Samenvatting boek
Het is voorjaar en mooi weer op het meer. Vol trots varen Sietse en Hielke Klinkhamer voor het eerst weer met hun “Kameleon”, die ze na de winter eens goed hebben schoongemaakt en fijn hebben opgeschilderd. Van het varen hebben ze reuze honger gekregen, maar daar weet moeder Klinkhamer met dikke boterhammen wel raad op. De tweeling ziet er niet voor niets zo gezond uit!
Dan komt Gerben binnen. Hij heeft weer een karweitje voor Sietse en Hielke, en Kees, Louw en Cor mogen ook mee. Door dat karweitje krijgen ze een aanvaring met de “Rambam”, een oude schuit, die hierdoor zijn naam eer aandoet. De schuit is van Jouke Buitema, het zoontje van een rijke boer. Varen kan Jouke eigenlijk niet en hij en zijn vrienden zijn vervelende jongens.
Ook ontmoeten de vijf vrienden, door dat karweitje, Jan Bosma. Hij gaat met zijn arme moeder in het huis van zijn overleden opa wonen.
Sietse en Hielke maken ook een leuke waterfiets, de “Panter”. Die fiets komt Zwart nog goed van pas als hij een dief achternazit, die het postkantoor heeft beroofd. En Jan kan er goed geld mee verdienen door mensen een rondje over het meer te laten fietsen.
En op het meer is het ook lang niet pluis, want er zinkt een oud schip met een geheimzinnige lading vodden aan boord. Sietse luistert een gesprek af van twee mannen die de vodden bezitten, en de jongens gaan met de “Kameleon” op onderzoek uit. Ze willen heel vroeg opstaan om naar het schip te duiken en kijken wat er nou echt in die zakken zit. Sietse duikt naar de boot en haalt een zilveren kannetje tevoorschijn, en meteen roept Hielke: “Er is laatst een partij antiek zilver uit het museum in de stad gestolen. Zou die buit misschien in die zakken zitten?’ ‘Wie weet,’ antwoordde Sietse’ (Blz. 79).
Ze vertellen het aan de veldwachter, en die zegt dat ze die twee mannen moeten helpen met het vervoeren van het zilver, zodat de politie misschien nog medeplichtigen kan arresteren. Bij de arrestatie blijken er nog 4 mannen medeplichtig te zijn.
De volgende dag ziet Kees de “Rambam” richting het huis van Jan gaan, waar niemand thuis is. Dat vertelt hij meteen aan Sietse, Hielke en Jan. Meteen gaan ze met de “Kameleon” achter hen aan, maar ze zijn al langs geweest en hebben het konijnenhok van Jan in het water gegooid. De “Kameleon” kan het niet meer ontwijken en vaart ertegenaan. Het botst dan tegen de “Rambam” aan waardoor het kapotgaat. Ook de “Rambam” heeft een gat, waardoor er water in de boot loopt. En daar gaat de motor van kapot. In het kapotte konijnenhok ziet Kees plotseling een briefje drijven. Het blijkt geld te zijn. In het konijnenhok zit het verstopte geld van Jan zijn opa! Hij en zijn moeder zijn nu rijk en hoeven niet meer hard te werken. Hij gaat nu samen met zijn moeder in het dorp wonen.
REACTIES
1 seconde geleden