Le petit prince Schrijver: Antoine de Saint-Exupéry
Titel: Le petit Prince
Plaats en jaar van eerste uitgave: 1970, Groningen
Jaartal van de gelezen druk: 15e édition Samenvatting Een jongen stort met zijn vliegtuig neer in de woestijn, hij heeft weinig water en kan zijn vliegtuig niet maken. op een ochtend verschijnt er een klein kereltje die wil dat de jongen een schaap voor het tekent. Al lijkt het hem zinloos, toch tekent hij een schaap, dat het kereltje fantastisch vind. Het kereltje vertelt hem dat hij de prins is van een andere planeet. Zijn planeet is heel klein en er zijn 3 kleine vulkanen, 3 baobabs en 1 roos. Nadat hij ruzie had gehad met de roos, besloot de prins weg te gaan en langs te gaan bij andere planeten. op de eerste planeet waar hij langsging woonde een koning. De koning gaf veel bevelen, maar wel altijd als naar de zin van de prins. Als hij wilde drinken, beval de koning hem te drinken enz. De tweede planeet was bewoond door een ijdeltuit. De derde planeet was bewoond door een alcohollist, maar daar vond hij het niet zo leuk dus daar was hij al snel weer weg. De vierde planeet was bewoond door een drukke zakenman, die geen tijd heeft om met hem te spreken. De vijfde,kleinste planeet staat een lantaarnpaal en woont iemand die het licht aan en uit doet. De prins vindt dit erg raar, maar hij vindt deze man veel aardiger dan alle andere mensen die hij heeft ontmoet. De zesde planeet wordt bewoond door een oude aardrijkskundige. De prins wil graag weten hoe de planeet van de oude man eruit ziet, maar dat weet hij niet, hij is immers aardrijkskundige en geen ontdekkingsreiziger. De aardrijkskundige zegt de kleine prins dat hij maar eens naar de aarde moet gaan, daar is het heel erg mooi. Dus dat doet de prins. Op de aarde ontmoet de prins een slang, een vos, een verkoper en een bloem. Ook komt hij erachter dat zijn roos (op zijn planeet) heeft gelogen, die zei dat zij de enige was van haar soort, maar op de aarde blijken hele tuinen van haar soort te staan. Hij is verdrietig over deze ontdekking. De jongen zit ondertussen al 8 dagen in de woestijn en samen gaan ze op onderzoek uit. Het water raakt op en ze moeten een put vinden. Na een jaar wil de kleine prins weer terug naar zijn eigen planeet. Zijn lichaam is helaas te zwaar geworden om naar zijn planeet te gaan en daarom vraagt hij de slang hem dood te bijten, zodat zijn ziel naar de hemel kan gaan. De prins zegt hem voor zijn dood, dat de jongen naar de sterren moet kijken, want 1 van die sterren is van de kleine prins. De jongen vindt dit helemaal niet leuk en is verdrietig en alleen, de prins is immers zijn vriend geworden. A waar gaat het verhaal over? 1. Het verhaal gaat over de reis van le petit Prince langs allemaal planeten. Hij ontmoet allemaal verschillende mensen op die planeten, waarvan hij een hoop leert. Hij belangrijkste in het leven van de prins is zijn roos, en die wordt dan ook veel in het verhaal genoemd. 2. Ik heb dit boek gekozen omdat dit een makkelijke start is voor het lezen van franse boeken. Ik kan beter met een makkelijk boek beginnen en steeds moeilijkere boeken gaan lezen dan met een heel moeilijk boek beginnen en daar een eeuwigheid over doen. 3. nee, daar wist of kende ik helemaal niks van

4. De titel van het boek ‘Le petit Prince’ vertelt eigenlijk het hoofdonderwerp van de tekst. Bijna het hele verhaal draait om de belevenissen van de kleine prins. 5. De schrijver laat in zijn hoofdpersonen alle deugden van een mens naar voren komen. Als iedereen was zoals zij, dan zou de wereld een stuk mooier en vrolijker zijn. Zijn les is: wees een goed mens voor anderen en doe geen dingen waar je later spijt van krijgt. B de personen 1 de echte hoofdpersoon is de kleine prins. Een ander minder belangrijke hoofdpersoon is de jongen en alle andere wezens die de prins ontmoet zijn bijpersonen. 2 De kleine prins gaat na een korte ruzie met zijn roos op reis naar andere planeten. hij ontmoet daar allerlei verschillende wezens met allemaal verschillende karaktereigenschappen. Over het algemeen blijft hij niet zo lang op al die planeten, alleen op de aarde brengt de kleine prins een jaar door. Na dit jaar mist de prins zijn roos zo erg dat hij terugwil naar zijn planeet. Hiervoor moet hij echter eerst sterven, zodat zijn ziel naar zijn planeet terug kan gaan. de jongen houdt zich bezig met andere dingen. Er is nooit een volwassene die hem begrijpt en hij snakt ernaar iemand te ontmoeten die hetzelfde denkt als hij. Als hij met zijn vliegtuig neerstort in de woestijn, ontmoet hij daar de vriend die hij al jaren zocht, de kleine prins. Dat de kleine prins na een jaar weg gaat doet de jongen dan ook een groot verdriet. 3 De kleine prins en de jongen ontmoeten elkaar in de woestijn. Daar gaan ze o.a. op zoek naar een waterput en genieten van de vrijheden. Ze worden echte vrienden. 4 De kleine prins is eerlijk, koppig, trouw, nieuwsgierig, soms verlegen, liefdevol maar ook een beetje arrogant en hij wil graag dingen ontdekken en leren. Hij heeft hele andere ideeën dan de volwassenen. ‘Le petit prince chercha des yeux où s’asseoir, mais la planète était toute encombrée par le magnifique manteau d’hermine. Il resta donc debout, et, comme il fatigue, il bâilla.’ BLZ 38, ik vind het een beetje arrogant/oneerbiedig dat je in gezelschap van een koning duidelijk laat blijken dat je geen zin hebt om te luisteren. ‘ca m’imide ...je ne peux plus ... fit le petit prince tout rougissant.’ BLZ 38. ‘le petit prince qui jamais n’oubliait une question une fois qu’il l’avait posée.’ BLZ 41 ‘le petit prince avait sur les choses sérieuses des idées très différentes des idées des grandes personnes.’ BLZ 52. ‘je n’ai pas beaucoup de temps. J’ai des amis à découvrir et beaucoup de choses à connaître.’ BLZ 75. De jongen denkt ook heel anders dan de grote mensen. Hij voelt zich ombegrepen. De jongen is heel sociaal en probeert andere mensen te helpen. ‘les grandes personnes ne comprennent jamais rien toutes seules,et c’est fatigant, pour les enfants, de toujours et toujours leur donner des explications.’ BLZ 7. 5 Nee. De personen zijn heel anders dan mij. De jongen is heel erg kinderlijk, misschien dacht ik vroeger ooit zoals hij, maar nu herken ik geen karaktertrekken in hem. De kleine prins denkt aan de ene kant kinderlijk, maar denkt aan de andere kant heel goed na over de dingen die hij ziet of hoort. Vooral in de laatste hoofdstukken word het verhaal steeds zwaarder, steeds doordachter, steeds volwassener. Ik denk niet zo lang na over sommige dingen waarover hij zich heel erg druk maakt. De genoemde karaktertrekken van de prins bij vraag 4 herken ik wel weer bij mezelf, behalve dat arrogante (dat ben ik absoluut niet) en dat van andere ideeën dan volwassenen, want ik heb vaak dezelfde mening als volwassenen. 6 N.v.t. 7 Hun bezigheden en de manier van aanpak vind ik voor die kinderen (want de jongen en de prins zijn kinderen) erg knap, en wel erg volwassen. Vooral de kleine prins moet wat meer kind en niet zo zwaarmoedig en serieus zijn. De jongen voelt zich onbegrepen, hij verzwijgt dat, ik zou gewoon tegen de volwassenen zeggen dat ik me onbegrepen voel. Ik zou, als ik de kleine prins was, de ruzie met mijn roos allang bijgelegd hebben, weglopen van het probleem is geen oplossing. 8 De kleine prins. Hij respecteert de andersdenkenden (volwassenen). Hij vindt hun bezigheden raar, maar kraakt ze niet af en beledigd ze niet. hij is trouw aan zijn roos, en trouwheid is een mooie eigenschap. Ook is hij altijd vriendelijk tegen iedereen, dat zie je ook niet elke dag
9 Ik vind de drukke zakenman van een van de planeten en minst sympathiek. Hij zegt de hele tijd dat hij geen zin heeft in onzinverhalen en dat vind ik erg onbeleefd tegenover een gast. Ook is hij alleen maar bezig met geld en bezit, hij wil zoveel mogelijk in zijn bezit hebben. ‘Hein? Tu es toujours là? Cinq cent un millions de ... je ne sais plus … J’ai tellement de travail! Je suis sérieux, moi, je n’amuse pas à des balivernes! Deux et cinq sept...’ BLZ 48. C de tijd 1 gewoon in onze tijd. 2 voor de jongen moet het mogelijk zijn om met een vliegtuig te reizen, want hij stort met zijn vliegtuig neer in de woestijn en leert daar de prins kennen. ‘J’ai ainsi vécu seul, sans personne avec qui parler véritablement, jusqu’à une panne dens le désert du Sahara, il y a six ans. Quelque chose s’était cassé dans mon moteur. Et comme je n’avais avec moi ni mécanicien, ni passagers, je me préparai à essayer de réussir, tout seul, une réparation difficile’. BLZ 8. Voor de rest speelt de tijd niet zo’n belangrijke rol. 3 n.v.t. 4 n.v.t. 5 n.v.t. 6 het verhaal duurt ongeveer 373 dagen. De prins reist namelijk over 7 planeten en daar blijft hij elke keer één dag of korter en de prins blijft precies één jaar op de aarde. na dat jaar wil hij dat de slang hem doodbijt. 7 af en toe worden er tijdsprongen gemaakt en in het midden van het verhaal ga je terug in de tijd. Door de tijdsprongen wordt het boek niet te saai en door het terugspoelen van de tijd weet je waarom de prins op de aarde is en hoe hij daar is gekomen. D de plaats 1 in de Sahara, op wat andere onbekende plekken en op andere planeten. 2 ik wist niets over de planeten, maar dat lijkt me ook logisch want die zijn zelf verzonnen. Er wordt niks verteld over de Sahara, alleen dat zij daarin zitten. Ik weet dat de Sahara een woestijn is. 3 in de woestijn krijgen de hoofdpersonen dorst en gaan ze op zoek naar een waterput. De Sahara speelt verder dus eigenlijk niet zo’n grote rol. De schrijver heeft de Sahara gekozen omdat daar (bijna) geen andere mensen zijn, en dat wilde hij graag. De planeten die de prins bezoekt zijn wel belangrijk voor het verhaal. Één planeet is de woonplaats van de prins en op de andere planeten wonen allemaal verschillende wezens/mensen, die allemaal uitgebreid besproken worden. ‘“alors, toi aussi tu viens du ciel! De quelle planète es-tu?” j’entrevis aussitôt une lueur, dans le mystère de sa presence, et j’interrogeai brusquement: “tu viens donc d’une autre planète?” mais il ne me répondit pas. Il hochait la tête doucement tout en regardant mon avion: “C’est vrai que, là-dessus, tu ne peux pas venire de bien loin…”’ BLZ 13
4 niet in bijzondere omstandigheden. Het verhaal speelt zich gewoon af in onze omstandigheden en er wordt niets verteld over het klimaat en er wordt ook niet veel verteld over het landschap. Behalve dan over de planeet van de kleine prins: op zijn kleine planeet staan 3 baobabs, 3 superkleine vulkanen en er staat 1 roos. 5 de omstandigheden vormen een decor waartegen het verhaal zich afspeelt.
E Het vertelstandpunt 1 je volgt het verhaal in het begin en aan het eind door de ogen van de jongen. Later in het verhaal volg je het verhaal vooral door de ogen van de kleine prins. ‘Il me répondit: “Ben! Voyons!”comme s’il s’agissait là d’une evidence.’ BLZ 21. dit is een voorbeeld dat het verhaal door de ogen van één van de hoofdpersonen word gezien. 2 door dit perspectief kom je goed te weten wat de 2 hoofdpersonen nu precies denken en hoe hun kijk is op de volwassenen en de wereld. Verder wordt mijn kijk niet echt beïnvloed door de manier van vertellen, je kunt je gewoon beter inleven in de hoofdpersonen. F waar gaat het nou eigenlijk over? 1/2 hij wil zeggen dat volwassenen meer moeten gaan genieten van het leven. Hij wil dat je een goed mens bent en dat je een voorbeeld neemt aan de kleine prins, die zowat alle goede eigenschappen bezit. ook wil hij zeggen dat de schoonheid/het belangrijkste niet van buiten zit maar van binnen. ‘Je regardais, à la lumière de la lune, ce front pale, ces yeux clos, ces mèches de cheveux qui tremblaient au vent, et je me disais: ce que je vois là n’est qu’une écorce. Le plus important est invisible...’ BLZ 83. 3 ik ben me ervan bewust, en ik geloof ook dat de wereld er een stuk beter zou uitzien als er alleen petits princes zijn. Helaas is dit onmogelijk en daarom vind ik dit een mooi, maar onmogelijk idee. De levensles, wees goed voor anderen, vind ik wel heel goed en ik denk dat veel mensen hiervan kunnen leren. 4 hoe klein, onbezonnen en stom dingen ook lijken, op een gegeven moment leer je mensen te respecteren hoe ze zijn en moet je leren anderen te vergeven. Als je dit niet doet, zal je je het jezelf alleen maar onnodig lastig maken. je moet genieten van het leven en niet vastgroeien in gewoontes en tradities. G zou je nog eens een verhaal willen lezen..? 1 ik zou best wel eens nog een boek willen lezen van deze schrijver, gewoon om te weten waar de schrijver nog meer over schrijft en niet omdat ik dit boek erg leuk vond. 2 dit verhaal speelt zich niet af in een speciale tijd. 3 nee, ik hoef niets meer te lezen over de verzonnen planeten en ook niet over de Sahara (niet dat die een belangrijke rol speelde, maar toch) 4 nee, ik hoef niets meer te lezen over le petit Prince, gewoon omdat ik het helemaal gehad heb met hem en zijn belevenissen en zijn planeten.