Titel: nineteen eighty-four, Penguin books, 1990, 326 blz. (1e druk 1949) Gegevens over de schrijver Eric Arthur Blair (George Orwell) werd geboren in 1903 in India, waar zijn vader werkte voor de overheid. Het gezin verhuisde in 1907 naar Engeland en in 1917 ging Orwell naar Eton. Van 1922 tot 1927 deed hij dienst aan de Indische Imperial Politie in Burma. Dat was een inspiratiebron voor zijn eerste roman, Burmese Days (1934). Enkele jaren van armoede volgden. Voor twee jaren heeft hij in Parijs gewoond voordat hij terugkeerde naar Engeland, waar hij met succes werkte als persoonlijk begeleider, leraar en assistent van een boekhandel. Ook schreef hij artikelen voor een aantal tijdschriften. Down and Out in Paris and London werd uitgebracht in 1933. In 1936 kreeg hij van Victor Gollancz de opdracht gebieden met grote werkloosheid in Lancashire en Yorkshire te bezichtigen en The Road to Wigan Pier (1937) is een schitterende beschrijving van de armoede die hij daar zag. Eind 1936 ging Orwell vechten in Spanje voor de republikeinen en werd hij gewond. Homage to Catalonia is zijn verslag van de burgeroorlog. Hij bracht zes maanden door in Marokko en schreef daar Coming Up for Air. Gedurende de Tweede Wereldoorlog deed hij dienst in de Home Guard en werkte voor de BBC Eastern Service van 1941 tot 1943. Als literair uitgever van Tribune schreef hij geregeld een pagina met commentaar over de politiek en literatuur. Hij schreef ook voor de Observer en later de Manchester Evening News. Zijn unieke politieke roman, Animal Farm, werd uitgebracht in 1945, en dit boek samen met Nineteen Eighty-Four (1949) bezorgde hem zijn wereldberoemde faam. George Orwell overleed in januari 1950 in Londen. Enkele dagen daarvoor, had Desmond MacCarthy hem een boodschap gestuurd met de mededeling: ‘U heeft een grote stempel gedrukt op de Engelse literatuur….u hoort bij de enkele grote schrijvers van uw generatie.’ 2 Eerste reactie a) Keuze: ik heb voor dit boek gekozen, omdat het heel bekend is. Ik wilde het altijd nog
De wereld van '1984' is verdeeld in drie landen: 'Oceania', 'Eastasia' en 'Eurasia'. Het verhaal speelt zich af in 'Oceania', waarvan (in het boek het voormalige) Groot-Brittannië een onderdeel is; het land heet nu 'Airstrip One'. Oceania is constant in oorlog; is het niet met Oostazië, dan is het wel met Eurazië. Geheel Oceania wordt geregeerd door 'de Partij', met aan het hoofd 'Big Brother'. Deze man is een dictator: hij stelt vreemde regels op en laat de hele bevolking in de gaten houden door de 'Thought Police' (denkpolitie); opvallend is dat slechts weinig mensen dit regime slecht vinden. Winston Smith is de hoofdpersoon van dit boek. Hij werkt op het 'Ministerie van Waarheid' en hij moet de geschiedenis vervalsen, door kranten en documenten van vroeger te veranderen. Maar hij weet dat het niet goed is, wat hij doet. Op een dag besluit hij te breken met het regime. Hij koopt (als eerste daad) een boek en een pen. Hij begint een dagboek bij te houden, hetgeen streng verboden is. Zijn kamer wordt (zoals alle kamers) in de gaten gehouden via telescreens: televisieschermen die een omgekeerde werking hebben. Hij vindt echter één plek in de kamer waar hij niet in de gaten gehouden kan worden: hier gaat hij zitten schrijven. Hij krijgt angst voor zijn buren, die leven zoals de Partij het voorschrijven; hun kinderen verlinken mensen die tegen het regime zijn, of bepaalde overtredingen begaan. Ook op het werk loopt iemand rond die hij niet vertrouwt. Zij blijkt Julia te heten en, net als hij, tegenstandster van het regime te zijn. Een ander, die hij later ontmoet, heet O'Brien en is ook tegen. Later komt hij terug in de winkel waar hij het boek en de pen voor het dagboek kocht. De eigenaar van de winkel, Mr. Charrington, laat hem een achterkamer zien die Winston mag huren. Op het werk ziet hij Julia weer: ze valt. Hij helpt haar en ze stopt hem een briefje toe, waarop staat: I love you. Ze ontmoeten elkaar later weer, op een plaats zonder telescreens; daar hebben ze seks. Seks was ook ten strengste verboden: het was een protestactie. Winston huurt de achterkamer. Julia komt vaak bij hem: ze kunnen daar vrijuit doen wat ze willen, praten waarover ze willen, want in de kamer zijn verrassenderwijs geen telescreens. Er loopt wel een rat rond waarvan Winston bang wordt (belangrijk voorteken!) Dan ontmoet Winston O'Brien weer; hij vraagt Winston om met Julia zondag naar zijn huis te komen. Als hij en Julia daar zijn, blijkt O'Brien bij de 'Brotherhood' te zitten, die geleid wordt door Emmanuel Goldstein. Hij is de grootste tegenstander van de Partij. Deze heeft een boek geschreven over het totalitaire systeem. Winston gaat met Julia naar de achterkamer en leest uit het boek voor, maar Julia is niet geïnteresseerd en valt in slaap; Winston volgt haar. Als ze wakker worden, blijkt een poster van de muur gevallen te zijn, waarachter zich een telescreen verborg. De Thought Police ziet hen nu bezig en komen binnen. Onder hen is Mr. Charrington: ook hij zit bij de Thought Police. Julia en Winston worden apart weggebracht. Winston wordt naar het 'Ministerie van Liefde' gebracht. Daar wordt hij in een cel gestopt en door O'Brien komt binnen: hij is geen mede-gevangene maar een beul. Hij gaat Winston pijnigen. Aanvankelijk verzet Winston zich nog, maar later doet hij wat O'Brien wil en geeft hij de antwoorden die O'Brien verwacht, om van het pijnigen af te zijn. Echter, over zijn liefde voor Julia zwijgt hij. Dan vraagt O'Brien hoe hij over Big Brother, de grote baas, denkt. Winston vertelt de waarheid (hij haat Big Brother), en dan wordt hij naar de 'beruchte' kamer 101 gebracht. Daar zal de laatste stap naar reïntegratie worden ondernomen. Om zijn hoofd wordt een kooi met grote, hongerige, enge ratten geplaatst. Winston wordt nu zó bang, dat hij smeekt om deze kwelling aan hem voorbij te laten gaan, maar Julia zo te kwellen. Dit was het belangrijkste voor hem; hij wordt direct vrijgelaten. In de 'normale' samenleving blijkt Winston in alle opzichten niets meer waard te zijn. Een tijdlang doet hij niets dan drinken, schaken en af en toe een beetje werken. Op een gegeven moment ontmoet hij Julia weer; ze geven allebei toe elkaar verraden te hebben in kamer 101. Als hij weer in het café zit, komt hij tot de conclusie: 'Ik haat Big Brother niet; ik houd van hem!' b) Onderzoek van de verhaaltechniek
De schrijfstijl
Ik vond het niet heel moeilijk om dit boek te lezen. Soms staan er wat lastige woorden in, vooral als de politiek beschreven wordt. Het taalgebruik is wat ouderwets; het verhaal is in 1948 geschreven en werd dus ook volgens de 'taalmode' van die tijd geschreven. Het taalgebruik is chiquer. Tijd
Het boek speelt zich af in 1984. Het verhaal heeft een chronologisch verloop en soms zijn er flashbacks naar een verleden dat nogal onbekend is. Deze gaan terug tot 1955. Ruimte
Winston Smith is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is ongeveer 40 en werkt op het ministerie van waarheid, waar hij krantenstukken vervalst voor de partij. Hij gelooft niet in de partij en weet dat hij daarom zal sterven. Maar hij gelooft dat de partij, die zo onrechtvaardig is ooit overwonnen zal worden. Julia, een jonge vrouw die gelooft dat de partij iedereen van zijn plezier wil beroven en daarom met Winston slaapt. Ze is niet zo slim als Winston en politiek interesseert haar niet. Ze werkt ook op het ministerie van Waarheid, op de romanafdeling. O’Brien, een lid van de binnenste partij, werkzaam op hetzelfde ministerie als Winston. Hij blijkt Winston al 7 jaar in de gaten te houden en is verantwoordelijk voor de marteling en verandering van Winston. Hij was degene die in een droom aan Winston verscheen en “We shall meet in the place where there is no darkness” zei. Big Brother, een gezicht op een poster, de fictieve leider van de partij. Emmanuel Goldstein, de fictieve vijand van Big Brother. Hij is de leider van de rebellen tegen Big Brother en vermeende schrijver van het boek, in werkelijkheid door o.a. O'Brien bedacht. Carrington, een oude man waarvan Winston en Julia een kamer huren. Deze blijkt later een lid te zijn van de thought police. Syme, een collega van Winston, die op een dag verdwijnt. Winston neemt aan dat dit is omdat hij te slim is. Parsons, ook een collega van Winston, die heilig in de partij gelooft, maar door zijn dochtertje wordt aangegeven voor thought crime en in de cel Winston weer ontmoet. Winston’s ouders, deze zijn alle twee verdwenen toen hij twaalf jaar was. Hij heeft geen idee of ze dood zijn, of nog leven in een werk kamp. De situaties
In het begin is Winston in zijn kamer en denkt na over zijn leven. Hij is het er totaal niet mee eens. Hij leidt een, voor de buitenwereld, schijnleven. Hij doet alsof hij voor de partij is. Verder in het boek gaat hij tegen de partij in en gaat hij om met Julia, wat verboden is. Het is een spannende tijd en als hij aangehouden zou worden, zou hij worden gedood. Aan het eind is hij aangehouden en maakt de lezer kennis met de werkelijke bedoelingen van de partij. De vertelwijze
Het verhaal is in een hij/zijperspectief geschreven. Je bent voornamelijk aanwezig bij Winston Smith. c) Op zoek naar de thematiek
Motieven - Controle: iedereen wordt de gehele dag in de gaten gehouden door Big Brother. Dit komt vooral terug in de telescreens, die overal zijn; mensen moeten dus de gehele dag opletten dat ze geen overtredingen begaan, want het wordt gezien en het is zeker dat ze gepakt worden door de tuchtpolitie. De mensen zijn heel erg beperkt in hun vrijheid van doen. Er worden uit de telescreens ook ongewenste dingen uitgezonden, zoals informatie en muziek. Page 7: “For some reason the telescreen in the living room was in an unuasual position. Instead of being placed, as was normal, in the end wall, where it could command the whole room, it was in the longer wall, opposite the window. To one side of it there was a shallow alcove in which Winston was now sitting, and which, when the flats were built, had probably been intended to hold bookshelves. By sitting in the alcove, and keeping well back, Winston was able to remain outside the range of the telescreen, so far as sight went. He could be heard, of course, but so long as he stayed in his present position he could not be seen.” De telescreens hebben een grote inbreuk op de privacy. - De taal. De heersende partij heeft een nieuwe taal ontwikkeld, het Nieuwspraak. Bij een nieuw regime hoort ook een nieuwe taal en zij doen dat om de gedachten van de mensen in te korten. Een voorbeeld van de taal: Page 46: “times 3.12.83 reporting bb dayorder doubleplusungood refs unpersons rewrite fullwise upsub antefiling
In Oldspeak (or standard English) this might be rendered: The reporting of Big Brother’s Order for the Day in the Times of December 3rd 1983 is extremely unsatisfactory and makes references to non-existent persons. Re-write it in full and submit your draft to higher authority before filing.” - Haat en ongeloof jegens het regime. Page 20: “His eyes re-focused on the page. He discovered that while he sat helplessly musing
Het thema van Orwell is een waarschuwing tegen dictaturen en totalitaire staten en systemen. Toen het boek in 1949 uitkwam, was dit onderwerp heel actueel: de dictatuur van Hitler en Mussolini was net ten einde; de dictatuur van Stalin duurde voort (en zou een vervolg krijgen met zijn opvolger). Zijn boek liet nogmaals zien hoe ernstig de situatie in zo'n geval is en het overtuigt de lezer dat hij zo’n situatie niet wil. Verklaring van de titel
1984 verwijst naar het jaartal waarin de gebeurtenissen zich afspelen. Maar deze is niet zomaar willekeurig: het boek werd in 1948 geschreven, dus 84 is een omkering van 48. En het verhaal beschrijft een wereld die als het ware ook helemaal het tegenovergesteld is als die van 1948. Bovendien was 1984 een jaartal dat niet al te ver in de toekomst leek, zoals bijvoorbeeld 2000. Het verhaal werd zo realistischer en angstaanjagender, want het jaar waarin zoiets vreselijks gebeurt was niet ver meer. Voor de rest word je niet veel duidelijker van de inhoud als je alleen de titel ziet, door deze vaagheid laat hij veel ruimte over voor fantasie, zodat een lezer benieuwd kan worden naar de bedoeling ervan en het boek gaat lezen. 4 Beoordeling 1 Welke verhaalelementen hebben voor jou een positieve werking? Het is leuk om te lezen hoe Orwell dacht over de toekomst. Ik vind het heel knap. Hij heeft het heel realistisch geschreven zodat het beangstigend is. Een mooi fragment vind ik wanneer hij terugdenkt aan zijn moeder. Hij heeft spijt dat hij zo tegen haar tekeer ging en oneerlijk was tegenover haar zusje. Page 170: “’Winston, Winston!’ his mother called after him. ‘Come back! Give your sister back her chocolate!’ He stopped, but he did not come back. His mother’s anxious eyes were fixed on his face. Even now he was thinking about the thing, he did not know what it was that was on the point of happening. His sister, conscious of having been robbed of something, had set up a feeble wail. His mother drew her arm round the child and pressed its face against her breast. Something in the gesture told him that his sister was dying. He turned and fled down the stairs, with the chocolate growing sticky in his hand. He never saw his mother again.” Het is een trieste gebeurtenis. Ik vind het een mooi voorbeeld van moederliefde. 2 Welke passage spreekt je het sterkst aan en waarom? De passage waarin Winston gemarteld wordt vind ik goed. Je komt erachter wat de werkelijke beweegredenen van de partij zijn. Het is natuurlijk niet leuk voor Winston. Wederom vind ik het knap van Orwell dat hij zich in zo’n afschrikwekkende partij heeft kunnen inleven en toch goede redenen heeft kunnen bedenken, waarom de partij zulke dingen doet. Tijdens de martelingen heeft hij nooit Julia verraden, maar wel gewild dat ze haar pijn deden, zodat zijn pijn stopte. Later komen Julia en Winston elkaar weer tegen. Page 305: “’I betrayed you,’ she said baldly. ‘I betrayed you,’ he said. She gave him another quick look of dislike. ‘Sometimes’ she said, ‘they threaten you with something – something you can’t stand up to, can’t even think about. And then you say, “Don’t do it to me, do it to somebody else, do it so-and-so.” And perhaps you might pretend, afterwards, that it was only a trick and that you just said it to make them stop and didn’t really mean it. But that isn’t true. At the time when it happens you do mean it. You think there’s no other way of saving yourself, and you’re quite ready to save yourself that way. You want it to happen to the other person. You don’t give a damn what they suffer. All you care about is yourself.’ ‘All you care about is yourself,’ he echoed. ‘And after that, you don’t feel the same towards the other person any longer.’ ‘No,’ he said, ‘you don’t feel the same.’ There did not seem to be anything more to say. The wind plastered their thin overalls against their bodies. Almost at once it became embarrassing to sit there in silence: beside, it was too cold to keep still. She said something about catching her Tube and stood up to go. ‘We must meet again,’ he said. ‘Yes,’ she said, ‘we must meet again.’” Het is een heel sombere gebeurtenis en ook eigenlijk het afscheid tussen de twee. Je ziet dat je uiteindelijk toch alleen om jezelf denkt. 3 Welke verhaalelementen hebben voor jou een negatieve werking? Er is een beschrijving bij over de politiek en andere dingen over de wereld. Het komt uit het boek van het verzet en is zogenaamd geschreven door de beruchte verzetsman Goldstein. Het is interessant om te lezen hoe de samenleving in elkaar zit, maar het duurt erg lang en je wilt weten hoe het verder gaat met Winston. 4 Kun je dit boek met andere boeken of met een film vergelijken? Ik geloof dat er ook een film van dit boek is gemaakt, maar ik heb het nooit gezien. Er zijn meerdere films en werken die voorspellen dat het met de wereld heel erg achteruit zal gaan. En dan is er natuurlijk Nostradamus die allerlei rampen heeft voorspeld. Er zijn dus meerdere mensen die voorspellen dat het verkeerd afloopt en iedereen doet dat weer op zijn eigen manier. In Nederland heb je de reality-soap Big Brother waarin de deelnemers 24 uur per dag in de gaten gehouden worden. Mensen zijn minder bang geworden voor zo’n catastrofe en dat komt onder meer omdat Orwells scenario niet is uitgekomen en men is ervan overtuigd dat er niet meer een wereldoorlog komt. 5 Wat is je oordeel over het thema van het boek? Ik vind het een goed thema. We weten niet hoe de toekomst eruit ziet, en zo willen we het zeker niet. Het is een goed onderwerp om over na te denken en het thema blijft altijd actueel. Net zolang totdat het door de overheid vernietigd worden (als het zo wordt als in het boek).
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
Je samenvatting is niet zo compleet, misschien kan je hier iets mee: http://www.sparknotes.com/lit/1984/
12 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Ik vind het opzich wel een goede samenvatting, maar ik heb dit boek heel recent gelezen en een aantal details zijn veranderd om het makkelijker te maken, dit vind ik helaas wel een minpunt, maar verder goed gedaan :)
10 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Goed verslag. Hoe eindigd het verhaal?
5 jaar geleden
Antwoorden