Samenvatting:

Het boek gaat over twee bloedmooie vrouwen die samen een liefdadigheidsbedrijfje runnen dat gefinancierd wordt door de van Muarikbank, maar achter de schermen is het een organisatie die soms illegale activiteiten uitvoert voor het goede doel.
Suzanne Wolf van Maurik (bijnaam Wolf) is de directrice van het bedrijfje en samen met Mei, haar trouwe compagnon en parttime hacker, helpt ze in dit boek een radeloze man, Sjirk Hommes.
Hij heeft een aantal jaren in Amerika aan een project gewerkt waarbij zij onderzoek deden naar het taalwervings vermogen van mensapen. De apen leerde gebarentaal en Sjirk met zijn team woonde in een huisje is de rimboe naast het huisje van de chimpansees. Sjirk deed in zijn vrije tijd ook nog een eigen onderzoek waarbij hij de Naomi, een chimpansee, voorlas uit de bijbel en er met haar over discussieerde. Op een dag wordt hij ontslagen maar zonder een gegronde reden. Hij is er helemaal vanonder te boven, want hij zag Naomi als zijn vriendin. Naomi kreeg later ook nog een zoon, hij heette Desmond.
Sjirk kreeg van Naomi veel video brieven, zei had geleerd om een video te bedienen, ook de brief waar Naomi haar zoon liet zien.
Nadat Desmond toch nog veel van haar moeder geleerd had werd hij al snel meegenomen door Bernard Weston de superieur van Sjirk. Bij deze aap deed hij heel erg wrede proeven. Door de eenzaamheid en de hoeveelheid proeven die op hem uitgevoerd waren ging hij bijna dood. De rest van de apen waren zomaar mee genomen zonder enige bekende eindbestemming.
Wolf en Mei werden door Sjirk ingeschakeld, nadat hij een videobrief van Naomi had ontvangen waarin zei om hulp vroeg. Zij zijn toen op onderzoek uitgegaan. Hierbij legde ze verschillende connecties en kwamen hier in Nederland uit bij een oude professor van Wolf. Deze wilde hen wel helpen. Zijn naam was Ezra Bound en had verschillende connecties in Amerika. Toen Wolf en Mei hier in Nederland niet meer verder kwamen zijn ze naar Amerika gegaan om verder op onderzoek uit te gaan. Hierbij kwamen ze via illegale wegen uit bij een Laboratorium ergens midden in een dode woestijn. Er lag één dorpje dat min of meer gesticht was door alien spotters.
In dit lab werden de gruwelijkste proeven gedaan met de apen die van het project van Sjirk afkomstig waren.
De zoon van Weston was zelf doof en ontdekte de aap die zijn vader in een schuurtje in de achtertuin verborgen hield. Hij kreeg een band met de aap. Hierdoor werd aap eigenlijk van de eenzaamheidsdood gered.
Sjirk heeft een hele tijd in onzekerheid gezeten omdat hij niet wist of “zijn vriendin” nog wel in leven was of dat zij allang gestorven was. Toen Wolf en Mei eindelijk wisten hoe alles zat en zij genoeg bewijs hadden verzameld stichtte ze een stichting op die de Naomi terug kon eisen. Ze namen een advocaat in handen die er voor moest zorgen dat dit ook zou gebeuren. De stichting werd, toepasselijk, vernoemd naar Naomi namelijk de Naomi Hommes Foundation. In de rechtszaak probeerde de tegenpartij zich hevig te verzetten, maar het mocht niet baten. De Naomi Hommes Foundation won de zaak en de apen werden vrij gelaten. Wolf en Mei hadden weer een dienst bewezen aan de maatschappij. Ze hebben de rechten van de dieren een heel stuk duidelijker gemaakt.

Analyse:

Titelverklaring:
De titel geeft aan hoe Desmond over zijn vriendje denkt: ze zijn Broers van de zesde dag, van zijn moeder leerde Desmond allerlei dingen uit de bijbel die zij van haar verzorger had geleerd en waar ze met hem over discussieerde. Desmond leerde dus alles weer van zijn moeder. Als hij later bewijsstuk is in de rechtszaak zegt hij hoe hij er over denkt, Arthur (het zoontje van Weston) praat met Desmond in de rechtszaal:

Arthur: Wij zijn vriendjes, toch?
Desmond: Nee, wij geen vriendjes. Wij broers.
Broers?
Ja broers. Wij zijn broers van de zesde dag.
Welke zesde dag bedoel je? Zaterdag?
Weet ik niet. De zesde dag uit het boek van het begin. Toen de grote vader het licht maakte. Mama zegt… En toen maakte de Grote Vader het water en de Hemel. En toen de aarde en de planten. En toen de zon en de maan. En toen de vissen en de vogels. En toen ons.
Dus daarom zijn wij broers?
Wij horen bij elkaar.
Wij horen bij elkaar?
Ja. Wij horen bij elkaar.(blz. 299-300)
Desmond bedoelde hier dus Genesis, het boek over de schepping. In de zesde dag schiep God de mens. Chimpansees zijn dus broers van de mens. Dus broeders van de zesde dag.

Hoofdpersonages:
Wolf: Een rijke en wel opgevoede vrouw die heel graag iets wil doen voor de mensheid. Heeft een eigen bedrijf met een illegale achtergrond waarbij ze dit naar hartelust kan doen. Ze deinst niet terug om in te breken, maar is heel erg gewent aan luxe. Ze is zelf heel erg rijk, heeft een vriend die een loodgieter is en hij wil met haar trouwen onder één voorwaarde en dat is dat hij voor het levens onderhoud zorgt. Hij wil niet rijk zijn door zijn vrouw.

Mei: Een vrouw die ook gewend is aan luxe en vooral met haar eigen lichaam bezig is. Als ze even niets te doen heeft gaat ze direct fitnissen of douchen of in de sauna. Ze is de compagnon van Wolf en heeft best veel inspraak op wat er gedaan wordt. Mei is degene die voor alle technisch zaken van het werk bezig houdt. Ze is helemaal verkikkerd op allerlei hightech snufje. Die wil ze dan ook allemaal hebben.
Sjirk: Een onderzoeker die helemaal in de war is. Ze hebben zijn levenswerk van hem afgenomen, waardoor hij aan de drank is geraakt. Hij is wanhopig. Hij is ook een beetje verstrooid. Hij werk wel op een universiteit, maar hij voert er geen moer uit.

Perspectief:
Het verhaal wordt grotendeels verteld door een alwetende verteller. Maar soms zitten er ook dialogen in zoals ik geciteerd heb in de titel verklaring.

Genre:
Volgens de officiële website van Lydia Rood is het een thriller. Daar ben ik het wel mee eens, maar ik vind het meer op een detective lijken.
Tijd: Het boek speelt zich af in een paar maanden. Vanaf het moment dat Sjirk hem opzoekt totdat het proces gewonnen is.

Plaats:
Het verhaal speelt zich deels in Nederland af. En deels in Amerika, en dan om precies te zijn in een woestijn en aan de Oostkust.

Thema en motieven:
Het thema van het boek is het oplossen van een vraagstuk. Eén van de motieven is het dierenleed.

Verwerkingsopdracht.

Opdracht: Schrijf in de stijl, traditie, thema, etc een verhaal van ongeveer anderhalf à twee A4’tjes met één of meerdere (hoofd)personen uit het boek. Je verweringsopdracht dient minimaal 500 woorden te bevatten. Lever ook je Opdracht in.

Wolf en Mei waren allang weer terug in Nederland toen er opeens een telefoontje uit Amerika kwam. Het is Jimmy (de advocaat) hij wilde weten hoe het met Wolf, Mei Sjirk, maar vooral hoe het met Naomi ging. M (de secretaresse van Wolf en Mei) nam op, maar moest tot haar spijt mededelen dat ze naar een gala waren en dat het waarschijnlijk laat zou worden. Jimmy zei dat het niet uitmaakte en dat hij spoedig terug zou bellen.
Toen Wolf dit de volgende morgen hoorde vond ze het wel een beetje verdacht. Waarom zou Jimmy zomaar op een doordeweekse dag bellen om te vragen of het goed met ze ging? Het antwoord liet niet snel op zich wachten, want die middag belde Jimmy weer, Mei was weer halfnaakt aan het fitnissen toen Wolf het telefoontje van M overnam. Jimmy vertelde dat hij weer met een zaak te maken had waarbij de rechten van dieren op de proef gesteld werden. Of Wolf en Mei hem daarbij wilde helpen, omdat hij niet genoeg bewijs bij elkaar kon krijgen en zij hadden daar de vorige keer hun hand niet voor omgedraaid.
Mei was ondertussen opgehouden met fitnissen en was in de douche gestapt die op hun kantoor was geïnstalleerd naast de sauna. Toen ze eronderuit kwam zat Wolf nog steeds met Jimmy aan de telefoon. Ze vroeg aan Wolf wat hij wilde. Wolf wuifde een keer en Mei wist precies wat ze moest doen. Ze liep naar een ander kamertje en startte haar laptop op. Nam de telefoon op en luisterde wat Jimmy te vertellen had.
,,Ik zit hier met een probleem,” zegt Jimmy ,,tijdens jullie proces hadden jullie al heel veel spitwerk gedaan en moest ik alleen het onbruikbare weglaten, maar nu heb ik niets en ik vermoed dat het weer op de zelfde manier moet als de vorige keer.” ,,Ik zit hier met een hond die helemaal voor zich zelf zorgt. Hij gaat ’s morgens naar de slager die hem een worst geeft. Daarna gaat hij naar zijn huis en doet de hele dag waar hij zin in heeft. Nu wil de wetenschap onmenselijke proeven met hem gaan doen.” Wolf onderbakt hem: ,,wat hebben wij daar mee te maken?”
Jimmy kon daar eigenlijk geen antwoord op geven, maar hij dacht dat hij op een legale manier niet aan genoeg bewijs kon komen om te voorkomen dat de hond een wetenschappelijk proefdier werd. Wolf zei dat ze eerst met Mei moest overleggen en dat ze later wel terug zou bellen. Mei hing de telefoon ook op en was al op het Web bezig met het kraken van bestanden waarvan ze dacht dat ze wel eens interessant zouden kunnen zijn voor ‘het project straathond’ Wolf had haar bedenkingen. Ze waren pas terug van Amerika en ze wilde eigenlijk zoveel mogelijk bij Derek zijn, haar vriend die met haar wilde trouwen, maar ze had hem verwaarloosd en ze wist nog steeds niet wat ze wilde. Mei zat te springen om weer aan de slag te gaan, maar Wolf had allang besloten. Deze liet ze gaan, ze veel meer tijd besteden aan Derek en misschien ging ze ook nog wel een keertje trouwen. Mei was teleurgesteld.