Moby dick door Herman Melville

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Moby dick
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2462 woorden
  • 17 augustus 2006
  • 119 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
119 keer beoordeeld

Boekcover Moby dick
Shadow
Moby dick door Herman Melville
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
We horen het verhaal van Moby Dich uit de mond van iemand die in het begin simpelweg zei ’Noem me Ismaël’. Deze Ismaël dus, een inlander van Massachusetts, krijgt het gevoel dat hij de zee op moet. Op een koude dag in december vertrekt hij dan ook naar New Bedfort, waar hij een kamer vindt in de herberg “De Walvis”. Hij moet deze kamer wegens plaats gebrek echter wel delen met een groote kanibaal, genaamd Queequeq. Ismaël komt bevriend met deze man en ze besluiten samen naar Natucket te gaan om aan te meren bij een walvisboot. Queequeq, die er toch wel een vreemde religie op na houdt, zegt dat zijn goden beslist hebben dat Ismaël alleen moet gaan kiezen bij welk schip ze gaan aanmeren. Zijn keuze valt op de toch wel wat vreemde ‘Pequod’, van wie de kapitein, Achab, zich verborgen houdt in zijn kajuit. Op een morgen vertrekken zij al vroeg de volle zee tegemoed, maar nog steeds zagen zij Achab niet. Ismaël stelt ons voor aan Starbuck, eerste stuurman, Stubb, tweede stuurman En Flask, derde stuurman. Pas na enkele dagen krijgt Ismaël Achab te zien , een oude man met een been, het andere vervangen door eentje van ivoor. Weer een tijdje later kondigt Achab aan dat het eigenlijke doel van hun trip is om een verschrikkelijke witte walvis te vangen aan wie hij zijn been verloor. Deze walvis wordt door sommigen direct herkend als Moby Dick. Wie Moby Dick is, krijgt Ismaël te horen van enkele andere bemanningsleden. Het blijkt een groter dan normale potvis met een sneeuwwit voorhoofd te zijn, die een zeer opvliegend karakter heeft. Nacht na nacht, dag na dag, vaart de Pequod verder in de hoop Moby Dick tegen te komen. De spanning stijgt als ze eenmaal de japanse wateren binnen zijn, want daar werd Moby Dick het meest gesignaleerd. Op een dag komen zij een ander schip tegen en hun kapitein verteld Achab dat hij kort geleden zijn arm verloor aan een witte walvis. Achab drijft de snelheid nog wat op. Weer wat dagen later ontmoeten zij het walvisschip Rachel die zo juist een van hun walvis sloepen verloren was door een witte walvis. Achab draait nu helemaal dol. En dan uiteindelijk zien zij Moby Dick. En na drie dagen van heftig vechten slaagt Achab er in een harpoen recht in de flank van het beest te drijven. Het beest wordt helemaal dol en boort zich in de Peqoud. Woedend probeert Achab nog een tweede harpoen in het beest te drijven maar raakt verstrengeld in de draden en verdrinkt. Ook de Peqoud zinkt en alle manschappen met hem mee. Slechts een man staat nog levend in een kleine walvis sloep, Ismaël. Hij wordt gered door de Rachel. 3) Persoonlijke evaluatie Ik vond het persoonlijk een mooi maar zeer moeilijk boek om te lezen. De oude schrijvstijl is soms wel wat raar. Doch vond ik het een fantastisch boek een zeker een aanrader voor wie graag leest . het is ook wel een echte klassieker natuurlijk.
4) De schrijver Melville, Herman (New York 1 aug. 1819 – aldaar 28 sept. 1891), Amerikaans schrijver, voer in 1839 als hutjongen naar Liverpool; de opgedane ervaringen verwerkte hij in Redburn (1849). In 1841 monsterde hij op een walvisvaarder, maar na anderhalf jaar droste hij op de Marquiseseilanden en leefde als gevangene tussen de kannibalen. Na ontsnapt te zijn op een Australische walvisvaarder, deserteerde hij op Tahiti en scheepte zich het jaar daarop weer in naar Amerika. In zijn beide romans Typee (1846) en Omoo (1847) gaf hij romantische schilderingen van het leven in het Stille-Zuidzeegebied, die zeer veel succes oogstten. In 1851 verscheen zijn meesterwerk Moby Dick or The Whale, opgedragen aan Nathaniel Hawthorne, met wie hij bevriend was geraakt. Het boek, een van de hoogtepunten uit de wereldliteratuur, werd echter zowel door het publiek als door de critici uiterst vijandig ontvangen, en de publicatie van Pierre (1852), een gekweld, pessimistisch boek, deed zijn sterk afgenomen populariteit nog verder tanen. De rest van zijn leven bracht hij door als douanebeambte. Pas in de jaren twintig werd hij herontdekt en sindsdien wordt hij als een van de belangrijkste Amerikaanse auteurs beschouwd; ook zijn poëzie, vaak zwak van vorm, maar groots van visie, en zijn korte prozawerken, zoals Billy Budd, sailor, pas in 1924 uitgegeven, hebben vele Amerikaanse schrijvers beïnvloed. WERK: (Behalve Moby Dick en andere vernoemde): Proza: Mardi (1849); White jacket (1850); Israel Potter (1855); The piazza tales (1856); The confidence man (1857). – Poëzie: Battle-pieces and aspects of the war (1866); Clarel (1876); John Marr and other sailors (1888); Timoleon (1891). 5) Herkomst Boek De Amerikaanse walvisvaarder Essex verliet Nantucket in Massachusetts in 1819 onder kapitein George Pollard voor een reis van 2,5 jaar om te gaan jagen op potvissen in hun leefgebieden in de zuidelijke Grote Oceaan. De Essex werd echter zelf geramd door een potvis en zonk op 3.700 kilometer afstand van Zuid-Amerika. Het is een van de weinige schepen ter wereld waarvan bekend is dat het zonk door een walvis. Dit verhaal werd opgeschreven in de dagboeken van eerste stuurman Owen Chase en zijn scheepsjongen Thomas Nickerson. Owen Chase' dagboek werd uitgegeven onder de titel Narrative of the Most Extraordinary and Distressing Shipwreck of the Whale-Ship Essex (Verhaal van de zeer buitengewone en verontrustende schipbreuk van de walvisvaarder Essex). Dit verhaal werd de basis voor het bekendste boek, ja u raadt het al, van Herman Melville; Moby Dick. Het dagboek van de scheepsjongen werd pas in 1984 uitgegeven, nadat het werd gevonden in 1981. 6) Ethisch Thema Mijn ethisch thema is dus de walvis vaart. Eerst geef ik wat informatie over de walvis vaart en daarna mijn eigen mening. 6.1) Informatief Overexploitatie, oplichten, uitputten. De hebzucht van de walvisvaarders heeft al veel walvispopulaties ernstig bedreigd. Het is nog steeds niet bekend of sommige soorten ooit zullen herstellen. Je kunt het allemaal in de statistieken terugvinden. Het aantal blauwe walvissen van Antarctica zit nu op minder dan 1 procent van het oorspronkelijke aantal. En dan zijn zo ook nog inmiddels 40 jaar beschermd. Sommige walvispopulaties herstellen zich, maar andere niet. Slechts één populatie, de grijze walvissen uit het oostelijke gedeelte van de Stille Oceaan, lijkt hersteld te zijn. Maar de nauw verwante grijze walvis uit het westen van de Stille Oceaan is de meest bedreigde soort ter wereld. De 100 overgebleven dieren staan op de rand van uitsterven. Feiten en cijfers
Recent DNA onderzoek bewijs dat de impact van de commerciële walvisvangst misschien nog veel erger is dan we aanvankelijk dachten. Voor de meeste schattingen van de omvang van de walvissenpopulatie wordt gekeken naar oude walvisvangstcijfers. Die methode is vaak onnauwkeurig volgens zeebioloog Steve Palumbi van het Hopkins Marine Station van de Stanford University in Californië, V.S. In 2003 kwamen Palumbi en zijn collega’s op basis van DNA-monsters tot de conclusie dat er naar schatting wel 1,5 miljoen bultrugwalvissen kunnen zijn geweest vóór de commerciële walvisvangst begon in de 19e eeuw. Bij dat getal zinkt de schatting van 100.000 in het niet, die eerder door de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) was geaccepteerd op basis van gegevens over de walvisvangst uit de 19e eeuw. Op dit moment zijn er nog maar 20.000 bultrugwalvissen over. Japans wijst er bij de IWC voortdurend op dat de populatie van dwergvinvissen in Antarctica in 1990 op 760.000 geschat werd. Maar dat getal werd in 2000 door de IWC ingetrokken omdat recente onderzoeken veel minder dwergvinvissen aantroffen dan eerdere onderzoeken. In elk gebied dat opnieuw wordt onderzocht, zijn de schattingen de helft van de eerdere resultaten. De wetenschappers van IEC begrijpen niet waarom dit zo is en zijn het tot op heden niet eens kunnen worden over een nieuwe schatting. Consumptie, verontreiniging, catastrofe

De walvisvangst is niet langer de enige bedreiging voor walvissen. De oceanen zijn ingrijpend veranderd sinds de halve eeuw dat walvissen zijn beschermd. De door de mens veroorzaakte milieugevaren voor walvissen zijn onder meer klimaatverandering, vervuiling, overbevissing, aantasting van de ozonlaag, lawaai zoals echopeilingsapparatuur en aanvaringen. De industriële visserij bedreigt het voedsel van walvissen en stelt walvissen ook bloot aan verstrikking in visnetten. Stukje walvis? Wie erover denkt om walvis te eten het volgende. In sommige gebieden is het spek van dode walvissen zo sterk verontreinigd met PCB's en pesticiden, dat het in de categorie giftig afval valt! Van PCB's en pesticiden, is bekend dat ze schade berokkenen aan de ontwikkeling van kinderen en invloed hebben op de voortplanting. Japan rekruteert landen
Ondanks deze steeds groeiende bedreigingen stemmen steeds meer landen in de IWC voor een hervatting van de commerciële walvisvangst. Enkele nieuwe en enthousiaste leden van de IWC (Internationale Walvisvaart Commissie) zijn Benin, Gabon, Tuvalu en Nauru. Het is duidelijk dat deze nieuwe leden en aantallen stemmen geen afspiegeling zijn van veranderingen in de wereldopinie. Deze landen zijn allemaal door Japan gerekruteerd om zich bij de IWC aan te sluiten en te stemmen volgens een zogenaamd 'stemconsolidatieprogramma'. Grote verwachtingen
Verwachtingen voor het herstel van walvispopulaties zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat, behalve wat betreft de commerciële walvisvangst, hun plaats in de oceanen nog net zo veilig is als honderd jaar geleden. Helaas geldt dit uitgangspunt niet meer. Daarom is Greenpeace ervan overtuigd dat de walvisvangst in alle vormen tegengehouden moet worden. Hoe kwam de walvis vangst op
Omstreeks 1600 zochten de Nederlanders naar een alternatieve, noordelijke route naar Azië. Die vonden ze niet, maar ze brachten wel het gebied ten noorden van Scandinavië in kaart en ze berichtten over de walvissen die ze er zagen. Van 1614 tot 1642 had de Noordsche Compagnie het alleenrecht. Toen dit octrooi afliep, gingen ook anderen meedoen aan de jacht op de Groenlandse walvis. Dit leidde uiteindelijk tot het uitroeien van de Noordatlantische populatie van deze soort. De Rijp was actief in de walvisvaart van 1645 tot 1798. Teruglopende opbrengsten uit de haringvisserij aan het eind van de 17de eeuw stimuleerden de overgang naar de walvisvaart. De aanvankelijke bijdrage vanuit De Rijp was relatief hoog: enkele tientallen walvisvaarders. Dit was meer dan 10 % van het Nederlandse totaal. Dit aantal liep geleidelijk terug. Aan het eind van de 18de eeuw werden er vanuit De Rijp nog maar zelden meer dan vijf schepen uitgerust. De Noord-Hollandse plaatsen, waarvanuit in de 18de eeuw walvisvaarders werden uitgereed, waren in volgorde van belangrijkheid: Amsterdam, de Zaanstreek, De Rijp, het overige Noorderkwartier. Bekende Rijper walvisreders waren Boon, Vroon en Bek. Voor de walvisvaart werden fluitschepen gebruikt, later vooral bootschepen. Deze schepen werden 's winters opgelegd bij Zaandam en in het voorjaar op de Voorzaan voor de reis uitgerust. Bij het ondieper worden van het IJ verplaatsten deze aktiviteiten zich naar het IJ bij Amsterdam. Bij de plaatsen van herkomst van de bemanning vallen vooral Texel, Den Helder en Huisduinen op. Commandeurs kwamen echter ook wel uit de eigen omgeving: Zuid-Schermer en De Rijp. Zo was er in 1652 in Harlingen een visserij-expeditie van dertig schepen die ter walvisvaart gingen. Het gebouw De Groenlandsvaarder (aan de Harlinger Voorstraat) herinnert nog aan die tijd. Hier was de "Groenlandsch- en Straat Daevids-visscherij" gevestigd. Maar in 1864 werd deze sociëteit opgeheven omdat de walvisvaart niet langer loonde. De belangrijkste producten van de walvisvaart waren traan en balein. In de omgeving van De Rijp waren nogal wat traankokerijen. Het verwerken van het stinkende spek (tot traan) en slachtafval (tot lijm) gaf flink wat stankoverlast. Wij woonen in een land druipende van walvisch traan ... schreven Betje Wolff en Aagje Deken omstreeks 1780 over hun toenmalige woonplaats De Rijp. Walvisolie ('traan') werd gebruikt als lampolie en bestanddeel van (stop)verf. Het werd verwerkt tot zeep en gebruikt bij het verwerken van huiden om het leer soepel te houden. In de touwslagerij en textielnijverheid werd traan benut om de vezels bij het spinnen hanteerbaarder te maken. Walvisbotten leverden fijne smeerolie op ('knekelolie') voor machines. De resterende ribben en kaakbenen werden gebruikt als hekken, grafzerken en wrijfpalen voor het vee, wervels als hakblokken en schouderbladen, soms als uithangbord. Op het Schermereiland gebruikte men al die botten vaak om het land op te hogen en de oevers te verstevigen. Aan veel raadhuizen, dat van De Rijp niet uitgezonderd, hing een enorm kaakbeen. Walvisbalein werd verwerkt tot vooral luxe gebruiksvoorwerpen. Als balein in water was verhit, kon het in allerlei vormen worden geperst. Bekend zijn dozen, snuifdozen, mesheften, maatstokken, parapluis, waaiers, rijzwepen, schilderijlijsten, portretmedaillons, gratentrekkers en medische instrumenten. Balein werd ook gebruikt ter versteviging van korsetten en hoepelrokken. Op 27 oktober 1946 vertrok walvisvaarder de Willem Barendsz. uit Amsterdam. Op de kade zag het zwart van de mensen. Acht schepen voeren met de Willem Barendsz mee. Met harpoenkanonnen jaagde de bemanning op walvissen, die daarna op het schip werden verwerkt. Dat was een vies en zwaar werk. De bemanning ontleedde de walvissen op het dek, waar het ijskoud was. De oliën en vetten van de walvissen werden gebruikt in de margarine-industrie. Een walvisproduct dat kinderen moesten slikken omdat het 'goed voor van alles' was. Bij thuiskomst wachtten familie en vrienden de vissers op. Het muziekkorps speelde en journalisten maakten opnamen. De terugkeer van de walvisjagers was groot nieuws. De jongens werden als helden gezien. Toch kwam er een kink in de kabel. De hoeveelheid walvissen was niet oneindig. Daarom richtten de landen die meededen aan de walvisvaart in 1946 de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) op. Hierin spraken ze af hoeveel walvissen gevangen mochten worden. Juist toen de Nederland met een nieuw schip meer walvissen wilde gaan verwerken, besloot de IWC dat Nederland de walvisvangst moest beperken. Nederland stapte boos uit de commissie. Maar dat hielp niets. De vangsten liepen langzaam terug en de hoge kosten konden niet worden terugverdiend. In 1964 werd de nieuwe walvisvaarder aan Japan verkocht. Dat betekende het einde van de Nederlandse walvisvaart. 6.2) Eigen mening Persoonlijk ben ik ook niet echt te vinden voor de walvis vangst. Deze dieren zijn met uitsterven bedreigd en de populatie moet dus weer aangedikt worden. Maar ik versta ook de kant van Noorwegen en Japan, want op dit ogenblik leven waarschijnlijk massa’s mensen van de walvisvangst en met het plotseling verbieden daarvan zouden dus massa’s mensen werkeloos zijn. Maar toch blijft het een feit dat ze uitsterven en daar moet iets aan gedaan worden. Maar dit is een ethisch thema en ook ik weet het antwoord niet, anders was ik nu schatrijk. Doch als ik er over na denk waarom hebben wij eigenlijk walvissen nodig, als we verbieden om op walvissen te jagen. Waarom verbieden we dan niet om op koeien te jagen. Dat heeft dan waarschijnlijk wel weer te maken met de hoeveelheid koeien die er voor handen is. Maar toch blijft de vraag, hebben we ze wel nodig. Of houden we ze gewoon voor de schoonte. En wie zal ze uiteindelijk missen? Maar toch blijf ik er tegen want wat hebben wij tegenwoordig nog nodig van de walvissen? 7) Bronnen http://www.iwc.org/ http://oceans.greenpeace.org/nl/onze-oceanen/walvisvangst
http://www.greenpeace.org/belgium/nl/campaigns/oceanen-en-zee-euml-n/walvisvangst
http://scholieren.samenvattingen.com/documenten/show/9447686/ ‘De walvisvaart’ van G. Lutke Meijer

REACTIES

D.

D.

Beter geschreven dan de andere verslagen maar nog steeds niet perfect probeer een AN -taalgebruik toe te passen en let op je samenstellingen en schrijf/typfouten
Mooi verslag!! :)

10 jaar geleden

D.

D.

Schrijvstijl.... serieus
Heb je dit echt ingeleverd?

6 jaar geleden

W.

W.

het is schrijFstijl, met een f

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Moby dick door Herman Melville"