Zakelijke gegevens
Titel : The Silmarillion
Auteur : J.R.R. Tolkien
Aantal bladzijden : 367
Niveau : A
Eerste reactie
· Ik heb dit boek gekozen, omdat ik wel houd van boeken van Tolkien. De Lord of the Rings en The Hobbit vond ik ook erg mooi en goed geschreven en daarom leek het me wel leuk om dit boek ook te lezen. Ik wist er al wel iets van, namelijk dat het de geschiedenis beschrijft van de "era's" (eeuwen/tijdperken) voor de tijd van Middle-Earth. Het gaat dus over Elfen, mensen en de machten van de Aarde (een soort goden).
· Het was een geweldig boek (soms een klein beetje langdradig in bepaalde slagen tussen het kwaad en de elfen) en ik vond het heel fijn om dit te lezen. Het beschrijft als het ware de schepping van de aarde en de elven. Als je van het fantasy-genre houdt, is dit zeker een aanrader. Er komen wel vele personages en dus namen in voor en dat kan het soms wel ingewikkeld maken. Gelukkig staan er achterin het boek bijlagen, zoals de stambomen van de elfen en mensen en een namenregister waarin alle personages op alfabetische volgorde in het kort beschreven worden. Er is ook een kaart te vinden van het gedeelte van de wereld waarin het grootste en belangrijkste gedeelte van het verhaal afspeelt. Het is trouwens vrijwel onmogelijk om een goede samenvatting te maken van dit boek omdat er zeer veel personages in voorkomen, er gebeurt zeer veel en een juiste samenvatting waarin de belangrijkste gebeurtenissen zouden worden beschreven, zou minstens 6 A4-tjes tellen. Toch was ik vastbesloten een leesverslag te maken van "The Silmarillion"; het boek heeft gewoon een grote indruk op me gemaakt. Daarom wil ik van de belangrijkste personages een beschrijving geven en een globaal overzicht van de gebeurtenissen geven, zodat de inhoud van het boek wel duidelijk naar voren komt.
Samenvatting
The Silmarillion bestaat uit 4 korte verhalen en één hoofdverhaal, die onderling een verband hebben. Het hoofdverhaal heet "Quenta Silmarillion" en de overige vier "Ainulindalë", "Valaquenta", "Akallabêth" en "Over de Ringen van Macht en de Derde Era". Het laatste verhaal is eigenlijk een beschrijving van hetgene wat vooraf ging aan de Derde Era waarin het verhaal van The Lord Of The Rings zich afspeelt. De overige 4 verhalen en dan met name de Quenta Silmarillion bevat hoofdzakelijk feiten en gaat veel verder in op de geschiedenis. Het hoofdverhaal gaat over het ontstaan van de wereld: Aan het begin der tijden was er helemaal niets, behalve Ilúvatar die de wereld schiep. De vrucht van zijn denken waren de Ainur , de heiligen, ook wel Machten van Arda (Aarde) geheten. Er zijn twee soorten Ainur, namelijk de Valar en de Maiar (de Maiar zijn Ainur van een lagere rang dan de Valar). Zij maakten muziek en daaruit ontstond de wereld. De Ainur waren van nature goed, maar er was een uitzondering. Melkor, ook wel Morgoth genoemd, was door en door slecht en hij wilde niets liever dan de macht over Arda krijgen en deze wereld doordrenken met duistere, slechte dingen. De macht van Arda was echter niet gegeven aan één Vala, maar aan de acht machtigste onder hen (de Aratar) Het hoofd van de Valar is Manwë (Heer van de Adem van Arda) en zijn vrouw is Varda (Vrouwe van de Sterren). De overige Valar staan onder hen, maar ieder heeft zijn eigen taak. Ulmo is heer van de wateren, Aulë is smid en meester van de ambachten en zijn vrouw is Yavanna; Geefster van Vruchten. Oromë is Heer van de Bossen en zijn vrouw is Vána; een zuster van Yavanna en een bijnaam van haar is "Altijd-Jonge", maar zij behoort niet tot de Valar. De laatste Vala is Mandos en hij is de bewaker van de Huizen van de Doden. Vaak wordt hij samen genoemd met Nienna, want zij wordt geïdentificeerd met verdriet en rouw. Deze Valar woonden in Valinor in het Westen van de wereld, in het land wat Aman wordt genoemd. Koning Manwë en zijn vrouw Varda wonen in hun woningen op de berg de Taniquetil: de hoogste berg op Arda, die zich valkbij Valinor bevindt. Melkor is de opstandige, slechte Vala en het begin van het kwaad. Hij woont niet in Valinor, maar aan de oostelijke kant van de zee, in het uiterste noorden in zijn vesting Utumno. Dit stuk land ten noorden van Beleriand (Beleriand is onderdeel van Middle-Earth) is koud en onherbergzaam. Opmerkelijk is dat Melkor niet alleen de broer is van de goede Manwë, maar van oorsprong de machtigste Vala is. Ilúvatar gaf echter meer om Manwë en begrijpt zijn bedoelingen het duidelijkst. Kort samengevat hadden de Valar, met uitzondering van Melkor, de taak de wereld op te laten bloeien en haar te voorzien van de flora (olvar) en fauna (kelvar). Het ontwaken van wezens die het vermogen hadden te denken (mensen en Elfen; kinderen van Ilúvatar), hadden zij echter niet in de hand, want alleen Ilúvatar kon bepalen wanneer deze momenten zouden plaatsvinden. Toen de wereld vrijwel helemaal voltooid was (behalve dan de komst van mensen en Elfen) schiep Yavanna twee Bomen: Laurelin en Telperion; allebei verspreiden ze een fel licht en dit licht was zo bijzonder dat het aanbeden werd doordat het de wereld iets speciaals gaf. Op een onverwacht moment ontwaakten de eerste Elfen bij het meer van Cuivíenen en deze wezens werden ook wel de Eerstgeboren of Quendi genoemd. Zij woonden in Beleriand. De Valar hielden veel van hen en vonden het ontwaken van de Quendi een mooie gebeurtenis. Pas veel later in het verhaal ontwaken de mensen en zij spelen over het algemeen een minder belangrijke rol. Melkor wilde de Elfen vernietigen en liet ze vanaf het moment dat ze waren ontwaakt, bespioneren door schaduwen en boze geesten. Elfen die afdwaalden, kwamen vrijwel nooit terug en de kans was groot dat ze in de duistere handen vielen van Melkor. Hij had net als de andere Valar niet de vaardigheid levende wezens te scheppen (alleen Ilúvatar kon dat) en daarom voerde hij langzame, wrede kunstgrepen met die gevangengenomen Elfen uit en maakte hen tot zijn slaven. Op die manier ontstond het afzichtelijke ras van de Orks en dit ras werd de bitterste vijand van de Elfen. Deze daad van Melkor was de gemeenste en weerzinwekkendste tegenover Ilúvatar. De Valar waren hier zo boos over dat ze de oorlog aan Melkor verklaarden en vonden hem in zijn eerste vesting Utumno, waarna hij gevangengenomen werd. Hij werd toen veroordeeld een straf uit te zitten van drie era's. Alle slechte, duistere dienaren van Melkor bleven achter in de diepe zalen onder Utumno en Melkors slechtste dienaar (alleen Melkor zelf was slechter) die tevens zijn plaatsvervanger was, Sauron genaamd, werd ook niet gevonden. Sauron was oorspronkelijk een Maia van Aulë, maar was overgelopen naar Melkor. De Valar kwamen toen in een vergadering bijeen en waren het erover eens dat de Quendi in een gevaarlijke, onbetrouwbare wereld leefden en de Valar verlangden naar vriendschap met hen. De Elfen werden toen naar Valinor geroepen om daar te komen wonen. Zij begonnen met de lange reis naar het Westen en reisden in die verschillende groepen, met aan het hoofd van iedere groep een Hoge Koning. De eerste legers die met de mars begonnen waren de Vanyar (de Blonde Elfen) met de Hoge Koning Ingwë. De legers die iets later vertrok, waren de Noldor (de Diepe Elfen) met de Hoge Koning Finwë en de laatste, maar verreweg de grootste groep waren de Teleri (de Zingende Elfen) en zij hadden twee koningen: Olwë en zijn broer Elwë. De Hoge Koning Elwë ging echter nooit naar het Westen, maar bleef achter in West-Beleriand, waar hij het koninkrijk Doriath stichtte samen met zijn vrouw Melian de Maia. Zijn elfenvolk wordt de Sindar genoemd. De Scheiding van de Elfen had plaatsgevonden. De Vanyar bereikten het Westen als eerste en kregen een woonplaats, Tirion in de streek Eldamar (wat weer onderdeel is van Aman) waar ook de Noldor gingen wonen, die later aankwamen. De Hoge Koning van de Vanyar werd later beschouwd als de Hoge Koning van alle Eldar. Als laatste groep kwamen de Teleri aan en gingen ook wonen in Tirion, wat overigens dichtbij Valinor lag. Alle Elfen konden het magische Licht der Bomen aanschouwen en begonnen ervan te houden, net als van (het land van) de Valar. De Elfen die niet naar het Westen zijn vertrokken en dus in Beleriand zijn gebleven worden de Avari (de Onwilligen) genoemd en de Elfen die wel naar Aman zijn gegaan, heten ook wel Eldar. Melkor had zijn straf uiteindelijk uitgezeten; hij werd vrijgelaten en het leek erop alsof hij genezen was van het kwaad. De oudste zoon van Koning Finwë is Fëanor; hij was standvastig bij het streven naar zijn doeleinden en in hem brandde een vurig verlangen naar het vervaardigen van nieuwe werken. Gedreven door dit vuur maakte hij het meest befaamde werk onder de Elfen: de Silmarillen. Ze leken op drie grote juwelen, gemaakt van een onverwoestbaar kristal. In dit kristal straalde het magische Levenslicht van de Bomen van Yavanna. Zowel de Valar als de Eldar waren vol verbazing van dit werk en Varda heiligde de Silmarillen. Melkor begeerde de Silmarillen en hij verlangde ernaar de Silmarillen toe te eigenen, Fëanor te doden en de vriendschap tussen de Valar en de Quendi te vernietigen. Daarom begon de duistere Melkor met het stoken tussen de Eldar. Zo ging het gerucht de ronde dat de Valar de Eldar hun wil wilden opleggen en de Silmarillen wilde opeisen. Er heerste toen onrust onder de Noldor en Melkor wilde Fëanor ervan overtuigen dat de Silmarillen niet veilig waren in Valinor. Fëanor geloofde hem echter niet en vervloekte hem, waarop Melkor, zwart van woede als zijn hart was, vluchtte en verdween. Fëanor wilde toch teruggaan naar Beleriand en vroeg zijn broers Fingolfin en Finarfin met hem mee te gaan. Zij stemden in en uiteindelijk zouden alle Noldor en ook de Teleri weggaan uit Eldamar. Alleen de Vanyar waren trouw aan Koning Manwë en bleven in Tirion bij de Valar. Toen er een keer een feest was op de Taniquetil in de zalen van Manwë verscheen Melkor plotseling om wraak te nemen en hij was samen met een monsterlijk gevormde spin, Ungoliant, die al het licht om haar heen opzoog en opnieuw spon tot donkere netten van worgende duisternis. Dit wezen zoog het Levenslicht uit de Twee Bomen van Valinor en haar vergif deed hen verdorren. Een grote duisternis viel over Valinor. De wereld was gehuld in een afwezigheid van Licht en er heerste een kille stilte. Melkors wraak was voltrokken. Yavanna, de Schepster van de Bomen, vroeg of zij de Silmarillen mocht gebruiken bij het opnieuw opwekken van leven in de Bomen, zodat de boosaardigheid van Melkor gezuiverd zou kunnen worden; het Licht zou ze namelijk nooit meer binnen Eä (het universum) kunnen scheppen. Fëanor weigerde hier echter aan mee te werken, omdat hij dan zou sterven van verdriet; hij koesterde de Silmarillen namelijk diep. Ondertussen bewoog Melkor zich naar Formenos (het fort van Fëanor en zonen) en doodde eerst de vader van Fëanor, de Hoge Koning van de Noldor, Finwë en daarna stal hij de Silmarillen en verdween. Fëanor was tegelijkertijd verdrietig om zijn vader en woest om het wegnemen van zijn levenswerk. Hij noemde Melkor "Morgoth", wat "Zwarte Vijand van de Wereld" betekent. Morgoth verzamelde zijn slechte dienaren en ging naar zijn grote vesting Angband waar hij een ijzeren kroon smeedde en de drie Silmarillen er in plaatste. Hij noemde zichzelf "Koning van de Wereld" en zijn handen werden zwart geblakerd bij aanraking van de juwelen. Fëanor had het koningschap over alle Noldor opgeëist nu zijn vader er niet meer was en zwoer een eed af die gevolgen zal blijven hebben voor alle Noldor. Hij zwoer dat de Silmarillen weer terug zouden komen bij de Noldor en dat iedereen die niet meewerkt de juwelen terug te geven, gedood zou worden. "De Silmarillen werden opgeëist door de Noldor tot het Eind der Wereld." Alle Noldor moesten zich houden aan deze eed en vetrokken naar Middle-Earth, Beleriand. De Teleri gingen ook terug naar hun oorspronkelijke woonplaats en de Valar waren vol van verdriet en zorgden ervoor dat zo'n ramp nooit meer zou kunnen plaatsvinden. Ze sloten Valinor af, maakten een steile, uiterst gladde helling en niemand kon er meer in of uit. De Noldor en de Teleri vertrokken onder leiding van de door woede verblinde Fëanor. Deze Koning liet zijn broers Fingolfin en Finarfin in de steek en had een broedermoord op de Teleri in West-Beleriand op zijn geweten met als enig doel het terugkrijgen van de Silmarillen. Uiteindelijk werd hij gedood in een slag tussen de dienaren van Morgoth (waaronder Balrogs); de slag Dagor-nuin-Giliath. Fingolfin Finarfin en de Teleri en de zonen van Fëanor sloten nu vrede en zouden nu aan hetzelfde front strijden tegen Morgoth. Hoewel de Silmarillen nog steeds in het bezit waren van deze Donkere Vorst, heerste de angst op een onverwachte aanval van de legers van Morgoth nog steeds. De zonen van Fëanor (Maedhros, Maglor, Celegorm, Caranthir, Curufin, Amrod en Amras), Fingolfin en zijn zonen (Fingon en Turgon) en Finarfin en zijn zonen (Finrod, Orodreth, Angrod en Aegnor) verdeelden West-Beleriand en moesten hun land beschermen en hun volk kon er op wonen. Onderling konden ze samenwerken als dat nodig zou zijn bij een aanval. De mensen waren inmiddels in Oost-Beleriand ontwaakt en zij konden zo nu en dan de Elfen helpen bij een slag. Mensen zijn alleen veel zwakker dan de Elfen en zij worden ook veel minder oud: zij zijn wel sterfelijk, Elfen niet. Er worden ook wel wat Halfelfen geboren; een voorbeeld hiervan is Elwing, de dochter van de kleinzoon van Koning Elwë en Melian de Maia en de Eärendil, de zoon van de zoon van de achterkleinzoon van Bregor (een mens) die op zijn beurt afstamt van Bëor de Oude (de voorvader van de mensen), hun moeders zijn dan Elf of Halfelf.
Er hadden in Beleriand nog een paar slagen plaatsgevonden: de Dagor Aglareb (De Glorieuze Slag), waarin de Elfen hadden gewonnen van de Orkbendes; de Dagor Bragollach (De Slag van de Plotselinge Vlam), waarin Koning Fingolfin te gronde werd gericht en Morgoth een voet verloor en de Nirnaeth Arnoediad (Ongetelde Tranen), een slag waarin alle Elfen in één slaglinie vochten en veel Elfen omkwamen, doordat een mens (Ulfang genaamd) de Elfen en mensen had verraden. Dit is een reden waarom de Elfen de mensen eigenlijk niet vertrouwen en liever niet met ze omgaan. Veel rijken werden door latere slagen verwoeste en er is nog veel bloed vergoten, zowel van Elfen, mensen als Orks. Morgoth verliest op het einde één Silmaril, maar treurt daar niet om, want Middle-Earth staat op het punt te worden verwoest en daar heeft hij altijd al op gehoopt. Uiteindelijk komt het leger van de Valar de Elfen en mensen te hulp en Morgoth en zijn dienaren worden verdreven en de macht van Morgoth was vernietigd. Eén Silmaril belandde in het hart van Arda, doordat het juweel zich in de hand van Maedhros brandde en deze zoon van Fëanor zich uiteindelijk in een gapende afgrond, gevuld met vuur, wierp. Een andere Silmaril werd uiteindelijk in zee geworpen door Maglor, een andere zoon van Fëanor en deze Elf zwierf daarna voor altijd met pijn en spijt langs de kusten. De laatste Silmaril werd meegedragen op het voorhoofd van Eärendil die uiteindelijk een Zeevaarder (langs de hemel) werd en in de glinstering van elfenjuwelen verre reizen van Valinor tot achter te grenzen van de wereld maakte. Elwing, zijn vrouw hield meer van de zoete winden van Arda en zij bleef in een hoge witte toren en soms vloog ze met de zeevogels mee, haar man Eärendil tegemoet. Elwing en Eärendil zijn trouwens de ouders van Elrond en Elros, de Halfelfen. Zij hadden de keuze Elf of mens te worden: Elros werd mens en werd zo de voorvader van de Koningen van Númenor en dus ook van Aragorn; Elrond werd Elf en werd vader van een dochter, genaamd Arwen. Later in The Lord Of The Rings trouwen Aragorn en Arwen. Zo vonden de Silmarillen hun uiteindelijke bestemming: één in de hemelse luchten, één in de vuren in het hart van de wereld en één in de diepe wateren. De kroon van Morgoth werd overigens omgesmolten tot een band voor zijn hals en zijn hoofd werd tot op zijn knieën gebogen; hij werd door de Valar door de Deur van de Nacht achter de Muren van de Wereld in de Tijdloze Leegte geworpen; hij werd bewaakt door een eeuwige wacht en Eärendil houdt de wacht op de kantelen van de hemel. Toch is het kwaad van Melkor een zaad dat niet uitsterft en het zal nooit kunnen worden vernietigd; het zal blijven voortleven in de zowel de harten van Elfen als mensen.
Citaten
· In het volgende citaat wordt de schepping van de Silmarillen beschreven:
blz.78 :"In that time were made those things that afterwards were most renowned of all works of the Elves. For Fëanor, being come to his full might, was filled with a new thought, or it may be that some shadow of knowledge came to him of the doom that drew near; and he pondered how the Light of the Trees, the glory of the Blessed Realm, might be preserved imperishable. Then he began a long and secret labour, and he summoned all his lore, and his power, and his subtle skill; and at the end of all he made the Silmarils."
· In het volgende citaat wordt verteld hoe Fëanor en zijn zonen hun eed afleggen.
blz.97: "Then Fëanor swore a terrible oath. His seven sons leapt straightway to his side and took the selfsame vow together, and red as blood shone their drawn swords in the glare of the torches. They swore an oath which none shall break, and none shall take, by the name of even Ilúvatar, calling the Everlasting Darkness upon them if they kept it not; and Manwë they named in witness, and Varda, and the hallowed mountain of Taniquetil, vowing to pursue with vengeance and hatred to the ends of the World Vala, Demon, Elf or Man as yet unborn, or any creature, small, good or evil, that time shall bring forth unto the end of days, who so should hold or take or keep a Silmaril from their possession.
· Dit is de allerlaatste alinea van het verhaal The Silmarillion en hierin wordt het lot van Melkor toegelicht en welke gevolgen voor de wereld (Elfen en mensen) hij op zijn geweten heeft.
blz.307: "But Morgoth himself the Valar trust through the Door of Night beyond the Walls of the World, into the Timeless Void; and a guard is set for ever on those walls, and Eärendil keeps watch upon the ramparts of the sky. Yet the lies that Melkor, the mighty and accursed, Morgoth Bauglir, the Power of Terror and Hate, sowed in the hearts of Elves and Men are a seed that does not die and cannot be destroyed; and ever anon it sprouts anew, and will bear dark fruit even unto the latest days."
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
zorg is dat je je lappen tekst inkort :S er is niet doorheen te komen
19 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Hoi Nadine,
Was op internet op zoek naar informatie over The Silmarillion toen ik op jouw verslag stuitte. Erg waardevol, waarvoor mijn dank. Ga het boek aanschaffen!
18 jaar geleden
Antwoorden