Verhaalanalyse:
Verklaar de titel.
De kroongetuige slaat terug op de belangrijkste getuige van de rechtszaak. De man die tegenover het laboratorium woont. Zijn verklaring werd uiteindelijk ongeldig verklaard, hij zag Thomas wegrijden in een auto maar Thomas heeft geen rijbewijs. Deze verklaring was wel de reden waarom Thomas in hechtenis werd gehouden.
Is er sprake van een ondertitel? Zo ja, verklaar deze.
Er is geen sprake van een ondertitel.
Is er sprake van een motto? Zo ja, verklaar dit.
Er is geen sprake van een motto.
Is er sprake van een opdracht? Zo ja, noteer deze.
Er is geen sprake van een opdracht.
Schrijf op of je het boek spannend vindt of niet. Ondersteun je mening met argumenten. Omvang: minimaal 10 regels.
Nee, ik vond het niet spannend omdat er geen dramatische ontdekkingen waren. Het waren van die ontdekkingen die je wel zag aankomen. Je had van te voren al kunnen weten dat er een lijk was verstopt tussen de zeekoeien, nadat je 10 bladzijdes had gelezen over het filmpje waarin er ook een lijk was verstopt. Het werd eigenlijk al aangekondigd dat er iets zou zijn. Een beetje te doorzichtig vond ik het wel. Het werd ook langdradig beschreven hoe Leonie zelf ging onderzoeken en ik vond dat saai om te lezen. Bijvoorbeeld toen ze op bezoek ging bij Jenny’s vriendin was er een langdradig gesprek dat nergens over ging.
Beschrijf de ruimte(s).
Je hebt het laboratorium, dit is een groot gebouw met veel, lange gangen. Er zijn veel verschillende kamers waar verschillende experimenten gedaan worden. Nooit is overal het licht aan, dus het is een beetje een duistere plek. De personages zijn ook vaak alleen in het laboratorium wat het wel angstaanjagend maakt. Dan verwacht je elk moment dat er wat gaat gebeuren, ook al was dit niet het
geval.
Het huis van Thomas en Leonie, dit is een normaal huis wat je in elke stad
wel kan verwachten. Er zijn geen rare kamers. Er hangt een huiselijke sfeer.
De rechtszaal. Hier speelt ook een hoofdstuk van het boek zich af. Het is een normale rechtszaal zoals deze beschreven staat. Met de rechter vooraan en de verdachte ervoor.
Geef, zo mogelijk, een voorbeeld van een belangenruimte. Leg uit.
Het laboratorium is een belangenruimte. Hier zou een moord gepleegd zijn en er wordt een lijk gevonden. De rede waarom Thomas in hechtenis werd gehouden was omdat de man die tegenover ‘het laboratorium’ woont iets had gezien. In het laboratorium wordt ontdekt dat Jenny niet vermoord is, maar is verdwenen. Toen die vrouw in ‘het laboratorium’ werd gevonden konden ze de zaak al bijna oplossen.
Van wat voor verhaalopening is er sprake? Leg uit.
Er is sprake van een opening-in-de-handeling. Als je begint met lezen lees je gelijk het gesprek tussen Jenny en Thomas. Er worden geen personages geïntroduceerd of plaatsen. Het is gelijk midden in het gesprek waarin Thomas Jenny vraagt mee naar zijn huis te gaan.
Van wat voor slot is er sprake? Leg uit.
Ik vind dat er sprake is van een gesloten einde. Aan het einde van het boek is de zaak opgelost en is bewezen dat Thomas onschuldig is. Ze weten waar Jenny is en ze weten wie de vrouw in de pot bij de zeekoeien is.
Is het verhaal chronologisch of niet? Leg uit.
Nee, het boek verloopt niet chronologisch. Er zijn stukken waar je opeens in het verleden zit of de toekomst. Er is dus sprake van flashbacks. De functie van die flashbacks zijn herinneringen.
Zitten er in het verhaal flashbacks en/of flashforwards? Wat gebeurt er in deze? Wat is de functie van deze?
Er zitten verschillende flashbacks in het verhaal. Dit zijn voornamelijk herinneringen over hoe iets vroeger was of ging. Er zijn ook flashbacks waarbij de
personages terugdenken hoe iets is gebeurd.
Er zijn kleine flashforwards, bijvoorbeeld Leonie dacht wat ze de volgende dag zou gaan doen.
Is er sprake van tijdversnelling? Geef voorbeelden.
Ja, in het derde hoofdstuk zijn er tijdsversnellingen van dagen. Dan begint een alinea met een datum en de volgende met een datum die 3 dagen verder is.
Is er sprake van tijdvertraging? Geef voorbeelden.
Ja, het vierde hoofdstuk over de rechtszaak wordt heel uitgebreid beschreven. Het duurde eigenlijk helemaal niet zo lang, het was een vrij korte rechtszaak.
Wat is de vertelde tijd van het verhaal? Leg uit.
De vertelde tijd is rond 1970. Er wordt een paar keer in het boek gesproken over het vallen van de bom. Dit was in de koude oorlog. Het verhaal begint op 31 juli en eindigt vlak voor kerst.
Noem de hoofd- en bijfiguren.
Thomas Kuyper –
Hoofdfiguur
Leonie Kuyper – Hoofdfiguur
Inspecteur Lambert – Bijfiguur
Jenny Fortuyn – Hoofdfiguur
Zijn genoemde figuren karakters of types? Leg uit.
Thomas is een karakter. Zijn karakter wordt uitgebreid beschreven in het boek. Thomas wordt beschreven als een onhandige, slimme man. Hij kan niet koken, maar hij weet alles van spinnen. Thomas is niet gelovig. Hij houdt wel erg van klassieke muziek, deze eigenschap deelt hij met Leonie, maar beide houden ze van een andere soort
klassieke muziek.
Leonie is een karakter. Haar karakter wordt uitgebreid beschreven in het boek. Leonie is een slimme vrouw die overal wel wat vanaf weet. Ze heeft een goed doorzettingsvermogen, omdat ze zelf op onderzoek uitgaat en niet stopt totdat ze zeker weet dat Thomas onschuldig is. Leonie is een beetje gelovig. In het verhaal zoekt ze 1 keer de kerk op om te bidden voor Thomas. Er wordt ook verteld dat Leonie
katholiek is opgevoed.
Lambert is een types. Hij wordt beschreven als een goed politieman die zijn werk goed doet. De eigenschap die goed naar voren komt is dat hij doorzet. Hij blijft geloven dat Thomas hoe
dan ook bij de verdwijningzaak betrokken is.
Jenny is een types. Jenny is een knap meisje die makkelijk mannen versierd. Omdat Jenny verdwijnt kom je weinig over haar karakter te weten. Je komt te weten wat ze allemaal heeft gedaan. De eigenschap die wel naar voren komt is dat ze erg doortrapt is. Zo veel houdt ze niet van Thomas, maar ze houdt hem aan een lijntje omdat Thomas haar drugs kan geven.
Van wat voor vertelwijze (perspectief) is er sprake? Leg uit.
Er is sprake van een ik-persectief. Het eerste hoofdstuk leest je het uit de ogen van Thomas. Nadat Thomas in de gevangenis zit lees je het verhaal verder door de ogen van Leonie. Het is een ik-perspectief omdat er heel vaak het woord ‘ik’ in wordt gebruikt en omdat je alleen de gedachtes leest van Thomas (in het eerste hoofdstuk) van Leonie (de andere hoofdstukken).
Noem minimaal 5 motieven. Leg elk motief uit.
Vreemdgaan. Thomas is vreemd
gegaan met Jenny toen Leonie bij haar ouders was.
Jaloezie. Leonie is erg jaloers op
Jenny, omdat Jenny wel kinderen kan krijgen en al 2 abortussen heeft gehad.
Schuld. Leonie voelt zich schuldig
tegenover Thomas, omdat ze geen kinderen kan krijgen. Ze zit hier erg mee.
Vals beschuldigd. Thomas is vals beschuldigd. Hij heeft Jenny niet vermoord maar hij moet wel de gevangenis
in.
Zoektocht. In het verhaal wordt Jenny gezocht. Uiteindelijk blijkt ze verdwenen.
Formuleer het thema van het verhaal in één zin. Leg uit.
Het thema is: een verstoord huwelijk door onvruchtbaarheid. Thomas had meer oog voor Jenny omdat ze kinderen kon krijgen en al 2 abortussen achter de rug had. Hierdoor ging hij vreemd en kwam hij in aanraking met de verdwijning. Doordat Thomas in de gevangenis zit raakt hun huwelijk ook verstoord. Leonie denkt ook veel aan het feit dat ze onvruchtbaar is. Aan het einde van het boek laat Thomas Leonie een krantenbericht lezen over de eerste reageerbuisbaby. Hieruit blijkt ook dat Thomas er veel aan gedacht heeft.
Beschrijf de stijl waarin het verhaal geschreven is. Geef citaten ter ondersteuning.
Het boek is makkelijk te lezen. Er worden nauwelijks moeilijke woorden in gebruikt. Het is een directe stijl die makkelijk leest. Wat opvalt, is dat de zinnen ook niet erg lang zijn, dit maakt het lezen ook makkelijk. Het verhaal is redelijk van
deze tijd. Je weet waar ze het over hebben.
Citaten: Alex kwam terug van vakantie. (korte zinnen)
Ze hadden het over het vallen van de bom. (redelijk deze tijd, je weet wat ze bedoelen)
Hoe is het boek opgebouwd?
Het boek is opgebouwd uit vijf hoofdstukken die elk een deel van de periode vertellen. Het eerst hoofdstuk gaat erover dat Jenny verdwijnt en Thomas wordt aangewezen als hoofdverdachte. Het tweede hoofdstuk gaat over een korte briefwisseling tussen Thomas (die in de gevangenis zit) en Leonie. Hier verteld Thomas Leonie alles over zijn relatie met Jenny en probeert hij Leonie te overtuigen dat hij onschuldig is. Het derde hoofdstuk gaat erover dat Leonie zelf op onderzoek uitgaat. Het vierde hoofdstuk gaat over de rechtszaak. Het vijfde hoofdstuk komt Thomas weer thuis en ontdekken ze dat vrouw in de pot de vrouw van Robert is en wordt de zaak verder opgelost.
Informatie over de schrijver:
Voeg informatie (personalia, bespreking literaire werk en thematiek) toe over de schrijver. Omvang: minimaal ½ A4.
Maarten 't Hart is geboren op 25 November 1944 te Maassluis. Na de lagere school ging hij naar de HBS waarna hij in 1962 biologie ging studeren aan de rijksuniversiteit te Leiden. In 1968, na zijn doctoraal examen, vervulde hij militaire dienst tot 1964. Hij werd gestationeerd bij 'de rijks-verdedigingsorganisatie' te Rijswijk, als
wetenschappelijk onderzoeker.
Hij is sinds 14 juli 1967 getrouwd met Hanneke
van den Muyzenberg.
Hij debuteerde als schrijver in 1971 met het
boek 'Stenen voor een Ransuil', waar hij aan begon in 1968.
Voor deze roman kreeg hij een eervolle vermelding van de jury voor de Reina Prinsen Geerlingsprijs. Andere prijzen voor zijn werken zijn de Mutatuliprijs voor het boek: 'Het vrome volk' en de Jan Greshoffprijs voor het boek: 'De som van misverstanden'. Ook zijn er
verschillende van zijn werken vertaald in onder andere het Zweeds.
Maarten 't Hart heeft klaarblijkelijk zeer veel interesse in onderwerpen als kinderloosheid, huwelijk en abortus. In dit verhaal heeft hij ook nog eens gebruik gemaakt van zijn kennis die hij heeft opgedaan tijdens zijn studie biologie. Blijkbaar heeft hij veel interesse in de dieren. Vandaar acht ik het waarschijnlijk dat hij zijn kennis over ratten, hun gedrag en hun hersenprocessen heeft gebruikt om dit verhaal nog boeiender te maken. Hoe Maarten aan het idee gekomen is voor het verhaal van "De Kroongetuige" is ook bekend. In 1963 tijdens zijn studie waren zijn studiegenoten bezig met het maken van een film met als titel: 'Moord in het museum', gebaseerd op een legende die daar de ronde deed. Het verhaal ging namelijk rond op de universiteit dat er ooit een lijk verborgen zou zijn geweest in een van de potten met alcohol wat dus ook weer terugkomt in deze roman. Maarten 't Hart werkte dit verhaal pas uit in de jaren 1979 tot en met 1982 waarna in 1983 het boek werd uitgegeven.
Recensies:
Zoek 3 recensies op Literom. Voeg deze recensies toe. Onderstreep of arceer de passages waarin voor jou belangrijke informatie hebt waar je wat aan hebt.
Recensie 1
Maarten ''t Hart heeft een detectiveroman geschreven. Die is heel leesbaar. In januari 1983 verschenen er al vier drukken! Ik heb het boek op een nachttrein helemaal uitgelezen. Het eerste boek waarmee me dat lukt. Zegt u nu zelf! Toch is het geen goed boek. Wel heel professioneel gemaakt, doorspekt met een probleem (een onvruchtbaar huwelijk), besproeid met een literaire vinaigrette van eigen brouwsel; ''t Hart lucht nog maar eens zijn hart tegen bepaalde feministes, wijst op onmogelijkheden in De Geverfde Vogel van Jerzy Kossinsky, prikt naar Wolkers en nog zo een en ander. En het is goed geschreven. Interessant is de volgende vraag. Wat kiest iemand als Maarten ''t Hart als onderwerp voor een detective? Het gaat over een geleerde die als twee druppels water op ''t Hart lijkt: hij werkt met ratten, experimenteert met drugs op hun gedrag en is verlegen tegenover vrouwen. Hij neemt de afwezigheid van zijn vrouw te baat om te proberen een meisje te verleiden. Dat lukt niet. Na een ruzie gaan ze uiteen. De volgende dag is het meisje verdwenen. Zeker vermoord door die geleerde die met haar ruzie had! Maar het lijk wordt niet gevonden. Zeker opgepeuzeld door de uitgehongerde ratten! Dat was zo een experiment: ratten uithongeren om te zien wanneer ze tot kannibalen worden. Gelukkig is er nog de onvruchtbare vrouw van de geleerde die haar eigen, door jaloersheid ingegeven waarnemingen verricht. Zij ontdekt een lijk in een fles, tussen opgezette zeekoeien. Blijkt niet dat meisje te zin. Wie dan wel? Je krijgt ook nog het hele proces. Typisch voor ''t Hart. De schrik voor het vreemdgaan. Een calvinistisch trekje: hoed je voor begeerlijke vrouwen buiten het echtelijk bed, want voor je het weet zit je midden in een drug-en-moord-affaire en da''s niet leuk meer. ''t Hart drukt zijn boodschap sterk door: de arme geleerde beklaagt zich dat hij niet eens één keer met het meisje ''mocht''. Zij had nog andere vrienden die ze veel beloofde en bijna niets gaf. Ze gebruikte die vrienden voor allerlei plannetjes. De geilheid maakte hen tot gefrustreerde sufferds. De geleerde vindt het vernederend dat hij alleen maar misbruikt werd. Reden te meer om in de toekomst braaf te zijn en niet meer vreemd te gaan. De oorzaak van het vreemdgaan is begrijpelijk. De arme geleerde ''mocht'' met zijn vrouw alleen nog op vruchtbare momenten. Seks werd daardoor een onprettige lichaamsoefening. Hij wou nu ook wel eens voor zijn pure plezier! Je leest in het boek wat daarvan komt.
Dat meisje had al twee abortussen achter de rug. Dat neukt maar raak en die arme geleerdenvrouw raakt niet in verwachting. Enige antifeministische uithalen zijn hier prachtig voor geschikt. De mensheid willen ze redden, maar de mens in eigen buik aborteren ze! En ze veroordelen de arme geleerde zonder enig bewijs.
''Het is zó verschrikkelijk, zó afschuwelijk, dat kun je niet verzinnen, dat moet waar gebeurd zijn'', zeggen de feministes. ''Het is net of je, als vrouwen gemarteld worden met elektrische schokken, gaat meten of de stroom nu wel zo sterk is'', zei Hannemieke (p. 119).
Hannemieke Stamperius? Een feministe in ieder geval! En wat blijkt: die arme geleerde is zo onschuldig als Maarten ''t Hart zelf, is niet eens echt vreemd gegaan, heeft alleen maar in cafés gezeten met dat meisje en ruzie gemaakt. En uitgerekend zo''n brave man nemen die kwaadaardige feministes als prototype van het mannelijk chauvinistisch zwijn! De echte dader, daar hebben ze het niet over. Die is er ondertussen met dat dubbel-geaborteerde, door ratten verslonden en in een fles opgezette meisje vandoor! Zo gaat het met die mannen die wel durven en ''mogen''. Doe echter niet of je zelf J.R. bent, want... (zie hoger). Wie is het jongetje met de tol? Die staat op de kaft, een jongetje uit een schilderij van Chardin (Parijs, Louvre). Dat jongetje speelt stiekem met een tol (zoals de geleerde stiekem ruziede met dat meisje). Dat jongetje heeft ongewoon grote handen. De onvruchtbare geleerdenvrouw werd door dat jongetje getroffen, niet door de Mona Lisa. Ze dacht toen in het Louvre:
''Kijk, dat is nu je zoontje, maar hij is toen al geboren en daarom kan je hem nu niet meer krijgen'' (pag. 85).
Dat jongetje geeft een historisch, artistiek en lichtjes mythisch perspectief aan het verhaal. Altijd meegenomen. Daarom is het dus een slecht, maar heel leesbaar boek. Het is conservatief, ja calvinistisch tot in de keuze van het gegeven zelf. Het flanst allerlei complexen en waanideeën van Maarten ''t Hart aan elkaar tot een misdaadstory. Daarom is het een goede detective. Die zijn - op enkele zeer schaarse uitzonderingen na - allemaal even rechts; ze geloven namelijk in het bestaan van een orde, die door misdaad verstoord wordt, zodat de misdaad kan ontrafeld worden door wie maar ordelijk genoeg zoekt. Het prettige voor de lezer (en de schrijver) daarbij is dat het geheel zo wanordelijk en onoverzichtelijk lijkt (meisje dat niet ''wou'', opgegeten door ratten of opgezet in fles; drie verdachten, waaronder politie zelf; ga maar door), dat er geen orde lijkt te bestaan. Aan het handje van de schrijver leert de lezer dan dat er maar al te veel orde is en dat misdaad niet loont, tenzij voor de door-en-door-slechten. Die wijken dan altijd uit naar de Bahamas of een ander wanordelijk en plezierig deel van de wereld. Wie uit de orde stapt, ''mag''; wie - zoals de lezer meestal - bij moeders blijft, ''mag'' niet, want wordt gestraft door moeders orde. Daarom is dit een goed detektivestorietje. Het handelt over de geordende wereld van Maarten ''t Hart en zijn tienduizenden lezers (honderdduizenden allicht). Het toont hoe feministes die geordende wereld niet kunnen verstoren, omdat ze te stom zijn om ordelijk te denken. En hoe alleen aardsmisdadigers van die orde profiteren. En vooral: hoe gevaarlijk het is voor Maarten ''t Hart en zijn tienduizenden lezers (honderdduizend allicht) om het pad der ontgoochelende ontucht te betreden. Vooral dat. Maar je mag ook niet overdrijven: seks en plezier alleen maar op vruchtbare momenten, dat is dan weer te veel van het goede:
''Mate es ''t allen spele goed'', ook in het calvinistische
Recensie 2
Vroeger kreeg de vrouw de zegen van de pastoor en werd zij ingeschreven door de Bond van grote gezinnen na het baren van het zesde kind. Tegenwoordig wordt ze in sommige kringen vreemd aangekeken als ze meer dan twee kinderen heeft. In verwachting zijn, wil volgens deze groeperingen toch niet anders zeggen dan dat de vrouw het slachtoffer is geweest van de - om met 't Hart te spreken - walgelijke, monsterachtige agressie van de man? Een van de hoofdfiguren uit De Kroongetuige, de nieuwe roman van Maarten 't Hart, krijgt met deze vrouw- en levenonvriendelijke houding te maken. Zij, Leonie, kan geen kinderen krijgen, terwijl ze ernaar verlangt. Deze wens kan in het vrouwencafé, waar zij met een vrouw naartoe is gegaan, geen gespreksonderwerp zijn. Daar zijn postnatale depressie, abortus, de hang naar vrijheid, het loszijn van elke vorm van afhankelijkheid belangwekkender onderwerpen. Leonie wordt als een verraadster beschouwd, omdat ze er anders over denkt en omdat ze de vrouw is van de farmacoloog Thomas Kuyper. Deze wordt ervan verdacht op zijn medisch-biologisch laboratorium een vriendin aan de ratten te hebben gevoerd. Symbool Terwijl haar man in de gevangenis zit, probeert Leonie zijn onschuld te bewijzen. Zij toont aan, dat het onmogelijk is dat tweehonderd ratten in twee uur tijd een lijk opeten. Dit waterdichte bewijs wordt door de groep vrouwen afgewezen. Het komt hen niet goed uit in een propaganda-oorlog: er zal een vrouw aan de ratten zijn gevoerd en het slachtoffer, dat eerder twee abortussen overleefde, moet en zal het symbool van de vrouwenbeweging worden. Halverwege de roman heeft de botsing plaats tussen Leonie en de vrouwenpraatgroep. Het is een cruciaal conflict in de roman. Duidelijker dan ooit toont 't Hart aan, waarom hij sommige stromingen in de vrouwenbeweging afwijst: omdat zij vrouw-onvriendelijk zijn. Hij hanteert daarbij het mes van de ontluisterende satire en de hyperbool, een stijlfiguur waarvan Carel Peeters blijkbaar niet heeft gehoord. Hij verwijt in Vrij Nederland 't Hart misselijk en rabiaat gedrag. Wat is er misselijk en rabiaat aan, wanneer de auteur beschrijft dat ook bij de groep vrouwen een hiërarchie aanwezig is? Het vuile werk wordt in de keuken door Turkse vrouwen opgeknapt. 't Hart kiest duidelijk partij voor Leonie, de vrouw die het krijgen van kinderen als misschien wel de meest essentiële ervaring in het leven ziet: 'Ik wil ze graag hebben omdat ik denk dat het leuk of fantastisch of geweldig is om ze te hebben...' Ze vindt bij de vrouwengroep voor deze opvatting geen gehoor. In breder verband merkt 't Hart bij monde van Leonie op: 'Kinderloze huwelijken bestonden niet, niet op de televisie, niet op het kerstfeest, bijna niet in de literatuur op een enkel vreselijk toneelstuk na, niet in films en niet in het feminisme. Had er, wat het laatste betreft, wel ooit in één van die periodieken van bewust geworden vrouwen iets gestaan over een vrouw die maar één ding verlangde: moeder te worden en het niet werd? Nee, daarover las je nooit iets, dat je ernaar smachtte moeder te worden, vonden ze verdacht, was je alleen maar aangepraat, laat staan dat ze ook maar begrip zouden kunnen opbrengen voor het verdriet van een vrouw die ongewild kinderloos bleef'. Leonie wordt in haar speurtocht naar de waarheid gevoed door jaloezie. Liefde en jaloezie liggen in haar leven in elkaars verlengde. Thomas hoeft de moord niet te hebben gepleegd, maar misschien is hij wel met de vriendin naar bed geweest. Zij kan de gedachte, dat de intimiteit die zij exclusief voor Thomas en haar wilde reserveren geschonden is, niet verdragen. Zij hoopt, dat ze Thomas in dubbele zin kan vrijpleiten. Liefde In de loop van het verhaal wordt de tweede zin, het schenden van de intimiteit, belangrijker dan de eerste: de moord. Van Thomas zou ze blijven houden, ook al was hij een moordenaar. Als ze een lijk vindt in het laboratorium, voelt ze zich de kroongetuige. Als familielid wordt ze echter niet gehoord en ze besluit de ontdekking voor zich te houden. Ze legt zich uit liefde een zwijgplicht op, een opgave die zinloos kan worden als zou blijken dat Thomas de liefde met de vriendin heeft bedreven. Ja, het leven zou zinloos worden als dat van Robert Schumann, haar lievelingscomponist die aan het eind van zijn leven merkte dat er zich tussen Clara Schumann en Johannes Brahms meer afspeelde dan muziek alleen. Leonie riep Schumann eerder te hulp. Zij floot diens lied (op tekst van Heine) 'Die beiden Grenadiere', voordat ze de kamer van de beide rechercheurs die haar man beschuldigden van moord betrad. Aan het slot van het boek is het de muziek van Schumann die Leonie de schok van de herkenning en bemoediging geeft: de liefde bestaat, ook al wordt ze niet beantwoord. Haar man Thomas is grover besnaard, houdt meer van Verdi dan van Schumann en vindt voor zichzelf een houding door te dwepen met Nietzsche, de filosoof die zijn gedachten in een vorm van kunst verpakte. Het moet voor 't Hart een inspirerende ervaring zijn geweest een van zijn hoofdfiguren in Nietzsche, de veelzijdige, de produktieve literator, de onhandige met vrouwen, te laten opgaan. Had Nietzsche ooit naast een vrouw geslapen? vraagt Thomas zich af. En hij droomt over zijn ongeboren zoon, de kroongetuige in zijn leven, wiens simpele vragen hij als Nietzsche beantwoord: 'Vader, waarom leven wij?' 'Om ons erop voor te bereiden dat we heel lang dood moeten zijn'. Als Thomas in de gevangenis zit, gaat Leonie zich in werken van Nietzsche verdiepen, om daardoor dichter bij Thomas te kunnen komen, de man die ogenschijnlijk zonder sociaal gevoel, hoop en liefde leeft, maar iets heeft van wat Nietzsche omschreef met de 'gelijkmoedigheid van de voormiddaglijke ziel'. De Kroongetuige is een roman over liefde, jaloezie en over een huwelijk dat door kinderloosheid wordt bedreigd. Het is bovenal een boek over twee mensen die dichtbij elkaar van elkaar zijn vervreemd. Door de harde ingreep van de justitie worden man en vrouw uit elkaar getrokken. De man blijft lange tijd in de gevangenis. Volgens Carel Peeters in Vrij Nederland kan zoiets in Nederland niet, alsof in romans niet alles kan. Eenzelfde verwijt trof Bezonken rood van Jeroen Brouwers, een boek waarin het leed dat Japanners geïnterneerden aandeden anders werd beschreven dan sommige betrokkenen hadden meegemaakt. Wie als recensent de normen van de alledaagse werkelijkheid aan romans oplegt, kan het grootste deel van de wereldliteratuur, van Kafka tot Kosinski, als 'onjuist' naast zich neerleggen. Een roman heeft zijn eigen werkelijkheid. Het zijn simpele zaken, maar sommige recensenten verliezen die in hun aanvallen op 't Hart blijkbaar gemakkelijk uit het oog. In zijn isolement gaat Thomas brieven aan zijn vrouw schrijven en Leonie gaat op zoek naar het verleden van haar man. Op afstand zijn ze dichter bij elkaar dan ooit. Dit thema, twee mensen op zoek naar de aard en het wezen van de liefde, is verpakt in een thrillerachtige intrige. 't Hart heeft hier het spoor gevolgd van schrijvers als Vestdijk, Greene en Faulkner, die een thema en een spannend verhaal konden samenbrengen. Vooral in de latere, helaas zo weinig gelezen romans van de door 't Hart bewonderde Vestdijk, zoals in De hotelier doet niet meer mee, Het genadeschot en De leeuw en zijn huid, zijn de thema's verpakt in spannende intriges. Het is maar weinig schrijvers gegeven deze symbiose tot stand te brengen. Tot hen reken ik Maarten 't Hart, die bovendien in deze roman de versiering en de zijlijnen gelukkig niet schuwt. Het Schumann-versus-Verdi thema, de dweperij met Nietzsche, het (zij het schaars) citeren van enkele andere schrijvers (Hillenius, Nijhoff, Fontaine, Chesterton, Bloem, Kosinski en Updike), het gebruikmaken van literaire coïncidenties, het zijn voorbeelden van het zinvol en verrassend aankleden van een verhaal, zoals in onze literatuur alleen Maarten 't Hart dat op dit ogenblik kan.
Recensie 3
Maarten ''t Hart houdt het midden tussen de "produktieve" en de "gekwelde" schrijver. Hij heeft altijd de meest diverse genres tegelijk beoefend. Met en onstellende regelmaat verschijnen niet alleen essays, maar ook romans en verhalen met serieuze literaire pretenties. Zijn werk ziet er altijd heel vlot en snel geschreven uit, en toch is er beslist ook aan gevijld en geslepen. Dat merk je minder aan zijn romans dan aan zijn verhalen, die keurig afgewerkt zijn. Maar een en ander vertegenwoordigt toch een boel arbeid en, gekombineerd met een dagtaak als etoloog aan de universiteit van Leiden, eist die van Maarten ''t Hart wel een ongelooflijke werklust. Als dan blijkt uit die boeken dat hij niet over zo''n probleemloos karakter beschikt om alles vanzelf te doen lukken, begin je ook als lezer al heel gauw een paar verbanden te leggen.
Maarten ''t Harts instelling is beslist gevormd door zijn opvoeding en achtergrond. Hij is van gereformeerde afkomst, en ook al heeft hij met de godsdienst gebroken, erkent hij de invloed ervan toch als onmiskenbaar. Hij doet er ook allerminst rancuneus over, al beschrijft hij nooit de krisismomenten die daarmee verband houden. Het calvinisme heeft in Nederland méér schrijvers de nodige frustraties bezorgd, en wat nog belangrijker is: de bijbel bracht hen een enorm gevoel voor taal bij, voor verbeelding, voor memorizeren ook. Bijna dweept Maarten ''t Hart met die aspekten in zijn verhalen, die, hoe kan het anders, heel traditioneel zijn. In de lijvige bundel Alle verhalen heeft hij de verhalen uit Het vrome volk (1974), Mammoet op zondag (1977) en De zaterdagvliegers (1981) voor de gelegenheid zelfs kronologisch gerangschikt. Die titels liegen er niet om: als knaap hoorde Maarten zondags in de kerk te zitten, naar de komst van een mammoettanker mocht hij op die dag eigenlijk niet gaan kijken. Zelfs de duiven mochten niet vliegen, die moesten op zaterdag gelost worden... Die calvinistische strengheid klinkt in ''t Harts verhalen nog altijd als iets vanzelfsprekends door. En dergelijke bekentenisliteratuur doet ''t, omdat ze neutraal lijkt, als niet meer dan een soort nostalgie naar het vroegere geloof...
Toch is de jongen die over kreken en plassen springt en die we verderop als jong leraar en tenslotte als universiteitsassistent volgen, met heel veel schuldgevoelens behept. Hij is fysiek onaantrekkelijk, hij onderscheidt slechts langzaam dat niet alles wat hij doet verkeerd is. Als leraar heeft hij helemaal geen gezag, en zondert zijn gevoelige natuur daarom liever af tussen dieren en planten.
Alle voorwaarden zijn aanwezig om van deze geremde jongen een vergeefse minnaar te maken. Verliefdheden zijn dan ook niet van de lucht in deze verhalen. Het fenomeen van de adolescente, platonische verliefdheid is belangrijker dan de verovering zelf. ''t Hart heeft het vrijwel alleen over mislukkingen, afwijzingen of onmogelijke verhoudingen.
Geen woord te veel dus over zijn eigen vrouw, die af en toe ter sprake komt maar in alle opzichten buiten die literaire wereld gehouden wordt. Is het de onzekerheid, het avontuur, wat hem fascineert?
Hoe weinig avontuurlijk is die verliefdheid anders! Maarten ''t Hart is heel vrijmoedig en doorziet heel goed de menselijke ziel, maar zijn preokkupatie met zichzelf als stuntelige en transpirerende jongen wijst op een soort onanistisch schrijven. Daar is vaak grote kunst uit geboren. Maar ''t Hart kent zo goed zichzelf, dat het verwonderlijk is dat hij zich in andere publikaties zo geprikkeld opgesteld heeft tegenover een fenomeen als het feminisme. Verliefdheid en vrouwenhaat kunnen samengaan, maar dat brengt niemand veel sympathie op. Dat maakt ook Thomas Kuyper, de hoofdpersoon in ''t Harts nieuwe roman De kroongetuige meteen verdacht.
In dit boek wordt Kuyper valselijk beschuldigd van moord op de mooie maar perverse Jenny, met wie hij ''t laatst gezien was. In Jenny zocht hij alles wat hij bij zijn kinderloze vrouw niet vond, maar liep uiteindelijk een blauwtje. Hij is dus verdachte nummer één, maar wegens de afwezigheid van een lijk kan hem eigenlijk niets ten laste worden gelegd. Nadat hij vrijgekomen is blijkt hoe hij misbruikt is als de eerste de beste. Want er zijn voor miljoenen aan narcotica verdwenen uit het lab waar Thomas werkte. Gelukkig heeft de vogel die gevlogen is, ook iets achtergelaten wat hem helemaal in eer herstelt. Maar dat is een veel te spannende ontknoping om vrij te geven.
Het is opvallend dat De kroongetuige weer met erg veel autobiografische elementen geconstrueerd is. Het verhaal is fiktief, de personages ook. Maar Thomas Kuypers fysionomie is op die van ''t Hart zelf gemodelleerd, hij werkt met dezelfde ratten als waarvoor ''t Hart zelf genoeglijk bekend is, hij heeft hetzelfde karakter en dezelfde gewoontes. Je kunt voortdurend bruggen slaan naar de bundel Alle verhalen. De fiktie tilt De kroongetuige evenwel boven de beperktheden van het autobiografische uit. Vooral het paar uit dit boek is knap getekend. Want de assepoes-figuur Leonie, Thomas'' vrouw, ontpopt zich als een rasdetetective, die als enige de ware toedracht ontsluiert. Ze rehabiliteert haar man, en als blijkt dat haar jaloezie op het vermeende slachtoffer in extremis ongegrond is, staat niets nog de verzoening in de weg van dit uit elkaar gegroeide echtpaar.
Met de figuur van Leonie is Maarten ''t Hart voor een zeldzame keer de huid van een vrouwelijk hoofdpersoon binnengeslopen. Zijn medelijden behoevende mannelijke figuren vinden in deze sterke, maar zachte vrouw een voorbeeld. Dat maakt De kroongetuige inhoudelijk evenwichtiger dan romans als Een vlucht regenwulpen of De droomkoningin. Ook struktureel gezien groeit De kroongetuige overtuigender naar een climax. Alles wat de arrestatie van Thomas Kuypers betreft, is voorspel. Het boek steekt pas echt van wal als Leonie het roer over neemt. De aktie verstilt, ze verdiept zich in haar man, ze kultiveert haar eenzaamheid omdat hij in de gevangenis zit. Ook zij is een produkt van het calvinisme, dat vrouwelijk wezen dat het feminisme wil bevrijden. Maarten ''t Hart is er niet in geslaagd om met deze heel mooie Leonie de feministen te slim af te zijn. Als hij wil zeggen dat iedereen voor zijn eigen bevrijding zelf verantwoordelijk is, onafhankelijk van sekse, heeft hij het haar toch niet gegund. Zij haalt nota bene Thomas uit de gevangenis, maar accepteert meteen weer zijn dominantie, vergeeft hem zijn ontrouw. In de korte eenzaamheid die Leonie leed, was ze meer zichzelf dan in deze herstelde en bevestigde orde. De vrijheid van de "kroongetuige" was maar tijdelijk; haar huwelijk zal nooit méér worden dan een status quo.
Met de figuur van Leonie is Maarten ''t Hart voor een zeldzame keer de huid van een vrouwelijk hoofdpersoon binnengeslopen. Zijn medelijden behoevende mannelijke figuren vinden in deze sterke, maar zachte vrouw een voorbeeld. Dat maakt De kroongetuige inhoudelijk evenwichtiger dan romans als Een vlucht regenwulpen of De droomkoningin. Ook struktureel gezien groeit De kroongetuige overtuigender naar een climax. Alles wat de arrestatie van Thomas Kuypers betreft, is voorspel. Het boek steekt pas echt van wal als Leonie het roer over neemt. De aktie verstilt, ze verdiept zich in haar man, ze kultiveert haar eenzaamheid omdat hij in de gevangenis zit. Ook zij is een produkt van het calvinisme, dat vrouwelijk wezen dat het feminisme wil bevrijden. Maarten ''t Hart is er niet in geslaagd om met deze heel mooie Leonie de feministen te slim af te zijn. Als hij wil zeggen dat iedereen voor zijn eigen bevrijding zelf verantwoordelijk is, onafhankelijk van sekse, heeft hij het haar toch niet gegund. Zij haalt nota bene Thomas uit de gevangenis, maar accepteert meteen weer zijn dominantie, vergeeft hem zijn ontrouw. In de korte eenzaamheid die Leonie leed, was ze meer zichzelf dan in deze herstelde en bevestigde orde. De vrijheid van de "kroongetuige" was maar tijdelijk; haar huwelijk zal nooit méér worden dan een status quo.
.
Citeer 3 argumenten uit de recensies. Geef eronder aan of je het met dit argument eens of oneens bent. Leg uit waarom.
Daarom is het dus een slecht, maar heel leesbaar boek. – Ik ben het hiermee eens. Het is niet het beste boek dat ik ooit gelezen heb. Ik vond het niet spannend of aangrijpend. Het is wel heel leesbaar omdat het niet dik is en makkelijk te
volgen is. Weinig moeilijke woorden. Maar het blijft voorspelbaar.
Want de assepoes-figuur Leonie, Thomas'' vrouw, ontpopt zich als een rasdetetective, die als enige de ware toedracht ontsluiert. - Ik vond dit goed geformuleerd. De politie in het boek hebben eigenlijk achter Leonie aangelopen. Leonie heeft de vrouw in de pot ontdenkt en verbanden tussen personen gelegd zoals Jenny en Robert. Leonie heeft er mede voor gezorgd dat ze weten waar Jenny is. Als zij die vrouw niet had gevonden, zou de politie waarschijnlijk nooit geweten hebben dat Jenny met Robert naar
Amerika is.
De echte dader, daar hebben ze het niet over. Die is er ondertussen met dat dubbel-geaborteerde, door ratten verslonden en in een fles opgezette meisje vandoor! – Ik had hier zelf helemaal niet op gelet, maar het is waar. Heel het verhaal gaat het nauwelijks over Robert. Hij wordt hooguit een paar keer genoemd. Je wist eigenlijk op de helft al de Thomas de dader nooit kon zijn, maar Leonie heeft op het laatste pas door dat het Robert was.
In welk recensie kun jij je het beste vinden? Of had je misschien een andere interpretatie van het boek? Leg uit.
Ik kan me het beste vinden in de 3e recensie. De argumenten die hij op het laatst geeft ben ik het mee eens. Leonie wordt een detective. Als Thomas uit de gevangenis komt accepteert zij inderdaad gelijk dat Thomas weer alles bepaald. Ik vond dit goed gevonden. Ik vond ook dat hij nog een goede samenvatting van het boek had gegeven. Ik vond ook dat hij goed naar voren brengt dat Leonie al het onderzoek werk had gedaan wat inderdaad het geval was.
Bronnenlijst:
Vermeld alle secundaire literatuur die je bij het maken van dit leesverslag hebt gebruikt op een apart blad.
Online
geschrift:
Freek. (1999).
De kroongetuige. Opgehaald zaterdag 20
oktober, 2012, van www.scholieren.com
Kearney, M. (2000).
De kroongetuige. Opgehaald
zaterdag 20 oktober, 2012, van www.scholieren.com
Berckmoes, A.(2003).
Boekverslag De kroongetuige. Opgehaald zaterdag 20 oktober, 2012, van
www.havovwo.nl
Geerts, L. (1983). Het jongetje met de tol. Opgehaald
maandag 22 oktober, 2012, van www.literom.com
Hazeu, W. (1983).
Op afstand zijn man en vrouw dichterbij elkaar dan ooit. Opgehaald maandag 22 oktober, 2012,
van www.literom.com
Boek:
Schilleman, J. , Burghout, C. , Engel, H. , Hertbeek, K. , Schulte, F. , & Tilborg van, E. (2004). Eldorado Basisboek. Utrecht: Thiemenmeulenhoff.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden