Samenvatting
De schrijver, Erich Kästner, vertelt over zijn oom Franz, hij vertelt het verhaal vanuit de ik-persoon.
De ouders van Erich zijn Emiel Kästner en Ida Augustin. Zijn oom Franz is van zijn moeders kant. Vroeger woonde Ida op een boerderij, haar broers Robert, Franz en Paul handelden al jong in konijnen. Later wilden haar broers paardenhandelaren worden, maar ze hadden nog niet genoeg geld dus werden ze slager. Later, toen ze genoeg geld hadden, kochten ze allebei een paard en gingen handelen in paarden. Oom Paul werd hofleverancier, oom Franz handelde in werkpaarden. Oom Franz’ vrouw, tante Lina, deed de administratie en regelde geldzaken. Oom Franz was een onvriendelijke, norse man, maar Erich was toch het liefst bij hem. Oom Franz werd miljonair, en hij kocht een villa. Erich mocht soms mee om geld naar de bank te brengen. Het gezin van Erich ging soms bij tante Lina eten als oom Franz weg was. Maar als hij bijna thuis kon komen, was tante Lina bang, want oom Franz behandelde tante Lina, het dienstmeisje en zijn dochter als slaven. In 1920 verloor oom Franz zijn geld, maar daarna werd hij toch weer rijk. Hij stierf als een rijk man.
Mening
Ik vond het boek aardig makkelijk om te lezen, want Duitse woorden lijken vaak best veel op Nederlandse worden, dus kan je ze gemakkelijk raden. Het is ook wel handig dat de zinsvolgorde in Duits zo’n beetje hetzelfde is als in Nederlands. De woorden waren sowieso niet zo moeilijk want het was een simpel boekje.
Het verhaal was wel leuk om te lezen, vooral omdat ik nieuwsgierig was waar het over ging. Maar het was niet echt bijster interessant, ik zou het niet meteen aanraden aan een ander.
Keuzeopdracht
Opdracht 3
1. De hoofdpersoon is oom Franz.
Hij heeft een handelsinstinct, dat kun je opmaken uit dat hij toen hij jong was in konijnen handelde en later, toen hij volwassen was, paardenhandelaar werd.
Hij was geen vriendelijke man, hij maakte bijna geen tijd vrij voor zijn familie en andere mensen. Hij kwam alleen naar de begravenis van zijn vader. Hij gebruikte zijn vrouw, dochter en dienstmeisje als ‘slaven’, dat kun je lezen in deze zin: ‘Sie bedienten ihn, wie Sklavinnen ihren Sultan.’
Hij was ook ongelooflijk rijk, hij was zelfs miljonair geworden door de handel; ‘Und so wurde Onkel Franz Millionär’
Hij heeft een stevig postuur, dat kun je zien op de kaft.
2. Deze passage zou ik voorlezen: ‘Onkel Franz trank viel Schnaps und wurde nicht betrunken. Andere waren schon nach vier Schnäpsen betrunken. Und Tante Lina trank nichts. Sie kassierte. Hundert-, Fünfhundert- und Tausendmarkscheine. Die Brieftaschen der Kunden wurden immer magerer. Und Tante Lina brachte das Geld ins Hinterhaus, ins Comptoir, in den Panzerschrank. Und so wurde Onkel Franz Millionär.’ Ik kies dit stukje omdat ik het grappig vond toen ik het las. Want oom Franz werd dus niet alleen rijk van de paardenhandel, maar ook omdat die mensen zo dom waren om veel te drinken.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden