Gegevens van het boek
Auteur: D.I. Harrison (1917 – 2003)
Oorspronkelijke titel: These Men are Dangerous (The Special Air Service at War)
Voor het eerst gepubliceerd in: 1957
Nederlandse titel: Gevaarlijke kerels (Avonturen van een Brits oorlogscommando)
Vertaling: H.P.M. van Gemert
Omslagillustratie: onbekend
Uitgever: Uitgeverij Het Spectrum NV, Utrecht/Antwerpen, 1960, 1e druk, Prisma Pocket 549
Aantal pagina’s: 208
Genre: geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog
Samenvatting van het boek
In dit boek gaat voormalig SAS-officier Derrick Inskip Harrison in op zijn belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog als lid van de Special Air Service (SAS), een Engelse elite-eenheid die voor speciale operaties achter de vijandelijke linies ingezet werd. De SAS werd in september 1941 op initiatief van luitenant David Stirling en luitenant Jock Lewis gevormd uit de leden van het “Middle East Commando”. De leden waren achter de Duitse linies in Noord-Afrika actief in o.a. het saboteren van verbindingslijnen en het bestoken van konvooien. Later deden ze hetzelfde in Europa. Het succes van de SAS was van dien aard, dat Hitler in een dagorder de opdracht gaf, dat de leden van deze eenheid bij hun eventuele gevangenneming onmiddellijk aan de Gestapo overgedragen moesten worden, omdat “deze mannen gevaarlijk zijn”.
Harrison vertelt hoe hij zich vanuit Egypte, waar zijn onderdeel gestationeerd was, aanmeldde voor de SAS. Hij werd vervolgens naar een skischool in de Libanese bergen gestuurd om daar zijn opleiding te starten. Hij leerde er goed skiën en koude te doorstaan. Vervolgens kreeg hij een verdere operationele opleiding in het toenmalige Palestina (kompas gebruiken, kaart lezen, wapenonderhoud e.d.). Toen deze opleiding achter de rug was, werd duidelijk, dat de SAS ingezet zou gaan worden bij de eerste geallieerde invasie in Europa. Het team van Harrison ging daarom oefenen met landingsvaartuigen in de Golf van Akaba.
Op 4 juli 1943 was het dan eindelijk zo ver. De troepen vertrokken per schip vanuit Suez voor de invasie op Sicilië. Harrison bevond zich in de frontlinie, was behoorlijk zeeziek en landde ook nog op de verkeerde plaats, pal onder een kustverdedigingsbatterij. Via een omtrekkende beweging kwam hij uiteindelijk op de goede plaats terecht. De SAS ruimde vervolgens de kustverdedigingsbatterijen op, waarna de hoofdtroepenmacht veilig aan land kon gaan. Op 12 juli 1943 marcheerden de geallieerde troepen Syracuse binnen. Hierna veroverde de SAS ook nog Augusta - aan de oostkant van Sicilië -, waardoor dit de eerste belangrijke zeehaven was die in handen van de geallieerden viel. Vervolgens werd de Straat van Messina overgestoken. Harrison en zijn mannen kregen toen de opdracht het kuststadje Bagnara - dat achter de Duitse linies lag - in te nemen en bezet te houden totdat de geallieerde troepen daar ook zouden zijn. Op deze wijze werd er verwarring gezaaid bij de Duitsers en de Italianen. De Italianen gaven zich overigens al snel over.
Het volgende avontuur voor de SAS speelde zich af in het Italiaanse stadje Termoli aan de Adriatische kust. Ook daar moest de SAS het stadje innemen en bezet houden. Het succes van de SAS was zodanig, dat de Duitsers een pantserdivisie, die in reserve bij Napels lag, naar Termoli stuurden om terrein terug te winnen. Dat mislukte, maar de SAS leed bij de gevechten wel zware verliezen. Na deze succesvolle operatie werden de SAS-manschappen met een maand verlof naar Engeland gestuurd. Daar kregen ze vervolgens een intensieve parachutistenopleiding. Ter voorbereiding op D-day werd in Schotland veel en serieus geoefend. Na D-day - 6 juni 1944 - werden SAS-eenheden in Frankrijk achter de frontlinies gedropt om Duitse verbindingslijnen te saboteren. Dat gebeurde met zo veel succes, dat zelfs jeeps gedropt konden worden, zodat de SAS-leden zich nog sneller konden verplaatsen.
De Duitsers zetten echter tegenoffensieven in die helaas ook slachtoffers aan Engelse zijde eisten. Harrison en zijn mannen werden in de buurt van het Franse Auxerre gedropt. Harrison beschrijft hoe hij zich terdege voorbereidde op deze actie. In Frankrijk werden ze opgevangen door de “maquis” van commandant Chevrier, de locale verzetsstrijders die vanuit een verborgen kamp in de bossen opereerden. Harrison zette een eigen kamp op en organiseerde met zijn mannen diverse sabotageacties. Toen hij een keer met twee jeeps in Les Ormes kwam, stuitte hij op een grote groep SS-ers. Harrison bedacht zich geen moment en begon met de mitrailleurs van zijn jeep te vuren. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de jeep van Harrison vernield werd. Een van zijn mannen werd gedood en Harrison raakte zelf gewond. Met de andere jeep wisten ze echter op het nippertje te ontkomen. De SS-ers - die bezig waren met vergeldingsmaatregelen in het dorp - verloren ruim zestig man en staakten hun actie na deze aanval onmiddellijk, zodat een hoop dorpelingen aan de dood ontsnapten.
Harrison verplaatste zijn kamp vervolgens naar de bergen van Morvan in Bourgondië. Daar werkte hij samen met de maquis van commandant Camille die hun kamp in de buurt van Chalaux hadden. De sabotageacties van Harrison en zijn mannen bleven succesvol. Zo konden ze belangrijke informatie over Duitse troepenverplaatsingen en transporten aan de Engelse Royal Air Force (RAF) doorgeven, zodat deze gebombardeerd konden worden. De SAS ontdekte zelfs het tactische hoofdkwartier te velde van de Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel (1891 – 1944). Omdat Rommel op dat moment niet ter plaatse was, kon deze ontdekking niet uitgebuit worden.
Aan het einde van het jaar 1944 hielp de SAS de geallieerden in Nederland met het zoeken naar oorlogsmisdadigers. In april en mei van het jaar 1945 verbleven Harrison en zijn mannen in Noordwest-Duitsland. De strijd was daar nog volop aan de gang en eiste ook de nodige levens. Op 4 mei was de oorlog echter voorbij, omdat Duitsland toen capituleerde. De leden van de SAS konden toen eindelijk naar huis.
Beoordeling van het boek
Dit boek leest als een spannend jongensboek. Het is buitengewoon levendig geschreven en door de vele details en informatie - die ondersteund wordt door de opname in het boek van veertien foto’s en drie kaarten - krijg je als lezer een uitstekend beeld van het moedige en gevaarlijke werk van de SAS in oorlogstijd. Harrison is daarnaast ook recht door zee. Hij gaat de schaduwzijde van het commando zijn beslist niet uit de weg. Mindere prestaties worden ook eerlijk genoemd en je krijgt als lezer tevens inzicht in de twijfels die iedere soldaat heeft. Ook word je op indringende wijze deelgenoot gemaakt van het verlies van kameraden van Harrison. Voor iedere liefhebber van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is dit dan ook een boek, vind ik, dat niet in de boekenkast mag ontbreken.
Het boek wordt afgesloten met een drietal aanhangsels. In het eerste aanhangsel worden de operationele resultaten van de SAS samengevat. In het tweede aanhangsel is een brief opgenomen van de Amerikaanse generaal Dwight D. Eisenhower (1890 – 1969) aan de commandant van de SAS. In het derde aanhangsel is een brief opgenomen van de Engelse luitenant-generaal Frederick Browning (1896 – 1965) aan de SAS-troepen achter de Duitse linies. De titel van het boek is ontleend aan de in de samenvatting genoemde dagorder van Adolf Hitler (1889 – 1945).
REACTIES
1 seconde geleden