spanningen tussen de personen. 4) Nee, ik vind dat de mensen uit het boek zich best raar gedragen. Ze verzetten zich bijvoorbeeld niet als er een wildvreemde zomaar in huis komt terwijl ze het best irritant vinden. Verder zijn er wel eens gewone situaties die jij op dezelfde manier zou aanpakken als de persoon uit het boek, maar niet kenmerkende. 5) Is er niet. 6) De hoofdpersoon is geen bekend persoon. 7) Als iemand zichzelf uitnodigt om een tijdje te komen logeren en je verzet je er niet tegen dan vind ik dat je niet goed voor jezelf opkomt. Dat pakken Rippers en Meringa verkeerd aan. De hoofdpersoon profiteert van de stomheden van de andere personen uit het boek. Dan handelt hij wel slim, maar niet echt goed. Hij doet wel dingen die verboden zijn. Mensen gijzelen, lastigvallen, illegaal wapenbezit etc. Maar zoals bij de karaktereigenschappen al is gezegd is hij nogal egoïstisch en maakt hem niks uit wat er met anderen gebeurd. Ik herken er niets van mezelf in. Ik zou het zelf ook anders aanpakken. Ik zou überhaupt niet zo’n zaak gaan onderzoeken om er zelf beter van te worden. Als ik zo’n zaak voor mijn werk op moest lossen dan zou ik het wel doen, maar als ik een krantenartikel lees dan denk ik niet: ‘Laat ik die zaak eens op gaan lossen.’ 8) Bigi is de meest sympathieke persoon uit het boek. Er zijn niet echt sympathieke personen, maar zij is het meest sympathiek. Ondanks de gijzeling blijft ze gewoon hetzelfde. Ze gaat ook niet rot doen tegen de hoofdpersoon en tegen anderen. De anderen zijn allemaal niet zo sympathiek. 9) Suzanne is het minst sympathiek. Zij gaat laat niet over zich heen lopen en schiet af en toe uit. Dat is niet altijd even slim. (‘Ze keek hem aan. ‘Maar wat is het jou dan waard? Waarom doe je dit allemaal?’ Kramer had haar vraag niet verwacht. Óh…,’zei hij vaag.’Zo maar.’ Je bent hartstikke gek, weet je dat?’ Ja. Hij nam ook aan dat hij gek was. Hij zei niets. Je moet je ’s laten nakijken.’ Beter van niet.’Ze zouden je nooit meer loslaten’…Blz. 539) C) De tijd 1) Er staat geen jaartal in het boek vermeld, maar het is in 1969 geschreven en in het boek komen er kleurentelevisies, (auto)radio’s, telefoons, vliegtuigen en auto’s voor dus het verhaal zal zich wel ongeveer in dezelfde tijd afspelen als in de tijd wanneer het geschreven is. (‘Rijen maar,’zei Lans. Meringa deed de radio uit en draaide het contactsleuteltje om. De auto begon te trillen. Lans zette de radio weer aan.’ Blz. 476) 2) Volgens mij is de tijd wanneer het verhaal zich afspeelt niet belangrijk voor het boek, omdat het niet duidelijk af te leiden is. Als het belangrijk zou zijn dan hadden ze het wel duidelijker aangegeven. Er worden wel af en toe tijdaanduidingen aangegeven zoals: ‘Het was kwart voor negen’…of ‘Het vliegtuig naar Bazel vertrok om 4.15..’, maar dat is helemaal niet belangrijk. 3) Het verhaal speelt zich niet af tegen de achtergrond van een bepaalde historische gebeurtenis. 4) Die tijd is niet duidelijk dus deze vraag kan ik niet beantwoorden. 5) Die tijd is niet duidelijk dus deze vraag kan ik niet beantwoorden. 6) Ik weet niet hoe lang het verhaal duurt, maar het lijkt niet zo’n lange periode omdat er in een groot deel van het boek alleen maar gepraat wordt en op die manier gaat de tijd langzaam. 7) Er wordt niet met de tijd gemanipuleerd. D) De plaats 1) Het verhaal speelt zich in het eerste deel van het boek af in Nederland (Amsterdam) en later een tijd in Zwitserland (Biel). 2) Ik wist van Amsterdam al wel het een en ander, maar dat maakt niets uit voor het boek. De plaats is niet zo belangrijk. Van ‘Biel’ wist ik nog niets. Het zou nog wel eens kunnen dat het niet eens bestaat. (‘Hij ontbeet in de wachtkamer op het station en kocht een krant en een enkele reis naar Amsterdam.’ Blz. 447..’De man die Rippers heette woonde in een torenflat in Buitenveldert, een nieuwe Amsterdamse voorstad…Blz. 448…’Precies om half acht was hij op weg naar Biel, dat ongeveer zestig kilometer van Bazel verwijderd lag.’ Blz. 511) 3) Nee, die plaats(en) heeft/hebben geen betekenis voor het verhaal. 4) De omstandigheden worden niet echt genoemd. Het belangrijkste van het boek zijn de gesprekken waaruit de hoofdpersoon de zaak op heeft weten te lossen. 5) De omstandigheden vormen slechts het decor waartegen het verhaal zich afspeelt. E) Het vertelstandpunt (perspectief) 1) Je kijkt niet door de ogen van een persoon uit het verhaal, maar het is de verteller die het verhaal vertelt. Af en toe beschrijft hij iets. Bijvoorbeeld hoe de kamer is ingericht of zoiets, maar over het algemeen volgt de verteller de hoofdpersonen bij wat ze doen en zeggen, maar niet vanuit de ogen van de hoofdpersonen. Uit deze drie citaten merk je bijvoorbeeld al dat het echt een verteller is die aan het woord is. (‘Hij ontbeet in de wachtkamer op het station en kocht een krant en een enkele reis naar Amsterdam.’ Blz. 447..’De man die Rippers heette woonde in een torenflat in Buitenveldert, een nieuwe Amsterdamse voorstad…Blz. 448…’Precies om half acht was hij op weg naar Biel, dat ongeveer zestig kilometer van Bazel verwijderd lag.’ Blz. 511) 2) Als het perspectief lag bij iemand uit het verhaal dan zou die persoon overal een mening over hebben en werd die uitgebreid beschreven. Nu volg je de personen die voorkomen in het verhaal. Je weet niet wat ze denken, maar alleen wat ze zeggen. Het is wat oppervlakkiger. Niet te diepzinnig. F) Waar gaat het nou eigenlijk over? 1) Ik heb geen diepere betekenis in het verhaal kunnen ontdekken en ook niet een levensles of iets dergelijks dat je eraan over zou kunnen houden, maar volgens mij hoort er wel minstens één in te zitten, want dat is bij veel literatuurboeken wel zo. Toch kan ik hem niet vinden. 2) – 3) – 4) Ik heb niet iets van het verhaal geleerd. Wel dat detectiveboeken ook saai en helemaal niet spannend kunnen zijn. Ik vond dat er veel te weinig gebeurd en veel te veel wordt gepraat. Er wordt bijvoorbeeld van bladzijde 450 tot 465 alleen maar een gesprek gevoerd, met af en toe een beschrijving van hoe iets eruit ziet. Bij dit item kan ik geen citaat geven.
G) Zou je nog eens een verhaal willen lezen, en waarom dan wel of niet?: 1) Van dezelfde schrijver: Door dit boek heb ik het idee gekregen dat de schrijver niet zo goed is, maar dit is ook niet een van zijn beste boeken. De schrijver heeft wel veel dingen meegemaakt in zijn leven en zou wel veel inspiratie op hebben gedaan voor een boek. Toch lees ik waarschijnlijk liever nog wat van een andere schrijver, want er zijn zoveel schrijvers en boeken terwijl ik er niet zoveel lees. Ook vond ik het vervelend dat de schrijver bladzijden lang een gesprek weergeeft. Als hij dat in al zijn boeken doet dat wil ik liever niet nog zo’n boek lezen. (Een citaat is hierbij niet mogelijk) 2) Over dezelfde tijd: Die tijd was dus niet heel duidelijk of belangrijk en daar heb ik geen bezwaar tegen. Ik ga niet speciaal een boek lezen omdat het over een bepaalde tijd gaat. Als het boek nou Science Fiction is of over een historische tijd dan zou je het kunnen overwegen, omdat de tijd daar een belangrijke rol in speelt, maar dat was bij dit boek niet het geval. 3) Over dezelfde plaats: De plaats was zoals eerder gezegd ook onbelangrijk voor het boek. 4) Over hetzelfde onderwerp: Het thema ‘misdaadroman‘ of ‘detective’ spreekt me nog steeds wel aan ondanks dat ik dit boek niet zo leuk vond. Ik zou best nog een detectiveboek willen lezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.