The forest devils door Maureen Brook

Titel : the Forest Devils

Buitenaardse wezens proberen in te grijpen om het regenwoud te behouden.

Hoofdpersoon/personen :

1.  Ruimtewezens van de planeet Saurea - Aln, Trent, Clyde, Solent, Liffey (biologen /  expeditieleden). De Zoomasters stuurden ze naar de aarde omdat dieren uit zouden sterven. Ze zijn erg groot, bleek en hebben zes vingers en geen haar.
2. Sumac , het opperhoofd / de leider van de Bakti. Ze zijn klein, hebben een donkere huid en lang, zwart haar. 
3. Vreemdelingen in het bos (‘de vernietigers van het bos’). Ze zijn vet, hebben een rood hoofd en harde stemmen.

Plaats : op een andere planeet (de aarde)  dan Saurea

Tijd :

Samenvatting :

Clyde is samen met Liffey (leider van de expeditie ) in de jungle / de Amazone.  Ze hebben een basiskamp en een schuilhut (hide) Ze moeten uit zicht blijven van de bevolking en filmen en bestuderen  dieren op de planeet. Hun kennis komt van een computer. Er is een anaconda , volgens de computer is ie niet giftig. Dus denkt Clyde dat er geen gevaar is. Helaas wurgt de slang hem…  Het bladerdak van de jungle is erg dik en houdt het zonlicht tegen wat ze nodig hebben om de computer batterijen weer op te laden.

1. Trent en Solent gaan naar de schuilhut om het lichaam van Clyde te halen. Ze vonden alleen een filmcamera.  Ze horen plotseling iets. Trent gaat op onderzoek uit (ze is vrouwelijk en hoort en ziet het beste). Op dat moment worden ze neergeschoten (een pijl met een veer) en zijn bewusteloos. Ze worden wakker in een hut en horen mensenstemmen. Het blijkt een stam te zijn, de Bakti.  Ze zijn verbaasd dat de aliens nog leven (ze hadden toch genoeg gif in hun lijf gehad ?) De aliens kennen een beetje ‘mensentaal’ . De Bakti denken dat ze geesten van het bos hebben gevangen. Ze geven ze heerlijk eten. 
2. Aln probeert boven het bladerdak de zonnepanelen op te laden in de zon. Hij valt in slaap en ontdekt rook. Het wordt te warm en hij moet verder vliegen om niet te smelten. Helaas ontdekt hij dat er te weinig brandstof is om terug te kunnen vliegen naar het basiskamp. Hij moet lopend terug. Hij landt in het bos. Een meisje , Annunciata, ziet hem en denkt dat hij een engel is (om haar moeder te genezen. Ze heeft malaria). De rest van het gezin is al overleden, vertelt het meisje. De vrouw overlijdt, ze begraven haar.  Hij vertelt dat hij een bos-engel  is en ze lopen samen naar het basiskamp. Plotseling zijn er vier donkere, kleine mannen (jagers van de  Bakti stam) . Ze buigen en ze wenken hen om mee te komen.
3. Ze worden meegenomen naar het dorp. De indianen en aliens praten over de mannen die de bomen rooien en de zo de planeet vernietigen. Ze overdenken wat ze kunnen doen om dit te voorkomen.  In het basiskamp maken ze zich zorgen over de verdwenen aliens. Ze gaan op zoek en ze gaan boven het bladerdak en proberen ze zo te vinden. Ook zij zien rook.  Ze vliegen die kant uit en landen even verder op een open plek. Daar zijn de anderen ook. 

Samen proberen ze te bedenken wat ze kunnen doen om dit stuk bos te redden. Dan vertelt de kleine meid over duivels en dat iedereen bang voor duivels is. Ze hebben een idee nu wat te doen.

1. De volgende dag gingen de alien terug naar het basiskamp, deden de opgeladen batterijen in de computer en zochten  informatie over geloven en duivels daarop. Ze maakten van plaatjes van duivels hologrammen en bollen. Ze strooiden de bollen bij de werkers in het bos. De duivels deden hun werk en de arbeiders verdwenen rap uit het bos (bang!!) Het verhaal van de bosduivels was op de radio en zo werd de vernieling van het regenwoud gestopt.