Three men in a boat door Jerome K. Jerome

Samenvatting Three man in a boat. (zwart)

H. 1 t/m 8:

Ze varen van Londen naar Oxford.

Ze zijn met zijn vieren. George, William samuel, Harris en hijzelf de ik persoon in het boek. En ook de hond Montmorency. Ze voelen zich allemaal niet lekker en ze besluiten om er even tussenuit te gaan. Van hard werken wordt je namelijk moe enzo. Ze beslissen om een boottocht te gaan maken. Een van hen gaat niet mee(William Samuel). De hond wil ook niet mee want die is nog nooit op het water geweest en hij zegt dat daar niks te doen is. De hond nemen ze wel mee uiteindelijk.

Omdat ze niet een hele grote boot hebben, (ook is de boot oud & het is een roeiboot) hebben ze moeite met het inpakken van het eten en hun bagage. Uiteindelijk lukt het ze toch.

Ze spreken af om er half 7 af te gaan die ochtend. Mrs. Poppets komt ze om 9 uur nog maar eens wakker maken want ze hebben zich verslapen. Hun vakantie begint dus al later dan gepland.

Ze zijn op een gegeven moment in het Hampton gebied (een rivier). Ze weten niet precies waar ze heen moeten en dus besluiten ze om de kaart nog eens goed te bekijken.

Ze zingen veel komische liedjes.

H. 9:

De eerste nacht in de boot brengen ze door in Magna carta island. Hier leggen ze de boot vast. Ze hebben een tentdoek wat ze als dak gebruiken. Het is een heel gedoe om dat doek goed te zetten. Ze gaan om 10 uur naar bed. Ze dachten goed te gaan slapen maar dat was niet zo.
De volgende ochtend wordt de ikpersoon en George wakker.

H. 10:

Ze hebben een blikje met fruit. Maar ze hebben geen blikopener. Ze proberen van alles om dat blikje open te krijgen. Ze proberen het met een scherpe steen maar dat wil ook niet. Ook proberen ze het met een zak mes maar dat wil ook niet, het mes brak en Harris sneed zichzelf. Ook probeerden ze het met een schaar maar ook dat wou niet. Het blikje bleef dicht.

H. 11:

Ze zijn in Marlow. Marlow is een prachtig havenplaatsje met een mooie geschiedenis. Alleen de hond Montmorency verveeld zich daar een beetje. De ikpersoon herinnert zich een voorval over een rustig groepje honden wat in een drukke winkelstraat lag te wachten op hun baasje. Totdat er een terriër aan kwam die alles in de war stuurde en binnen een paar tellen was het een groot kabaal van vechtende honden. Montmorency zag plotseling een kat en vloog erachteraan. Wij gingen winkelen en slaagden erin veel eten en leuke dingen te kopen. Later op de boot beleefden ze nog een angstig moment toen de stoomboot recht op hen af kwam, maar dat liep gelukkig goed af.

H. 12:

Ze zitten in een veld van 10 yard om te gaan eten. Harris heeft vleestaart beet onder zijn benen, want hij wil het verdelen. De andere twee mannen kijken om, om een lepel te zoeken. Als ze met hun gezicht weer naar Harris kijken is Harris verdwenen. Hij kan niet in de rivier zijn gevallen want dan ad hij over hun twee heen moet klimmen. Ze kijken elkaar verbaast aan. Hij moet wel door de aarde zijn meegenomen op 1 of andere manier. Harris is niet weggelopen want dan had hij de taart wel meegenomen. Het hoofd van Harris staat in het gras. Hij is gevallen met de taart en al. De taart is nat en vies en kan dus niet meer worden opgegeten. Ze besluiten om van de groenten een Ierse stoofpot klaar te gaan maken. Dan kunnen ze die opeten. Ook komen er aardappelen in de stoofpot.(in de stoofpot zit aardappelen, uien, bonen, vis (zelfgevangen) , eieren, en waterrat) De stoofpot si heerlijk. Ze eten het met fruittaart en thee. George speelt banjo maar dat mag niet van Harris want die heeft hoofdpijn.

H. 13:

Harris heeft een griepje en blijft daarom in de boor als George en de ik persoon een wandeling maken in het Henley gebied. Harris wil een pijp roken en een glas whisky drinken. Dit mag van hen maar hij moet beloven niet in slaap te vallen. En dat beloofd hij, hij maakt alles klaar voor de nacht. Omdat het later begint te regenen wouden de ze dat ze in de boot waren gebleven. Dan zaten ze nu droog. Als ze bij de boot zijn gaan ze slapen. De volgende ochtend worden ze laat wakker. Ze nemen een simpel ontbijt.

H. 14:

Ze waren ineens verstrekt in een sterk verhaal over boten, verhalen die kinderen zouden beleven maar wij niet. Bootverhalen vond de ikpersoon mooi, maar ook zeemannen aan het roer die zeer kalm over het water vaarden met hun bootjes. We kwamen een man tegen die wel zeker een beginneling was op vaargebied. Ze lachten hem uit totdat deze man zich omdraaide en hun strak aankeek. Ze schaamden zich en boden hun excuus aan.

H. 15:

Ze blijven twee dagen in Streatley en ze hebben daar hun kleren gewassen. Ze gaan daar vissen om eten te hebben. De vissersman zei dat in de rivier veel vis zat. En dat was ook zo. Er is geen betere plaats dan daar nergens haal je zoveel vis uit het water. “De vissersman gids” zei dat er veel vis was en dat je er altijd kan vissen. Ze gaan ergens zitten ment de vissersman en drinken wat. De man vertelde veel verhalen.

H. 16:

Ze vertellen genoeg verhalen over vissen in een half uur, en dan voel je, je niet goed voor een maand. Als ze later in een café zitten hangt er een grote glazen bak aan de muur met daarin een vis. De ikpersoon denkt dat het een sturgeon is. Een oude man vertelt dat hij 16 jaar gelden (volgende maand de 31 was hij 16 jaar geleden gevangen)is gevangen en hij weegt 18.5 pond. Vroeger was er niet zulke grote vis zei de man maar nu vind je het overal. De man gaat naar bed. Daarna komt een tweede man binnen. Hij vertelt dat hij de vis heeft gevangen en dat het 5 jaar gelden is en dat hij 26 pond weegt. Ook deze man gaat weg. Na een tijdje komt er een 3e man binnen. Ook hij vertelt wat anders. Als de eigenaar van het café binnen komt zeggen ze dat ze verschillende dingen hebben gehoord. Ze willen graag weten wat echt is. De barman vertelde hun het echte verhaal van de vis. Hij had hem zelf gevangen toen hij klein was.

H. 17:

De volgende ochtend vertrekken ze vanuit streatly naar Oxford. Ze komen dan eerst nog langs een paar andere plaatsjes. De ikpersoon vind het leuk om rustig in een boot te zitten. Ze komen op hun weg veel ander boten tegen. Ook een fotograaf en die maakt een foto van hen. Mensen zeggen wat over hun neusen maar ze begrijpen niet wat ze bedoelen. Ze stooppen in Clifton Hampton en overnachten daar. S’ ochtends staan ze vroeg op want ze willen s’ avonds in Oxford zijn. Om half 1 moeten ze nog 1 mile varen maar dat si wel een heel moeilijk stuk.

H. 18:

Ze hebben twee mooie dagen in Oxford. Er zijn veel honden daar. Monmorency had 11 ruzies op de 1e dag en 14 ruzies op de 2e dag. Ze waren lui en rusten uit van de reis. Ze huren een boot met een motor voor 6 dagen en die kost 35 shilling.

H.19:

Ze gaan ook met de roei boot weer terug. Ze moeten hard roeien en ook nog eens in de regen. Zeer vermoeiend. Ze maken voor in de boot een klein plekje om te eten. Harris wordt stijf van het slapen in de boot. George speelt op zijn banjo een vrolijk liedje. (two lovely eyes) De 2e dag was hetzelfde als de 1e dag. Het was geen succes. Na twee weken waren ze gesloopt. Ze moesten ook nog eens 2 extra dagen varen. Harris zegt: “ kom op jongens we zijn jong en sterk”. Ze eten om half 6. Alles was nat en vies geworden van de regen. Om 7 uur zijn ze weer in Londen en ze gaan naar een restaurant en nemen daar een lichte maaltijd. Ze waren allemaal heel trots. Ze zaten voor het raam en keken naar buiten het regende nog steeds en mensen hadden een paraplu boven hun hoofd. Buiten branden olie lampen die waaien door de wind. Iedereen vond de uitstap zeer geslaagd.

Korte samenvatting

Het boek gaat over 3 mannen ( en een hond waar niet veel over verteld word)die een boottocht maken van Londen naar Oxford en weer terug. Onderweg beleven ze avonturen.