The wind in the willows door Kenneth Grahame

De wind in de wilgen. Bibliografische gegevens. Auteur: Kenneth Grahame. Titel: De wind in de Wilgen. Illustrator/bewerker/vertaler: Illustrator is E.H. Shepard, vertaald door Jan Willem van de Wetering. Plaats van uitgave: Origineel ?, in Nederland Amsterdam. Jaar van uitgave: Origineel ?, in Nederland 1e druk 1949. ISBN: 90-6756-474-5 Doelgroep. Het boek is geschikt voor de bovenbouw. Als voorleesboek is het ook leuk voor bijvoorbeeld groep 4. Functies. Het boek heeft een ontspannende functie, maar ook wel een beetje opvoedend.
Vormgeving. Het boek is vrij oud en dat straalt het ook wel uit. Het lettertype is vrij oud. De zinnen zijn niet te lang, het leest op zich wel makkelijk weg. De achterkant van het boek is kaal. Het materiaal is niet al te best meer, het boek viel bijna uit elkaar. De titel is ook een hoofdstuk. Vertelstandpunt/perspectief. Het verhaal wordt verteld door de personen zelf. De schrijver laat zich niet ‘zien’. Het verhaal wordt verteld, (wat gebeurt er?), en er wordt gesproken door de personen en dieren in het boek. Opbouw. Het boek is in een logische volgorde opgebouwd. Er zit een duidelijk begin en eind aan. Het verhaal is aan het eind wel afgelopen, maar er zal wel een vervolg op kunnen komen. Dus eigenlijk gesloten open. Het verhaal heeft hoofdstukken, waarin elke keer wat anders wordt beleefd. Deze hoofdstukken zijn niet los van elkaar te lezen. Ruimte. Het verhaal speelt zich af op meerdere plekken. Toch is de rivier de belangrijkste plek. Ook het Wilde Wout speelt een belangrijk rol. Alles draagt bij aan de sfeer van het boek. Tijd. Het boek heeft niet echt een tijd. Het verhaal is oud en daardoor zou het rond die tijd kunnen afspelen. Personages. Er zijn een aantal hoofdpersonen. De Mol, De Rat, De Das, De Otter en de Pad. Het verhaal draait om de Pad. Maar gaat over het de Mol. Daar begint het verhaal ook mee. De Mol is een lief dier, dat nog niet zoveel weet. Hij wordt vrienden met de Rat, die veel durft en niet zo gauw bang is. De Das is een dapper dier dat in het Wilde Wout woont. Hij is ook voor niemand bang, andere dieren zijn bang voor hem. De Pad is een gigantische opschepper en moet alles hebben wat hij ziet. Stijl. Het taalgebruik is best wel ouderwets. Het lettertype leest wel fijn weg en de zinnen zij niet te lang. Het verhaal is makkelijk te volgen. De dialogen zijn ook hier erg natuurlijk. Het lijkt allemaal heel echt.
Thema, onderwerp en motieven. Het thema is denk ik vriendschap tussen de dieren. Er zitten veel verschillende onderwerpen in boek. Over het leven van de dieren. En hun karakters. Het opscheppen van de Pad komt steeds weer, dus dat is dan wel een motief. Verhouding tot de werkelijkheid en maatschappijbeeld. Het verhaal is fantasie en zou nooit werkelijk kunnen wezen. Omdat het over dieren gaat, die leven als mensen. Ook rijden ze auto, varen ze in een bootje, enz. Niet erg geloofwaardig dus. Het is niet te vergelijken met het maatschappijbeeld. Bedoeling/strekking. De auteur heeft denk ik een leuk fantasie verhaal willen schrijven. Illustraties. Ik vind de illustraties in het boek niet altijd even duidelijk. Ze zijn een beetje donker er daardoor is het soms moeilijk te onderscheiden wat het is. De illustraties vertellen niet een eigen verhaal, maar het vertelde laten ze zien. De werkelijkheid is wel getekend. Humor en spanning. Er zit veel situatiehumor in het boek, en ook wel humor in de illustraties. Echt heel veel spanning zit er niet in. Wel op het moment dat Pad in de gevangenis zit, maar dit is niet zo opgebouwd dat je echt mee leeft met het verhaal. Genre. Humoristisch dierensprookje.
Leesbeleving en waardering. Het verhaal is wel leuk, omdat het nu over vriendschap tussen dieren gaat en niet tussen mensen. Dat maakt het wel grappig. Ik vond het boek wel een beetje kinderachtig. Het leest wel heel makkelijk weg. Er zitten geen verrassingen in het verhaal of onverwachtse dingen. Een makkelijk leesbaar boek. Lessuggesties. Een leuk voorleesboek. En je kunt heel veel doen met de dieren in het boek. Over hoe zij leven of wat ze doen.