Grendel is het monster uit het heldenverhaal Beowulf. In Beowulf wordt het monster Grendel beschreven als een kwaadaardig iets, dat zo snel mogelijk vermoord moet worden. In het verhaal Grendel van John Gardner gebeurt dit juist niet. Als je aan het verhaal begint te lezen denk je dat Grendel een goedzak is en dat hij niemand kwaad zou doen, je zou bijna denken dat-ie menselijk was. Maar des te verder je komt in het verhaal, des te meer Grendel gaat lijken op een echt, gevaarlijk monster. Het hele verhaal zie je door de ogen van Grendel zodat je je snel inleeft in de hoofdpersoon en ook snel medelijden of iets dergelijks met hem krijgt.
Ergens in de Scandinavische landen leeft Grendel samen met zijn moeder in grot in een meer. Zijn moeder praat bijna nooit en Grendel begrijpt haar nauwelijks, maar houdt wel van haar. Omdat hij geïnteresseerd is in de mensen zoekt hij ze regelmatig op en kijkt naar ze vanaf een grote afstand. Vaak gaat hij naar de meadhall (gebouw waar gezamenlijk wordt gegeten en gefeest) van Hrothgar, koning van de Scyldings, waar altijd een zogenaamde Shaper speelt op een harp en dan gedichten vertelt en liedjes zingt. Grendel luistert altijd goed naar de teksten van de Shaper en denkt er diep over na. Hij heeft bewondering voor deze man. In het begin doet hij de mensen geen kwaad, maar later valt hij dorpen aan en eet mensen op. Grendel heeft hier niet echt een reden voor, maar hij vindt het gewoon leuk om ze bang te maken en hij wil zien hoeveel macht hij over de mensen heeft. Op een dag komt Grendel vast te zitten tussen dennenbomen en kan niet meer los komen, dan wordt hij gevonden door klein leger die hem aanvalt. Gelukkig komt zijn moeder eraan om hem te helpen, maar door deze ervaring is Grendels mening over mensen wel veranderd; hij heeft nog meer hekel aan ze gekregen en vermoord nog meer mensen. Wel blijft hij geloven in de theorieën en de verhalen van mensen en nog steeds heeft hij veel bewondering voor de Shaper. Door de Shaper begint Grendel steeds nieuwsgieriger te worden over het leven en de dingen om hem heen. Hij vraagt zich waarom hij op aarde is en waarom andere wezens op aarde zijn. Hij vraagt zich af wat het nut is van het leven en wat hij ermee moet doen. Om hier een antwoord op te krijgen gaat hij naar de draak toe. De draak vertelt over allerlei dingen en geeft hem advies. Grendel begrijpt de draak niet helemaal precies, maar hij begrijpt wel hoe de draak over mensen en ander leven denkt en waarom hij er zo over denkt. Door het gesprek met de draak begint hij anders te denken over mensen. Grendel vindt de theorieën van mensen in eens waardeloos en hij krijgt een hekel aan mensen. Hij gaat denken dat hij oppermachtig is en dat niemand hem iets aan kon doen. Hij begint mensen te zien als nutteloze wezens die hij moet opeten Nacht na nacht brengt Grendel een bezoek aan Hrothgar’s meadhall en vermoordt daar mensen en eet ze op, hij begint het als een sport te zien.
Tijdens één van zijn nachtelijke rooftochten raakt Grendel in gevecht met Unferth, een zogenaamde held onder de Scyldings. Unferth is sterk, maar niet sterk genoeg. Grendel laat hem gewond achter bij het dorp en gaat terug naar zijn grot. Eenmaal in de grot gekomen blijkt dat Unferth hem gevolgd heeft. Unferth wil dat Grendel hem vermoordt, zodat Unferth kan sterven als een held. Grendel wil hem niet vermoorden, omdat Grendel niet gelooft in dingen zoals ‘sterven als een held’. Grendel brengt hem terug naar de rand van het dorp en laat hem daar levend achter.
Koning Hrothgar heeft naast de aanvallen van Grendel nog een ander probleem, want ten oosten van Hrothgars meadhall vestigde een andere jongere koning, genaamd Hygmod, zich. En Hygmod, koning van de Helmings verwoeste alles wat in zijn weg stond. Hrothgar wilde hem een stap voor zijn en op een nacht viel hij met zijn leger de meadhall van Hygmod binnen. Hrothgar mocht de zus van Hygmod, genaamd Wealtheow, hebben als hij Hygmod zijn leven spaarde, Hrothgar accepteerde dit. Na verloop van tijd raakte Grendel gefascineerd door koningin Wealtheow. Regelmatig bezocht Grendel de meadhall en observeerde haar de hele avond. Op een nacht stormde grendel de meadhall weer binnen, vermoorde een paar wachters en pakte toe koningin Wealtheow vast. Hij was van plan haar te vermoorden, maar toen hij haar eenmaal vast had, zag Grendel in dat dit zinloos was en hij liet haar leven.
Langzaam gaan de seizoenen voorbij. Het neefje van Hrothgar, Hrothulf, komt bij hem inwonen, omdat zijn vader vermoord is. Hij zal later de functie van Hrothgar moeten overnemen. De Shaper, die veel invloed heeft op het leven van Grendel, komt te overlijden. Grendel wordt hier door boos en verdrietig. De aanvallen van Grendel worden er ook erger door. Op een dag komt er een schip aan. Vreemdelingen van ver weg. Uit het schip komt een klein leger, de leider loopt voorop. De leider was zeer groot, breed en gespierd. Hij was Beowulf (zijn naam wordt trouwens niet in het boek genoemd), een groot held. Bij het zien van deze man kreeg Grendel een apart gevoel, een gevoel van angst, iets wat hij al lang niet meer had gevoeld. Ondanks het gevoel zette Grendel de nacht erna toch weer de aanval in op de meadhall, waar nu ook de vreemdelingen sliepen. Eenmaal in de meadhall aangekomen staan Grendel en de grote, gespierde vreemdeling tegenover elkaar. Grendel wil hem tegen de muur aan gooien, maar tot zijn grote verbazing lukt hem dit niet; de man is ongelooflijk sterk. De vreemdeling pakt de arm van Grendel vast en dreigt hem te vermoorden, Grendel reageert hier niet op en probeert hem van zich af te schudden, maar ook dit lukt hem niet. Nu is Grendel die tegen de muur wordt aangegooid. Ze raken in een hevig gevecht, grendel raakt ernstig gewond, maar weet nog te ontsnappen. Hij rent de bossen weer in. Hij rent, en rent, en rent tot hij niet verder kan en moe op de grond valt. Uiteindelijk sterft Grendel aan zijn verwondingen.
REACTIES
1 seconde geleden