Samenvatting
Kapitel 1
Tijdens een wandeling (die Ikpersoon, Betti en Zuppi niet leuk vinden), komen ze in een klein dorpje (Horpel) viert de brandweer zijn 50 jarig jubileum. Als ze limonade aan het drinken zijn, kondigt een brandweerman een loterij aan, met de opbrengsten zullen ze een hogedrukspuit kopen. Iedereen van het gezin koopt een lot. Betti wint een troostprijs: een fietsvlaggetje met het opschrift “Freiwillige Feuerwehr Horpel“. Zuppi wint de hoofdprijs (met lotnummer 33) , een varken. Vader wilt dat ze hem terug geeft als ze weggaan (want hij houd niet van (huis) dieren). Maar dat wil Zuppi niet en begint ze hard te huilen. Vader zegt dat ze hem dan toch maar mag meenemen. Maar als ze naar huis rijden, stopt hij bij een boerderij en zegt dat ze hem aan de boer zullen geven. Weer begint Zuppi te huilen. Moeder haalt Vader over om het varken 3 dagen te houden. In de auto zit het varken bij moeder op schoot en onderweg plast hij ook nog op haar jurk.
Kapitel 2
Ze wonen in de parterre met een tuin met een vlierstruik en een Perenboom.
Het varken hebben ze Rudi Rüssel genoemd.
Buiten in de tuin was het te koud en het regende ook nog. Dus moest Rudi in de badkamer slapen.
De volgende morgen komen ze er achter dat Rudi de gezichtscrème van moeder heeft opgegeten.
De moeder van de Ikpersoon werkt op dezelfde school als hem (de ikpersoon). Bij zijn handvaardigheidlerares hadden ze een keer een muis in haar tas gedaan. Natuurlijk stapte zij meteen naar zijn moeder.
Als Zuppi naar het kinderdagverblijf moet, wil ze niet gaan en zegt ze dat ze buikpijn heeft, maar ze is eigenlijk bang dat vader misschien Rudi weg zal brengen.
Vader is werkloos. Vroeger werkte hij in het museum. Nu is hij Huisman en probeert hiërogliefen te ontcijferen. Zijn beroep is Egyptoloog.
Kapitel 3
De kinderen willen een hut voor Rudi maken. De Ikpersoon sleept 3 kisten naar huis, haalt ze uit elkaar en maakt er een hut met een schuin dak van. Ze zijn van plan om op de grond turfmolm (Torfmull: fijngemalen turf, staat in het woordenboek) in te leggen voor Rudi die Betti heeft gehaald in de bloemenwinkel.
Dan komt Rudi uit de veranda naar buiten gelopen. Hij gaat in een modderplas liggen en loopt vervolgens weer naar binnen. Hij loopt met zijn modderpoten over het tapijt, de bank, loopt de tafellamp om en gaat dan onder de bank liggen. Vader probeert hem eronder vandaan te halen met een liniaal. Dan komt Rudi onder de bank verdaan en rent over de grond uitgespreide hiërogliefenperkament, raasde in moeders kamer, galoppeerde naar in de kinderkamer en vanaf daar weer naar buiten.
Vader ontdekt dat als je de pootafdrukken van Rudi meeleest, dat er dan iets heel anders komt te staan.
Boven hun huis woont hun huisbaas, meneer busselmeier samen met een buldog (Bullterier). Vader vindt dat Rudi weg moet, want anders worden zij er waarschijnlijk allemaal uitgezet.
Kapitel 4
Vader vindt dat er dakpannen op de stal van Rudi moeten. De kinderen denken dat als Vader meehelpt met het bouwen van de hut, dat hij Rudi dan niet meer weg wilt doen.
Als versiering voor de hut, snijdt Vader paardenkoppen uit hout. Daarbij snijdt hij zichzelf en dan vindt hij dat de schuld van Rudi.
Zuppi en de Ikpersoon willen hiërogliefen op de rug van Rudi schilderen zodat hij misschien wel mag blijven. Met wenkbrauw potlood tekenen ze de hiërogliefen erop. Dan laten ze hem de slaapkamer van Vader in. Hij duikt bij Vader in bed. Vader jaagt Rudi naar buiten, zonder gemerkt te hebben dat er hiërogliefen op zijn rug staan. Pas als Moeder merkt dat haar potlood op is, en ze laten zien hoe dat komt, mag Rudi de badkamer weer in.
Kapitel 5
Rudi groeit heel snel. Tijdens het eten krijgt hij altijd de etensresten toegeworpen.
Moeder heeft Rudi zindelijk gekregen.
Vrijdag gaan Vader en Moeder naar een congres van Egyptologen. De kinderen zijn dus alleen thuis.
Dan probeert een inbreker de deur open te maken. Rudi bijt hem in zijn hand en laat hem niet los. De rest van het huis wordt ook wakker. Iemand belt de politie. De politie denkt dat Rudi de kinderen aan probeerde te vallen en willen hem neerschieten. Zuppi gaat ervoor staan en legt alles uit. De politie gaat de inbreker, die ondertussen ontkomen is, zoeken. De inbreker wordt gevonden in de Rododendronstruik. Hij ontkent eerst dat hij het was, maar aan zijn bloedende hand komt de politie erachter dat hij wel de inbreker was.
’s Morgens komt er een persfotograaf op bezoek om een foto te nemen van de 3 kinderen en Rudi. De foto komt samen met het verhaal van Rudi in de krant.
Kapitel 6
Rudi hoeft nu natuurlijk niet meer het huis uit. Vader was eindelijk overtuigd van de nuttigheid van Rudi.
Her Buselmeier had gelukkig niks van de inbraak gemerkt omdat hij op Mallorca was. Iedereen gebruikt nu het gezegde “ich glaube, mein schwein pfeift!” als er iets opmerkelijk is. Dit komt doordat Zuppi dat steeds zei.
Bij de inwijding van de hut van Rudi komt Busselmeier er eindelijk achter dat ze een varken in huis hebben. Hij vindt het geen huisdier en Rudi moet dus weg of hij zet ze allemaal het huis uit.
Kapitel 7
Zuppi, Betti en Ik-persoon gingen naar het gemeentehuis om hem als een huisdier te laten erkennen. Ze hadden hem met haarshampoo gewassen en hem daarna met gezichtscrème ingesmeerd.
De buschauffeur wil ze niet in de bus laten omdat hij geen varkens meeneemt omdat ze stinken en vies zijn. Als Zuppi brutaal terug doet, wilt hij haar slaan. Maar Rudi beschermt haar. De chauffeur schrikt en rijdt weg.
Als ze bij het gemeentehuis aan komen, krijgen ze geen toestemming om Rudi als huisdier te laten blijven. Als ze hem niet zelf weg doen, dan zal hij gedwongen verwijderd worden.
Kapitel 8
Ze willen Rudi naar een boerderij brengen.
Zuppi is bang dat Rudi hen zal vergeten en dat de nieuwe eigenaren hem naar het slachthuis zullen brengen. Maar Vader is alleen van plan om hem daar onder te laten brengen en hem later wanneer het kan hem weer op komen halen.
Bij de 1ste boerderij (Boer Werner) kan het niet, want dat is een legbatterij. Maar hij kent wel iemand bij wie het eventueel wel kan.
Bij de 2de boerderij kan het wel (bij boer Voß) . De boer legt het verschil uit tussen stalvarkens en weidevarkens. Rudi is een weidevarken (renvarken).
Rudi en Zuppi zijn verdrietig omdat ze uit elkaar gaan. Vader belooft dat ze Rudi op zullen gaan zoeken in het weekeinde.
Kapitel 9
Rudi vindt het prachtig op de boerderij. Maar vergat de familie niet.
De Ik-persoon denkt dat de oren van Rudi vertellen hoe hij zich voelt; omhoog is verwachtingsvol; naar achteren is woedend; over de ogen hangend is verdrietig of moe; ontspannen hangend is grappig of vrolijk en bij dreigend gevaar staan zijn oren recht naar voren.
In huis halen ze allemaal betere cijfers. Het opstel van de Ik-persoon kwam zelfs in de schoolkrant! Zuppi kwam op school en verbaasde de lerares door te vertellen wat ze allemaal van varkenen wist.
Rudi had een brand bij de boer voorkomen. De vrouw had een strijkijzer aan laten staan op een houten tafel. Rudi rook de brand en waarschuwde de boer.
Kapitel 10
Als Vader een sollicitatie brief naar een universiteit of een museum stuurde en hij bericht terug kreeg dat ze hem niet konden aannemen. Iedere keer als een sollicitatie was mislukt maakte Moeder chocolade mousse.
Daarna werd het kerstmis. Ze mochten geen duur geschenk. Zuppi wilde niks, behalve dan dat ze Rudi erbij wilt hebben. Vader vindt dat niet goed. Betti wilde een olieverfkistje en de ikpersoon kunstschaatsen.
Op kerstdag gaat Zuppi boos naar een vriendin. Vader besluit dan om Rudi toch maar te gaan halen.
Ze douchen Rudi (omdat hij stonk) en doen hem een blauw strikje om. Dan halen ze Zuppi en die is heel erg blij.
Kapitel 11
In de zomervakantie gaan ze naar een camping in Italië. Zuppi wilt dat Rudi meegaat, maar dat mag niet van vader want als op de camping honden verboden zijn, dan zijn varkenen dat zeker.
Dus komt Zuppi met het idee om in het openveld te gaan kamperen. Dus gaat ze naar het gemeentehuis om papieren te halen om Rudi over de grens mee te nemen. Maar de ambtenaar denkt dat ze hem in de maling nemen.
In de derde week dat ze in Italië zitten wilt Zuppi naar huis om Rudi weer te zien.
Als ze bij de boerderij aan komen is er helemaal niemand. Het blijkt dat boer Voß gestorven is en dat Rudi naar een plek is gebracht waar hij vetgemest gaat worden om daarna naar een slachthuis te gaan.
Kapitel 12
De volgende dag gaan ze alle mesthuizen langs. Moeder gaat niet mee want die moet haar aktetas uitpakken, over een week begint de school namelijk weer.
Het eerste mesthuis is maar een treurige boel. Alle varkens staan veel te dicht op elkaar. De volgende 2 mesthuizen zien er ongeveer hetzelfde uit.
In het 4de mesthuis worden ze niet zo erg vriendelijk ontvangen. De eigenaar is erg knorrig. Ze hebben geluk dat ze nu komen kijken want morgen zouden de varkens naar het slachthuis worden gebracht.
Dan horen ze naast zich ineens een bekend geluid, Rudi knort en steekt zijn neus tussen de tralies. De eigenaar gelooft niet dat dat hun varken is. Maar ze kunnen hem kopen voor 350 Mark. Maar zoveel geld heeft vader niet.
Kapitel 13
Ze gaan weer naar huis. Vader is erg boos. Moeder vindt het geld geen probleem maar wel waar ze Rudi onder moeten brengen. Hij is natuurlijk erg gegroeid.
Ze leggen allemaal wat geld bij elkaar en zo kunnen ze Rudi alsnog kopen.
Als ze bij het mesthuis aankomen zijn de varkens al ingeladen om naar het slachthuis te gaan. Maar ze kunnen nog zorgen dat Rudi gewoon met ze mee naar huis mag.
Kapitel 14
Als ze bij het huis aangekomen zijn, proberen ze Rudi uit de achterbak te krijgen. Dat is best moeilijk, want hij is zo dik dat hij zich niet kan keren. Dan proberen ze hem achteruit lopend er uit te krijgen. Maar hij komt met z’n buik vast te zitten.
Een voorbijganger ziet het achterwerk van Rudi uit de auto steken en Vader vertelt een smoesje dat ze “varken kloppen” doen. Voor een Mark mag je op de kont van het varken kloppen, het zou geluk brengen. Dus de meneer betaalt vader een Mark, klopt op Rudi en loopt weer verder.
Dan komt Zuppi op het idee om de strijkplank te gebruiken om Rudi uit de auto te halen met behulp van een strijkplank. Voordat ze Rudi in het huis kunnen krijgen komt meneer Buselmeier naar buiten gelopen. Ze duwen Rudi de Rododendronstruik in en gaan voor het stukje van Rudi staan dat uit steekt. Dan steekt Rudi zijn kop door Vaders benen door. Meneer Buselmeier ziet hem en wordt boos. Hij zet ze het huis uit. Aan het einde van de maand moeten ze vertrokken zijn.
Kapitel 15
Het lukt ze maar niet om een huis te vinden waarin ze samen met Rudi mogen wonen.
Als de Ikpersoon, Zuppi en Betti een keer samen met Rudi naar de dierentuin gaan, dan vinden de bezoekers Rudi interessanter dan de dieren die achter tralies zitten.
Dan gaan ze met Rudi naar de Elbe. Ze gaan eerst met de bus en dan met de metro (U en S bahn) .
Rudi valt een beetje af. Ook zijn ze erachter gekomen dat Rudi een hele goede neus heeft. En spelen daarmee een spelletje.
Kapitel 16
Vader vindt een huis in de krant. Het is bij een sportplaats. Als ze de voetbalvelden onderhouden mogen ze kosteloos inwonen. Vader krijgt de baan. Maar als ze Rudi erbij willen moet hij wel iets bijzonders kunnen doen. Ze hebben een maand de tijd om hem iets te leren.
Ze vinden het allemaal geweldig om op het voetbalveld te wonen. Ze kunnen zoveel voetballen als ze willen. Vader moet de lijnen bijwerken en het gras maaien. Maar hij blijft aan de Hiërogliefen denken.
Zuppi probeert Rudi te leren hoe hij op zijn achterpoten moet staan maar dat lukt niet. Hij kan wel op zijn achterwerk zitten.
Dan probeert Zuppi Rudi te leren dat hij een lepel in zijn bek houdt met een ei erop. Maar het ei valt er de hele tijd vanaf en dan eet Rudi het ei op. Het lukt dus maar niet om Rudi iets bijzonders te leren.
Kapitel 17
Als Rudi een keer mee mag kijken naar een wedstrijd vanaf de zijlijn. Als de elftal van de vereniging op het doel afstormen rent Rudi mee. Het wordt een hele grappige wedstrijd en het team van de vereniging wint met een grote voorsprong.
Rudi wordt de mascotte van de vereniging, zo heeft hij toch nog een reden om in het huis bij het voetbalveld te mogen wonen.
Hij neemt zijn taak serieus op. Hij is bij de wedstrijden en bij de training aanwezig. Als bij de training ballen doorschieten houdt hij ze tegen en als een speler te langzaam is met de bal dan rent Rudi erop af en pakt de bal af door er met zijn neus tegen aan te tikken. Soms liep hij ook mee met de warming-up. Dan proberen de spelers hem natuurlijk bij te houden. Maar dat is niet zo makkelijk.
Er komt zelfs een verhaal over Rudi in de krant. Daardoor komen steeds meer mensen naar de wedstrijden kijken. Ze hebben ook een slachtzin gemaakt; “Rudi vor, noch ein Tor!”. Als Rudi dat hoort dan wilt hij heel graag ingrijpen bij de wedstrijd. Maar dat mag natuurlijk niet en daarom zit hij aan een ketting vast tijdens de wedstrijd.
Op een dag wilt de scheidsrechter een gele kaart aan een verenigingsspeler geven. Rudi neemt ondertussen de bal in zijn bek en rent naar het doel. Hij bijt per ongeluk de bal stuk.
Hij moet van het veld af en mag 3 wedstrijden niet meer erbij zijn.
Kapitel 18
Vanaf die dag heeft Rudi een hekel aan scheidsrechters. Hij is voor 3 wedstrijden geschorst. Alledrie de wedstrijden verliest de club.
Bij de volgende wedstrijd zit Rudi weer langs de kant. Als de lijnrechter dan een verkeerde beslissing neemt, trekt Rudi aan zijn broek. Bij de volgende fout die de lijnrechter maakt, trekt Rudi weer aan zijn broek, net iets te hard want hij trekt hem in tweeën. De wedstrijd wordt afgefloten. Er ontstaat een grote ruzie op het veld. De politie wordt erbij gehaald. En Rudi’s loopbaan als mascotte is over.
Kapitel 19
Het verhaal over Rudi komt in de krant. Het is een beetje aangedikt zodat het niet meer klopt.
Rudi moet nu een nieuwe reden hebben om op het voetbalveld te blijven wonen. Ze krijgen weer een maand de tijd om dat te bedenken.
Moeder heeft ook nog eens problemen in de klas. Een jongetje (Harald) heeft een blauwe plek, die de moeder (lerares van het jongetje, en dus de moeder van de ikpersoon) heeft gemaakt, laten zien aan zijn vader. Hij had er bij gezegd dat zijn juffrouw (moeder dus) die plek had gemaakt. Zijn vader is naar de rector gegaan en daardoor zit moeder nu dus in de problemen. Ze maakt ruzie met de vader van Harald en met de conrector.
’s Avonds gaan ze met z’n allen bespreken wat ze nou met Rudi moeten doen. Betti komt met het idee om hem met een renwedstrijd voor varkenen mee te laten doen. Want als Rudi moet trainen hoeft hij niet van het veld afgehaald te worden.
Kapitel 20
De volgende zondag rijden ze naar Otterndorf. Daar zullen de varkenrennen worden gehouden. Er zijn ook veel boeren heen gekomen. Het is er erg druk.
Rudi wordt helemaal gek als hij alle andere varkenen ziet.
De baan bestaat uit twee renbanen. Aan het begin van elke renbaan staat een box waarin de varkens moeten wachten op het startsein.
Zuppi weet zeker dat Rudi wint. Maar vader weet het nog niet. Hij vindt trouwens de toegangsprijs (10 Mark per persoon) en het inschrijfgeld (50 Mark) heel veel geld.
Moeder probeert hem over te halen. Ze probeert zijn pijp uit zijn mond te halen. Om de “vredespijp” te roken. Maar Vader wilt dat niet. Dan komt Zuppi met het idee om het geld van haar zakgeld af te trekken. Maar dat had ze beter niet kunnen zeggen. Vader en Moeder beginnen namelijk meteen over de 100 Mark die ze nog schuld staat van het terugkopen van Rudi van het slachthuis.
Dan haalt Betti Vader over om het toch maar te betalen.
Ze maken het plan dat Ik-persoon bij de startbox Rudi aanmoedigt om te gaan lopen. Zuppi zal dan in het midden van de renbaan op de tribune gaan zitten, en Vader, Moeder en Betti zullen in de buurt van de finish gaan staan.
Rudi moet tegen Gullenborsti lopen. De eigenaar daar van heet Moritz en is 8 jaar. Als ze bij de startboxen zijn, zijn Gullenborst en Rudi aan elkaar aan het snuffelen.
Dan moeten ze starten. Als de kleppen van de boxen opengaan, en ze moeten gaan rennen, doen ze dat niet. Ze gaan elkaar gewoon rustig besnuffelen en ook besnuffelen ze de grond. Rudi ontdekt Zuppi. Hij voelt zich erg trots dat hij tussen al die mensen Zuppi ziet zitten. Als Rudi en Gullenborsti bij de finishlijn aankomen, Gaan ze verder met elkaar te besnuffelen. Het publiek heeft er natuurlijk de grootste lol om. Uiteindelijk komen ze over de finish in 7 minuten en 33 seconden. Ze krijgen allebei een troostprijs. Allebei een liter bier, en voor Moritz en Zuppi is er een grote lolly.
Kapitel 21
Er wordt gevraagd of Rudi nog een keer wilt lopen voor publieksvermaak. Betti vindt het niet zo leuk dat niemand gelooft dat Rudi heel hard kan lopen. Maar ze laten hem toch maar meedoen. De Ik-persoon gaat weer bij de start Rudi aanmoedigen. Vader, Moeder en Betti zullen op de tribune gaan zitten, en Zuppi zal bij de finish gaan staan.
Als Rudi moet gaan lopen, loopt hij eerst heel hard. Maar dan gooit iemand een worstje op zijn baan. Hij blijft staan om het op te eten. Het andere varken rent ondertussen al verder. Dan roept Vader; “Rudi vor, noch ein Tor!” En Rudi begint weer te lopen. Hij wint met een snuitlengte voorsprong. Hij wint 3 knakworstjes en Zuppi krijgt 30 Mark.
De vader van Moritz wilt Rudi kopen voor 1000 Mark. Vader ziet dat wel zitten, maar de rest van het gezin niet. Dus Rudi wordt niet verkocht.
Kapitel 22
Volgende zondag gaan ze weer naar een varkensrennen. Deze keer in Molln. Boer Hinrichsen en zijn zonen Malte en Moritz zijn er ook. Ze zijn van plan om Gullinborsti achter de finish te zetten. Dan zal Rudi wel hard lopen om bij Gulllinborsti te komen.
Rudi moet 6 keer lopen en hij heeft alle 6 de wedstrijden gewonnen.
Gullinborsti moet tegen een heel goed renvarken. Hij heeft er geen zin in en loopt op zijn dooie gemakje over de finish heen.
Moritz kan heel goed het knorren van een varken nadoen.
Het blijkt dat een bayerische (Bisam) varken soort heel goed kon lopen, maar nu waarschijnlijk is uitgestorven. Misschien leven er nog een paar in Bayern (Bisam) zelf. Dan komt het idee dat Malte en Ik-persoon een fietstocht gaan maken in de zomer door Bayern heen.
Zuppi krijgt 150 Mark en een oorkonde. Wat heel handig was, want dan konden ze bewijzen dat Rudi met een nuttige bezigheid bezig was. En dan kon hij op de sportplaats blijven wonen.
Kapitel 23
Ze zijn bezig met Rudi trainen zodat hij hard gaat lopen. Elke keer als ze getraind hebben, moet Vader ervoor zorgen dat de sporen van Rudi van het veld verdwijnen. Hij verzint ook nog een training voor Rudi. Het zogenaamde “Tor-lauf” (Door loop). Dan leert Rudi om niet voor de finishlijn af te remmen.
Met Moeder gaat het niet goed op school. Ze heeft nog steeds problemen met Harald. Het liefste wilt ze even voor 3 jaar stoppen met werken. Maar dat kan niet, want dan hebben ze nog maar heel weinig inkomen.
Moeder moet naar een gesprek. Daar hangt van af of ze schuldig wordt bevonden aan kindermishandeling of niet. Iedereen wilt haar brengen. En Zuppi wilt ook dat Rudi meegaat. Want Rudi is een “Gluckschwein”. (geluksvarken)
Als de Vader van Harald Rudi ziet, begint hij over zijn slachterij te vertellen.
Als Moeder het gesprek heeft, gaat de rest van het gezin naar het café. Maar daar willen ze niet dat er een varken naar binnenkomt, maar ze zeggen dat honden er ook in morgen en dat Rudi die morgen gedoucht was en er toch schoon uit ziet en rustig is. Dan mogen ze er toch in. Als Moeder terugkomt is er niks aan de hand. De Vader van Harald vindt het niet leuk als anderen aan Harald zitten. Maar als de vader van Harald het zelf doet is het niet erg.
Kapitel 24
Drie weken bereiden ze Rudi voor op de belangrijkste loop; “das Blaue Band von Egesdorf”.
Ook is daar Klaboutermann (Zijn baas is Herr Nieß). Een agressief varken.
In totaal heeft Rudi tot nu toe 500 Mark verdiend met zijn rennen. Zuppi wilt daar een aanhanger van kopen voor Rudi, want in de auto kan hij niet staan. En als hij ligt slapen zijn benen in zodat hij voor elke loop weer langzaam moet inlopen.
In de auto zijn Moeder en Vader aan het ruziën over waarnaar dat Rudi stinkt (hooi, mest of stro).
Bij Egendorf is het enorm druk. Zelfs mensen uit Denemarken en Nederland waren gekomen.
Rudi is heel levendig daar. Hij is de enige die los rond mag lopen omdat hij toch de autoweg niet oploopt. De rest zit in een box of is aangelijnd. Als ze Klaboutermann zien rennen, zien ze dat hij echt heel hard kan lopen. Als Rudi in de voorrondes gaat lopen, merken ze dat hij in goede vorm is. Hij loopt zelfs sneller dan Klaboutermann!
Dan komt de baas van hem even vervelend doen bij het gezin. Hij erg onsympathiek. Het gezin mag hem dan ook niet zo.
Kapitel 25
De 2de loop van Rudi wordt aangekondigd. Maar als Moeder hem fluit komt hij niet. Als ze hem zoeken, kunnen ze hem niet vinden. Ze laten Gullinborsti zoeken. Hij vindt Rudi. Maar hij is dronken. Iemand had hem advocaat gegeven. Op dat moment loopt Herr Nieß langs. Het blijkt dat hij hem een alcoholisch drankje heeft gegeven. Moeder komt met het idee om hem een kopje koffie te geven. Hij wordt alweer wat meer nuchter als hij het heeft gedronken. Maar hij loopt nog steeds niet goed. De mensen op de tribune lachen hem uit. En de omroeper maakt flauwe grappen. Rudi komt als laatste over de finish met een slechte tijd.
Kapitel 26
Als Klabouterman weer moet lopen wordt hij afgeleid door een varken aan de kant. Hij rent met volle vaart in het net dat zijn baan van de andere banen scheid.
Het blijkt dat het Moritz was die knorde. En door dat Klaboutermann deze loop zo slecht liep, hoort Rudi nog steeds bij de drie varkenen met de beste tussentijden.
Kapitel 27
Rudi wordt in koud water gewassen zodat hij een beetje wakker wordt. Rudi moet in de finales meteen tegen Klaboutermann. Herr Nieß maakt er nog een paar gemene opmerkingen bij. In het begin loop Klaboutermann erg voor. Maar als het publiek “Rudi vor, noch ein Tor” begint te roepen, komt Rudi weer terug. Vlak voor de finish loopt hij nog gelijk met Klaboutermann. Ongeveer 2 meter voor de finish, slaat Rudi over de kop en wint zo van Klaboutermann. Rudi krijgt de blauwe band van Egesdorff..
Fotograven en camera mensen komen om foto’s en beelden te maken van Rudi en het gezin.
Kapitel 28
In het huisje op de sportplaats is het heel gezellig. Met Moeder gaat het veel beter nu. Ze komt nog wel uitgeput thuis, maar Harald doet niet meer zo moeilijk. Hij wil moeder helpen om de orde in de klas te houden. Maar dat doet hij niet op z’n goede manier. Hij geeft ze namelijk kopstoten als ze niet luisteren. Dan worden ze natuurlijk niet rustiger maar drukker.
Als Harald een keer bij het gezin thuiskomt, zit hij aan de keukentafel. Hij zegt geen enkel woord, maar stoot wel drie keer zijn beker met chocolade melk om.
Harald wilt graag Rudi zien. Hij vertelt dat hij geen varkensvlees wilt eten en geen slager wilt worden. Maar zijn vader wilt dat hij de slagerij later overneemt.
Er bestaat een kans dat het gezin een keer naar Egypte zal gaan verhuizen. Er worden namelijk opgravingen gedaan in Egypte. Ze komen uit de 30ste Dynastie. En daar heeft Vader zich in gespecialiseerd. Maar de kinderen willen helemaal niet naar Egypte omdat Rudi dan niet meekan.
Sinds Rudi die loop heeft gewonnen, doet hij heel raar. Hij laat de hele tijd zijn oren en zijn kop hangen. Hij had nog wel een scheidsrechter opgejaagd, maar verder is hij niet meer dezelfde Rudi als eerst. Hij eet ook niet meer en wordt heel dun. Er is geen twijfel mogelijk. Rudi is ziek. Vader denkt dat Rudi de varkenspest heeft. Moeder denkt dat hij Gullinborsti mist en Zuppi denkt dat het aan het eten ligt. Hij eet immers altijd de restjes. Daarom maakt Vader voor een keer aardappel puree voor hem. Maar Rudi wilt het niet eten. Dan wordt de dierenarts erbij gehaald. Maar die zegt dat Rudi kerngezond is. Maar hij zegt ook dat Rudi andere varkenen om zich heen nodig heeft.
Ze besluiten om Rudi naar Moritz en Malte te brengen. Zuppi vindt het eerst niet zo’n leuk idee. Maar als Moeder zegt dat ze hem elk weekend zullen opzoeken en dat Zuppi dan ook met Moritz kan spelen, is ze het er wel mee eens.
Kapitel 29
Zodra Rudi Gullinborsti weer ziet, zijn ze allebei dolblij. Ze beginnen allebei te rennen over het land. Het blijkt dat het met Gullinborsti ook niet zo goed ging.
Iedereen heeft het heel gezellig bij Moritz, Malte en Friedrike (de oudere zus).
Ieder weekend gaan ze met z’n allen Rudi en Gullinborsti bezoeken. Het gaat heel goed met ze. Ze hebben allebei al snel weer hetzelfde gewicht als eerst.
Dan krijgt Gullinborsti acht kleintjes. Het is zeker dat Rudi de vader is. Het zijn namelijk allemaal goede lopers.
Overige Info
Ik persoon: op het einde van het verhaal: 14 jaar
Zuppie: op het einde van het verhaal: 7 jaar
Betti: op het einde van het verhaal: 13 jaar.
Her Buselmeier: Is de eerste huisbaas van de familie en heeft een hond (een Bullterriër)
Boer Werner: Neemt rudi niet aan (als ze Rudi willen onderbrengen) omdat hij een legbatterij heeft maar hij kent wel een boer waar het eventueel wel kan. Boer Voß.
Boer voß: Daar is Rudi ondergebracht, en sterft in de zomervakantie waardoor Rudi wordt gekocht door een (vet)mestbedrijf.
Boer Hinrichsen: De eigenaar van Gullinborsti en heeft twee zonen, Moritz en Malte, en nog een dochter, Friedrike.
Uitspraken:
“Ich glaube, mein schwein pfieft” (toen er werd ingebroken, daarna werd deze uitspraak in de hele familie gebruikt).
“Rudi vor, nog ein Tor” (om Rudi aan te moedigen bij wedstrijden)
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
De eeste hoofdstukken zijn beter dan de anderen, ze zijn wat afgeraffeld. Verder een heel mooi verslag! Kan hem goed gebruiken voor mijn toets!
14 jaar geleden
Antwoorden