Alice in Wonderland door Lewis Carroll

Het boek heet Alice in Wonderland.
De schrijver is Lewis Carroll.
De hoofdpersoon is Alice.
Als Alice op een dag een konijntje achterna rent valt ze in een groot gat: het hol van het konijn. Ze komt in een compleet andere wereld. Door allerlei drankjes en hapjes wordt ze groter of kleiner. Zo kan ze op andere plekken komen. Omdat ze weg wil moet ze hard huilen zodat er een grote plas met water komt. Ze moet zwemmen om daar uit te komen. Als ze eruit is moeten (Alice en veel andere dieren) van een dodo rondjes rennen om droog te worden. Als ze klaar zijn krijgen ze allemaal een prijs. Ze loopt weer verder en komt bij het huis van het konijn. Daar ziet ze allemaal lekkers maar als ze het eet groeit ze zo hard dat ze het huis van het konijn kapot maakt. Gelukkig wordt ze door een drankje weer kleiner. Onderweg naar huis ontmoet ze nog meer mensen/dieren: een rups, de hertog, de hertogin, de grijnzende kat, de hoedenman en de maarthaas. Daarna wordt ze plotseling opgepakt om dat ze vruchten taartjes gestolen zou hebben. Ze moet voor de rechter verschijnen. Alle dieren komen boos op haar af en ze raakt helemaal gestresst. Gelukkig roept haar zus haar dan en blijkt het allemaal een droom te zijn!
Ik vind het een erg leuk boek. Er zit veel fantasie in dat maakt het zo leuk. er gebeuren allemaal leuke dingen. Het is geen spannend boek. Er gebeuren geen spannende dingen alleen grappige dingen.