Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Desperation door Stephen King

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Desperation
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 10220 woorden
  • 28 juli 2004
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
17 keer beoordeeld

Boekcover Desperation
Shadow
Desperation door Stephen King
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke Informatie 1
a – geef naam van de schrijver, de titel en het land. De naam van de schrijver is Stephen King. De titel van het boek dat ik heb gekozen is Desperation. Afkomstig uit Amerika. b – geef jaar van uitgave, de uitgever en het aantal bladzijden. Het boek werd voor het eerst uitgegeven in 1996. De uitgever is Luitingh. Het boek heeft 604 bladzijden. Objectieve Beschrijving 2 a – beschrijf per hoofdstuk waar het verhaal over gaat. Deel 1-1
Hoofdstuk 1: Mary en Peter Jackson rijden door Nevada. Mary ziet een dooie kat vastgespijkerd aan een verkeersbord en schrikt zich een ongeluk, ze tiert en vloekt alles bij elkaar. De weg waar ze op rijden heet de U.S. 50, ook wel bekend als de eenzaamste ‘Highway’ van Amerika. Het is erg heet, en de zweet staat op allebei hun voorhoofd. Peter kijkt in zijn achteruitkijkspiegel en ziet een auto met flinke snelheid achter hen opdagen. Toen die auto dichterbij gekomen was zag hij dat het een politieauto was, die minsten 130 ging, terwijl de maximumsnelheid 90 is. Dan schiet de politieauto hun voorbij. Peter zag dat er iets op de zijkant van de auto stond, maar het ging te snel om het helemaal te lezen, er stond iets met des... en dan nog iets. Opeens remde de politieauto die nu voor hen reed, en week uit naar de andere rijbaan. De politieauto remde nog meer vaart, en Mary werd ongerust. Peter besloot om de politieauto in te halen, tijdens het passeren zag hij wat er op de zijkant stond: Desperation Police Department. Doordat de ramen van de politieauto onder het stof zaten kon hij niet zien wie er achter het stuur zat, alleen een groot – vaag gestalte. Toen ging na een tijdje het zwaailicht van de politieauto die weer achter heen reed aan, Peter voelde zijn maag omdraaien. Hoofdstuk 2: Peter stopte in de berm, en bedacht ondertussen wat hij fout gedaan kon hebben. Hij zegt tegen Mary dat ze vast te hard gereden hebben. De politiedeur gaat open en er komt de grootste agent uit die Mary en Peter ooit gezien hebben, hij is minstens zo groot als een football-speler, Peter schat hem op minstens 2 meter. Peter maakt zich ongerust omdat de agent zonder bonboekje aan kwam gelopen, iets wat hij nog nooit had gezien. De agent vraagt Peter om zijn rijbewij en autopapieren, om het laatste moeten ze even zoeken omdat ze in de auto van Peter zijn zus rijden. De agent stelt een paar vragen en zegt tussendoor een keer ‘Tak!’. Peter moet uitstappen, iets waar Mary al helemaal ongerust van wordt. Peter stribbelt tegen, maar de agent beveelt hem nogmaals ‘Uitstappen, meneer Jackson!’. Hoofdstuk 3: Peter stapt dan toch maar uit de auto. Hij moet naar de achterkant van zijn auto lopen. Daar ziet hij dat ze geen nummerbord meer hebben, waarschijnlijk eraf gestolen toen ze stonden te tanken bij een tankstation. Peter maakt de kofferbak open om een gereedsschapskist te pakken om het nummerbord van de voorkant op de achterkant te zetten. Maar dan komt er ineens een plastik zakje bloot te liggen, de agent pakt het zakje gevuld met groen-bruinachtig spul. Het spul was van Peter zijn zus, die het in de auto had verstopt. De agent heeft meteen door dat het wiet is en eist de autosleutels van Peter. Mary en Peter moeten meekomen in de politieauto naar het bureau. Hoofdstuk 4: Achterin de krappe politieauto probeert Mary de agent te overtuigen van zijn vergissing, tevergeefs, de agent zegt ‘Kop dicht!’. Onderweg komen ze een verlaten camper tegen, deze staat langs de weg, met de deur open en alle banden lek. De agent kijkt er niet naar. Ze komen aan in een stadje genaamd Desperation, het lijkt helemaal verlaten te zijn. De agent rijd door naar het gemeentehuis. Opeens zegt Mary ‘Maak ons niet dood!’. Daarop antwoord de agent met ‘Hou je joodse tater!’. Peter vraagt zich af waarom hij dat zei, want ze zijn toch echt niet joods. Als ze bij het gemeentehuis zijn aangekomen zegt de agent vriendelijk dat ze moeten uitstappen. Als ze in het, totaal verlaten, gemeentehuis zijn zien Peter en Mary onderaan een trap een dood meisje liggen, niet ouder dan een jaar of zes. Mary schreeuwt en probeert weg te rennen, maar de agent stop haar en pakt tegelijkertijd Peter beet. Hij richt een pistool op Peter, Mary gilde nog harder. De agent haalde de trekker over... En nu wordt ik wakker dacht Peter, maar hij was al dood. Deel 1-2

Hoofdstuk 1: Ralph Carver ontwaakte vanuit de duisternis. Hij voelde veel pijn. Toen schudde zijn vrouw Ellen hem door elkaar. Toen herinnerde hij zich alles weer, een gestoorde klootzak had hem en zijn famillie hierheen gebracht en ook nog eens zijn zevenjarig dochtertje van de trap geduwd. Er druppelde bloed op zijn armen, afkomstig van zijn hoofd die helemaal opgezwollen was door de klap die diezelfde klootzak hem had gegeven. Ze bevonden zich in een gevangeniscel, hij en zijn vrouw zaten bij elkaar, hun zoontje David zat in een andere cel tegenover samen met een onbekende man met wit haar. Ze hoorden beneden een vrouw schreeuwen, het kwam steeds dichterbij. De vrouw werd naar boven gebracht. Ze hoorden haar schreeuwen ‘We moeten hem helpen! We moeten Peter helpen!’. De vrouw en de gestoorde klootzak, de agent, kwamen het vertrek met de cellen binnen. Op een bureau in het vertrek lag een geweer, toen schreeuwde David tegen de vrouw ‘Pak het geweer!’, en ook de witharige man stond op en schreeuwde ‘Pak het geweer, in godsnaam mens!’. De vrouw reikte naar het geweer. Hoofdstuk 2: Ralph en zijn vrouw, dochter en zoon waren vanuit Ohio vertrokken op weg naar Lake Tahoe, waar ze hun vakantie zouden doorbregen. Alles ging tot dan toe goed. Todat ze op de U.S. 50 opeens vier klapbanden kregen. En nu zat hij in een cel naar een vrouw te schreeuwen dat ze de agent dood moest schieten. Hoofdstuk 3: Mary Jackson pakte het geweer wat op het bureau lag, ze spande de hanen van het geweer en was niet bereid de agent een waarschuwing te geven, ze had net hem haar man in koele bloede zien vermoorden. Hoofdstuk 4: Na de klapband remde Ralph onmiddellijk. Hij kon met moeite de controle over de camper bewaren. Toen kwam er een politiewagen op hun af gereden, en er kwam een reus van een agent uit. Deze zei dat er een gevaarlijke gek op de been was en het op hun had gemunt. Ze moesten voor hun eigen veiligheid met de agent meekomen in de politieauto. Met het hele gezin Carver in de krappe politieauto reden ze naar een klein stadje. Daar aangekomen zei de agent op plechtige toon ‘Carvers, welkom in Desperation’. Hoofdstuk 5: De agent rende naar de vrouw met het geweer. Schiet hem toch verrot dacht Ralph. De vrouw schoot, de agent boog door zijn knieen. De padvindershoed van de agent schoot van zijn hoofd, de kogels raakten hem niet. De agent pakt Mary vast en stopt haar in een leegstaande cel. De agent weigert op verzoek van Mary haar meteen te vermoorden ‘Gossie, nee! Niet nu het net interessant begint te worden!’. Deel 1-3
Hoofdstuk 1: Johnny Marinville reed op zijn Harley Davidson op de U.S. 50. In de verte zag hij een camper. Hij moest plassen. Tijdens het plassen veegde hij met zijn hand het zweet van zijn gezicht, en besefte ondertussen dat hij zich nog nooit zo moe had gevoeld. Hoofdstuk 2: Johnny maakte zich klaar om weer te vertrekken, toen zag hij dat er een politieauto naast hem was opgetrokken. Het blauwe zwaailicht flitste door de woestijn. Hoofdstuk 3: Johnny was schrijver. Hij was thuis aan het nadenken en kreeg toen een geweldig idee: rondreizen op zijn Harley Davidson door Amerika om inspiratie te krijgen voor een nieuw boek. Hij belde zijn uitgever Bill op om het hem te vertellen. Hoofdstuk 4: Johnny keek de agent aan, en besefte dat het de grootste smeris was die hij ooit had gezien. Hij zag dat er bloed op het overhemd van de agent zat, vast een stuk wild ofzo wat hij van zijn auto had moeten verwijderen. Er verscheen een huildende coyote voor hun. Johnny keer er angstig naar maar de agent liep ernaa toe en zei luid ‘Tak, Tak a la!’, waardoor de coyote wegrende. De agent zag opeens een loshangende mouw van een regenjack uit Johnny zijn zadeltas steken. Johnny liep ernaa toe om het terug te stoppen. Maar tot zijn verbazing lag er bij het openen van de zadeltas een plastic zakje gevuld met groen-bruin achtig spul. Hij hoefde er niet aan te ruiken om te weten dat dat geen pijptabak was. Johnny wist dat het spul niet van hem was, en wist zeker dat de agent het in zijn zadeltas had gestopt toen hij stond te plassen. De agent sloeg Johnny tegen de grond en sleepte hem de politiewagen in. Terwijl hij dat deed voelde Johnny aan zijn rechter borstzak van zijn jack, zijn zaktelefoon zat erin. Hoofdstuk 5: De agent ging de politieauto weer uit, om de Harley Davidson van Johnny een paar honder meter verderop in het zand te verbergen. Johnny maakte gebruikt van dit moment door Steve, die voor de veiligheid een paar honder kilometer achter heem aan reed, te bellen. De verbinding was slecht en hij kon amper iets verstaan aan de andere kant van de lijn, maar toch vertelde hij wat er was gebeurd en dat hij in de problemen zat. De agent kwam alweer aangelopen dus hij moest snel ophangen. Toen reden ze naar het zuiden, in de richting van een klein Stadje. Deel 1-4
Hoofdstuk 1: Steve aarzelde geen ogenblik toen hij even buiten Ely een jonge vrouw zag staan liften. Hij reed naar de kant en stopte. Hoofdstuk 2: Het meisje aarzelde eerst met instappen, maar uiteindelijk deed ze het toch omdat ze vond dat Steve wel oke was. Het meisje stelt zich voor als Cynthia Smith en ze raken aan het praten. Hoofdstuk 3: Steve en de jonge vrouw waren nog steeds druk aan het praten toen opeens Steve zijn zaktelefoon ging. Het eerste wat hij hoorde was ruis, en daarna een onduidelijke stem, hij had door dat het Johnny Marinville was. De paniek was zelfs door de ruis heen te horen. Het was niet echt duidelijk wat Johnny zei, Steve hoorde vaag een plaatsnaam en hij dacht dat Johnny waarschijnlijk een ongeluk had gehad met zijn motor. Steve zijn hoort bonkte als een gek, zelfs Cynthia werd ongerust. Hoofdstuk 4: Steve en zijn lifter Cynthia reden met hoge snelheid naar de plaats waar Johnny waarschijnlijk een ongeluk had gehad. Nadat ze honderd kilometer hadden gered vanaf toen de verbinding was verbroken ging Steve telkens langzamer rijden. Opeens zagen ze in de verte een camper, Steve kon zich herinneren dat Johnny tijdens hun telefoongesprek een camper had genoemd. Ze gingen een kijkje nemen in de camper. De camper was helemaal verlaten. Ze kwamen erachter dat de camper toebehoorde aan ene famillie Carver. Hoofdstuk 5: In de verte zagen Steve en Cynthia iets liggen, het glom in de woestijn. Steve sprintte er op af, en Cynthia rende achter hem aan. Toen ze er waren wist Steve al wat het was, het was Johnny zijn Harley Davidson die daar onder het zand lag. Allebei hun magen keerden zich om. Omdat ze allebei sterk het gevoel hadden dat ze bekeken werden keerden ze zich om en liepen ze terug naar hun busje. Ze gingen op weg naar het dichtsbijzijnde plaatsje: Desperation, om daar bij de politie langs te gaan. Deel 1-5
Hoofdstuk 1: De agent richtte zich tot David, die samen met de witharige man in een cel zat. Hij vraagt dingen aan David als ‘Wie denkt jij David wie jou gemaakt heeft?’. David had het vermoeden dat de agent gedachten kon lezen als hij dat wou. David pakt een geweer-patroon op die op de grond lag. De agent vertelt zijn gevangenen dat het voor hun eigen bestwil is dat ze daar zitten. Volgens hem zijn er daarbuiten krachten aan het werk, waar ze niets van willen weten. En dat er die avond iets stond te gebeuren. De agent schudde zijn hoofd en liep het vertrek uit. Zijn voetstappen stierfen langzaam weg. Toen het stil was liet David zich op de grond vallen en ging bidden. Hoofdstuk 2: Vorig jaar november was Davids beste vriend Brian door een auto aangereden. Hij had niet lang meer te leven, en als David afscheid wou nemen moest hij dat snel doen. Tegen zijn ouders wil in ging hij naar het ziekenhuis toe. Brian lag in coma en lag op een bed met zijn ogen open. Een machine haalde adem voor hem. David herkende zijn beste vriend Brian niet meer in de levenloze ogen. Hij werd weggestuurd zonder echt afscheid kunnen nemen door Brians ouders, omdat deze het niet meer uithielden. David ging buiten wandelen en besloot om op een platform in een bos te gaan bidden. Toen hij thuis kwam ging de telefoon, het waren de ouders van Brian. Ze vertelden dat Brian was bijgekomen. Ze bedankten David voor het terughalen van Brian omdat David tegen hem had gepraat. David vroeg hoe laat Brian was bijgekomen, dit was op hetzelfde moment dat David aan het bidden was. Hoofdstuk 3: Sinds het ongeluk van Brian ging David naar de kerk. In de kerk houdt hij vele gesprekken met Eerwaarde Gene Martin. Nu hij in de gevangenis zat probeerde hij het stille stemmetje van god te horen, zoals Gene Martin dat noemde. David hoorde wel een andere stem. Deze stem zei ‘Als je wilt bidden, bid dan tot mij. Waarom zou je bidden tot een god die kleine zusjes vermoord. Als die gekke agent terugkomt zal hij jullie 3 en de andere waarschijnlijk ook vermoorden. Verman je, en bid tot mij’. David had deze stem eerder gehoord, maar nog nooit zo duidelijk. David stopte met bidden en stond op. Toen hoorden ze allemaal iets. Het was een naderende auto. Davids moeder dacht dat het misschien hulp zou zijn. Maar Davids celgenoot, de witharige man zij dat ze daar maar niet op moest rekeken. Hij herkende het geluid en wist dat het een patrouillewagen was, waar gewoon dezelfde agent in zat die hun allemaal had opgesloten. Buiten hoorden ze coyotes huilen. Hoofdstuk 4: De agent reid met Johnny naar het Stadtje Desperation. Tijdens de weg daarna toe hadden enkele malen coyotes lang de weg gestaan als erewacht. En als de auto voorij was stoven deze weer de woestijn in. De agent had enkele malen bloed geniest. En bij de laatste keer zaten er ook tanden in het bloed. De agent zei tegen Johnny dat de komende 40 dagen en 40 nachten de langste van zijn hele nutteloze leven zouden worden. Deze woorden bleven in Johnnys hoofd nagalmen. Er was niemand op straat in Desperation. Onderweg komen ze een man tegen. De agent noemt hem grote-kloten-billy-rancourt. De agent zegt vriendelijk gedag tegen hem en zegt tegen Johnny dat Billy vroeger zijn haar knipte. Dan geeft de agent plankgas en ramt in op de man. Het bloed spatte in het rond. Billy krijste. De agent zette de auto in zijn achteruit en Billy verdween opniew onder de auto. Billy zijn hoofd lag in een grote plas boed. Hij bewoog niet meer. De agent zei ‘Wauw.....wat een kleretroep, he?’. De agent stapte uit en liep naar het lijk toe. Daar zag Johnny dat er allemaal bloed langs de agent zijn arm naar beneden liep. Het leek wel alsof de agent bloed zweete. De agent sleepte het lijk weg en legde het in een huis. De agent zei dat als Johnny hem zou pijpen hij hem zo laten gaan. De agent ritste zijn broek open, en haalde daar iets uit was leek op een dode ratelslang, en zelf daaruit sijpelde bloed. Johnny weigerde, en spoog het woord ‘Tak’ in de agent zijn gezicht.De agent smeet Johnny tegen een gebouw en riep een gier op met ‘Tak a lah, Timoh. Can de lach! On! On!’. De gier ging boven op Johnny zijn hoofd zitten en begon op hem in te pikken. Johnny greep naar de gier en rukte diens vleugel eraf voordat de gier hem leven op zou eten. Hij smeet de gier tegen een muur en liet de afgerukte vleugel vallen. De vogel kwam weer op hem af, ditmaal trapte Johnny met al zijn kracht met zijn motorlaars op de vogel. De rug van de vogel brak. Johnny moest zich van de agent omdraaien, dat deed hij. De agent wees naar boven en vroeg of hij deze ook moest oproepen: in de lucht zweefden nog een stuk of 20 andere gieren. Als Johnny beloofde vanaf nu redelijk te zijn zou hij dat niet doen. De agent begon te lachen, en de gieren lachten met hem mee. Hoofdstuk 5: Intussen in de cel voert Mary een gesprek met de oude man Withaar. Hij vertelt haar dat de agent Collier, Collie, Entragian heet. De oude man heet Tom Billingsley en is dierenarts. Tom zegt dat de agent de laatste tijd zo’n 7 cm langer is geworden en minstens 25 kilo zwaarder. Dan wordt de deur opengeworpen, en de agent en een man met een bebloed gezicht komen binnen. De agent leek erg te zijn veranderd, het leek nu meer op een bloederig wezen dat voor hun ogen uit elkaar leek te vallen. En toen zei de agent ‘Moet je ons toch eens zien. Gossie! Net een groot, gelukkig gezin!’. Deel 2-1
Hoofdstuk 1: Steve en Cynthia hebben een slecht voorgevoel. Cynthia belooft steve dat hij op haar kan rekeken. Ze gaan op weg naar het dichtsbijzijnde stadtje: Desperation
Hoofdstuk 2: Nadat de agent de nieuwkomer (Johnny) had opgesloten richtte hij zich tot Davids ouders. Hij zei dat Ellen (Davids moeder) voorwaardelijk zou worden vrijgelaten, wat deze voorwaarde is wordt niet gezegd. David bid tot god dat de agent zijn moeder niet mag meenemen. De agent gaat weg, en neemt Ellen met hem mee. Hoofdstuk 3: Buiten de cellen heeft de agent, Entragian, een coyote achtergelaten als bewaker. David ziet in zijn cel een blokje groene zeep liggen. Hij krijgt een plan en begint zich uit te kleden. Hoofdstuk 4: Steve en Cynthia zijn in Desperation aangekomen. Ondertussen is het aardig gaan waaien. Ze stoppen bij een loods met een bord ervoor waarop staat: Desperation Mining Corp. Misschien is hier hulp te vinden. Er brandt licht binnen. Ze gaan naar binnen, maar het lijkt verlaten. De computers, airconditioning en radio staan aan, maar er is niemand te zien. Cynthia pakt een telefoon op, maar de lijn is dood. Cynthia wordt opeens doodsbang, ze hoort een soort borrelend geluid. Het blijkt een aquarium te zijn. In dit aquarium drijft een mensenhand rond. Achteraan de gang zien ze nog meer lichtten brandden, ze lopen erheen om te kijken wat er is. Hoofdstuk 5: De agent stopt Ellen in een patrouillewagen en rijdt met haar weg. Ellen smeekt de agent om haar niets te doen, en vooral niet te vermoorden, ze zal alles voor de agent doen. De agent zegt niets. Ze rijden door naar een grote aardhoop. Als ze op de top gaan gaan ze over de rand naar beneden, het is er pikdonker. Deel 2-2
Hoofdstuk 1: David denkt aan de tijd die hij thuis doorbracht in de kerk met eerwaarde Martin doorbracht over god pratend. Dan hoort hij Mary schreeuwend naar de coyote buiten hun cellen. David heeft zich intussen geheel ingesmeerd met groene zeep. Hij bid een laatste keer en staat dan op om zich te proberen door de tralies heen te wurmen. Hoofdstuk 2: Johnny is er intussen achter wat David van plan is. Hij is bang dat de coyote David te pakken krijgt, en daarom trekt hij zijn jack uit en probeert de coyote er mee te slaan. De coyote hapt toe en Johnny sleept hem richting zijn cel, daar houdt hij de coyote tegen de tralies aangedrukt met zijn jack. Johnny kijkt naar David, en ziet dat hij klem in komen te zitten met zijn hoofd tussen de tralies. Hoofdstuk 3: David, die nu met zijn hoofd klem is komen te zitten hoort een stem in zijn hoofd: Draai je hoofd. David probeert het, het lukte: heel langzaam begon zijn ingezeepte hoofd tussen de tralies door te glijden. Het was David gelukt, hij stond nu aan de andere kant van de tralies. Hij pakte zijn kleren. Intussen had de coyote zich los weten te trekken, het jack van Johnny was gescheurd. De coyote gaat achter David aan, deze rent snel weg uit de cellen-kamer en sluit de houten deur snel achter zich. De coyote knalt er met een luide knal tegenaan. Hoofdstuk 4: Steve en Cynthia zijn een kamer aan het einde van de gang binnengegaan. Hier treffen zei een regelrechte massamoord aan: 14 mensen, vrouwen en mannen, zijn als slachtvee aan haken opgehangen. Sommiggen zijn doorgeschoten, maar anderen zijn doodgestoken en missen ingewanden. Een persoon miste een linkerhand: de hand uit het aquarium. Cynthia heeft in haar broek geplast van angst. Op een tafel ziet Steve een voorwerp staan, het is een soort beeld van een coyote of een wolf. Cynthia raakt het beeld aan en krijgt dan een vreemd gevoel, haar lichaam schokt alsof ze een stroomschok krijgt. Toen ze het aanraakte viel ook het licht in de loods uit, en toen ze het nog een keer aanraakte ging het licht weer aan. Ook Steve wil het aanraken, ook hij krijgt een vreemd gevoel. Ze willen allebei weg uit de loods. Ze gaan terug naar hun busje en twijfelen of ze terug naar Ely, een stadje op 2 uur rijden, of verder het centrum van Desperation in moeten gaan. Steve wil het laatste, en ze gaan op weg. Hoofdstuk 5: David zoekt het gebouw af op zoek naar dingen die ze kunnen gebruiken. Op straat ziet hij een gier gewoon naast twee coyotes op straat zitten. David komt in een kamer waar allemaal dode mensen zijn, ze bungelen allemaal aan haken. Hij ziet ook zijn zusje erbij hangen. Hij besluit haar van de haak of te halen en in een gordijn te wikkelen, hij neemt voor de laatste maal afscheid van haar. David komt in een kamer van de officier van politie. Daar treft hij de dode officier aan, zittend aan zijn bureau. David vind een revolver en sleuter, hopelijk zit er ook een sleuter voor de cellen van de anderen bij. Hij loopt weer terug naar de cellen. Deel 2-3
Hoofdstuk 1: Mary en de anderen horen iemand de trap opkomen. Ralph waarschuwt dat als het David is die eraan komt dat hij uit moet kijken voor de coyote die er nog steeds zit. Het is inderdaag David, en hij heeft een pistool zegt hij, en misschien de sleutels voor de cellen. David telt tot vijf en opent de deur. Hoofdstuk 2: Johnny had niet veel hoop in David, hij verwachtte dat hij alle kanten op zou schieten, behalve op de coyote. David had de deur langzaam geopend. De coyote nam een kleine sprong naar achteren, maar hij werd al geraakt. David schoot een laatste keer op de coyote, hij trof hem recht in het hoofd. David vertelt de anderen wat hij beneden heeft gezien, de lijken opgehangen aan haken, en hoe zijn zusje er ook bij hing. Johnny dringt aan de sleutel die David had gevonden op de cellen te proberen. De sleutel past, de cellen gaan open. Hoofdstuk 3: Ze maakten alle cellen open zodat iedereen eruit was. Ze gaan naar beneden, ze zien de lijken waar David het over had. Ze bungelen nog steeds aan de haken. In verschillende kamers vinden ze wapens, munitie en zaklampen. David dacht buiten een motor te horen. Johnnt dacht dat het misschien Steve kon zijn. Johnny herinnerde zich zijn zaktelefoon opeens, en bad tot de god van David dat die nog heel was. Hoofdstuk 4: Steve en Cynthia rijden rond in Desperation. Steve wil in een huis een kijkje nemen. Ze gaan kijken. In het huis zit een heel gezin aan tafel, ze zijn allemaal dood. Het leek erop dat ze net aan de avondmaal wouden beginnen voordat ze vermoord werden. Op de grond kruipen slangen rond. Cynthia is verstijfd en Steve moet haar terug dragen naar het busje. Hoofdstuk 5: Steve en Cynthia rijden snel weg uit Desperation, maar de weg is geblokkeerd door een aantal stacaravans, en ze kunnen er niet omheem rijden. Een gier lang met een noodgang op de ruit van het busje, de gier is dood en er zit allemaal bloed op het raam. Nog een gier probeert zich door een van de zijramen te boren, ook dit mislukt. Dan zien ze allemaal slangen en schorpioenen van onder de stacaravans op hun af komen. Steve stelt Cynthia gerust: ze kunnen niet in de auto komen, maar hij geloofde zelf niet eens wat hij zei. Deel 2-4: Hoofdstuk 1: Johnny, Ralph, Billingsley, Mary en David gaan weg uit het gebouw waar ze gevangenzaten. Ze hebben geen autosleutels kunnen vinden.Billingsley weet een plek waar ze onder kunnen duiken: The American West, dit is een oude, verlaten bioscoop. Ze hebben elk een geweer, maar die van Johnny is niet geladen, ze hadden geen munitie voor deze kunnen vinden. Ze spreken af niet te schieten tenzij ze niet anders kunnen. Terwijl ze naar de bioscoop lopen achtervolgen vier coyotes ze, als zij stoppen stoppen de coyotes ook. Hoofdstuk 2: Steve deed grote moeite om niet in paniek te raken. Ze hoorden de schorpioenen onder hun kraken terwijl ze erover heen reden. Steve dacht opeens aan het beeldje dat ze in de loods hadden gezien. Hij vroeg Cynthia wat zei voelde toen ze het aanraakte. Ze hadden allebei aan sex gedacht. Steve dacht dat het beeldje veel macht moest hebben. Hoofdstuk 3: David vraagt of hij de zaktelefoon van Johnny even mag zien. Johnny kijkt op het display van de telefoon, maar er is geen ontvangst. Zodra David de telefoon aanraakt is heeft de telefoon ontvangst, hij zegt dat het door god komt. Ook te cotoyes achter hun waren gestopt met lopen toen hun stil stonden op de weg met de telefoon. David zocht Steve op in de lijst met personen, en drukte op de ‘bel’ toets. Hoofdstuk 4: Alsof ze ontwaakten uit een trance hoorden Steve en Cynthia een gerinkel. Het was de zaktelefoon van Steve. Steve nam op en was verrast door de jongensstem die hij aan de andere kant van de lijn hoorde. De stem vroeg of hij degene was die ze hadden horen rondrijden in Desperation. De stem zei dat Johhny, de man die Steve en Cynthia zochten ook bij hen was. Steve vroeg of de jongen misschien suggesties had wat ze konen doen. Hoofdstuk 5: David, die nog steeds aan het bellen was met steve, zei tegen Steve dat hij zo snel mogelijk ook naar The American West toe moest komen. David hing op. En met z’n vieren liepen ze verder naar de American West. Deel 2-5: Hoofdstuk 1: Steve en Cynthia verstoppen het busje in een garage van een huis. Ze gaan lopend verder naar de bioscoop. Hoofdstuk 2: Billingsley, Ralph, Johnny en David gaan via de achterkant de verlaten bioscoop binnen. Binnen praten ze over Entragian, over hoe hij in zijn eentje een heel stadtje uit kon moorden en hoe ongeloofwaardig dat is. Mary huilt en zecht: waarom uitgerekend ik? Hoofdstuk 3: Terwijl Steve en Cynthia naar de oude bioscoop lopen komt er ineens een vrouw van rond de dertig op hun af gesprongen. Steve wil haar uit schrik neerslaan, maar Cynthia houd hem tegen. De vrouw zegt dat Collie Entragian haar zoekt, maar dat ze hem heeft kunnen ontlopen. Ze horen een motor van een auto, hij komt hun kant op. Dat is hem!! schreeuwt de onbekende vrouw. Steve en Cynthia weten niet over wie ze het heeft, maar ze rennen met haar mee naar de bioscoop. Hoofdstuk 4: Samen liepen Steve, Cynthia en de onbekende vrouw de bioscoop in. Binnen zien ze de anderen. Steve is blij zijn baas en vriend Johnny Marinville te zien. Steve en Cynthia maken ook kennis met David, ze vertellen hem dat ze hun camper hadden gezien. De onbekende vrouw stelt zich voor als Audrey Wyler. Ze zegt dat ze nog een weg weet vanwaar ze uit Desperation kunnen komen. Ze liepen met z’n allen de bioscoop verder binnen om de zaken te bespreken. Hoofdstuk 5: Collie Entagian kwam weer aangered met zijn patrouillewagen. Hij liep het vertrek binnen waar zijn gevangen zaten, maar deze zaten er niet meer. Entragian bezat nu een ander lichaam, het lichaam van de vrouw die hij had meegenomen. Het bezat nu het lichaam van Ellen Carver. Deel 3-1
Hoofdstuk 1: Het genootschap van overlevenden van Collie Entragian, zoals Johnny de groep mensen noemde. Ze proberen een plan te bedenken van wat ze het beste kunnen doen. Mary heeft honger. David gaat op zoek naar eten. Billingsley vertelt het wonder dat David zich door de tralies had weten te persen aan de anderen, en hij zegt dat ze er goed aan doen zich rond de jongeheer Carver te scharen. Hoofdstuk 2: Het (voormalig Collie Entragian, nu in het lichaam van Ellen Carver) sleepte de dode coyote vanuit de cellen-kamer naar beneden naar het lichaam van Davids zusje, en legde de coyote naast het kleine meisje. Het wou dat David het kon zien. Het riep spinnen op, deze spinnen gingen voor het wezen in het lichaam van Ellen staan. Nadat het wezen ‘Ah lah?’ had gezegd vormden ze een B, I, O, S, C, O, O, P. Het wezen wist nu waar de groep heen was gevlucht, en waar dat irritante bidknaapje was dat de groep had laten ontsnappen. Hoofdstuk 3: Johnny Marinville vertelde zijn verhaal nogmaals, over hoe hij langs de weg stond te plassen toen de agent de drugs in zijn motor stopte. David kwam terug gelopen met eten dat hij had gevonden: crackers en sardientjes. Voordat hij het uitdeelde deed hij een gebed. Terwijl ze zaten te eten keek Johnny in de dood met eten, en hij had kunnen zweren dat het aantal crackers dat erin zat niet minder was geworden. Hoofdstuk 4: Ook Ralph, Steve en Cynthia vertelden hun verhaal. Audrey geloofde niet dat de dieren uit hun verhalen, zoals de spinnen gieren en schorpioenen, er echt waren geweest. Hoofdstuk 5: Het ding dat eruit zag als Ellen Carver zat aan het bureau in het nu lege cellenblok. Er kwam een poema binnen. Het ding praate tegen de poema, in een vreemde taal. Het zei dat de poema moest wachten en dan een deel van hem met de poema mee zou luisteren. Deel 2-1

Hoofdstuk 1: Audrey vertelde haar verhaal, hoe Entragian drie dagen geleden helemaal gek was geworden en op alles wat bewoog was gaan schieten. Hoe er dode mensen op straat lagen met de hersens naast zich en hoe Entragian alles op heeft geruimd. Hoofdstuk 2: Audrey vertelde nog steeds over hoe Entragian de mensen op straat gewoon had doodgeschoten en doodgereden, en hoe ze zelf op de grond in een wasserette lag en niets kon doen. Hoofdstuk 3: Audrey was nog steeds aan het woord. Ze vertelde hoe ze 2 nachten in de wasserette had doorgebracht. Ze stond net op het punt weg te gaan toen ze Steve en Cynthia tegenkwam. Hoofdstuk 4: Audrey weet waar een auto staat die ze kunnen gebruiken. Steve besluit dat ze tegen de ochtend lopend erheen gaan. David is boos dat de andere zijn moeder achter willen laten, en hij is boos op goed dat die Entragian zijn moeder mee heeft laten nemen
Hoofdstuk 5: De poema komt aan in het steegje achter de biscoop. Een stukje van het wezen dat nu in Ellen Carver haar lichaam zit is met haar meegekomen. Het zit in de poema, een stem die haar dingen influistert. De poema ziet een raampje en de stem fluistert haar in: Dit is het raampje dat je zal gebruiken, als het tijd is.. Deel 3-3
Hoofdstuk 1: De groep krijgt ruzie omdat Billingsley zoveel drinkt. Ze leggen het bij omdat er geen haat in de groep moet ontstaan.Billingsley begint met het vertellen van een verhaal. Hoofdstuk 2: Billingsley vertelt de anderen hoe de mijn, aan de zuidkant van desperation, lange tijd geleden was ingestort. De mijn-bazen zagen in dat er geen redding mogelijk was en hebben de mijningang op laten blazen zodat de 40 chineze mijnwerkers levend begraven werden. Later waren er twee chinezen in Desperation die de voormalige mijn-baas dood hebben geschoten. Er gaat een verhaal rond dat deze chinezen uit de mijn zijn ontsnapt en wraak hebben genomen. Hoofdstuk 3: De poema schrok wakker, de stem in haar hoofd sprak haar weer toe. Het was bijna tijd, ze strekte haar achterpoten. Hoofdstuk 4: Billingsley stopt met zijn verhaal om te gaan plassen. Als hij net aan het plassen is springt de poema achter hem door het raampje. De poema springt op Billingsley en bijt zijn hand eraf. De anderen horen de poema brullen en ze gaan er op af met geweren. De poema pakt Steve als hij binnenkomt, maar dan schiet Johnny de poema door haar hoofd. Billingsley is aan het doodgaan, maar hij heeft nog iets belangrijks te zeggen. Hij zegt dat er iets vreemds aan de hand is met Audrey, dat ze langer is geworden, net als met Entragian gebeurde. Billingsley kan zijn zin niet afmaken, hij is al dood. Cynthia kijkt om, Audrey was er net, en David ook niet. Deel 3-4
Hoofdstuk 1: Het wezen in het lichaam van Ellen Carver kon zien wat er in de bioscoop gaande was. Het keek door de ogen van de spinnen en ratten. Maar hij kon niet door de ogen van Audrey kijken. Maar het wist zeker dat ze achter de jongen aan was gegaan. Ze had hem nog niet in ieder geval, want dat zou het gevoeld hebben. Het zag ook dat Mary nog bij de dode Billingsley was, terwijl de anderen David en Audrey zochten. Het kwam op het idee om haar lichaam te nemen, omdat het lichaam van Ellen het al begon op te geven. Tak (het wezen) liep naar buiten en rende met grote passen naar de bioscoop. Hoofdstuk 2: Audrey is op zoek naar David, ze wil hem vermoorden, maar ze twijfelt of het haar gaat lukken. David is sterk zegt ze. Het is nu Tak en haar stad, ze vindt het heerlijk om te doden en te nemen. Hoofdstuk 3: David had een grote behoefte gehad om tot god te bidden. Hij was daarom weg gegaan bij de anderen om een stil plekje op te zoeken. Hij werd nerveus van Audrey en is daarom ook snel bij haar weg gegaan. Toen hij ging bidden kreeg David een gevoel zoals hij nog nooit eerder had gehad. Er naderden voetstappen. Het was Audrey, ze had hem gevonden. Audrey was bang voor hem. Audrey sloot hem haar handen David zijn luchtpijp af, en David zijn oogleden trilden een keer. Hoofdstuk 4: Cynthia dacht dat ze iets zag, en Steve krijgt plotseling het gevoel dat er iets heel ernstig mis is. Ze rennen naar waar Cynthia meende iets te zien. Ze rennen de projectiekamer in, daar zien ze Audrey David met een hand wurgen, en met het andere hand de revolver van David vasthoudend. Ze schiet de revolver leeg op Steve, maar ze mist. Hoofdstuk 5: Mary was alleen achtergebleven bij Billingsley. Ze hoorde iets van buiten komen, een zachte vrouwenstem. Het was Ellen, en ze was er slecht aan toe. Pas op het laatste moment kreeg ze door dat er iets niet klopte, maar het was al te laat. Het wezen in Ellen haar lichaam had haar al te pakken. Het wezen sloeg Mary buiten westen en stopte haar in de patrouillewagen. Voor de tweede keer was het op weg naar de mijn (ook wel de China-groeve genoemd door de Chinezen die er hadden gewerkt) Deel 3-5
Hoofdstuk 1: Audrey staat nog steeds in de projectiekamer met haar armen om Davids keel. Johnny spring op haar af en trekt haar armen van David af. Ralp neemt David weg uit de projectiekamer, en Audrey lijkt te krimpen. Hoofdstuk 2: Audrey had kleine stenen beeldjes gebruikt om macht proberen te krijgen over Johnny, dat had hij duidelijk gevoeld. Maar Steve had de beeldes uit haar armen geslagen. Audrey probeert de beeldjes terug te pakken maar Cynthia schopt ze weg. Audrey valt letterlijk uit elkaar. Ze rennen allemaal naar David toe, maar ze zien hem niet ademen. Hoofdstuk 3: Cynthia geeft David mond op mond beademing, maar ze hoort hem al ademen. David lijkt in een soort coma te zijn, maar zijn ogen bewegen wild heen en weer onder zijn oogleden. Dan vraagt iedereen zich af waar Mary is. Hoofdstuk 4: Steve en Johnny gaan op zoek naar Mary. Ze kijken op de plek waar Billingsley was doodgegaan, en waar Mary als laatst was gezien. Ze zagen Mary niet, maar wel dat de bierkratten waarover ze naar binnen waren gekomen netjes opgestapeld waren. Iemand had haar dus naar buiten gelokt. Hoofdstuk 5: David heeft een droom, tenminste dat denkt hij. Hij komt een man tegen die zegt dat hij nu in het land der doden is, maar dat David zelf niet dood is, hij is een uitzondering. De onbekende man laat hem de china groeve vanuit de lucht zien, hij zegt dat dat de kern van al het kwaad is en dat het vernietigt moet worden. En dat David het moet doen. Deel 4-1
Hoofdstuk 1: David komt bij. Ze zitten in het busje van Steve. David zegt dat ze niet weg moeten gaan. Hij weet waar Mary is en hij zeg dat ze naar de china-groeve moeten gaan. Hoofdstuk 2: Johnny is het niet met David eens, hij wil zo snel mogelijk weg. Maar David zegt dat ze moeten blijven. De onbekende man uit zijn droom heeft hem veel vertelt. David verzamelt zijn krachten en begint te vertellen. Hoofdstuk 3: David vertelt dat de chinezen die destijds in de china-groeve werkten een soort grot hadden blootgelegd, waarin duizenden kleine stenen beeldjes lagen. En in het midden was een gat met een diameter van ongeveer 6 meter. Het gat leek op een soort oog. De chinezen raakten de beeldjes aan, en ze werden helemaal gek. Ze kwamen in de macht van Tak. Twee chinezen zagen in dat er iets mis was en renden weg naar de oppervlakte. Ze lieten de mijn instorten zodat niemand eruit kon komen. Maar ook de twee chinezen waren als in de macht van Tak. Zij werden ook gek, maar werden uiteindelijk opgehangen in Desperation. Hoofdstuk 4: Mary zit gevangen. Ze komt bij en heeft enorme hoofdpijn. Het is donker waar ze zit. Ze gaat op de tast lopen en vindt een zaklamp. Als ze deze aandoet ziet ze allemaal lijken liggen, ook Peter ligt erbij. Dan ziet ze de agent Collie Entragian liggen. Ze weet waarom ze niet is vermoord, zodra Ellie ermee is opgehouden is zij aan de beurt. Hoofdstuk 5: Tak twijfelt. Hij wil Mary nog niet overnemen todat hij zeker weet dat de anderen weg zijn gegaan. Maar als de jongen wint en ze teruggaan, dan zal hij Mary nodig hebben als lokaas of als gijzelaar. Tak kijkt in de put, de put der werelden. De ini. De ini is de plek waar Tak eigenlijk woont. Tak is bang, hij wil niet weer worden opgesloten in de ini. Deel 4-2
Hoofdstuk 1: David vertelt hoe het is begonnen. Hij is in het hoofd van het eerste slachtoffer geweest, zijn naam was Ripton. Hoofstuk 2: Tak heeft het lichaam van Ripton overgenomen toen hij alleen in de oude china-groeve was. Daarna heeft Tak alle andere mijnwerkers vermoord en is hij met een auto richting Desperation gegaan. Hoofdstuk 3: Johnny is er nog steeds op tegen om naar de china-groeve te gaan. Hij wordt boos omdat de anderen allemaal de onzin van David en zijn god geloven. Johnny stapt uit het busje en loopt weg. Hoofdstuk 4: Ze kijken Johnny na terwijl hij wegloopt. Niemand zegt wat. Dan ziet David de portemonnee van Johnny op de grond in het busje liggen. Hij bladert erin en ziet dan op een foto een man, hij is het. Het is de onbekende man uit zijn droom. Hoofdstuk 5: Mary, die nog steeds gevangenzat, begon te bidden. En toen hoorde ze opeens een stem in haar hoofd. Ze wist zeker dat het niet haar stem was. De stem zei dat ze op moest schieten, er was niet veel tijd meer. Mary klom door een gat in de muur naar buiten, buiten lagen nog meer lijken. Eenmaal buiten maakte ze alle auto’s onklaar en begon ze de weg op te lopen die uit de china-groeve lijde. Deel 4-3
Hoofdstuk 1: Johnny is bij een kantoor aangekomen. Hij vindt een auto met de sleutels er nog in en de tank driekwart vol. Dan staat er ineens een wolf achter hem. De wolf stormt op Johnny af, met opgetrokken snuit zodat zijn tanden zichtbaar zijn. Hoofdstuk 2: Tak concentreerde zich op de wolf die af moest rekenen met Johnny, maar er was iets gebeurd. Er was iets mis, zowel in het busje van de anderen als ergens dichterbij. Er was iets met Mary. Tak concentreerde zich op de kamer waar Mary gevangenzat. Door de vele ogen van spinnen en andere dieren kon Tak zien dat ze op een of andere manier was ontsnapt. Buiten gekomen zag Tak dat ze alle voertuigen onklaar had gemaakt. Voor het eerst was Tak bang. Hoofdstuk 3: Mary was bijna aan de top van de weg van de china-groeve. Ze hoorde een stem. Het was de stem van Ellen, van Tak. Tak zat achter haar aan. Toen ze bovenaan de weg was keek ze om, ze zag Tak in het lichaam van Ellen twintig meter onder haar staan. Mary keek naar voren, zag het verkeerslicht van het stadje voor haar. Ze richtte zich op het licht en begon wat harder te rennen. Hoofdstuk 4: David weet waar Johnny is. Hij gaat achter hem aan. David weet ook dat Mary ontsnapt is. De anderen moeten van David naar de china-groeve gaan om Mary te helpen. David gaat op weg. Hoofdstuk 5: Ralph is boos dat de anderen hem tegenhielden om zijn zoon achterna te gaan. Maar hij vindt er rust mee door te doen wat zijn zoon graag wil. God zal David beschermen. Deel 4-4
Hoofdstuk 1: David komt bij Johnny. Johnny wil net weg gaan. Johnny blijft volhouden dat hij niet weer terug gaat. Maar David weet hem te overtuigen dat hij beter wel weer mee teruggaat. Hoofdstuk 2: Tak liep nog steeds achter Mary aan. Het had bijna de hoop opgegeven todat Mary zo hard liep dat ze over haar eigen voeten struikelde en plat op de weg lag. De afstand tussen beide werd kleiner. Het lichaam van Ellen ging nog maar even mee, maar meer dan even heeft Tak niet nodig. Hoofdstuk 3: Mary lag op de grond. Een stem zei tegen haar dat ze op moest staan. Ook al dacht ze zelf dat het te laat was, toch probeerde ze op te staan. Het lukte. Ze begon weer te rennen. Het Ellen-wezen, Tak, zat nu recht achter haar. Het greep haar in haar haar, maar omdat het haar nat van het zweet was gleed het dwars door de handen van Tak. Het lichaam waarin Tak zat was bijna aan haar einde. Tak bloedde overal en begon steeds langzamer te lopen, todat Tak op de grond viel en alleen nog naar vooruit leek te grijpen. In de verte zag Mary koplampen dichterbij komen. Hoofdstuk 4: Tak lag op de grond. Het was gestruikeld. Het had alle hoop verloren, het had snel een nieuw lichaam nodig, maar Mary was gevlucht. Er vloog een adelaar over, ook dit dier zou eventjes als behuizing kunnen dienen. Tak kreeg nieuwe hoop. Hoofdstuk 5: Johnny en David gaan op weg naar de china-groeve. Ze zien dan het busje van de anderen op de weg staan, ze zijn blij. Ze zullen waarschijnlijk Mary hebben gevonden. Deel 4-5

Hoofdstuk 1: Tak heeft zich gevestigd in het lichaam van een adelaar. Het lichaam zou hooguit twee uur meegaan, maar het moest genoeg zijn. Tak wacht de anderen op. Hoofdstuk 2: Ze zijn met z’n allen bij de china-groeve aangekomen. Onderweg hebben Steve en Cynthia het lichaam van Ellen, waar Tak zonet nog in zat, van de weg af geschoven. Ze gaan dynamiet uit de bunker halen, om de groeve op te blazen. Hoofdstuk 3: Ze halen dynamiet uit de bunker. Johnny wil even alleen praten met Steve. Als ze alleen zijn zegt Johnny dat Steve op een bepaald moment David vast moet pakken, omdat hij zal gaan vechten. Waarom zegt Johnny niet. Steve vertrouwt Johnny nie helemaal, maar stemt toch toe. Hoofdstuk 4: Ze liepen de groeve in. David liep voorop en Johnny liep achteraan. Het was er donker en het enige licht dat er was was afkomstig van Davids zaklantaarn. Dan was er een adelaar, de adelaar had het gemunt op David. Ralp wierp zich bovenop zijn zoon, waardoor de adelaar Ralph zijn hoofd met de klauwen te pakken kreeg. Steve sloeg de adelaar met de kolf van zijn geweer (schieten kon niet, de groeve zou instoren) en daarna draaide Mary de kop van het beest om. Ralp was dood. De adelaar was Tak, maar niemand van hen wist het. David wil verder de groeve inlopen, maar Steve houdt hem tegen. Johnny zegt tegen Steve dat hij en alle andere nu weg moeten gaan. Johnny loopt verder de groeve in. Hoofdstuk 5: Johnny komt aan in de an Tak, het huis van Tak. Hij blijft staan bij het grote gat in het midden. Er komt een zwarte, slijmerige mist uit. De mist heeft een beetje een vaste vorm. Een stem fluistert Johnny in: doe je mond open. Zo wil Tak Johnny binnendringen net zoals hij zijn eerste slachtoffer was binnengedrongen. Johnny heeft echter zijn motorhelm bij zich en doet deze net op tijd op. Johnny werpt zich in het gat, het is een trechtervormig gat. Op de bodem van het gat is een klein gaatje met een doorsnede van enkele centimeters. Waarschijnlijk de toegang tot Tak zijn dimensie. Johnny legt de dynamiet rondom het gat, terwijl Tak in de taal der doden hem vervloekt en zegt dat hij op moet houden, zowel met de stemmen van de agent Collie Entragian als met de stem van Ellen Carver. Johnny luistert niet en gaat door met dynamiet leggen. Johnny heeft geen vuur om het tot ontploffing te brengen. Hij haalt een geweerpatroon uit zijn zak en stop dat in het gat op de bodem (past precies). Hij denkt nog eenmaal aan David, en slaat dan met de hamer uit zijn zak op het geweerpatroon. Hij ziet een rode gloed, en Johhny is weg. Deel 5-1
Hoofdstuk 1: Steve evaccueerde de anderen naar het busje. Ze stapten allemaal in en Steve begon als een wilde naar boven te rijden. Toen ze halverwege de rand waren zagen ze een ontploffing vanuit de groeve komen. Er kwam een fel wit licht uit, te fel om in te kijken. De grond onder hen begon naar beneden te schuiven, terwijl de auto juist naar boven moet. Als ze niet snel waren zouden ze levend begraven worden in het puin. Ze haalden de rand net, en zagen achter hen rees een stofwolk op, waar geen eind aan leek te komen. Hoofdstuk 2: Ze zitten allemaal vanuit het busje sprakeloos te kijken naar de puinhoop achter hen. Ze zijn nog in Desperation, overal op straat liggen dode dieren, waarschijnlijk zijn alle dieren in de macht van Tak na zijn vernietiging gestorven. Gieren liggen dood op straat en op daken. Cynthia stelt voor om als de sodemieter weg te gaan uit ‘dit klein miezerig rotstadje’. Hoofdstuk 3: Ze rijden weer op de Highway 50. Ze komen langs de camper van David. David krimpt ineen en drukt zich tegen Mary aan. Als ze langs Mary’s auto komen stoppen ze. Mary heeft reservesleutels onder de auto aan een magnetisch doosje hangen. David gaat met Mary samen in haar auto. Hoofdstuk 4: Ze probeerden te bedenken wat ze de politie, de echte politie, zouden vertellen. Het leek David belangrijk dat ze allemaal hetzelfde verhaal vertelden. Ze zouden alleen het eerste gedeelte vertellen, en alles bovennatuurlijks en de groeve achterwege laten. Toen Steve zich omdraaide schrok hij: boven de groeve in de verte was een gigantische stofwolk ontstaan, de stofwolk had de vorm van een wolf. Ze besloten om snel weg te gaan. Hoofdstuk 5: David voelt in zijn zakken, en merkt iets op: zijn geweerpatroon is weg. In plaats daarvan zit er een briefje in, er staat een afscheidsbericht op. David weet bijna zeker dat het van Johnny is, en dat Johnny het geweerpatroon heeft gebruikt om de dynamiet tot ontploffing te brengen. Hij begint te huilen, denkt aan zijn zusje, moeder en vader. Mary Steve en Cynthia troostten hem. Ze gaan naar huis. Beschrijf de personages. Mary Jackson: Mary is een vrouw van rond veertig. Ze is getrouwd maar heeft geen kinderen. Ze was op weg met haar man Peter naar haar zus. Ze is opgegroeid in New York en is nie gewend aan de stilte en eenzaamheid van de woestijn. Het lukt haar vrij goed om zichzelf onder controle te houden nadat haar man is vermoord. Na de dood van David zijn moeder neemt ze de rol van moeder over. Mary overleeft de gebeurtenissen. Peter Jackson: Peter is een man van rond de vijfenveertig jaar oud. Hij is getrouwd met Mary. Ook hij is opgegroeid in New York en is niet gewend aan de eenzame woestijn. Nadat hij en zijn vrouw zijn opgepakt door de politieman Collie Entragian wordt hij vermoordt door de agent. Later in het verhaal kom je te weten dat de agent Peter heeft opgehangen aan een haak. Peter heeft geen grote rol in het verhaal, omdat hij al vrij snel dood gaat. Johnny Marinville: Johnny is een Amerikaanse schrijver. Hij is ongeveer vijftig jaar oud. Hij heeft een keer de National Book Award gewonnen en heeft naar eigen zeggen “het lievertje van Amerika geneukt”. Ook Johnny wordt gevangengenomen door de agent. Hij reed op zijn motor door de woestijn toen de agent drugs erin verstopte en hem aanhield en meenam. Johnny komt vrij arrogant over, hij weet alles beter te weten en wil altijd zijn wil. Als ‘de overlevenden’ stelt hij zich ook als leider van het gezelschap op. Op het einde lijkt hij toch nog een goed hart te hebben. Hij offert zichzelf op door het kwaad te vernietigen waarbij hij zelf ook omkomt. Ralph Carver: Ralph is een man van ongeveer vijfendertig jaar. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Hij is op weg naar hun vakantieplek als ze aan worden gehouden door een agent die ze meeneemt en opsluit. Nadat zijn dochter en vrouw zijn vermoord blijf hij alleen over met zijn zoon. Hij geeft zijn zoon veel steun Hij doet wat moet maar heeft niet veel lef, het schietwerk bijvoorbeeld liet hij over aan de andere mannen. Ralph sterft op het einde doordat hij zijn zoon beschermt. Steve: Steve is ongeveer veertig jaar oud. Steve reist zijn baas (Johnny) achterna in een busje, voor extra veiligheid voor als zijn baas iets overkomt. Hij neemt een lifter mee. Ze gaan samen op zoek naar Johnny en komen zo zelf ook bij het kwaad betrokken. Cynthia: Cynthia is een jonge vrouw, rond de vijfentwintig jaar oud. Ze rijdt als lifster met Steve mee, hij lijkt haar wel oke. Als ze hoort dat er problemen zijn besloot ze te blijven. Naarmate het verhaal vordert raken Steve en Cynthia steeds meer naar elkaar toegetrokken. Ze zijn aan het einde van het verhaal bijna onafscheidelijk. Cynthia heeft veel lef maar is als de dood voor spinnen en slangen. David Carver: David is een jongen van elf jaar. Hij spaart honkbalplaatjes. Nadat zijn beste vriend een ongeluk had gehad begon David te bidden. Nadat zijn famillie en hij zijn gevangengenomen begint hij steeds vaker te bidden. David is een bijzondere jongen en laat bijzondere dingen gebeuren. Zo lukt het hem te ontsnappen uit zijn cel, jaagt hij coyotes weg en heeft een zaktelefoon ineens ontvangst als hij hem aanraakt. Dat komt allemaal door god zegt hij. Door David krijgen de anderen hoop, hij houd hen allen bij elkaar. David heeft in een van zijn visioenen gezien dat ze het kwaad moeten vernietigen. Hij was van plan om dit zelf te doen, maar Johnny had zijn leven ervoor opgeofferd zodat David kon blijven leven. Nadat alles voorbij is blijft hij zo lang mogelijk bij Steve en Cynthia, zij begrijpen hem en alles wat er gebeurd is. Tak: Tak is het kwaad zelf. Tak heeft het kwaad gevormd in Desperation nadat hij had weten te ontsnappen uit een groeve. Tak heeft de mogelijkheid om de lichamen van mensen en dieren te betreden en dan over te nemen. Tak kan in de taal van de doden praten. Tak heeft heel Desperation uitgemoord en is van plan dat over de hele wereld te gaan doen. Tak heeft het vermogen om door de ogen van alle dieren te kijken die het in zijn macht heeft. Tak is geen menselijk wezen. Doordat de groeve wordt opgeblazen wordt ook Tak zijn eigenlijke woonplaats vernietigt inclusief Tak zelf Beschrijf het perspectief. Het verhaal is geschreven vanuit een ‘alwetend persoon’ perspectief. Deze alwetende persoon kan zich in de gevoelens en gedachten van alle personages plaatsen. In welke tijd speelt het. Het verhaal speelt zich ergens laat in de 20ste eeuw af. Er zijn allerlei moderne middelen zoals zaktelefoons en computers.Het verhaal lijkt zich veel eerder af te spelen doordat het verhaal zich in Desperation afspeelt: een stadtje in de woestijn, loopt achter met de technische ontwikkelingen, bijvoorbeeld de telefoondragen zitten nog niet in de grond maar gaat nog via telefoonpalen, hierdoor is de lijn vaak dood. Is het verhaal chronologisch vertelt. Het verhaal is niet chronologisch vertelt. Doordat bepaalde hoofdstukken zich richtten tot de gedachten en gevoelens van een enkel persoon overlappen sommige gebeurtenissen elkaar. Bijvoorbeeld: “... david noemde zijn naam” en “....Steve vroeg de jongen zijn naam”. Er zijn ook veel flashbacks, bijvoorbeeld wanneer Johnny denkt aan zijn vroegere jaren of wanneer David denkt aan zijn zusje die nog leeft.
Bedoeling: 3
a – kun je een thema ontdekken. Het thema is de strijd tussen goed en kwaad. In Desperation schuilt een kwaad. Door de komst van David die in god gelooft, in het goede gaat hij de strijd aan met het kwaad. Het kwaad dood de famillie van David maar uiteindelijk wordt het kwaad vernietigt en overwint David, het goede overwint. b – bestaat het verhaal uit meerdere lagen. Het verhaal is dat er een kwaad schuilt in Desperation, dit kwaad wordt overwonnen door het goede, door god. De dieperliggende gedachte in dit boek is dat het kwaad uiteindelijk altijd overwint als je maar genoeg doorzet. Ook een gedachte uit het boek is dat God overal invloed op heeft, dingen die god heeft laten gebeuren vroeger hebben veel invloed op wat er later gebeurt. (God deed iets voor David, David moet iets voor god doen: Desperation van het kwaad bevrijden) Subjectieve Beschrijving: 4a – hoe vind je het boek. Ik vond het een heel goed boek. Erg leuk om te lezen. Het verhaal begon heel goed, gelijk worden er mensen opgepakt een meegenomen door een agent. Een sterk begin. Het verhaal komt langzaam op gang. Je komt er heel langzaam achter wat er nou eigenlijk aan de hand is. Maar naarmate het boek vordert gaat alles sneller. Het boek neemt een onverwachte wending, het kwaad blijkt helemaal geen mens te zijn en ineens gaat alles over god. Dat over god vond ik in het begin minder leuk omdat ik dacht dat het zo wel heel erg langdradig zou worden, met al dat gedoe over god enzo. Maar dit gebeurde niet, het boek bleef boeiend en spannend. b – hoe vind je dat het geschreven is. Het boek is naar mijn mening op een unieke manier geschreven, ik had in ieder geval nog nooit een boek gelezen dat zo geschreven is: de gebeurtenissen overlapten elkaar doordat ze vanuit de gedachten en gevoelens van andere personen waren geschreven. Hierdoor kreeg je alle kanten van het verhaal te zien: bijvoorbeeld in een hoofdstuk belt David Steve op, en in een andere hoofdstuk ontvangt Steve een telefoontje van David. Dit leest heel leuk en is (voor mij) vernieuwend. In verschillende bronnen heb ik gelezen “Stephen King laat je weer eens goed griezelen”. Nou viel dat griezelen wel mee, ik vond het verhaal niet echt eng maar wel heel goed. Maar dit is natuurlijk mijn mening, iemand anders kan het best eng vinden. (al die lijken en dan het wezen Tak). Ervaring: 5a – is deze leeservaring nieuw voor je. Deze leeservaring is gedeeltelijk nieuw voor me. Doordat ik alles per hoofdstuk moet samenvatten heb ik alles twee keer gelezen (1x gewoon, 1x om samen te vatten). Dit leverde meer inzicht in het verhaal op waardoor ik ook de verschillende lagen heb kunnen ontdekken. Ook is dit boek veel dikker dan de meeste andere boeken die ik heb gelezen. Toen ik op de helf was had ik al het gevoel dat het verhaal bijna uit was, maar er kwam nog een heleboel daarna. Verder is het gewoon een normale leeservaring, ik kreeg bij het lezen van dit boek niet een speciaal gevoel. Ook al vond ik het boek verder heel goed. b – zou je iemand aanraden dit boek te gaan lezen. Ja, ik zou zeer zeker iemand (eigenlijk iedereen) willen aanraden dit boek te gaan lezen, het is echt een heel goed boek met een sterk verhaal erin. De schrijfstijl was voor mij vernieuwend en het boek leest daarom zeer prettig. Een boek wat je echt eens zou moeten lezen. Achtergrondinformatie: 6a – uittreksel, recensies en achtergrondinformatie. Biografie van Stephen King: Stephen Edwin King werd geboren in Portland, in de staat Maine, op 21 september 1947 (om half twee 's ochtends) in het Maine General Hospital, als één van de vele baby boomers van na de tweede wereldoorlog. Zijn vader, de marinier Donald Edwin King, verdween twee jaar later op raadselachtige wijze. Het verhaal gaat de ronde dat hij een pakje sigaretten ging halen en nooit terug thuiskwam. Dat was voor moeder Nellie Ruth Pillsbury King, de geadopteerde oudere zoon David Victor King en Stephen King de start van een zwerversbestaan. Nellie reeg de ene onderbetaalde job na de andere aan elkaar en werkte in een wasserij, bakkerij, als winkelbediende en als huisbewaarster. Zij was een opmerkelijk sterke vrouw, met een groot gevoel voor humor en was gek op boeken van Agatha Christie en Stanley Gardner. De Kings reisden van Durham naar Malden, over Chicago tot West De Pere en belandden uiteindelijk in Fort Wayne. Toen King zes jaar was, verhuisde hij en zijn familie naar Stratford, Connecticut. Het was hier dat Stephen King zijn eerste ervaring met horror meemaakte. George Beahm verhaalt in The Stephen King Story hoe de 6-jarige King aan zijn moeder de toestemming vroeg om te luisteren naar de radiobewerking van Ray Bradbury's verhaal Mars Is Heaven!. Zijn moeder verbood het hem, maar King luisterde in het geheim toch. In 1958 verhuisde de King-familie naar Durham. Durham zou de basis leggen voor Kings schrijfcarriere. Hier leerde hij observeren en begon hij, omdat hij als kind vaak ziek was, volop te schrijven. In Durham maakte King kennis met Christopher Chesley, ook een schrijver in wording, en zag hij in de Ritz-bioscoop Roger Coremans The Pit and the Pendulum, waar hij op de stencilmachine van zijn broer zijn eigen versie van schreef. Uittreksel en recensie van www.stephenking.nl : Opnieuw een spectaculair uitgeefproject van 's werelds populairste horrorschrijvers. Bachman en King: dezelfde thema's, dezelfde namen, hetzelfde kwaad, maar twee totaal verschillende boeken. De omslagen van beide boeken vormen samen één doorlopende afbeelding. Tenzij je naar Las Vegas gaat voor blackjack of voor een stripshow, is Nevada voornamelijk een uitgestrekte woestijnvlakte waar je doorheen moet op weg naar ergens anders. En met iemand anders, als je geluk hebt.... omdat Nevada, vooral Centraal-Nevada, een enge plek kan zijn. 'Er wonen veel excentrieke mensen', zegt Mary Jacksons vriendin Marielle, maar Marielle heeft er geen idee van hoe excentriek. Want er is iets verschrikkelijk mis in het kleine mijnstadje Desperation en er zijn mensen op Highway 50 die hun bestemming nooit zullen bereiken; mensen die als de zon ondergaat en de wind opsteekt de ware betekenis van de naam Desperation zullen leren kennen. Des.per.a.tion [fonetische spelling volgens Van Dale] 0.1 het verlies van hoop en de overgave aan wanhoop 0.2 een toestand van hopeloosheid die tot ongeregeld gedrag leidt 3.0 nieuwe roman over verschrikkingen in de woestijn, door bestseller-auteur Stephen King. Het begin van het verhaal gaat als volgt: 'O! O, jezus! Getverdemme!' 'Wat, Mary, wat?' 'Zag je het niet?' 'Wat dan?' Ze keek hem aan en in het harde licht van de woestijnzon zag hij dat ze wit was weggetrokken. De enige kleur in haar gezicht waren de roodverbrande plekken op haar wangen en haar voorhoofd, waar zelfs geen sterke zonnebrandcrème haar genoeg bescherming bood. Ze was erg bleek en verbrandde snel. 'Aan dat bord. Dat bord met de maximumsnelheid.' 'Wat is daar mee?' 'Er hing een dooie kat aan, Peter! Vastgespijkerd of gelijmd of weet ik verdomme veel.' Hij trapte op de rem. Ze greep hem meteen bij zijn schouder. 'Haal het niet in je hoofd om terug te gaan.' 'Maar...' 'Maar wat? Wou je er een foto van nemen? Nou, mooi niet. Als ik dat nog een keer moet aanzien, dan ga ik over mijn nek.' 'Was het een witte kat?'

REACTIES

T.

T.

vet verslag man

14 jaar geleden

A.

A.

wie is zo leveloos om dit helemaal te gaan typen

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.