Het oog van de basilisk
Jan van Aken (2000)
titelverklaring
In het boek komt een vrouw voor genaamd lydia. Zij wordt beschreven als een prachtige en mysterieuze vrouw. Uiteindelijk blijkt dat elk belangrijk personage in het boek deze vrouw heeft gekend. De bijnaam van Lydia is de basilisk. Zij werd zo genoemd omdat zij maar één oog had (het ander was bedekt met een ooglapje). Dit boek is dus vernoemd naar het doordringende oog van Lydia (De basilisk). Haar blik werd namelijk gevreesd door velen.
motto
Er is geen motto aanwezig in het boek.
opbouw
In medias res
Het hele boek is eigenlijk een brief die Epiphanius stuurt aan zijn vriend Kyprianos. Het boek start dus ook bij het begin van die brief. De personages worden niet eerst voorgesteld en ook de tijd/omgeving is nog relatief onbekend.
‘Gegroet, Kyprianos, mijn oudste vriend,
Hij had iets weg van een landloper, de man die haveloos en hinkend het slingerpad naar mijn huis beklom’
gesloten einde
Het boek eindigt met het einde van de gebeurtenis waar het boek om draaide (de ontmoeting tussen Attila de Hun en paus Leo de Grote.)
personages
Epiphanius Rusticus
Epiphanius komt uit een welgesteld familie in het Romeinse rijk. Hij besluit het leger in te gaan en is na een grote veldslag weer terug in Rome als hij zijn oude vriend Leo terugziet. Epiphanius zijn carrière in het leger is compleet mislukt en hij vreest dan ook repercussies na het falen van zijn wapens in de slag tegen de Hunnen. Maar er gebeurd iets anders, Leo haalt hem over om mee te gaan op reis naar een ontmoeting met Atilla de Hun. Hier gebeurd uiteindelijk iets historisch wat niet had kunnen gebeuren als Epiphanius niet een deel van de wijn had gedronken (Epiphanius staat er om bekend een alcoholist te zijn).
Kyprianos
Dit is de jeugdvriend van Epiphanius waarmee hij samen studeerde. Kyprianus schrijft een boek genaamd historica waarin ook de ontmoeting tussen Leo en Attila wordt beschreven. Epiphanius was hier bij een schrijft hem hierom een brief over hoe het écht gegaan is. Toen kyprianos nog jong was ging hij vaak met Epiphanius naar het hoerenhuis van lydia waar hij een affaire had met de moeder van de keizer, Aelia.
Paus Leo
Hij is een stuk ouder dan zijn vrienden Epiphanius en Kyprianos. Hij is vaak in het hoerenhuis omdat hij goed bevriend is met Lydia. Leo is een machtige man die het tot zijn eigen verbazing tot paus schopte. Hij besluit af te reizen naar Atilla de Hun (die hij nog uit zijn jeugd kent) om hem ervan te weerhouden Rome aan te vallen.
Attila De Hun
Attila is de leider van de Hunnen waarmee hij grote gebieden veroverd. Hij is erg intelligent en spreekt vele talen. Zijn jeugd heeft hij doorgebracht in Rome waar hij Leo en Livia (waarmee hij een relatie had) ontmoette. Hij heeft zijn zinnen gezet op Rome maar Leo weet hem ervan te weerhouden Rome aan te vallen met een verdrag,
Lydia (De basilisk)
Lydia is een voormalige hoer die nu het hoerenhuis bezit. Ze wordt beschreven als een prachtige vrouw met maar één oog en een ooglapje. Ondanks haar leeftijd (ergens in de veertig) wordt zij door iedereen als een soort godin gezien. Ze is een erg mysterieus figuur met veel macht door dat er vele machtige mensen naar haar hoerenhuis komen. Ze is hierdoor van alles op de hoogte. Door haar toedoen is Leo paus geworden.
“haal haar voor je geest, oude vriend, zoals zij mij nu voor de geest staat, deze wonderbaarlijke vrouw. Die lege oogkas, altijd verborgen achter een zwart leren lapje, vormde de enige smet op haar verder volmaakte schoonheid.
tijd en ruimte
Het verhaal speelt zich grotendeels af in Rome in het midden van de vijfde eeuw (451 A.D.). Er worden veel verwijzingen gemaakt naar het verval van het Romeinse rijk. Het is een historische roman en er komen dus ook mensen in voor die echt geleefd hebben zoals paus Leo de eerste en Atilla de Hun.
Het verhaal wordt verteld door Epiphanius die nu in de 70 is. Hij verteld over iets wat in het verleden is gebeurd en verwijst ook regelmatig naar zijn jonge jaren (ergens in de 20)
De verteltijd is dus ongeveer 50 jaar.
Het boek heeft 190 bladzijden
perspectief
Het verhaal is een brief die Epiphanius sturen naar zijn vriend Kyprianos. Het verhaal wordt dus verteld vanuit het perspectief van Epiphanius (ik-perspectief)
“Hiermee, Kyprianos, komt mijn verhaal tot een einde.”
thema
Het verhaal gaat over de historische ontmoeting tussen Paus Leo en Atilla de Hun. Het Thema van dit boek is deze historische ontmoeting. Kyprianos schrijft hier een boek over maar hij kent niet het hele verhaal, daarom verteld Epiphanius hem wat er echt gebeurd is. Vervolgens lezen wij als lezers het verhaal van deze ontmoeting. De aanloop tot deze ontmoeting en de gevolgen hiervan.
motieven
Katholieke kerk
Een belangrijk figuur in dit verhaal is Paus Leo. Hij heeft een ontmoeting met Atilla de hun en is vanuit de kerk gestuurd om hem te stoppen (Atilla wil Rome innemen). In het boek lezen we hoe Leo paus is geworden. Het hoofdpersonage Epiphanius is zelf geen christen, maar dit lijkt voor Leo niet een al te groot probleem hoewel hij hem wel een aantal keer heeft geprobeerd te bekeren. Ook Lydia heeft hij tevergeefs geprobeerd te bekeren.
Veldslagen
Epiphanius komt net uit een veldslag met de Hunnen, waarna hij eervol is ontslagen. Dan ziet hij zijn oude vriend Leo weer terug die hem overgehaald mee te gaan op een politieke missie. Het doel van deze missie is om Atilla de Hun ervan te weerhouden Rome aan te vallen, hetgeen hen ook lukt.
Romeinse rijk
Het verhaal speelt zich af in de tijd dat het Romeinse rijk al in verval aan het raken is. Dit wordt dan ook vaak besproken door Leo en Epiphanius. De Hunnen zijn één van de grootste bedreigingen voor de Romeinen aangezien zij het rijk willen innemen en plunderen.
De basilisk
De basilisk is een character dat in verbinding staat met alle andere characters. Zij is de drijfkracht achter vele gebeurtenissen. In haar huis zijn zowel Leo en Epiphanius als Leo en Atilla vaak bij elkaar gekomen. Ze is een mysterieus figuur dat om een of andere reden voorkomt in het leven van alle hoofd characters. Ook is zij de reden dat Leo tot paus is benoemd.
Alcohol
Epiphanius is een alcoholist en tijdens de reis naar Atilla drinkt hij uit de wijnvoorraad die Leo heeft meegenomen om aan Atilla te schenken. Dankzij deze actie (waar Leo goed gebruik van maakt) worden de Hunnen heel dronken en de Romeinen niet (zij dronken verdunde wijn) hierdoor kon er een overeenstemming bereikt worden. Achteraf bleek dat Leo er op had gerekend dat Epiphanius de wijn zou drinken en dat hij de Hunnen onder de tafel zou kunnen drinken, dit was ook een van de redenen was dat Leo hem graag mee wilde hebben.
“Ik beschreef jou een drinkgelag dat grote invloed heeft gehad op de loop van de geschiedenis; desondanks heeft niet één kroniekschrijver het benoemd.”
eigen mening
Over het algemeen was het niet een heel slecht boek maar ik zou het ook niet echt aanraden. Het boek begint in medias res waardoor we vrij weinig weten van onze characters en hun wereld. Het boek is niet heel dik dus eigenlijk verandert dit niet echt gedurende dit boek. De hele eerste helft van het boek begreep ik niet zo veel van wat er aan de hand was omdat niks werd uitgelegd. Het was alsof je luistert naar het gesprek van twee vreemden (wat eigenlijk ook zo is). Ook het verhaal was niet zo sterk. Het verhaal loopt naar de grote ontmoeting toe van Leo en Atilla maar deze is uiteindelijk niet zo indrukwekkend en ook snel weer voorbij. Al met al was het een beetje saai en wat oppervlakkig. Wat mij betreft had het wel wat langer mogen zijn zodat de characters en hun wereld wat verder uitgewerkt kon worden
recensies
recensie 1
Rome gered door een kater
DOOR HANS WARREN GEPUBLICEERD OP 23-03-2000
De historische roman is al een keer of wat dood verklaard. Maar bij schrijvers -en niet alleen bij oudere schrijvers - blijft het een geliefd genre. Zo maakt Jan van Aken (geb. 1961) zijn debuut in de literatuur met een boek dat in de nadagen van het Romeinse Rijk speelt. In een brief aan een vriend vertelt Epiphanius Rusticus over een mysterieuze missie uit het jaar 452. In een van de Stanze van Rafaël in het Vaticaan is een fresco te zien met de ontmoeting van paus Leo I en Attila de Hun. Voor het omslag van Jan van Akens onlangs verschenen roman Het oog van de Basilisk is van de schildering gebruik gemaakt. Het is niet alleen dankzij Rafaël dat dit zo'n befaamd historisch moment is. De gevreesde Attila, in de geschiedenisboekjes nog steeds aangeduid als 'de gesel Gods', naderde Rome. Maar de kerkvorst wist de koning van de Hunnen, die in grote gebieden dood en verderf zaaide, tot de terugtocht te bewegen. Zo stelde hij het einde van de Eeuwige Stad nog even uit. Wat zou Leo tegen Attila hebben gezegd, wat is er tussen die twee mannen voorgevallen? Er is veel over gespeculeerd, maar nog nooit zijn er zinnige antwoorden op deze vragen gegeven. Van Aken heeft daarvan geraffineerd gebruik gemaakt. Een geheim kan een boek als dit immers fascinerend maken. Helemaal mooi wordt het wanneer je met een oplossing voor het raadsel kunt komen. En de auteur gaat nog een stap verder: hij confronteert de lezer van deze historische roman met de vraag wat historie eigenlijk is. Bestaat geschiedenis uit beroemde mannen, enorme veldslagen en grote conferenties? Of wordt historie op een minder doorzichtige manier gemaakt? De verteller en hoofdpersoon van deze roman, een zekere Epiphanius Rusticus, bezint zich op deze kwestie. Heel het boek bestaat uit een brief van hem aan Kyprianos die inlichtingen wenst voor een Historia die hij aan het schrijven is. Epiphanius was aanwezig bij de ontmoeting tussen Leo en Attila, maar zijn ervaringen vindt hij in de kronieken nergens terug. "Hoe vaak vallen de beslissende momenten buiten het blikveld van de historici?", vraagt hij zich daarom af. De echte geschiedenis wordt misschien beslecht tussen beddenlakens en aan stamtafels, "in badgelegenheden en openbare schijthuizen, zonder dat iemand er ooit over hoorde", oppert hij. Van Aken bedacht ook zo'n kleinschalige ontknoping voor het mysterie van Leo en Attila. Epiphanius zelf zou er een beslissende rol bij gespeeld hebben. En dat komt door zijn enige opvallende eigenschap: hij kan veel drinken zonder onderuit te gaan. "Zelden had het Romeinse Rijk zoveel te danken aan een kater", merkt een andere betrokkene op wanneer de missie is geslaagd. Het boek is echter niet alleen vanwege de verrassende plot zo bijzonder. Nee, de grootste verdienste is dat de geschiedenis vlees en bloed heeft gekregen. Al te vaak blijft een historische roman een skelet van grote lijnen en verliest de auteur zich in weetjes. Ontreddering De maker van Het oog van de Basilisk ontsnapt aan al deze gevaren van het genre. Dat is onder meer te danken aan het feit dat hij ervoor koos niet Leo en Attila centraal te stellen, maar hen door een fictieve figuur in de marge te laten bekijken. Zo krijg je als schrijver veel meer vrijheid. En die vrijheid is in dit geval volledig uitgebuit. De gevoelens van de hoofdpersoon worden enigszins onze gevoelens. We kunnen ons zijn ontreddering over de aftakeling en ontluistering van Rome levendig voorstellen. We zijn getuige van het ondergaan van een beschaving. Want dat voltrok zich in de noodlottige vijfde eeuw: het licht van de antieke cultuur werd gedoofd en Europa verzonk in het duister van de Middeleeuwen. Rome kreeg aanval na aanval te verduren. Voor Epiphanius en zijn tijdgenoten was het duidelijk dat hun wereld op instorten stond. De wegen werden niet meer onderhouden, gebouwen vervielen, het Latijn verloederde. Hij meldt verder in zijn brief: "Kennis en wijsheid gaan voorgoed verloren; steeds minder mensen beheersen nog de kunst van het lezen en schrijven." Het is bekend dat paus Leo probeerde via de kerk te redden wat er van de erfenis te redden viel. Een ietwat merkwaardige paus trouwens, tenminste in Van Akens verhaal. Hij laat Leo en Epiphanius elkaar treffen in het bordeel van een oosterse schoonheid die een oog heeft verloren. Het andere oog heeft een gevreesde blik. Vandaar dat ze de Basilisk wordt genoemd, naar het fabeldier met een blik die je zou kunnen doden. De vrouw heeft veel invloed in Rome, door haar manipulaties kan Leo paus worden. De kerkelijke functies worden trouwens gemakkelijk verdeeld. De allerminst christelijke Epiphanius had na de ontmoeting met Attila bisschop kunnen worden. Dat weigert hij. In plaats daarvan krijgt hij een andere aangename baan. Zo kan hij in betrekkelijke rust oud worden. Tussen de wijngaarden blikt hij omstreeks het jaar 480 terug op zijn bijna voorbije leven. Hij vertelt over de Slag van de Catalaunische Velden, over de trieste aftocht van de overlevenden, over zijn allerminst glorieuze terugkeer in Rome waar Leo zich over hem ontfermt. En natuurlijk bespreekt hij uitvoerig de tocht naar het legerkamp van de Hunnen, en de ontmoeting van Leo de Grote met Attila de Verschrikkelijke. Dit is zo'n boek dat je op allerlei manieren kunt lezen: als een commentaar op Rafaëls bespiegeling over het wezen van de geschiedenis, als een bewogen bericht over de laatste dagen van Rome en ook gewoon als een avontuurlijk verhaal. Wat Jan van Aken met dit sublieme debuut vooral laat zien is dat, wanneer je het goed aanpakt, de historische roman leeft.
recensie 2
De echte geschiedenis wordt tussen de lakens beslecht
DOOR PETER HENK STEENHUIS GEPUBLICEERD OP 25-03-2000
In zijn boek 'Heiligen en zondaars; een geschiedenis van de pausen' stelt Eamon Duffy dat Leo de Grote de eerste paus was die meende dat in al zijn woorden de stem van Petrus te beluisteren viel. Door de bijna mystieke gelijkschakeling van Leo de Grote met Petrus, werd Leo de Grote beschouwd als degene die het pausschap in de klassieke wereld zijn definitieve vorm gaf. Het waren niet alleen zijn opvattingen over het ambt van de paus die Leo groot maakten, ook zijn strategisch inzicht is eindeloos geroemd. Vooral de wijze waarop Leo de inval van de Hunnen in Italië een halt wist toe te roepen, heeft tot de verbeelding gesproken. Leo reed Atilla tegemoet tot aan Mantua, waar hij zo op de barbaarse Hunnenvoorman moet hebben ingepraat dat Rome gespaard bleef - helaas niet voor eeuwig, want drie jaar later plunderden de Vandalen de stad. Waarom deze informatie? Om aan te geven dat het van groot lef getuigt de wijdvermaarde ontmoeting tussen Leo en Atilla tot onderwerp van een debuutroman te maken. Jan van Aken heeft dit lef. 'Het oog van de Basilisk' is een gewaagde historische roman over een geslaagde historische onderneming. Gelukkig heeft Van Aken er niet voor gekozen het verhaal door Leo te laten vertellen wellicht uit angst dat in Leo's woorden Petrus' echo zou klinken. Van Aken hanteert de omweg als methode. Het verhaal wordt verteld door de soldaat Epiphanius Rusticus, een gewezen Meester der Oorlogswerktuigen en een groot liefhebber van wijn. 'Het oog van de Basilisk' is in briefvorm geschreven: Epiphanius schrijft aan Kyprianos, zijn oudste vriend, die werkt aan een 'Historia' over de ontmoeting van Leo met Atilla. Kyprianos vraagt de gewezen soldaat om informatie, zodat hij zijn 'Historia' aan de hand van betrouwbare getuigenissen kan voltooien. Epiphanius stemt toe: "Het geluk is met jou, Kyprianos, want ik ben naar aller waarschijnlijkheid de laatste levende mens die je de ware toedracht kan vertellen." Het knappe van het daarop volgende verhaal is dat Van Aken zijn informatie uitstekend doseert. Hoewel de oude vrienden elkaar al decennia niet meer gezien hebben, beschikken ze over veel gemeenschappelijke kennis, die de lezer ten enenmale ontbeert. Van Aken hoeft echter slechts een enkele keer zijn toevlucht te nemen tot bijzinnen als "zoals jij als historicus weet" waarna gegevens volgen die voor het begrijpen van het verhaal cruciaal zijn. De carrière van de gewezen soldaat Epiphanius is een aaneenschakeling van mislukkingen. Ook zijn deelname aan de slag bij de Catalaunische velden verdient geen lof: hij raakt de macht over zijn oorlogswerktuigen kwijt nog voor de slag begonnen is. Gedesillusioneerd keert hij terug naar Rome, waar hij vreest met hoon ontvangen te worden. Het tegendeel gebeurt, en er wordt hem een vorstelijk onderkomen toegewezen. "Maar, Kyprianos, ik kende inmiddels het leven en begreep dat ik, oud als ik was, nog voor iemands karretje paste. Hoe, daar kon ik me geen voorstelling van maken, maar het blijft een feit dat je van een oude haan de beste soep trekt." Op een avond krijgt Epiphanius bezoek van zijn vroegere vriend Leo, die het inmiddels tot bisschop van Rome heeft gebracht. Leo vraagt hem op een politieke missie mee te gaan: De Hunnenkoning Atilla moet tot rede gebracht worden. Tot aan het beslissende onderhoud is het onduidelijk waarom Epiphanius meegevraagd is; hij is immers slechts bekend vanwege zijn dorst. Maar juist Epiphanius' dranklust heeft Leo ertoe aangezet de oude soldaat mee te nemen. De bisschop voorziet dat het onderhoud met Atilla in een onzalig drinkgelag zal eindigen, dat hij alleen met een ervaren kompaan kan doorstaan. Leo blijkt de Hunnenkoning juist te hebben ingeschat. De vier mannen die aan de gesprekken deelnemen, werken fusten wijn weg. "En dan, Kyprianos, staat opeens de Hunnenkoning op in een woest gebaar; het bankje waarop hij zat, valt op de grond. Hij maakt zijn gordel los, de geweldige Atilla, en zijn broek, dat barbaarse kledingstuk, trekt hij naar beneden. Wat daar toen uitsprong, oude vriend, als een dier dat te lang gekooid heeft gezeten... Ik zal het aan je verbeelding overlaten, zoals het daaropvolgende beeld dat zich slechts via de ogen van anderen aan mij prijsgaf. Ik was op slag nuchter en week van tafel. Volg nu mijn blik, Kyprianos, als ik van Atilla, de geweldenaar, naar Leo kijk, die ik nu op de rug zie, want ook hij staat nu en schort, in een snelle beweging die zijn pallium doet dansen, zijn Paenula op, onze vriend Leo, die voor altijd bekend zal staan als 'De Grote'. Het is deze banale gebeurtenis die mij 'De geschiedenis van de pausen' deed pakken, om te achterhalen of Leo de Grote een heilige was dan wel een zondaar. Lezend over paus Leo de Grote besefte ik dat dit debuut geslaagd moest zijn: de personages hadden me zo in de kladden dat ik in de bibliotheek belandde, waar ik natuurlijk niets over de ware toedracht van de ontmoeting te weten kwam. Want, zo besluit Epiphanius zijn brief. "Wat ik mij nu afvraag is: hoe vaak vallen de beslissende momenten buiten het blikveld van historici? Staart de kroniekschrijver zich niet te vaak blind op beroemde gebeurtenissen en belangrijke persoonlijkheden? Vaak vraag ik mij af hoe dikwijls niet, zonder dat wij het terug kunnen lezen in de kronieken, de echte geschiedenis beslecht wordt tussen de beddenlakens en aan ingekerfde stamtafels." Voor dergelijke gebeurtenissen bestaat de historische roman.
REACTIES
1 seconde geleden