1. Primaire Gegevens
Titel: Batava Tempe, dat is ’t Voor-Hout van ’s Gravenhage
Auteur: Constantijn Huygens (1596-1687)
Verschenen in: 1621
Aantal versregels: 840
Literaire stroming: Historische Nederlandse Literatuur, de Renaissance/barok
2. De Inhoud
Constantijn Huygens heeft in zijn gehele leven ontzettend veel gedichten en dergelijke geschreven. De inhoud van alle gedichten kan onmogelijk worden samengevat, daarom zal alleen Batava Tempe, dat is ’t Voor-Hout van ’s Gravenhage samen worden gevat (zie bijlage 1).
In het eerste deel van het gedicht beschrijft Huygens het Voorhout in de Lente. De eerste zin luidt 'T Sonnen radt beghint te stooten, waarbij hij het heeft over het rad van de Zonnewagen, een synoniem voor de zon in de oudheid. Daer met gaen de daeghjens crimpen geeft de krimping van de dagen weer wat ook een teken is voor het begin van de lente. Huygens zegt dat hij de roem van het Voorhout zal vereeuwigen in de zin Sluyt jck buyten tyden-rooff.
Vanaf regel 313 begint de zomer. Dat haer Broeder strackx ontdouwt, wil zeggen dat de zon ophoudt dauw te zijn, dus opdroogt zodat de zomer aanbreekt. De Broeder is hierbij Phoebus, de zon. De zomermiddag breekt aan in regel 401:Maer de vroegh-tijdt js verloopen en Daer beghint de straet te leghen van haer morgestonts gewoel. Vervolgens geeft hij allerlei synoniemen aan voor de zon vanaf regel 410.
Vervolgens komt de avond in regel 497 en beschrijft hij het uiterlijk van de mens in het “Dauw en doncker”. Dan beschrijft hij de Vrijer-plicht die ontstaat in de avond. Tot regel 625 verzint hij verschillende personennamen met een klein liefdesverhaaltje erbij. In de strofe vanaf regel 625 zegt hij daarover: Dese zyn de soete vruchte vande vrye vrydoms vreucht ,dese zyn de puyck-genuchten van een ongebonden jeught.
In regel 697 begint de Herfst. Daken en takken zullen bedekt worden met hersft-tranen en dauw zal in mist opgaan. De herfst duurt in verhouding met de andere jaargetijden echter maar kort in het gedicht, omdat vanaf 737 de winter aanbreekt.
In de epiloog laat hij zijn liefde nog even blijken voor het Voorhout, omdat hij wel eeuwig in de schaduw tussen de lindebomen zou willen verblijven maar ook graag op reis gaat. Hij laat blijken dat de liefde voor het vaderland erg belangrijk voor hem is, het vaderland gaat boven alles volgens hem. Hij zegt dat de hele wereld een vaderland is, maar vooral de hemel. En daarmee komt hij aan bij zijn Protestants geloof. Het geloof is het uitgangspunt van waaruit de mens moet leren. Om dat te bereiken moet de mens zich losmaken van zichzelf. De laatste zin: Leert haer uyt dijn Leere leeren wat zij leeren leeren moet geeft dit weer.
3. De Persoonlijke Beoordeling
Betoog Individualisme (zie schema bijlage 2)
Constantijn Huygens wordt door het gedicht het Voorhout gekenmerkt door een bepaald individualisme. In de tijd waarin hij het schreef, 1621, nam hij een speciale plaats in de maatschappij in door zijn bewondering voor het Voorhout. Hij was in bepaalde opzichten een begaafd man en onderscheidde zich sowieso al van de rest. Zijn persoonlijke gedachten over het verband van het leven met het Voorhout maakten hem een uniek persoon. Zo vertelt hij in het gedicht dat hij de roem van het Voorhout zal vereeuwigen: Sluyt jck buyten tyden-rooff (regel 24). Hij brengt het Voorhout in verband met het leven dat voor hem eeuwig door zal gaan. In het gedicht stelt hij andere steden voor maar komt toch tot de conclusie dat niks het Voorhout overtreft.
Omdat het Voorhout het leven voor hem is beschrijft hij ook alle seizoenen, alledaagse gebeurtenissen tussen mensen en de dubbele werkelijkheden van de ochtend en de avond. De dubbele werkelijkheid van de avond is bijvoorbeeld dat het onaangename onzichtbaar wordt, terwijl het in de ochtend juist weer tevoorschijn komt. Dit vind ik erg mooi verzonnen.
Bovendien is er sprake van individualisme omdat zijn leven sterk beïnvloed wordt door zijn eigen opvatting over het Voorhout. Zo zou hij wel eeuwig in de schaduw tussen de lindebomen willen verblijven, wat hij duidelijk maakt in regel 779: Onder 'tspelen van uw' lommer (lommer=schaduw).
Hij heeft ook reizen gemaakt naar der Zuyder Landen (regel 811), zoals Italië en Venetië, maar voelt zich eigenlijk schuldig aan het Voorhout omdat hij daarvoor Den Haag verlaten heeft. Dit probeert hij goed te maken door te schrijven dat hij op reis altijd aan Den Haag zal blijven denken.
Over het algemeen vind ik dat dit individualisme ook nadelen heeft. Huygens is in sommige opzichten moeilijk te begrijpen en dat maakt hem erg ingewikkeld. Maar dat neemt niet weg dat hij minder interessant is. Het individualisme maakt hem wel uniek, en dan vooral in historische zin. Ik denk dat hij in de tijd dat hij het schreef meer onderscheidt met de rest had dan hij in het hedendaagse leven zou hebben.
De gelijkenis van het Voorhout met het leven vind ik wel origineel en mooi, maar daarentegen zijn de meeste verbanden ook erg doordacht en diepzinnig. De (ouderwetse) taal van het gedicht is ook moeilijk te lezen, maar met (gedeeltelijke) vertaling is het goed te doen en dat staat bovendien los van de inhoud van het gedicht.
4. Titelverklaring
De titel van dit grote dichtwerk, namelijk Batava Tempe, dat is ’t Voor-Hout van ’s Gravenhage geeft precies de inhoud weer. Het woord Tempe is afgeleid van een prachtig dal in Noord- Griekenland, Thessalië om precies te zijn, dat in de Oudheid zo genoemd werd. Blijkbaar brengt Huygens dit prachtige dal in verband met het Voorhout van Den Haag. Het gedicht gaat dus over het Voorhout, wat ook wel Batave Tempe wordt genoemd en te vinden is in Den Haag. Constantijn Huygens zou ook een andere plaats kunnen hebben uitgekozen om een groot gedicht over te schrijven, maar blijkbaar heeft het Voorhout alle andere plaatsen overtroffen en de belangrijkste rol voor hem gespeeld in zijn leven.
5. De Verdieping
Constantijn Huygens heeft tussen 1607 en 1687 ontzettend veel gedichten, brieven, tekeningen, vertalingen en composities gemaakt. Zijn eerste grote dichtwerk kwam echter pas in 1621 en dat was Batava Tempe, dat is ’t Voor-Hout van ’s Gravenhage. Met dit gedicht wil hij de werkelijkheid overtreffen door het gebruik van vooral veel metaforen en symboliek.
Zijn inspiratie kwam voort uit de ideeën en opvattingen van de Renaissance. De Renaissance is een literaire stroming en is ontstaan in Italië. Hij heeft zich laten beïnvloeden door onder andere de Ideeënleer van Plato en de Italiaan Marini in de 15e eeuw.
Er werd in deze tijd een nieuw mensbeeld ontwikkeld, waar het humanisme voor gezorgd heeft. In de 14e en 15e eeuw ontstond daarbij een gevoel waarbij de mens het middelpunt van de aarde is. Voor aanscherping van de geest en toenemende intelligentie was het noodzakelijk dat de mens op onderzoek uit ging. Verder kregen studenten les in de menswetenschappen: de studia humanitas. De vakken waren onder andere geschiedenis, poëzie en ethiek. De taal werd vooral erg belangrijk, waarbij Griekse teksten en Latijnse schriften bestudeerd werden om de verschillen in religie te ontdekken. De grote lijn van het humanisme is dat niet God als het middelpunt van de aarde werd gezien, maar de mens.
Constantijn Huygens is zelf niet in Den Haag geboren, maar heeft er vanaf 1627 wel gewoond. Zijn vader is Christiaan Huygens, die Constantijn samen met zijn broer Maurits ontzettend goed heeft opgevoed. Ze leerden veel talen, muziek, rekenen en dansen. Constantijn ging in de leer voor secretaris en volgde zijn vader op, die secretaris was van Willem van Oranje. In 1625 vond hij een baan als secretaris van prins Frederik Hendrik. Hij ging ondertussen een hoop gedichten schrijven, onder andere voor zijn vrouw Susanna van Baerle, waar hij in 1627 mee getrouwd was.
In 1637 overleed zijn vrouw waarna hij maandenlang geen gedichten en dergelijke meer op papier zette. Na een tijdje schreef hij toch een gedicht voor zijn vrouw dat in 1658 werd uitgebracht in een bundel gedichten, genaamd de Korenbloemen. Dit was zijn eerste uitgave van de verzamelde Nederlandse gedichten.
Vooral door de goede opvoeding van zijn vader is Constantijn Huygens een begaafd man geworden. Hij werd erg beïnvloed door de Renaissance en daardoor was onder andere zijn talenkennis enorm. Dit kwam hem vooral te pas bij de vele reizen die hij maakte in die tijd. Hij was niet alleen een getalenteerd schrijver, maar kon ook goed schilderen, had verstand van architectuur en muziek, en wist veel af van de natuurwetenschappen.
Betoog Symboliek (zie schema bijlage 3)
De hoofdgedachte van het Voorhout van Huygens is: De mens moet zich los maken van zichzelf, de wereld als zijn vaderland beschouwen en zich in dienst stellen van een hogere macht. Huygens heeft dit zelf in zijn gedicht al bereikt, en nu wil hij als het ware de mens aanmoedigen om dit ook te aanvaarden.
Het Voorhout is vooral een markering van de eeuwigheid, onsterfelijkheid, de vergankelijkheid en het overtreffen van de werkelijkheid. Er is sprake van eeuwigheid ofwel onsterfelijkheid omdat de 4 jaargetijden beschreven in het gehele gedicht een indicator zijn voor de eeuwige cyclus. Het gedicht het Voorhout zelf is ook eeuwig, omdat het ook nu nog –ver na Huygens’ dood-gelezen wordt en ook nog in vele latere generaties gelezen zal worden waardoor het gedicht blijft leven.
Een belangrijke metafoor uit de Renaissance in het gedicht betreft de ideeënleer van Plato. De ideeënleer beschrijft dat de werkelijkheid een afspiegeling is van de ideale werkelijkheid. Met dit gegeven wil Huygens de werkelijkheid overtreffen, door alles mooier te beschrijven dan het in werkelijkheid is waar te nemen. Er is hier ook een concreet voorbeeld toe te schrijven, namelijk het idee van de grot. De grot is dan de schaduw van de ideale werkelijkheid. Het Voorhout is dan deze grot, want het beschrijft de ideale werkelijkheid zoals deze er volgens Huygens uitziet.
Verder heeft Constantijn ook het Marinistisch woordenspel van de Italiaan Marini in zijn werk verwerkt. Zo’n woordenspel bestaat uit een vervlechting van zeer veel betekenissen voor een bepaald object, dat is waar te nemen in de werkelijkheid. Huygens maakt hier veel gebruik van om het zichtbare te overtreffen door daaraan een weerspiegeling van christelijke en klassieke waarden toe te voegen. Vanaf regel 410 volgt zo’n Marinistisch woordenspel, tot aan regel 424: Felle straelder van om hoogh, Snelle meter van ons' daghen,Jaren-passer, rondt om oogh;Dampen-trecker, Somer-brengher, Dach-verlengher, Vruchten-baet, Beesten-bijter, Vel-versengher, Blondt-bederver, Joffer-haet. Wolcken-dryver, Nacht verjagher, Maen-verrasser, Sterren-dieff, Schaduw-splyter, Fackel-dragher, Dieff beclapper, Bril-gerieff,Linnen-bleycker, Tuyten-croller, Al-bekycker, Nummer-blindt, Stoff-beroerder, Hemel-roller, Morghe-wecker, Reyser-vrindt.
Dit zijn een heleboel synoniemen voor de zon.
Volgens Huygens moet men ook de hele wereld als vaderland beschouwen. Het vaderland gaat boven alles, en daarbij moet men vooral de hemel als vaderland aanzien. In regel 825 zegt hij zelf: Is doch 'tVaderlandt te minnen, Boven al dat min-verleydt, Stijght dan Hemelwaert mijn zinnen,Daer vw Vader-erve leyt. Ook het geloof gaat boven alles en voor Huygens is dat dan het Protestantse geloof, hij was namelijk anti-katholiek. Om te kunnen leren uit dit geloof moet de mens zich losmaken van zichzelf en een hogere macht kunnen aanvaarden, waarmee de afspiegeling van de werkelijkheid dan onder ogen moet worden gezien. Voor Huygens is het Voorhout en het geloof de hogere macht waar hij aan ondergeschikt is.
De beschouwende tekst: (zie schema bijlage 4)
Inleving
Huygens leeft zich erg in in verschillende objecten in de natuur, in het Voorhout, de seizoenen van het leven en verwerkt zijn ervaringen en eigen ideeën daarover in zijn gedicht. Ook de nieuwe opvattingen over de plaats van de mens in de wereld in de Renaissance, verwerkt hij wat ervoor zorgt dat hij zich erg goed kan inleven in de tijd waarin hij het schreef.
Daer met ydelen v' scha'uwen, Haeghsch-Voorhoutsche-Ioffrou-rack vanaf regel 9 bijvoorbeeld, beschrijft zijn inleving in de lindebomen op het Voorhout.
Welcom vrijgesproken muren, Vande swarte slavernij, Even langhe moet ghij duren, Als de werelt werelt zij zegt hij in regel 169-172, waarin hij zich inleeft in de slavernij.
Volgens velen was Constantijn Huygens een homo universalis, een universeel mens. Deze titel kreeg hij omdat hij veel verstand had over de natuurwetenschappen, muziek, sport, politiek en literatuur. Deze kennis heeft hij ook in het Voorhout verwerkt. Naast zijn eigen kennis heeft hij ook het Marinistisch woordenspel gebruikt en de Ideeënleer van Plato (zoals eerder beschreven bij de symboliek) als achterliggende gedachte gehandhaafd. Dit zijn ook belangrijke motieven voor de inleving van Huygens in zijn eigen tijdsbeeld.
De Renaissance wordt ook wel de ideeëngeschiedenis genoemd omdat er een hoop nieuwe ideeën boven water kwamen wat betreft de huidige mens in de plaats van de wereld. Huygens heeft dit dus verwerkt inclusief zijn eigen opvattingen en ideeën, ook wat betreft het Protestantse geloof en het beminnen van het Vaderland. Hij wil hiermee een belangrijke boodschap overbrengen aan de mens in de Renaissance.
Door zijn titel als homo universalis heeft hij voor de literaire geschiedenis en de wetenschap zeer veel betekent.
6. De Bibliografie
De volgende informatiebronnen zijn gebruikt voor dit verslag:
v Literatuurboek Literatuur Zonder Grenzen pagina 104 t/m 109
v Aantekeningen en gekregen informatie in de les
v Internetsites:
http://iias.leidenuniv.nl/huygens/frame4.html à C.H. De Gedichten
http://www.absofacts.com/wetenschap/data/huygens.shtml
http://www.etcl.nl/goldenage/huygens.stm
http://www.amsterdambosenlommer.pvda.nl//straten/straten.htm
http://www.let.leidenuniv.nl/dutch/huygens/index.html
REACTIES
1 seconde geleden