Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Abessijnse kronieken door Moses Isegawa

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
Boekcover Abessijnse kronieken
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2093 woorden
  • 14 juni 2001
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
1 keer beoordeeld

Boekcover Abessijnse kronieken
Shadow
Abessijnse kronieken door Moses Isegawa
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inleiding:

Op woensdag 22 november 2000 kwam Moses Isegawa op onze school een interview geven. Dit was naar aanleiding van zijn twee boeken die hij tot nu toe geschreven heeft.
Moses Isegawa is geboren in Oeganda in 1963. Hij groeide op rond de hoofdstad Kampala. De regering van Oeganda is sinds de onafhankelijkheid erg vaak veranderd. Na de onafhankelijkheid kwam Milton Obote aan de macht, eerst als premier, maar in 1966 deed hij een staatsgreep en werd hij president. Obote had erg socialistische ideeën, in 1971 werd hij afgezet door majoor-generaal Idi Amin. Deze werd aangewezen als de nieuwe president.
Amin voerde een echt terreurbewind, naar schatting zijn er 250000 Oegandezen het slachtoffer geworden van zijn beleid. In 1979 werd Amin verdreven, de presidenten die hem opvolgden werden in 1980 bij de verkiezingen vervangen door Obote. Er ontstond een guerrillaoorlog tegen het bewind van Obote, wat ook aan tienduizenden het leven kostte. Uiteindelijk werd ook Obote weer afgezet, een van de guerrillastrijders, Moeseveni, is nu president van Oeganda. Hij heeft in 1995 een nieuwe grondwet afgekondigd, zodat de politieke partijen buiten zijn partij, wel mogen bestaan, maar geen politieke actie mogen ondernemen.

In 1990 heeft Moses Isegawa zijn land verlaten, hij woont nu in Nederland en is inmiddels Nederlands staatsburger. Hij heeft sinds zijn komst hier twee boeken geschreven: Abessijnse kronieken en Slangenkuil. Dit is het eerste boek wat hij heeft uitgebracht. Het boek is oorspronkelijk in het Engels geschreven en vertaald door Ria Loohuizen. Toch worden zijn boeken ingedeeld bij de Nederlandse literatuur, waarschijnlijk omdat hij wel Nederlands staatsburger is.
Ik heb dit verslag gemaakt volgens het ‘oude’ schema, want bij het nieuwe schema stond er niets bij over literatuur. Ik heb dit verslag verdeeld in drie delen, eerst heb ik een soort van algemeen boekverslag gemaakt, alleen dan een beetje korter dan we bij Nederlands moeten. Als tweede heb ik mijn eigen mening over het boek geschreven, met behulp van het protocol voor de culturele activiteiten. Als derde heb ik een stukje over het interview geschreven, ik wist niet meer precies wat er gevraagd werd en wat Moses Isegawa vertelde, maar ik wist nog wel hoe de sfeer was, dus heb ik daar wat over geschreven.

Het boek

Abessijnse kronieken door Moses Isegawa.

Soort
Het boek is een roman, eigenlijk ook een soort biografie van Moegezi, die ook Moses Isegawa zelf kan zijn. Ik denk dat hij veel dingen van zichzelf in het verhaal heeft gebruikt.

Titelverklaring
Het boek is verdeeld in zeven delen, je zou kunnen zeggen dat het zeven aparte verhalen zijn (die wel veel met elkaar te maken hebben natuurlijk). Abessijnse slaat op een van de laatste zinnen van het boek, waar Moegezi denkt aan Abessinië, als hij besluit om in Nederland te blijven.

Inhoud
Het is heel moeilijk om de inhoud van dit boek samen te vatten, het boek heeft namelijk 623 pagina’s. Ook is de stijl waarin het boek is geschreven heel anders dan een Nederlandse schrijver schrijft. Isegawa vertelt veel korte verhaaltjes en er komen veel personages voor, die allemaal over een paar bladzijdes worden beschreven. Om toch een beetje te laten zien waar het boek over gaat, zal ik per deel kort vertellen wat erin gebeurt.

Deel 1: In dit deel wordt verteld over het leven van Moegezi’s vader, Serenity in het dorp waar Moegezi ook geboren wordt. Er wordt verteld hoe zijn vader zijn moeder, Hangslot, ontmoet en hoe de bruiloft geregeld wordt. Ook wordt er van alles verteld over het leven van Moegezi in het dorp, als zijn ouders naar de stad zijn gegaan. Hij woont dan bij zijn tante, die hij Oma noemt, en helpt haar als vroedvrouwassistent.

Deel 2: Hier wordt verteld over het leven van Moegezi in de stad, waar hij naar de basisschool gaat. Zijn moeder heeft ondertussen al meerdere kinderen, allemaal jongens, gekregen. Moegezi moet van al deze kinderen de poep altijd opruimen, daarom noemt hij ze “de schijters”. Moegezi heeft een hekel aan de manier van opvoeden van zijn moeder en haalt van alles uit om zijn moeder en vader eronder te krijgen. Aan het eind van dit deel komt Amin aan de macht.
Deel 3: In dit deel blijft Moegezi zijn ouders pesten, aan het eind komt het zelf zover dat hij naar een seminarie wordt gestuurd en de vakanties moet gaan doorbrengen bij zijn tante Lwandeka. Onder het bewind van Amin worden alle Aziaten weggestuurd uit Oeganda.
Deel 4: Dit deel gaat over de gebeurtenissen van Moegezi op het seminarie. Hij heeft een bijbaantje bij de bibliotheek van de school. Ook zorgt hij ervoor dat Pater Mindi, de thesaurier weggaat. Hij wil graag machtig worden, net als Amin, daarom probeert hij op de school zelf zoveel mogelijk macht te krijgen.
Deel 5: In dit deel valt de regering van Amin en breken er grote rellen uit. Er raken veel mensen vermist, waaronder de opa van Moegezi. De tante van Moegezi zit bij de guerrillastrijders, daarom hoort hij van tevoren al veel over de vorderingen van de guerrilla’s.
Deel 6: Moegezi gaat eerst een aantal jaren werken als leraar, dan ontmoet hij een oude vriend, Lwendo, waarmee hij samen gaat werken. Ze sporen vermiste goederen op, waarbij ze ook chantage gebruiken, ze verdienen hiermee veel geld. Als ze stoppen met dit werk wordt Lwendo door het leger naar het noorden gestuurd, dit staat bekend als een gevaarlijke zone. Moegezi gaat met hem mee. Als ze weer teruggaan besluit Moegezi naar Nederland te gaan.
Deel 7: Moegezi komt in Nederland aan en gaat in de Bijlmer wonen. In dit deel vertelt hij over het leven in de Bijlmer, er gebeurt hier niet echt iets bijzonders, behalve dat allebei zijn ouders overlijden. Zijn moeder wordt door een buffel gedood, en zijn vader door een krokodil.

Hoofdpersoon
De hoofdpersoon van het boek is Moegezi, over zijn gevoelens kom je veel te weten omdat het boek in de ikpersoon is geschreven. Moegezi houdt ervan om macht te hebben, dit kun je merken uit zijn gedrag tegenover zijn ouders en op het seminarie. Hij kan heel doortrapt zijn, maar ik denk dat dat ook wel nodig is in een land waar zo’n strenge regering is.

Het verhaal heeft een open einde, je weet niet wat er verder gebeurt met Moegezi in Nederland.

Mijn eigen mening
Ik heb dit boek gekozen om te gebruiken voor mijn verslag nadat ik het interview met Moses Isegawa heb gezien. Dit boek leek me het mooist om te lezen van de twee, omdat ik er al meer over gehoord had. Ik zag er wel een beetje tegenop om alle 623 bladzijden te gaan lezen, maar gelukkig viel het wel mee, omdat het boek heel boeiend is.


Als voorbereiding heb ik de twee bijgevoegde recensies gelezen, deze gaven mij een redelijk beeld over het boek. Ik dacht eerst dat het boek over Moses Isegawa zelf gaat, maar door de recensies was ik al snel van dit idee afgeholpen. Ik had het idee dat het boek veel meer over het leven van Moegezi zou gaan, ik had niet gedacht dat er zoveel beschrijvingen van personen in voor zouden komen. Ik had wel gelezen dat de Afrikaanse stijl van schrijven heel anders was, maar ik dacht dat er veel meer kleine verhaaltjes in zouden voorkomen. Het was wel goed dat ik toch de recensies gelezen had, want nou begreep ik al op wat voor manier het boek geschreven zou zijn, dit had ik anders veel moeilijker gevonden.

Ik vond het boek erg mooi om te lezen, de stijl was heel anders. Hierdoor was het een heel bijzonder boek voor mij, ik had nog nooit zoiets gelezen. Ik vond vooral de eerste vier delen heel leuk, de delen over zijn jeugd en hoe hij tegen Amin aankijkt. De andere delen vond ik wat moeilijk om te lezen, er komt daarin veel geschiedenis van het land voor. Ik heb me vooral door het vijfde deel heen moeten worstelen. Ik vond het jammer dat het vijfde en zesde deel eigenlijk veel minder over de hoofdpersoon zelf gingen. Hierdoor kon ik me de situatie waarin hij verkeerde veel minder goed voorstellen. In de eerste vier delen en het laatste deel gaat het verhaal vooral over de hoofdpersoon zelf. Deze delen waren veel grappiger om te lezen, omdat het best een ondeugende jongen is. Het is wel logisch dat er ook veel over de geschiedenis van het land in voorkomt. Isegawa wil volgens mij met dit boek duidelijk maken hoe het er nou precies aan toeging in Oeganda tijdens de guerrillaoorlog en de nieuwe regering van Obote. Ik vond over het algemeen dat het boek erg goed geschreven is, maar toch vind ik dat hij het deel over de guerrillaoorlog wel wat leuker had mogen maken. Het is erg moeilijk om daar doorheen te komen, vooral als je zelf eigenlijk niets van de geschiedenis van Oeganda afweet.
Wat ik erg opvallend vond was de beschrijving van bijna iedere persoon die genoemd werd. In boeken van Nederlandse schrijvers wordt meestal niet veel uitleg gegeven over de personen, maar in dit boek juist erg veel. Er stond zelfs voorin een hele lijst met alle belangrijke personen, met een beschrijving. Ook vond ik dat het boek veel gedetailleerder was dan een boek van een Nederlandse schrijver. Als Isegawa een verhaal vertelt dan vertelt hij het met alles erop en eraan. Alle kleine details noemt hij en dat maakt de verhalen ook veel grappiger en spannender. Door deze details en kleine verhaaltjes wordt het boek wel een beetje onsamenhangend, zoals ook gezegd wordt in een van de recensies.

Toch vond ik het een hele bijzondere ervaring om dit boek te lezen. Ik heb veel geleerd over de cultuur en de geschiedenis van Oeganda. Mijn verwachting klopte ongeveer wel. Ik had van tevoren al wel het idee dat het boek erg onsamenhangend zou zijn, maar dat neemt niet weg dat het gewoon een boek is dat erg leuk is om te lezen (op het vijfde deel na dan). Ik zou zo weer een boek van Moses Isegawa lezen, ik vond de sfeer die in het boek heerste erg bijzonder. Ik heb door dit boek wel geleerd dat er ook hele andere manieren zijn om een boek te schrijven. De meeste boeken die ik gelezen heb, zijn ongeveer hetzelfde opgebouwd. De boeken van Nederlandse schrijvers zijn echt heel anders dan dit boek. Dit komt denk ik door de manier van vertellen in Afrika. In Afrika praten de mensen veel meer met elkaar dan dat ze elkaar schrijven. Het kan dan natuurlijk voorkomen dat ze elkaar jaren niet zien en dan hebben ze ook heel veel te vertellen aan elkaar. Ik had ook wel verwacht dat er zoveel verteld zou worden, maar toch was het wel bijzonder om het te lezen.

Het interview

Wat ik me nog heel goed kan herinneren van het interview is dat ik eigenlijk best verbaasd was toen Moses Isegawa binnen kwam lopen. Ik had niet verwacht dat hij zo klein zou zijn. Hij zij meteen in het begin dat hij ons ook de gelegenheid wilde geven om vragen te stellen aan hem. Ik vond dat wel slim van hem, want daardoor hadden wij veel meer aandacht voor het hele gesprek. Ik vond het gesprek erg interessant, want ik ben gewoon altijd erg geïnteresseerd in andere culturen. Ik wilde wel weten wat hij te vertellen had over de Oegandese cultuur. Ik meen me te herinneren dat hij vertelde dat hij zijn twee boeken heeft geschreven om het westen duidelijk te maken dat het er in Afrika heel anders aan toegaat dan wij denken.
Wat hij vertelde toen iemand vroeg wat hij nu het meeste miste vond ik erg bijzonder. Hij vertelde dat hij vooral het lekkere verse fruit wat er in Afrika is mist. Voor ons is dat heel moeilijk te begrijpen, omdat wij meestal veel rijker zijn. In Afrika zijn de meeste mensen veel minder rijk, maar dat betekent helemaal niet dat zij ongelukkig zijn. Ik denk dat de mensen daar veel sneller gelukkig zijn dan wij. Ik denk ook dat ze zich veel sneller en beter kunnen vermaken. Als je kijkt naar wat wij hebben en wat zij hebben dan kan je natuurlijk zeggen dat wij niets te klagen hebben. Ik vind alleen dat aan de andere kant de mensen in Afrika ook niets te klagen hebben. Zij hebben veel meer contact met andere mensen, ze hebben meestal niet veel geld, maar daarom zijn ze wel sneller tevreden met iets dan wij.
Ik vond het erg interessant om naar het interview toe te gaan. En ik heb er ook erg veel van geleerd, ik ben op een hele manier tegen Afrika aan gaan kijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.