Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Al ben ik een reiziger door Hans Andreus

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Al ben ik een reiziger
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1774 woorden
  • 20 juni 2003
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
27 keer beoordeeld

Boekcover Al ben ik een reiziger
Shadow
Al ben ik een reiziger door Hans Andreus
Shadow
1. Zakelijke gegevens

Titel: Verzamelde gedichten (daaruit de bundel “Al ben ik een reiziger”)
Dichter: Hans Andreus
Uitgever: Bert Bakker
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2001
Druk: 6e druk (1e druk 1983)

2. Eerste reactie


Ik heb deze dichtbundel gekozen, omdat ik ooit eens een gedicht van hem in de krant zag staan en ik daar behoorlijk van onder de indruk was. Daarom wilde ik wel wat meer werk van hem lezen.
In de bibliotheek vond ik dus zijn verzamelde werken en mijn intentie was om ze allemaal te gaan lezen, maar na de eerste bundel verloor ik toch een beetje mijn enthousiasme. Het was lang niet zo goed als het eerste gedicht wat ik van hem gelezen had, dus besloot ik de bundel te lezen waarin ook het gedicht stond dat zoveel indruk op me gemaakt had. Dus de bundel “Al ben ik een reiziger”.

Zoals ik al zei vond ik de anderen gedichten behoorlijk tegenvallen. Ze waren wel goed, maar dat allereerste gedicht heeft me toen zo geraakt. Ik denk niet dat een ander gedicht van hem dat kan evenaren, dus het was nogal teleurstellend.
Toch wil ik zijn andere gedichten niet afkraken, want ze zijn zeker heel goed en vanuit het gevoel geschreven.

3. Verdieping

Samenvatting


Deze bundel bevat 27 gedichten. De bundel gaat over het leven en dan voornamelijk over de liefde en de dood. Je kan de gedichten verder niet echt in groepen onder verdelen, ook zijn het verschillende soorten gedichten. Dus dat maakt het ook al een stuk moeilijker. Het enige wat ik dus echt op kon maken, was dat over het reis door het leven ging en de dingen die je daarbij op je pad tegenkomt.

Onderzoek

Gedicht 1; Al ben ik een reiziger


Het gedicht is een sonnet en in de traditionele vorm geschreven. De strofen zijn namelijk van gelijke lengtes. Er is sprake van regelmaat en een normaal gebruik van lettertekens.

De eerste strofe is geschreven volgens de slagrijm, het tweede volgens het gekruiste rijm. De derde volgens een gepaard rijm en de vierde weer het gekruiste rijm.

Stijlfiguren:
Hij gebruikt een woordherhaling met het woord angst en het woord wonen. Daardoor wordt de nadruk op die twee woorden gelegd

In de eerste zin van het gedicht gebruikt hij een paradox. Hij zegt dat hij al een reiziger is, maar toch hier woont. Je denkt dan; hoe kan hij nou een reiziger zijn en toch op een plaats wonen, maar reiziger is hier in een andere betekenis van het woord gebruikt. Dat wordt later namelijk in het gedicht duidelijk. Hij bedoelt hiermee dat hij door het leven, zijn leven, reist.

Hij gebruikt een eufemisme voor het “ouder worden”. Namelijk de tijd staat niet stil, maar hij vermeldt daarbij wel dat er een dodelijke angst voor is en dat is wel weer apart.


Ik denk dat de dichter met dit gedicht wil vertellen over zijn leven of het leven en de rol die liefde daarin speelt. Hij zinspeelt erop dat het leven een reis is met allerlei uitdagingen, maar dat je toch niet kan ontsnappen aan het feit dat je ouder wordt. In het leven is liefde heel belangrijk, maar niet zo belangrijk dat ze de plaats van de dood kan innemen en dat wordt duidelijk gemaakt in de laatste strofe.

Gedicht 2; À deux

Het gedicht is in moderne stijl geschreven. De lengtes van de regels zijn namelijk niet allemaal even lang en er is geen sprake van een eindrijm. Wel wordt er op een normale manier leestekens gebruikt. Terwijl dat meer duidt op een traditioneel gedicht, maar het is toch overwegend een modern gedicht.

In dit gedicht gebruikt de dichter veel beeldspraak. Bijvoorbeeld “een klein zwart woud” uit het voorgaande kan je opmaken dat het gaat om de edele delen van de vrouw. Het is een nogal erotisch getint gedicht.
Dan het woord “slang” dat staat voor de verleiding. Denk hierbij maar aan het verhaal van Adam en Eva, daar staat de slang ook voor verleiding. Hij verleidt Eva namelijk tot het eten van de appel.
Met de wind, wordt de passie bedoeld, dat kan je zien aan de bijvoegelijke naamwoorden die ervoor staan, namelijk; blinde, hete, wilde.
Dat past ook bij het feit dat het een erotisch gedicht is.

Hij herhaalt vaak het woord “zacht” en ook “wind”. Zoals ik al zei staat wind voor passie en dat kan natuurlijk niet ontbreken in een erotisch gedicht. Zacht staat voor het vrouwenlichaam, dit is geen beeldspraak, maar wordt duidelijk gezegd.

Er wordt alleen geen gebruik gemaakt van rijmen, maar toch kan je merken dat het een gedicht is, omdat het beknopt is en er beeldspraak gebruikt wordt.

Gedicht 3; Uiterste rand

Dit is weer een traditioneel gedicht. De strofen zijn even groot en ook de regellengtes zijn ongeveer even lang. Er is ook een eindrijm en een goed gebruik van leestekens, dus dit is zonder twijfel een traditioneel gedicht.


De eerste strofe is volgens het omarmende rijm. De tweede volgens het gepaarde rijm. De derde weer volgens het omarmende rijm en de vierde weer volgens het gepaarde rijm. Toch is er bij de eerste en de vierde strofe sprake van een uitzondering, want het is niet helemaal volgens het model ABBA (omarmende rijm) Bij de eerste strofe is het namelijk ABCA en bij de derde AABA. Bij de eerste strofe is er nog wel sprake van een binnenrijm, namelijk leizwart, keihard.

Hij herhaalt heel vaak het woord dood. Het gaat ook over de dood. Er klinkt namelijk nogal veel negativiteit in door, dat komt door de woorden verlies en gemis. Ook “ik ben van mijn licht beroofd” en “ik hang aan de uiterste rand”
Dat klinkt allemaal niet erg positief.

Hij gebruikt in de laatste strofe een metafoor, namelijk “ik hang aan de uiterste rand van de spiegel aan de wand” Hij bedoelt hiermee de dood, dat zijn leven bijna op zijn einde is.

Gedicht 4; O de dood!

Ook dit is weer een tradiotioneel gedicht. De strofen zijn van gelijke lengtes, evenals de regellengtes. Ook weer een normaal gebruik van leestekens.

Hij maakt gebruik van synesthesie; “proeft men haar mooi” (smaak+gezicht)
Een vergelijking; “bloot als een ster”

Voor de dood gebruikt hij weer een eufemisme, zoals “kijkt in een donker oog”

Dit gedicht gaat weer over de dood. Dit kan je merken aan het feit dat hij het woord dood weer gebruikt en ook dat hij in de laatste strofe zegt; “en ligt hij als een zwart kluitje aarde op de rand van de kuil van de dood”.
Het is dus weer de afwachting van de dood.

Gedicht 5; Voor een dag van morgen


Dit was dus het gedicht waarvan ik zo onder de indruk was.


Het is dus een modern gedicht, omdat de strofes niet even lang zijn. Ook bij de regellengtes zijn er enkele uitschieters. Er is geen sprake van een eindrijm, maar wel weer normaal gebruik van de leestekens.

Dit gedicht gaat over het houden van, dat dat zo sterk is, dat alles in heel de wereld het mag weten, behalve de mensen, omdat zij het met hun leugenachtige houdingen niet zullen begrijpen.

Het laatste stuk van “maar zeg het aan geen mens, ze zouden je niet geloven, ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man, alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou” is duidelijk een parallelisme

Er komt twee keer een stukje rijm in voor;
Vertel het aan de stad
Hoe lief ik je had

Alleen maar een man alleen maar een vrouw
Dat een mens een mens zo liefhad
Als ik jou

Zoals ik al zei gaan de meeste gedichten over de dood, maar ook over dingen die het leven belangrijk maken, zoals de liefde.
De titel van de bundel is “Al ben ik een reiziger”. De schrijver ervaart het leven als een reis, met al zijn onzekerheden en de moeilijkheden van het leven en met het uiteindelijke einde; de dood!

Plaats in de literatuurgeschiedenis


Hans Andreus werd in 1926 in Amsterdam geboren. Na zijn HBS-opleiding ging hij naar de toneelschool. Zijn debuut was in 1951 met “muziek voor kijkdieren”. Hij maakte daarmee gelijk naam. In 1954 volgde “schilderkunst”. Heel zijn leven zou Hans Andreus blijven schrijven, tot hij in 1977 overleed


Op poëziegebied wordt Hans Andreus nogal eens tot de experimentele dichtersgroep de Vijftigers gerekend, maar met zijn onontkoombare eigen geluid en visie vormt hij eigenlijk een richting apart. Hoewel hij zichzelf 'dichter' noemde, beoefende Hans Andreus het schrijversvak op een zeer veelzijdige manier. Naast proza en poëzie voor volwassenen, schreef hij een groot aantal versjes- en verhalenbundels voor kinderen. Het laatste vormde zelfs het grootste deel van zijn oeuvre.

Door zijn veelzijdigheid kon Andreus leven van de pen. Zijn kinderverhalen zijn erg fantasierijk, zijn taalgebruik is speels, lichtvoetig, met veel gevoel voor klank en ritme. Terecht is zijn werk meerdere malen bekroond. Zo behaalde de versjesbundel 'De Rommeltuin' in 1971 een zilveren griffel en werd 'Meester Pompelmoes en de mompelpoes' in 1969 door de CPNB onderscheiden als 'Kinderboek van het jaar'.
Het bekendst zijn de Pompelmoesboeken geworden, waarin Meester Pompelmoes en zijn huisgenoten Joachim de Geleerde Kater en De Fleurige Hond de hoofdrol spelen.

De bundel “Al ben ik een reiziger” is nog niet afzonderlijk verschenen, maar alleen als vierde bundel in de verzamelbundel van 1959

De stroming van die tijd was, een vrijheid van woordkeuze, een vrijheid van vorm en zinsbouw en een spontane creativiteit.

Je kan dus duidelijk merken dat Hans Andreus precies voldeed aan deze dingen. Hij schrijft traditionele, maar ook moderne gedichten. Hij is heel vrij met zijn woorden. Durft zelfs over erotische dingen te schrijven en hij kan hele alledaagse dingen omtoveren tot een poëtische zin.

Dit werk is ook typerend voor de schrijver. Ik heb namelijk ook een aantal gedichten uit zijn andere bundels gelezen en het is allemaal wel dezelfde stijl.

4. Beoordeling

Zoals ik bij de eerste reactie al zei, vond ik vergeleken bij dat allereerste gedicht wat ik gelezen had de rest nogal tegenvallen. Toch is het niet zo dat ik ze niet mooi vond. Integendeel, ik vond het echt hele mooie gedichten. Ze riepen echt wel gevoelens bij me op. Ook omdat ze zo dichtbij je staan. Het gaat toch over dingen uit het dagelijkse leven, waar iedereen mee te maken heeft. Dus de gevoelens die de schrijver had bij het schrijven van deze gedichten komen ook goed over op de lezer.
Wat ik wel jammer vond, was dat niet alles rijmde, naar mijn idee is een gedicht toch pas echt compleet als er een beetje in gerijmd wordt. Ik weet wel dat dat niet hoeft, maar ik vind dat toch mooier.

Ik vind het wel heel apart dat Hans Andreus van hele gewone woorden zo’n heftig gevoel kan laten uitgaan en je moet toch wel talent hebben om dat te kunnen.

REACTIES

C.

C.

heel fel bedankt, ik heb je bespreking heel goed kunnen gebruiken x

18 jaar geleden

S.

S.

Hey ik las dat zelfde gedicht als waar jij zo onder de indruk over was en werd ook ontroerd dus begon ik met googlen en kwam ik bij jou terecht, ik dicht zelf en heb er een stuk of 100, ik vind het leuk dat je het hebt gelezen!

17 jaar geleden

-.

-.

Dank je!
Hier heb ik echt heel veel aan!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.