Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Brieven aan Doornroosje door Toon Tellegen

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Brieven aan Doornroosje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2724 woorden
  • 16 februari 2012
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
21 keer beoordeeld

Boekcover Brieven aan Doornroosje
Shadow
Brieven aan Doornroosje door Toon Tellegen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
2. Primaire gegevens van het gelezen werk

2.1. Naam van de auteur (zie titelpagina).
Toon Tellegen

2.2. Titel van het werk (zie titelpagina).

Brieven Aan Doornroosje

2.3. Indien aanwezig: de ondertitel (zie titelpagina).

Ondertitel niet aanwezig

2.4. Jaartal eerste druk (zie copyrights).

2002

2.5. Aantal bladzijden van het boek.

371

3. Verantwoording keuze en verwachting

3.1. Verantwoording keuze
Ik heb het boek Brieven Aan Doornroosje gekozen, omdat Stijn Edelman het me aanraadde toen ik aangaf dat ik een verrassend boek wilde lezen over ‘lastige liefde’, het thema waar mijn gehele leeslijst om draait. Ik moest ten beginne van mijn laatste schooljaar nog zes boeken lezen, en omdat ik mijn lijst een beetje wilde ‘upgraden’ voor mijn mondeling, wilde ik nog wat ongewone boeken lezen, naast mijn ‘Turks Fruit’ en ‘Joe Speedboot.’ Stijn vertelde mij dat het 365 brieven waren, die de Prins schreef, een jaar voordat hij Doornroosje wakker zou kussen. Dit concept vond ik zo grappig, dat ik direct besloot dat dit mijn achtste boek op mijn lijst moest worden.

3.2. Verwachting
Ik verwacht een sprookjesachtig boek, zonder een echt duidelijke verhaallijn. Tevens denk ik dat ik het boek niet in één keer uit wil, of kán lezen. Dit omdat het vast nogal ‘stroperig’ wordt om elke bladzijde te lezen die precies de zelfde opbouw heeft als de vorige. Waarschijnlijk wordt ik het na een aantal bladzijden zo zat, dat ik het boek weg zal moeten leggen, omdat ik er geen letter meer van mee krijg. In dat geval heb ik het boek ‘Ik en mijn Speelman’ om mijn aandacht te verleggen.


4. Korte samenvatting van de inhoud
Brieven aan Doornroosje vertelt het verhaal van een Prins die in het 99e jaar waarin Doornroosje slaapt op reis gaat om haar wakker te kussen. Hij schrijft elke dag een brief aan Doornroosje, waarin hij zijn avonturen en gedachten beschrijft welke gebundeld zijn tot een verhaal. Uit zijn brieven blijkt wanhoop, twijfel en verlangen en de lezer zal zich steeds meer afvragen of Doornroosje wel echt bestaat, of dat Prins alleen op weg is om op weg te zijn. En of Prins zélf eigenlijk wel bestaat.

5. De relatie tussen tekst en auteur
In feite lijkt het alsof Toon Tellegen zowel de schrijver van de brieven, als van dit boek was. Wat misschien ook wel hetzelfde is, als je er goed over nadenkt. Maar wat ik nou eigenlijk bedoelde, is dat het lijkt alsof Toon de Prins is. Of heb ik dat al op die manier gezegd? Het is vreemd hoe je uiteindelijk net zo warrig gaat schrijven als Toon Tellegen doet, zodra je 365 brieven van zijn hand hebt gelezen. Maar, al met al, kreeg ik na de 25e brief, waarin de Prins zich keer op keer ‘verraadt’, door te zeggen dat hij op zijn kamer een brief zit te schrijven aan een denkbeeldig meisje, zonder enige bedoeling, sterk het vermoeden dat Toon Tellegen zichzelf hiermee beschrijft. En zodra die gedachte eenmaal in mijn hoofd zat, kreeg ik het er met geen mogelijkheid meer uit. Ik las geen brieven meer van de Prins, maar van Toon Tellegen. Brieven die eerder geschreven lijken te zijn en plotseling een boek werden, dan dat er een boek moest komen waarvoor die brieven geschreven zijn. Het lijkt alsof Toon Tellegen in de eerste plaats zichzelf wilde amuseren met het schrijven, en toen pas op het idee kwam om anderen er óók mee te amuseren. Snapt u?

6. De analyse
6.1. Genre
“Brieven aan Doornroosje” is een beetje lastig onder te verdelen in een genre. Is het een sprookje? Misschien wel. Echter, wie heeft er ooit een sprookje in briefvorm geschreven? En dan niet eens een briefwisseling, want Doornroosje schrijft niet terug. Het is meer in dagboekvorm.

6.2. Titel en ondertitel
De titel is “Brieven aan Doornroosje”. Deze titel is echt zo verschrikkelijk omschrijvend, dat je bijna verwacht dat er een diepere gedachte achter zit. Dit is echter niet zo. Het boek bestaat simpelweg uit ‘Brieven aan Doornroosje’. Behalve de laatste brief uit het boek. Dat is een brief van Doornroosje aan De Prins.

6.3. Motto en opdracht
Er is geen motto, noch een opdracht.

6.4. Motieven, onderwerp en hoofdgedachte
6.4.1. Motieven
Hunkering
Prins hunkert naar Doornroosje. Hij hunkert naar het zien van de kasteelmuren. Hij hunkert er naar haar te zoenen. Tegelijkertijd hunkert hij echter ook naar huis. Hij vindt de reis verschrikkelijk en heerlijk tegelijk. Vaak zegt hij zelfs alleen Doornroosje te willen wakker kussen zodat hij de reis naar haar kasteel kan maken. In feite hunkert hij dus ook naar elke volgende dag waarop hij weer verder kan reizen.


Twijfel
Prins twijfelt over alles. Over hoe het zal gaan als hij bij Doornroosje aankomt. Wat zij wel niet van hem zal denken. Of ze er eigenlijk wel is, of dat er misschien een metersdikke laag stof op haar bed zal liggen. Of de lakeien hem wel binnen zullen laten, of dat ze hem bij voorbaat al te min vinden. Of Doornroosje überhaupt wel bestaat, of dat zij een ‘zinsbegoocheling’ van hem is. Of Doornroosje niet al veel te oud voor hem en of ze hem wel goed genoeg zou vinden kunnen zoenen. En of het hem ooit zal lukken haar te bereiken.

Fantasie
Eigenlijk is Prins’ gehele reis één grote fantasie. Hij (Prins? Of Toon Tellegen?) geeft meerdere malen toe helemaal niet op reis te zijn, maar gewoon lekker thuis te zitten. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

“Ik zit op mijn kamer en schrijf een brief. (Ik verraad mezelf. Ik besef het. Maar omdat ik onbelangrijk ben is alles wat ik doe – inclusief verraden – onbelangrijk.) Ik ben de zoon van een armoedzaaier en schrijf een brief aan een denkbeeldig meisje. (Ik verraad mezelf opnieuw. Maar… enzovoort.) Ik schrijf brieven zonder enige bedoeling. (Ik verraad mezelf voor de derde maal, maar er zal geen haan gaan kraaien, dat verzeker ik je)”. Brief 23 januari

“Het was ook omdat ik daar niet liep, maar hier zit, in een kamer, met buiten onder mijn raam geschreeuw. Verongelijkte voorbijgangers. Alleen op papier ben ik daar, op weg naar jou.”  Brief 10 februari

In zijn geheel fantastische reis is elke brief eigenlijk weer een losse fantasie. Hij beschrijft in elke brief waarover hij tijdens zijn reis fantaseert. Hoe het zal zijn, op 1 januari wanneer hij eindelijk de wenteltrap naar Doornroosjes torenkamer zal beklimmen om haar te wakker te kussen.

Wanhoop
In bijna elke brief van de Prins zit een al dan niet diepere laag van wanhoop. Eigenlijk is zijn hele reis een daad uit wanhoop. Want waarom zou hij een jaar lang op pad zijn om een prinses die waarschijnlijk niet bestaat wakker te kussen? Of anders bekeken, waarom zou Tellegen 365 brieven schrijven over een niet bestaande prins die een niet bestaande prinses wakker wilt kussen op een niet bestaande reis? Moet je daar niet ook ergens een beetje wanhopig voor zijn, of misschien wanhopig van worden?
Prins geeft zelf zo ongeveer om de brief aan hoe wanhopig hij wel niet wordt van zijn zoektocht naar Doornroosje. Zoals hij het zelf verwoordt:


“Zal je ooit in staat zijn mijn wanhoop te peilen?”

6.4.2. Onderwerp
Het onderwerp van “Brieven aan Doornroosje” is de zoektocht. De zoektocht naar Doornroosje, maar vooral de zoektocht van Prins naar zichzelf.

6.4.3. Hoofdgedachte

6.5. Personages
De Prins
Prins is over het algemeen een wanhopig man en zwaarzinnige man. Hij verwondert zich elke dag en maakt zich net zo vaak zorgen. Toch is het, er van uit gaande dat het een echt figuur is, een dappere prins. Een echte doorzetter. In welke situaties ook terecht komt, hoe vaak hij zich ook beseft dat hij geen flauw benul heeft van waar hij eigenlijk naar toe moet, of Doornroosje wel daadwerkelijk bestaat en of hij haar eigenlijk wel wakker wílt kussen, of liever blijft dwalen, hij zet door op weg naar het kasteel.

Doornroosje
Doornroosje is het meisje waar Prins naar op zoek is. In de fantasie van Prins (er van uitgaande dat het ook inderdaad een fantasie is) is zij nooit hetzelfde. Soms is ze het mooiste meisje op aarde, dan weer een verschrikkelijk gedrocht. Soms is ze een kind van vijf, dan weer een hoogbejaarde dame. Soms is ze tien centimeter lang, dan weer enorm. Op een dag is ze een mier, op een andere dag een pop. Toch is Prins als een bezetene op zoek naar haar, zij is zijn einddoel, al is zijn doel misschien eigenlijk wel de reis zelf. De laatste brief uit het boek is van Doornroosje aan Prins. Hier in is ze lief, en geeft ze aan dat ze blij was met zijn brieven en nu weer gaat slapen, al mag Prins haar ieder moment weer wakker komen kussen. De vraag is uiteraard of dit de ware Doornroosje was, of dat dit stiekem een brief van Prins was om zijn falen te verbloemen…

Doornroosje wordt door Prins meerdere malen met God vergeleken. Op zich is dit een interessante vergelijking. Voor Prins lijkt de weg naar Doornroosje belangrijker dan haar vinden. Dit is voor vele gelovigen ook het geval; de weg naar God is van groter belang dan Hem vinden, want dat wordt niet meer als geloofwaardig gezien. Toch spreekt Prins dit vaak tegen. Bijvoorbeeld in:

“Vanochtend, in de stromende regen, in een verlaten vlakte, hield ik je maar weer eens voor God. Hoe haal ik dat toch in mijn hoofd? Je bent niets anders dan een meisje dat, buiten haar schuld, honderd jaar moet slapen''

De Lakeien
De lakeien spelen in veel van Prins’ voorstellingen over hoe het moet zijn als hij Doornroosje bereikt een rol. Vaak werken ze Prins tegen, minnachten ze hem en brengen hem slecht nieuws. Je zou kunnen zeggen dat de lakeien de wanhoop en de twijfel van Prins in figura zijn.

6.6. Tijd
6.6.1. Historische en vertelde tijd
Brieven aan Doornroosje is, zoals elk sprookje, tijdloos. De vertelde tijd is precies een jaar, van 1 januari tot 1 januari.

6.6.2. Chronologisch of niet chronologisch
Het verhaal, voor zover het een verhaal is, is chronologisch verteld. Alle brieven waarin Prins zich voorsteld hoe het moet zijn als hij Doornroosje wakker kust, zijn m.i. niet echt flash-forwards, omdat het beschrevene niet echt zal gaan gebeuren. Het is meer een fantasie, zoals de hele reis een fantasie is.

6.7. Vertelperspectief
Brieven aan Doornroosje wordt vanuit het perspectief van Prins verteld, enkel de laatste brief wordt vanuit Doornroosjes perspectief verteld.

6.8. Spanning
De vorm van spanning die in dit boek terug te vinden is, loopt over het gehele boek. Dat wil zeggen: het gehele jaar waarin Prins schrijft. Je blijft namelijk benieuwd (en eigenlijk hópen!) dat Prins wel degelijk bestaat, Doornroosje wel dégelijk vindt en dat ze ‘nog lang en gelukkig’ leven. Pas tijdens de laatste brief krijg je hier antwoord op. Brieven aan Doornroosje is geen ‘op-het-puntje-van-je-stoel-boek’. Niet een boek wat je in één ruk uitleest, maar daar is het ook niet voor bedoeld.


6.9 Stijl
Toon Tellegen schrijft in een zeer poëtische stijl. Er van uit gaande dat Prins eigenlijk Toon is (of andersom…) is het logisch dat Prins in dezelfde stijl schrijft als Toon dit doet. Zijn stijl is tamelijk zweverig, en vaak ook erg diep. Er zijn momenten dat het schrijven van de Prins plotseling in zo’n diepte van bezinning raakt, dat je er als lezer bijna over struikelt.

Tellegen schrijft in feite in een soort spreektaal. Maar waar spreektaal eigenlijk niet geschikt is om in te schrijven, is het geen wonder dat het soms wat warrig overkomt. Prins’ gedachten woorden in één lange reeks opgeschreven, en in feite op de manier waarop hij ze in zijn hoofd heeft. Tellegen schrijft in zeer korte zinnen, wat ook eigenlijk wel nodig is, want zonder dat zou het één brij van woorden worden. Nu is het warrige van de tekstbetekenig, en de eenvoud van de ‘vorm’ mooi in evenwicht. Soms lijkt er een persoonsvorm te missen en geeft Prins enkel een opsomming van wat hij ziet. Een voorbeeld van beiden:

“Ik vind je, kus je en doe een stap achteruit.
Ik zie hoe jij je ogen opent, even stil blijft liggen, om je heen kijkt, een kreet van afschuw slaakt en opspringt.
Je schiet langs me heen, de deur uit, als een uitgehongerde kat die een maand in een kamer was opgesloten.
Ik hol je achterna.
‘Doornroosje,’ roep ik. ‘Luister!’ Mijn stem en zijn echo en de verblufte lakeien in het blauw en de zon en de rozenhagen vol wespen en hommels en stof, reusachtige wolken stof.
Ik haal je niet in.
Je holt de neergeslagen brug over, het land in.
Honderd jaar opgespaarde energie.” Brief 27 juli

Toon (of de Prins, zo je wilt…) maakt veelvuldig gebruik van bijvoegelijk naamwoorden. Dit komt omdat Prins (én Tellegen uiteraard!) veel van mooie taal houdt. Hij gebruikt dan ook vaak zinsnedes als: ‘Heb ik dat niet mooi gezegd?’ Zijn liefde voor taal blijkt dan ook duidelijk uit zinnen waar hij de mooiste woorden achter elkaar plakt:

“Ik houd ternauwernood oneindig veel pijnlijk nauwgezet en desalniettemin niet voor herhaling vatbaar nog net wel van jou.”  Brief 5 februari


7 Verwachting achteraf
Brieven aan Doornroosje heeft mij enorm verrast. Ik was bekend met Tellegens schrijfstijl, die ik altijd al bijzonder prettig heb gevonden, maar Doornroosje was toch… Anders. Een boek als dit, opgebouwd uit honderden korte brieven, had ik nog nooit gelezen. En ondanks dat ik moeite moest doen om belangrijke zaken te onthouden was het een bijzondere leeservaring.


8 De persoonlijke beoordeling
Een sprookje van een sprookje
Brieven aan Doornroosje is het tamelijk recente werk van Toon Tellegen, en doet vermoeden dat het een briefroman betreft. Dit is echter niet het geval; de brieven van Prins aan Doornroosje staan op datum en er komen geen brieven terug, wat ‘Een Dagboek van een Prins’ een toepasselijkere titel had gemaakt. De brieven vormen het verhaal van een Prins die in het 100e jaar waarin Doornroosje slaapt, op reis gaat om haar wakker te kussen en daarbij talloze obstakels moet overwinnen, waarvan hijzelf niet de minste is.

Al na het lezen van de eerste brief krijg je sympathie voor de Prins. “Je slaapt, dus je kan deze brief niet lezen. Ik schrijf alsof je hem wel kunt lezen.” Dit is voor velen een bekend gegeven. Wie heeft er nou nooit een brief, mail of sms geschreven aan hun object van begeerte, zonder die te sturen? In de wetenschap dat die persoon het nooit zal lezen? Dit is eigenlijk wat Prins een jaar lang doet. Toch is hij bang dat ze zijn brieven niet leest. Want voor wie schrijft hij dan? Als niemand zijn brieven leest, is hij dan ook niemand? En als hij niemand is, kan niemand haar straks wakker kussen. Zijn eigen identiteit is dus blijkbaar verbonden met de aanwezigheid van de ander.

Toch zit er een wonderlijke diepere laag in dit boek. Prins hoofddoel is duidelijk niet Doornroosje vinden, maar de zoektocht naar haar toe. En is Prins wel een personage op reis, en niet, zoals hij in vele brieven toegeeft, gewoon een man in een studeerkamer? In het tweede geval, waar ik naar neig, zou je een interessante vergelijking kunnen trekken met de Doornroosje, naar wie Prins op weg is, en God. Want is het niet zo dat elke gelovige op zoek is naar God en de zelfde (vooral geestelijke) obstakels op zijn weg vindt, als Prins? En is het niet zo dat een gelovige eigenlijk niet verwacht God ook daadwerkelijk te vinden, maar voornamelijk leeft op de weg naar hem toe? Het is interessant om Prins’ brieven tegen die achtergrond te (her)lezen.

Brieven aan Doornroosje is geen page-turner en zo moet je het ook niet willen lezen. Wanneer je dit wel gewend bent, zal het snel gaan vervelen en zullen de (schitterende) woorden hun waarde verliezen en zal het zijn alsof je een encyclopedie probeert uit te lezen. Maar wanneer je dit werk er af en toe eens bij pakt, of elke dag de refererende brief leest en zodoende een jaar lang over dit boek doet, zul je zien dat je in no-time in Prins’ wereld zit.

Sommige recensenten betitelen Tellegens werk als volwassenboeken voor kinderen, of andersom zo je wilt. Dit is echter onjuist, of op zijn minst niet aan te raden. De diepgang in de gedachten van Prins is onbegrijpelijk voor een kind, al is het misschien juist wel verfrissend om Brieven aan Doornroosje simpelweg als het sprookje te lezen wat het aan de grondslag is. Een sprookje van een sprookje.

(502 woorden.)

9 De bronvermelding
Achternaam onbekend, Voorletters onbekend tussenvoegsel onbekend (jaartal onbekend) “Verlangen naar Doornroosje”. http://www.cvkoers.nl/home/magazine/themas/13-kunst-a-cultuur/301-verlangen-naar-doornroosje.html.

Hesemans, E (2009) “Dagboek van een Prins”. http://www.cuttingedge.be/books/reviews/170673-brieven-aan-doornroosje.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.