Titel : De Griezels
Schrijver/schrijfster : Roald Dahl
Uitgever : Fontein
Jaar van uitgave : 1982
Druk : 6de
De samenvatting.
Meneer en mevrouw Griezel halen altijd streken met elkaar uit, zij deed bijvoorbeeld wormen door zijn spaghetti en hij deed een kikker in haar bed. Een keer had meneer Griezel zijn vrouw op een listige manier (door elke dag een heel, heel klein plakje hout onder haar wandelstok te plakken) laten geloven dat zij de gevreesde krimpziekte had. (Dat is een ziekte waarbij je hoofd langzaam in je nek verdwijnt enzovoort, tot er niks meer van je overblijft behalve een hoopje kleren.) Elke woensdag eten ze vogelpastei. De dinsdag daarvoor smeert meneer Griezel de boom helemaal vol met zijn grote emmer super-super-lijm (de sterkste lijm ter wereld!). Als de vogels dan ’s avonds naar de boom vlogen om de nacht door te brengen op een van de takken, stond hen een nare verrassing te wachten. De apen (hun kooi staat buiten in de tuin) zien dit elke maandag weer gebeuren. Altijd schreeuwen ze en proberen de vogels weg te jagen van de boom, maar omdat zij een andere taal spreken kunnen de vogels hen niet verstaan. Op een keer op een maandagavond kwam de rolmopsvogel aan vliegen, de apen vroegen aan haar of ze de taal van de vogels in dit land kon spreken en ze zij dat ze dat wel kon. Toen zij aan haar uitgelegd hadden hoe meneer Griezel elke avond de boom volsmeerde met super-super-lijm en dan vogelpastei maakte van de arme vastgekleefde vogels, zei ze dat zij ze wel tegen zou houden. De volgende dag, toen meneer Griezel de vastgekleefde vogels wou gaan halen, zat er geenéén vogel op de boom, ze zaten allemaal op de apenkooi. Meneer Griezel was razend. Die avond smeerde hij de boom én de apenkooi in met de lijm. Maar de rolmopsvogel vloog weer rond en waarschuwde de vogels. De volgende dag, toen meneer Griezel de vogels voor zijn vogelpastei weer op ging halen, zaten er weer geen vogels vastgekleefd. Dit keer zaten ze allemaal op het dak. Nu vond meneer Griezel het genoeg. Hij ging samen met zijn vrouw een geweer halen. Voordat hij wegging zei hij tegen de apen dat als hij over een uur of drie terug zou komen, de apen nog steeds op hun kop moesten staan.
Vader Aap had een plannetje bedacht. Hij vroeg aan de rolmopsvogel of hij de sleutel van de kooi onder de deurmat vandaan wou halen. Toen ze uit de kooi waren vertelde hij het plannetje, de hele kamer moest op de kop gekeerd worden. Eerst moest het plafond vol met lijm gesmeerd worden, daarna werd het tapijt onder de meubels vandaan getrokken en op het plafond geplakt (alle vogels hielpen natuurlijk mee). Toen werden de tafels, banken en stoelen op het tapijt gelijmd en daarna volgden alle kleine dingetjes, de prullenmand, de papieren, pennen, bekers, borden, alles werd op het plafond geplakt, precies op dezelfde plek als waar het had gestaan op de vloer. Toen de griezels terugkwamen zaten de vogels weer op het dak en de apen weer in de kooi, (twee van de vogels smeerden snel een klodder verf op de hoofden van de Griezels, zo snel dat ze het niet voelden) ze gingen naar binnen om hun geweren te laden en schrokken zich rot! We zitten op z’n kop, zei mevrouw Griezel, ik voel het bloed naar mijn hoofd toe stromen! We moeten weer goed-om keren, zei meneer Griezel! Ze gingen allebei op hun hoofd staan. Toen zaten ze vast, en langzaam, heel langzaam, groeiden hun voeten in hun benen (enzovoorts) en uiteindelijk waren er nog twee zielige hoopjes kleren te zien.
Leg uit wat de titel betekent :
Het verhaal gaat over twee mensen die erg griezelig zijn. Ze heten meneer en mevrouw Griezel.
Dit boek gaat over Meneer en Mevrouw Griezel. Zij halen gemene streken met elkaar uit en eten elke woensdag vogelpastei. Het verhaal speelt zich af in het huis van de griezels, dat geen ramen bezit omdat meneer griezel vind dat niet iedereen zomaar naar binnen hoeft te kijken. (Hij begrijpt niet dat ramen voornamelijk zijn bedoeld om naar buiten te kijken en niet naar binnen.) ze hebben ook een tuin met heel veel onkruid en in het midden staat een grote dode boom. Verder gaat het over de apenfamilie (die het spuugzat zijn om alles op z’n kop te moeten doen) en over de vogels die in de vogelpastei horen te komen.
Meneer Griezel: Hij is heel erg ranzig en wast zich NOOIT, hij heeft een stekelige baard waarvan de haren naar voren groeien als een borstel. In die baard blijft van alles hangen, zoals stukjes vis, cornflakes, spaghettislierten en meer van dat soort dingen. Hij heeft een apenfamilie van 4 apen in een kooi gezet die alles op z’n kop moeten doen. (Eten, drinken enz.) Hij droomt ervan ooit een “op z’n kop circus” te beginnen, waarin alles en iedereen op z’n kop is. Hij houdt ervan om rottige streken met zijn vrouw uit te halen.
Mevrouw Griezel: Zij is al net zo goor en lelijk als meneer Griezel, ook zij houdt ervan om rottige streken uit te halen met haar man. Zij had een wandelstok, ze zij dat dat voor haar rug was, maar eigenlijk had ze die om kleine kinderen (en de apen als ze niet op hun kop stonden) mee te slaan.
Vader Aap: Hij is het zat om alles op zijn kop te doen, maar is goed in slimme plannetjes bedenken.
Moeder Aap, Kleine Aap en Baby Aap: Zij zijn het ook zat om alles op z’n kop te doen.
De rolmopsvogel: deze vogel komt uit hetzelfde land als de apen. Hij kan meerdere talen praten.
Is een andere titel eventueel beter? Welke? Waarom?
Nee, deze titel is heel goed, niet heel diepzinnig of ingewikkeld, maar wel lekker makkelijk te begrijpen.
Welke andere boeken heeft de schrijver/ schrijfster geschreven?
Heel erg veel, te veel om ze allemaal op te schrijven. Het zijn voornamelijk kinderboeken, ik zal er een paar opnoemen die ik heel leuk vind: De heksen, Joris en de geheimzinnige toverdrank, De reuzenperzik, De fantastische meneer Vos en verder nog heel veel die ik niet gelezen heb.
Heeft het boek verband met andere boeken van de schrijver/ schrijfster? Met welke?
Op een bepaalde manier wel ja, het zijn allemaal fantasieverhalen en ze zijn allemaal een beetje in dezelfde sfeer geschreven. Ze hebben allemaal een slechterik (of meerdere) die heel erg gemeen is. (In de griezels zijn dat de griezels zelf, in de reuzenperzik zijn dat Spons en Spijker, de ene is heel dik en de andere heel dun, en in de fantastische meneer Vos zijn dat de drie boeren Bolus, Bits en Biet. Bolus eet heel veel kippen en is daarom dik en rond, Bits eet een vieze prut van geprakte ganzenlever in beschuitbollen en is dik en klein, Biet eet nooit, hij drinkt alleen maar sterke appelwijn en is daarom heel lang en dun. Enzovoort.) Verder zijn het allemaal verhalen over iemand (meestal een kind of dier), die moeten ponsnappen aan de slechterik of hem moeten tegenhouden. Maar voor de rest zijn ze toch ook heel erg verschillend.
Is de plek waar het zich afspeelt belangrijk voor wat er gebeurt of eerder voor de sfeer? Leg dat uit:
Deze plek is niet echt nodig voor wat er gebeurt, behalve dan dat er wel een dode boom moet staan. Voor de sfeer is het wel belangrijk, het moet namelijk wel een beetje griezelig zijn. Dat is het ook wel omdat er allemaal dorre planten zijn, een dode boom en een huis zonder ramen.
Wat vond je van het boek in het algemeen?
Ik vind het een heel erg leuk boek, het is zo’n boek dat je even in een uurtje uitleest. En het is makkelijk te begrijpen. Wat ik het leukste aan het boek vind is hoe het geschreven is, ik vind Roald Dahl een hele goede schrijver. Bijvoorbeeld het stukje over de baard van meneer Griezel dat vind ik heel goed geschreven, als je dat leest zie je gelijk al voor je hoe ranzig dat is.
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
morgen boektoets'
super site
ga zo door
14 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
supper boekverslag maar misschien een beetje kort
13 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik bedoel lang
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hoe werd mrv Twit lelijk? ik krijg herkansing voor me toets en herinner me een vraag nog
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Goede samenvatting.... morgen boektoets....
9 jaar geleden
J.
J.
goed maar toch, het kan beter
12 jaar geleden
Antwoorden