Wat voor type docent zou jij zijn?

De creatieve chaoot of de meesterplanner? Doe in 1 minuut de quiz en ontdek ook op welke YouTube-leraar je het meest lijkt.

Naar de quiz

Achilles en Polyxena door P.C. Hooft

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover Achilles en Polyxena
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1913 woorden
  • 17 maart 2003
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer5.7
39 keer beoordeeld

Boek
Auteur
P.C. Hooft
Genre
Klassieke tragedie
Toneelstuk
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1614
Pagina's
238
Geschikt voor
vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Tijd van Grieken en Romeinen

Boekcover Achilles en Polyxena
Shadow
Achilles en Polyxena door P.C. Hooft
Shadow

P.C. Hooft, Achilles en Polyxena, Thieme, Zutphen, 1614

Eerste reactie

Ik moest nog een boek uit de zeventiende eeuw lezen, en ik dacht, Hooft is wel goed. Toen zag ik dit boek en het leek me wel een uitdaging om eens echt van dat ouderwetse Nederlands te lezen, zonder vertaling. Kijken of ik er iets van zou snappen. Het ging wel redelijk, maar ik deed het toch niet echt voor mijn plezier. Vooral de stukken van het koor waren taai.

Verdieping:

Calchas, de waarzegger van het Griekse leger voorspelt de ondergang van Troje in het 10e jaar van de oorlog. Maar hoe kan dit als Achilles gevallen is?

Achilles kan niet slapen en gaat rondwandelen, hij is verliefd op Polyxena een Trojaanse prinses. Hij piekert over hoe hij haar zonder zijn vorst te verraden voor zich kan winnen. Hij stuurt de boodschapper Automedon naar de oudste zoon van Priamus om hem om de hand van Polyxena te vragen. Hector zegt dat hij Achilles Polyxena zal schenken als Achilles aan de kant van de Trojanen mee zal vechten, of als hij Menelaus en Agamemnon doodt. Achilles is woedend en zint op wraak. Hij gaat naar Menelaus en Agamemnon en verteld wat er is gebeurd, en ook zij vinden dat hij wraak moet nemen. In de strijd sterft Patrocolus en Hector “schendt” zijn lichaam. Nu is Achilles helemaal woedend. Als Automedon komt vertellen dat Hector buiten de muren is om de vorstin van de amazones te begroeten doodt Achilles hem, en schendt zijn lichaam. Hij geeft het lichaam terug aan de Trojanen nadat Priamus hem daarom smeekte en hem vertelde over zijn zoon. Polyxena had zichzelf als krijgsgevangene aangeboden in ruil voor het lichaam, maar dat wilde Achilles toch niet.` Achilles voelt zich verloren nu hij een naaste van zijn geliefde vermoord heeft en hij zendt haar een brief. Priamus besluit dat Achilles met Polyxena mag trouwen, zodat ze Achilles kunnen doden. Als Achilles Polyxena zijn liefde verklaart wordt hij gedood. Hij kan nog net tegen Diomedes en Ulysses zeggen dat Paris hem vermoord hebben. Nu maken Ajax en Ulysses ruzie om het wapen van Achilles. Ajax vindt dat hij er recht op heeft omdat Achilles zonder hem niet naar de oorlog gegaab zou zijn en hij is sterk genoeg om het zware wapen te dragen. Nestor wijst het zwaard aan Ulysses toe, waarna Ajax met dat zwaard zelfmoord pleegde.

Verdieping:

Volgens mij is de moraal van dit verhaal dat je je niet moet laten verleiden door een vrouw, want zij zal je teleurstellen. Roem is belangrijker. Het toneelstuk bestaat vooral uit lange monologen, en er wordt voornamelijk gepraat en niet echt gehandeld. Het verhaal is chronologisch en speelt zich af tijdens de Trojaanse oorlog.
Dit werk is zeker typerend voor de periode waarin het verschenen is. Het is een klassiek stuk, en dat was de mensen waardeerden in de renaissance. Het was wel een stuk voor de gegoede burgerij. Je ziet aan het toneelstuk dat het niet echt geschreven is als een levendige voordracht maar er werd meer rekening gehouden met of het mooi gedeclameerd kon worden, het was meer een soort poëzie. Dit stuk is duidelijk een tragedie, Achilles wordt het slachtoffer van zijn eigen zwakheid ten opzichte van Polyxena. Het toneelstuk bestaat inderdaad uit vijf bedrijven, en aan het einde van een bedrijf zingt het koor een stuk.

Plaats in de literatuurgeschiedenis:

Pieter Corneliszoon hooft (geb. 15.3.1581 in Amsterdam - gest. 21.5.1647 in `s-Gravenhage), Nederlands dichter, toneelauteur en geschiedschrijver.
P.C. hooft is, naast Joost van den vondel en Gerbrant A. Bredero, één van de voornaamste schrijvers van de gouden zeventiende eeuw in de Nederlandse letterkunde.
Hooft was de zoon van koopman C.P. hooft. Na zijn studies aan de Latijnse School te Amsterdam ondernam hij een grote reis door Europa. Daarna studeerde hij rechten te Leiden. Hij werd drost van Muiden en vestigde zich in het Muiderslot, dat een verzamelplaats werd voor schrijvers en kunstenaars. Hooft had vele liefdes, voor wie hij een groot deel van zijn liefdesverzen schreef. Uiteindelijk zou hij tweemaal trouwen, in 1610 met Christina van Erp, en na haar dood (in 1624) met Leonora Hellemans in 1627. Heel zijn leven bleef hij zijn geboortestad Amsterdam bezoeken, en bleef ze in zijn werk aanwezig.
Hooft begon al heel jong met het schrijven van toneelstukken. Het drama `Achilles en Polyxena`, dat in 1614 werd uitgegeven, heeft hij waarschijnlijk nog voor zijn twintigste geschreven. Het bucolische stuk `Granida` schreef hij in 1605. Beide werken zijn nog niet erg sterk, maar ze vertonen al duidelijke trekken van Hoofts interesses en karakter. Als schrijver van de renaissance had hij een grote bewondering voor de klassieke schrijvers en hun werk. Als humanist stelde hij de onafhankelijkheid boven alles. Hij weigerde vaak positie in te nemen, ook in zijn historische stukken, o.a. `Geeraerdt van Velsen` uit 1613. Deze onpartijdigheid leverde problemen op in onrustige tijden. Mede hierdoor is het grote succes van het risicoloze blijspel `Warenar` uit 1617 te verklaren. Het is een humoristisch Amsterdams stuk, gebaseerd op Plautus` `Aulularia`.
Hooft schreef ook veel poëzie. Zijn bekendste werk met liefdeslyriek is `Emblemata amatoria, Afbeeldinghen van minne, Emblemes d`amour` (1611). Tijdens de tweede helft van zijn leven schreef hij nog maar af en toe gedichten, onder meer door zijn drukke ambtelijke bezigheden en door zijn historische werk dat veel tijd in beslag nam. Aan zijn `Nederlandsche historiën` begon hij in 1628 en hij werkte er tot zijn dood aan verder. De 27 voltooide delen verschenen in twee delen, de eerste twintig in 1642 en de laatste zeven postuum in 1654. Ook in zijn historische werk droeg Hooft zijn humanistische ideeën over de staat uit.
Renaissance, Frans voor wedergeboorte komt van het Italiaanse ´rinascita´.
De Renaissance deelt men doorgaans in perioden in:
1e – vroege renaissance (ca. 1400-1500, centrum Florence),
2e – hoge renaissance (1500-1530 in Florence, Rome, Milaan)
3e - maniërisme (of late renaissance) (1530-1600).
Aan het einde van de 14e eeuw en gedurende de 15de eeuw werd door Italiaanse humanisten het idee verspreid dat er een wedergeboorte van de klassieke cultuur plaatsvond. Deze wedergeboorte volgde volgens hun op de ´duistere middeleeuwen´. Hiermee bedoelden ze de gehele periode na de val van het Romeinse rijk tot de aanvang van de renaissance.
Deze periode werd door hun zwaar onderschat, zowel op cultureel als intellectueel gebied. Tegenwoordig ziet men de Renaissance niet als een breuk met het Byzantijnse en Middeleeuwse verleden, maar eerder als het hoogtepunt daarvan.
Het getuigt wel dat men in de renaissance er bewust van was niet meer in de middeleeuwen te leven. Het is voor het eerst dat de mens zich collectief bewust is te leven in een ander tijdvak. De mensen die toen leefden probeerden heel bewust de wereld om zich heen een nieuw gezicht te geven. Ze lieten zich daarbij vaak leiden door hun bewondering voor de Griekse en Romeinse cultuur, maar ook hun eigen vindingrijkheid en nieuwsgierigheid speelden een grote rol.
Men denkt na over het mens zijn, het leven op aarde, rol van God en die van de natuur. Vragen zijn bijv. wordt leven bepaald door de natuur of door God; is de aarde plat of rond, gaat men af op het heldere verstand of wat de kerk zegt?
Wetenschappen als natuurkunde, sterrenkunde en geneeskunde gaan sterk vooruit. Men onderzoekt en kijkt hoe de dingen er uitzien. Ook vallen in deze eeuwen de grote ontdekkingsreizen. De mens hecht veel aan het aardse leven: comfortabel leven, goed gekleed gaan en fraaie interieurs.
Kenmerken Middeleeuwen:
De mensen richten zich op het bestaan na de dood.
Memento mori was de leus. (=Gedenk te sterven)
Kunstenaars waren anonieme makers van een kunstvorm waarin de verheerlijking van God vaak centraal stond.
Een theocentrische levenshouding.
Kenmerken Renaissance:
Men wilde van het bestaan op aarde genieten.
Carpe Diem was nu de leus. (Pluk te dag)
De kunstenaar was niet langer anoniem: nu stond de Mens centraal.
Antropocentrische levenshouding.
Klassieke kunst wordt opnieuw en anders weergegeven.
Portugezen en Spanjaarden vergroten de westerse wereld door ontdekkingsreizen.
Copernicus en Galileï breidden de wetenschappen door onderzoek uit.
Kunst is rustig, evenwichtig, symmetrisch, ideale verhoudingen.
Universele kunstenaars, (Uomo Universale).
Perspectief en platte vlak worden toegepast.
In de rijke en zelfbewuste stadstaten in Italie lag de macht niet meer bij de kerk of een ridderlijke adel met abstracte idealen, maar bij een burgerij en -als Italiaans unicum- een verburgerlijkte adel met ´praktische´ deugden als zuinigheid, vlijt en ambachtelijke vaardigheden. In deze steden, die vooral door de handel tot aanzien waren gekomen, hadden zich andere religieuze opvattingen ontwikkeld: in plaats van te verlangen naar een snel einde van het ´ellendige´ aardse bestaan, zoals karakteristiek was geweest voor de tijd van gotiek, kreeg men nu oog voor de schoonheid en de harmonie van de wereld.
In de loop van de 14e eeuw ontstond het humanisme, dat tot gevolg had dat op natuurwetenschappelijk gebied niet langer de kerkelijke leerstellingen (dogma´s) golden, maar het verstand en de objectieve waarneming. Dit betekende het einde voor eenheid van geloof en kennis die tot dan toe bestaan had. Naast de priester fungeerde nu ook de burger als cultuurdrager. De universiteiten maakten zich los van de Kerk, het lange proces van secularisering (´verwereldlijking´ van het leven) was in gang gezet.
Oorspronkelijk werd echter geenszins een ´ontheiliging´ van het aardse bestaan nagestreefd. Integendeel: men zag de wereld als een goddelijke schepping, en om de harmonie hiervan beter te kunnen doorgronden, besloot men de wetten van de natuur te onderzoeken.
Ook geloofde men dat harmonie en schoonheid in de kunst tot stand kwamen door het volgen van vaste regels. Dit leidde bijna automatisch tot een hernieuwde aandacht voor de klassieke Griekse cultuur. De humanisten pleitten toch al voor aansluiting bij de culturele tradities van Italië. Men leerde Grieks en ook Latijn (de taal van het oude Rome, die tot dan toe vrijwel volledig aan de geestelijken voorbehouden was). Men zocht, vertaalde en bestudeerde antieke geschriften, mat antieke ruïnes op en reconstrueerde ze, groef beelden op en plaatste die weer. Daaruit komt het gebruik van klassieke motieven, decoratie- en bouwvormen, de verzelfstandiging van de beeldhouwkunst, die niet langer afhankelijk was van de architectuur en de belangstelling voor de menselijke figuur voort. Dat de mens steeds meer centraal staat, komt o.a. tot uiting in de beeldende kunst en literatuur.
Tegelijkertijd komt het nieuwe zelfbewustzijn van de mens tot uitdrukking in de kerkelijke twisten en de geloofsstrijd, in de reformatie en contrareformatie.
De reformatie (Luther, Calvijn, protestantisme, reformatorische kerken analytische-filosofie) is een reactie op de rijkdom en decadentie in de kerk van Rome. De contrareformatie is een poging van de Roomse Kerk om weer orde op zaken te stellen.
De rijkdom aan kunst en cultuur was op dat moment te vinden aan de hoven in Frankrijk, Engeland en Italië en in kathedralen, kerken en kloosters. In de Middeleeuwen lag het centrum van de culturele ontwikkeling in Frankrijk.
In de Renaissance verschuift dit. Met name in de 16e eeuw was Italië het centrum van de kunsten.
Renaissance in de literatuur:
Kenmerkend voor de renaissanceliteratuur was enerzijds het teruggrijpen op klassieke genres als ode, epos en herdersliteratuur en op de toneelstukken van m.n. Terentius, Plautus en Seneca; anderzijds het propageren van het gebruik van de volkstaal als literaire taal in plaats van het Latijn, hetgeen een uiting was van het nieuwe nationale zelfbewustzijn.
Grote invloed op de West-Europese literatuurheeft Petarca (14e eeuw) gehad. Hij hanteerde als eerste de sonnetvorm in zijn gedichten.
Tot de grootste schrijvers van de Renaissance behoorden in de Nederlanden Van der Noot, Hooft, Cats, Huygens, Bredero en Vondel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.