Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Die verschwundene Miniatur door Erich Kästner

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Die verschwundene Miniatur
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 6109 woorden
  • 20 november 2006
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
33 keer beoordeeld

Boekcover Die verschwundene Miniatur
Shadow
Die verschwundene Miniatur door Erich Kästner
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gegevens over het boek: Titel van het boek: Die Verschwundene Miniatur
Naam van de schrijver: Erich Kästner
Naam van de uitgever: Deutscher Taschenbuch Verlag
Aantal bladzijden: 262
Druk: 1935 was eerste druk in Zürich, deze was in 1990 Titelverklaring: De titel is: Die Verschwundene Miniatur. De titel slaat op een schilderij (miniatuur) die verdwenen is. De miniatuur zou van Kopenhagen naar Berlijn worden gebracht door de secretaresse van een groot bedrijf. Ze reist samen met een man en onderweg in de trein wordt de miniatuur door een dievenbende gestolen Het hele boek draait dus eigenlijk om deze miniatuur en er gebeuren dan ook veel dingen mee, die ik straks verder ga uitleggen in de samenvatting. Samenvatting: Het verhaal gaat over Oskar Külz, die in Berlijn woont en slager is van beroep. Zijn hele familie heeft een slagerij in Berlijn. Oskar krijgt op een gegeven moment genoeg van het dagelijkse slager leven en gaat er vandoor. Hij zegt dat hij een oude vriend van hem wil opzoeken (wat niet zo is) en dan pakt hij wat geld en reist naar Kopenhagen met de trein. Daar zit hij in hotel d’Angleterre en leert daar een vrouw, Irene Trübner genaamd, kennen. Zij komt ook uit Berlijn en koopt altijd vlees bij de slagerij van zijn zoon Otto. Ze zitten in het restaurant wat te eten en wat ze nog niet weten is dat ze ondertussen gespioneerd worden door Storm en Philipp. Ook kwam er een man bij het hotel en vraagt aan de portier of Irene Trübner daar logeert en dan loopt hij weer weg. Oskar Külz loopt naar de kiosk om een kaartje en een krant te kopen. Daar ontmoet hij Storm, die hem even helpt met het verschil tussen Duits en Denemarks geld. Oskar schrijft een kaartje naar huis, alleen vergeet hij het kaartje als hij het hotel samen met Irene verlaat. Ze lezen in de krant dat er voor miljoenen aan kunst is gestolen. Terwijl Irene en Oskar verder lopen worden ze gevolgd door Philip, Storm en Karsten, die er bij is gekomen. Ook volgt nog een andere man ze. Irene vertelt dat ze privé-secretarisse is bij Steinhövel, een rijke kunstverzamelaar in Berlijn. Ze vertelt dat Steinhövel in Kopenhagen een miniatuur heeft gekocht van 600.000 kronen. Deze moet Irene naar Berlijn brengen, omdat Steinhövel naar Brussel gaat om een ander schilderij te kopen. Ook vindt hij de miniatuur bij Irene veiliger is, omdat hij bekend is en Irene niet zo. Irene heeft een plan, omdat ze denkt dat het dure schilderij misschien gestolen zou worden. Ze vraagt of Külz haar daarbij wilt helpen. Ze reizen morgen dan weer terug naar Berlijn en ze geeft dan heel snel en onopgemerkt de miniatuur aan Külz op het station in Kopenhagen. Als haar koffer dan gestolen wordt, is er niets aan de hand. Irene en Külz zouden dan niet bij elkaar gaan zitten, omdat ze dan teveel opvallen. Dat spreken ze af en ze gaan nu uit elkaar, zodat ze niet teveel zouden opvallen en ze zouden elkaar morgen dan weer op het station treffen. Külz ontmoet, nadat Irene weg is, Storm weer. Storm vertelt dat hij morgen ook naar Berlijn gaat en ze besluiten om samen te reizen, want anders moet Külz alleen reizen. Irene wordt gevolgd door Phillip en Karsten. Ook een grote man volgt Irene en spreekt haar later aan. Ze kent de hele man niet, maar hij stelt zich voor als Rudi Struve en hij zegt dat hij dacht, dat zij zijn nichtje Irene was. Külz en Storm besluiten om wat te gaan drinken in een café. Storm wil Külz dronken voeren, maar dat lukt hem niet. In plaats daarvan wordt Storm zelf dronken, zodat hij niet meer kan lopen. Külz brengt Storm daarom met de taxi naar het pension waar hij verblijft. Het pension is eigenlijk het hoofdkwartier van de bende die achter de miniatuur zit. Een oude man met een witte baard en een donkere bril doet de deur open en Külz levert Storm af. Dan is het zover, Irene geeft Külz heel snel het pakje op het station en loopt dan meteen weer verder. Dit hebben een aantal bendeleden, die ook op het station staan, gezien. Dan komt Storm eraan lopen en ze gaan naar de trein. Külz wil bij wat oude dames in een coupé zitten, maar Storm wil daar niet zitten, dus lopen ze verder en gaan bij andere mannen zitten (dit zijn eigenlijk de andere bendeleden, alleen weet Külz dit niet). Irene wordt ook gevolgd, maar dan door Rudi Struve. Hij komt bij Irene in de coupé zitten. Nadat ze al een poos in de trein zitten wil Rudi even lopen en als hij terugkomt, vraagt Irene waarom hij een brief in zijn hoed heeft. Hij leest het voor zichzelf en zegt tegen Irene dat het niks is. Er staat op: Wie zich met gevaar bezig houdt, komt erin om. Dit is afkomstig van de bendeleden en zij denken dat Rudi een concurrent is, die ook op de miniatuur jaagt. Op een gegeven moment is er een tweede douanecontrole in de trein, waarbij ook Külz’ koffer wordt doorzocht. Daarna gaat Külz wat eten in het restaurant en ziet hij Irene zitten. Hij vertelt over de tweede douanecontrole, maar Irene en Rudi weten nergens van. Dan komt hij erachter dat hij is beroofd van de miniatuur. Irene vertelt hem dan, dat de miniatuur eigenlijk vals is. Irene heeft er namelijk rekening mee gehouden, dat ze beiden goed in de gaten zouden worden gehouden, dus ook op het station. Ze dacht dat de dieven daarom de overgave wel zouden zien en dat Külz dan bestolen zou worden. Vandaar dat ze Külz de valse heeft gegeven. Omdat de mannen in Külz’ coupé heel aardig tegen hem doen heeft hij niet door dat zei hem voor de gek houden. Daarom vertelt Rudi aan Külz een sarcastisch sprookje, dat op Külz slaat, zodat hij het wel snapt. Ze overleggen dat Külz wel gewoon moet blijven doen en niet laten merken dat hij iets van de diefstal af weet, zodat de bendeleden niet iets gaan vermoeden en er misschien erge dingen met Külz en Irene gebeuren. Irene, Külz en Rudi besluiten ook om eerder uit te stappen en niet in Berlijn, zodat als ze erachter komen dat het een valse is, ze al weg zijn. Irene, Külz en Rudi stappen daarom uit in Warnemünde. Ook de bende stapt eerder uit, namelijk in Rostock en niet in Berlijn, omdat ze denken dat de politie misschien in Berlijn hun staat op te wachten en ze erachter zijn gekomen dat Külz en Irene weg zijn. Als de bende in Rostock is ontdekken ze dat het een valse miniatuur is en daarom willen ze Irene en Külz zoeken. De bende (die ongeveer uit 20 man bestaat) splits zich op en gaan naar de plaatsen, waar je eerder met die trein kunt uitstappen. Één plaats daarvan is Warnemünde. Irene heeft zin om weer een keer uit te gaan en daarom gaan ze die avond naar een danszaal toe. Irene en Rudi gaan dansen en Külz blijft gewoon op zijn plek zitten. Külz valt dan in slaap, want hij wordt moe van al die dansende mensen. Dan als Rudi en Irene terugkomen en Külz wakker wordt, zien ze het pakje met de miniatuur erin op hun tafel liggen. Ook ligt er een brief bij. Dan een paar minuten later gaat het licht uit. Het wordt er donker en iedereen begint te gillen en te duwen. Na een aantal minuten gaat het licht weer aan. Dan ziet Irene dat haar tas open is en dat de miniatuur weg is. Niet alleen de miniatuur is weg ook Rudi Struve is verdwenen. Irene en Oskar Külz denken dat hij ontvoert is door de bende. Deze bende is namelijk ook verantwoordelijk voor de kunstroof van 2 miljoen kronen in Denemarken, dat in de krant heeft gestaan. Irene zegt tegen Külz dat hij die neppe miniatuur mag hebben als aandenken. De bende gaat terug naar zijn hotel in Rostock en daar staan ze versteld dat niemand de miniatuur heeft. Karsten dacht dat Storm hem had meegenomen, Storm dacht weer dat Philipp hem had meegenomen en zo ging dat verder. Een paar uur later ontvangt de bende een brief van Rudi Struve waarin staat dat hij de miniatuur heeft. Irene belt ondertussen haar baas om te vertellen dat de miniatuur is gestolen en haar baas, Steinhövel, looft een beloning uit van 10.000 mark voor degene, die de miniatuur bij hem terug brent. Irene en Külz gaan naar het politiebureau en vertellen het hele verhaal van Kopenhagen. Omdat de politie het verdacht vindt dat een wildvreemde man (Rudi) Irene aanspreekt en sindsdien haar de hele tijd heeft gevolgd vanaf Kopenhagen en nu opeens verdwenen is, besluit de inspecteur om Rudi te arresteren. Irene en Külz kunnen het haast niet geloven, want het is zo’n aardige man, die hun eigenlijk alleen heel goed heeft geholpen. Rudi Struve wordt dan gearresteerd in zijn woning in Berlijn. Dit kan, doordat hij Irene en Külz zijn adres had verteld om dus eigenlijk vertrouwen te wekken. De man ontkent alles wat de politie hem vraagt en Irene en Rudi krijgen hem een paar dagen later ook te zien. Dan schieten ze zwaar in de lach, want het is niet de persoon die met hen in de trein heeft gezeten. Het blijkt dat iemand, gewoon Rudi’s naam heeft gebruikt als schuilnaam. De politie heeft dus de verkeerde gearresteerd. Ondertussen achtervolgen de bendeleden in een grote bus (ze doen net alsof ze een kaartclub zijn, die kampioen is geworden, zodat ze niet verdacht zijn voor de politie) de neppe Rudi Struve, omdat ze die miniatuur willen hebben. Irene en Külz reizen die zelfde dag nog naar Berlijn, omdat Külz weer terug gaat naar zijn gezin en Irene naar haar baas. Emilie, de vrouw van Külz is erg blij om hem weer te zien. Ondertussen gaat de neppe Rudi Struve naar zijn huis, zonder dat hij merkt dat de bendeleden hem volgen. De zogenaamde Rudi Struve heet eigenlijk Joachim Seiler. Even later komen drie mannen aan zijn deur en zeggen dat ze van de politie zijn en zijn huis willen doorzoeken. Dan komen er opeens nog een stuk of 16 mensen te voorschijn en stormen zijn kamer in. Ze zien de miniatuur op tafel liggen en stormen er met z’n allen op af. Op dat moment loopt Joachim stiekem weg en sluit ze op. Hij belt ook meteen de politie, loopt naar onder en geeft aan de portier van het appartementencomplex de sleutel van zijn huis en zegt dat hij deze aan de politie moet geven. Joachim gaat in een café tegenover zijn huis zitten en daar ziet hij Rudi Struve, zijn goede vriend. Dan komt de politie en arresteert de bendeleden die in het huis aanwezig zijn. Als Joachim in het café zit ziet hij opeens de bendeleider (de man met de witte baard, die hij er af heeft gehaald om niet herkend te worden, en de bril) in de taxi zitten en deze staat te wachten voor een meubelwagen die aan het inladen is dus Joachim geeft Rudi Struve de opdracht om hem te volgen. Dat doet hij, omdat Joachim hem daarna zal zeggen wie zijn naam heeft gebruikt, want daar is hij erg boos over. Irene, Steinhövel en Külz krijgen een telefoontje van de politie met de mededeling, dat de miniatuur samen met de bende is gevonden. Ondertussen dat Rudi achter de bendeleider aanzit gaat Joachim Seiler naar de slagerij van Külz, alleen Külz is er niet dus mag Joachim even achter op hem wachten. Op het politiebureau blijkt dat de miniatuur die ze hebben gevonden de valse/namaak is. Dus de echte, waarvan iedereen denkt dat het de neppe is, zou dus bij Külz aan de wand moeten hangen, omdat hij die heeft gekregen als aandenken. Külz belt zijn vrouw op en zegt dat er zo wat politiemensen langs zullen komen om het schilderij op te halen en dan kijkt zijn vrouw even in de kamer waar de miniatuur hangt en dan blijkt deze opeens te zijn verdwenen. Niet alleen de miniatuur is weg, ook Joachim Seiler is weg. Dan wordt bij de politie een brief bezorgt waarin staat dat ze naar Beuststrasse 12a moeten komen. Ondertussen gaat de achtervolging verder en dan stopt plotseling de taxi bij het warenhuis en rent de bendeleider naar binnen. Ook is ondertussen de politie gearriveerd en die omsingelt het warenhuis. De politie weet hiervan, doordat Rudi Struve tijdens zijn taxirit briefjes naar de verkeerspolitie gooide, waarop stond dat in de voorste taxi, de bendeleider van de diefstal van de miniatuur zat. In het warenhuis ziet een klein meisje dat de ogen van een etalagepop bewegen en begint dan te roepen. De bendeleider wordt dan even later gearresteerd. Als Irene Steinhövel en Külz bij het adres aankomen staan ze midden voor de verzekeringsmaatschappij van meneer Steinhövel. Daar krijgt hij te horen dat de echte miniatuur sinds een half uur daar is en wordt het schilderij weer aan Steinhövel overhandigt. De onderdirecteur wordt er ook bijgeroepen en tot ieders grote verbazing blijkt dit Joachim Seiler te zijn. Niemand snapt er meer wat van en dan legt hij het uit. Joachim heeft toen het licht in de danszaal uitging, de echte miniatuur uit de tas van Irene gehaald, omdat anders de bende hem zou stelen. Hij heeft de echte verwisseld met de neppe miniatuur die de bende bij Kulz, al voor dat het licht uitging, op tafel had gelegd. Toen ging Joachim ervandoor en de bendeleden zouden dan denken dat hij de originele miniatuur heeft gestolen. Daardoor zouden de bendeleden niet meer geïnteresseerd zijn in Irene en Külz en kon er dus niks meer met de echte miniatuur gebeuren. Joachim wist dat de bendeleden hem dan zouden volgen en ging daarom heel rustig naar zijn woning, zodat de bendeleden dit konden zien. Toen heeft hij de miniatuur (dit was de neppe) op zijn tafel in de woonkamer gelegd en naar een paar minuten hoorde hij al de bel. Hij heeft de bendeleden toen bij toeval, doordat ze allemaal de kamer in stormden en niet op hem lette, op kunnen sluiten door de deur op slot te draaien. Ook heeft hij de politie geïnformeerd. Joachim is in het café er tegenover gaan zitten, zodat hij alles goed kon bekijken. Hij zag toen de bendeleider nog en dacht dat de bendeleider, Klotz genaamd, Külz iets wilde aandoen, omdat Klotz de arrestatie ook heeft gezien en boos zou zijn. Daarom ging Joachim naar Külz toe, omdat Külz niks mocht overkomen en als de miniatuur daar zou zijn, dan moest dat in veiligheid worden gebracht. Toen zag hij de miniatuur inderdaad daar hangen en heeft hem meegenomen. Hij wilde eigenlijk dus dat namens de verzekering de miniatuur veilig vanuit Kopenhagen in Berlijn zou aankomen, omdat de verzekering anders 500.000 mark moest betalen voor de gestolen miniatuur, want voor dat bedrag is het schilderij verzekerd. Steinhövel had een beloning uitgeloofd voor degene die de miniatuur weer bij hem zou terugbrengen en dat heeft Joachim eigenlijk gedaan, dus hij ontvangt de 10.000 mark. Ook wordt Joachim benoemd tot directeur, omdat hij de miniatuur weer terug heeft gebracht, hij de bende heeft gevangen en omdat de verzekeringsmaatschappij geen 500.000 mark kwijt is aan de verzekering van de miniatuur. Nou krijgt Külz wel de neppe miniatuur als aandenken en wordt ook aan Rudi Struve het hele verhaal uitgelegd en dan kan hij niet boos zijn op zijn vriend Joachim, die zijn naam heeft gebruikt.
Primärbetrachtungen 1. Die Handlung Ik vind eigenlijk dat er twee hoogtepunten in het boek zijn. Ten eerste vind ik het hoogtepunt wel, dat in de danszaal de neppe miniatuur weer op Irenes, Külz’ en Rudi’s tafel ligt en dat daarna het licht uitgaat. Als het licht dan weer aangaat is de miniatuur verdwenen en ook is Joachim Seiler (die zich voordeed als Rudi Struve) weg. Ik vind dit erg spannend en zoiets verwacht je ook niet. Ook is het zo dat je wilt weten waar Joachim eigenlijk is en waar de miniatuur nu is. Dit geeft een hele spanning en dan ook vooral als je evenlater leest dat Rudi Struve de miniatuur heeft, omdat je alleen in het begin van het boek verwacht dat hij ook een dief is, maar tijdens de treinreis verandert juist dit beeld. Wat ik ook echt een hoogtepunt vind, is het einde wanneer Joachim zijn hele verhaal vanaf de danszaal uitlegd, omdat je als lezer even de kluts kwijt bent en het dan weer snapt. Je zit namelijk met zoveel vragen, van waar is de miniatuur?, hoe zit het met Joachim? Is hij nou wel of geen dief? Wat doet Joachim bij de verzekering en nog veel meer van dat soort vragen. Het wordt dan duidelijk dat hij de miniatuur heeft gestolen en de echte heeft verwisseld met de neppe, die bij Külz op tafel lag. Hierdoor zou de bende denken dat hij de echte miniatuur heeft en zouden ze hem volgen. Ik vind dit verhaal heel erg mooi, omdat het gewoon al grappig is dat hij de echte daar laat liggen en Külz deze later gewoon aan de muur heeft hangen, zonder het eigenlijk te weten. Niemand wist het eigenlijk en iedereen zat verkeerd te denken, want de politie dacht dat Rudi Struve (Joachim dus die zich zo noemde) de dader was en een heel verkeerde man heeft opgepakt. Irene en Külz dachten dat de bende de miniatuur had en dat was ook niet zo. Ik vind dat allemaal wel grappig om te lezen en hier wordt alles ook duidelijk en is het ook heel spannend. Het thema van het boek is diefstal, omdat het hele boek over de miniatuur gaat, die gestolen gaat worden door bendes, omdat die zoveel geld waard is. De bende steelt gelukkig niet de echte miniatuur, maar de vervalsing ervan. Joachim steelt in de danszaal als het donker wordt wel de echte miniatuur, maar verwisselt hem dan met de neppe die op de tafel bij Külz ligt, zodat de bende denkt dat hij de echte heeft gestolen. De bende gaat dan achter Joachim aan, omdat ze die miniatuur willen hebben, dus willen stelen. 2. Die Personen - Oskar Külz, hij is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij woont in Berlijn en heeft daar ook een slagerij samen met zijn vrouw Emilie in de Yorckstrasse. Oskar heeft een baard, een snor en is een beetje dik. Zijn hele familie is bijna slager. Hij heeft 3 zonen, namelijk Hugo, Arno en Otto. Hij heeft ook 2 dochters, namelijk Hedwig, die is getrouwd met Georg en een kind Fritz hebben en zijn oudste dochter is getrouwd met Erwin. Ook heeft hij een broer, die Karl heet. Oskar heeft genoeg van het dagelijkse slagerleven en gaat daarom weg. Oskar Külz is betrouwbaar, want Irene vertrouwt hem de miniatuur toe en hij let er goed op. Voor hetzelfde geld was hij er mee weg gelopen, maar zo is hij niet. Hij is eerlijk, want hij vertelt veel aan Irene en liegt nergens over tegen haar. Ook is hij behulpzaam, want hij helpt Irene om de miniatuur veilig in Berlijn te krijgen. Oskar is wel dom, want hij heeft niet in de gaten, dat die mannen de bendeleden zijn en hij vindt het heel aardige mannen en snapt ook niet dat Storm hem gewoon telkens is gevolgd en dronken wilde voeren. Dat is wel grappig om te lezen. Hij maakt makkelijk contact met mensen, want als hij in het restaurant zit begint hij met Irene te praten en vanaf dat moment zijn ze steeds samen. Hij leeft ook goed met andere mee, want hij denkt toch nog wel aan zijn vrouw en wil haar dan ook een kaartje sturen om te zeggen dat alles goed gaat. - Irene Trübner, zij is ook een belangrijk persoon in het verhaal. Irene is privé-secretaresse bij haar baas Steinhövel in Berlijn. Zij moet van haar baas een miniatuur van 600.000 mark van Kopenhagen naar Berlijn brengen. Ze heeft 2 versies van het schilderij, namelijk de originele en de namaak. Irene is betrouwbaar, want ze vertelt alles eerlijk tegen Külz over de miniatuur en neem hem ook in vertrouwen. Irene is erg zelfverzekerd, want ze weet wat ze wil en laat zich niet zo snel te pakken nemen. Irene is wel erg slim, want ze houdt namelijk overal rekening mee, bijvoorbeeld dat haar wat kan overkomen en dat ze daarom op het station de miniatuur aan Külz geeft. Ze geeft hem dan wel de neppe, omdat ze wel weet dat ze gevolgd wordt en dat dus de bende wel zien dat zei de miniatuur aan Külz geeft. Daarom zullen zij denken dat Külz hem heeft en is de echte miniatuur die Irene gewoon heeft niet in gevaar. - Joachim Seiler, hij is ook een belangrijk persoon in het vehaal. Hij is onderdirecteur van de verzekeringsmaatschappij waar de miniatuur verzekerd is. Later wordt hij door zijn heldhaftige daden uitgeroepen tot directeur. Ook ontvangt hij 10.000 mark, omdat hij de miniatuur weer veilig heeft teruggebracht. Joachim, die zich eigenlijk het hele verhaal Rudi Struve heeft genoemd, heeft Irene vanaf Kopenhagen de hele tijd gevolgd. Dit heeft hij gedaan, zodat de verzekeringsmaatschappij geen 500.000 mark moest betalen als de miniatuur gestolen zou worden. Hij is Irene wel een beetje leuk gaan vinden. Joachim heeft de naam van zijn goede vriend opgegeven. Joachim woont in een appartementencomplex in Berlijn. Joachim is slim, want hij heeft veel dingen door, zoals dat de bendeleden bij Külz in de coupé zitten, hij heeft ook slim gehandeld toen het licht in de danszaal uitging en hij heeft ook goed de bende opgesloten in zijn huis. Het beeld van Joachim verandert in het verhaal, omdat je eerst denkt dat het iemand is die de miniatuur wil stelen, omdat hij de hele tijd achter Irene aanloopt en ook bij haar in de coupé gaat zitten. Dan in de trein is hij erg behulpzaam en wijst Külz erop dat die mannen hem belazeren. Daarna in de danszaal is opeens de miniatuur weg en ook Joachim en dan begin je toch te twijfelen of hij nou wel of geen dief is. Joachim is niet echt bang, want hij heeft wel met een bende te maken, maar laat ze ook zijn huis binnen. Hij is nieuwsgierig, want hij wilt veel van Irene weten en hij maakt ook makkelijk contact, want spreekt haar zo aan op straat. Hij is ook bezorgd, want als hij de bendeleider ziet dan is hij bang dat hij Külz wat wilt aandoen of de miniatuur wil stelen en daarom gaat Joachim naar de slagerij van Külz om hem te waarschuwen, maar daar blijkt Külz dan niet te zijn, maar de miniatuur wel. Joachim is toch wel een beetje gemeen, omdat hij de naam van zijn goede vriend gebruikt. - Steinhövel, hij komt niet zoveel in het verhaal voor, maar het hele verhaal gaat eigenlijk om zijn miniatuur. Steinhövel is een rijke kunstverzamelaar die in Berlijn woont. Hij heeft in Kopenhagen een miniatuur van Hans Holbein Junior gekocht en wil dat zijn secretaresse Irene deze naar Berlijn brengt, omdat hij naar Brussel gaat om een ander schilderij te kopen. Hij wil dat Irene de miniatuur van 600.000 kronen vervoert, omdat hijzelf te bekent is en Irene niet. Dat vind ik wel slim van hem. Hij houdt dus veel van kunst en het gaat hem helemaal niet om het geld. Steinhövel is erg vriendelijk, want hij is heel rustig als Irene hem opbelt en vertelt dat de miniatuur is gestolen. Irene denkt ook dat hij haar gaat ontslaan, maar dat doet hij niet. Steinhövel heeft toen wel een beloning van 10.000 mark uitgelooft voor degene, die de miniatuur weer terug kon brengen. - Kolz, hij komt ook nog best wel veel in het verhaal voor. Hij is namelijk de bendeleider van de hele bende, die ongeveer uit 20 man bestaat. In de bende zitten bijvoorbeeld, Karsten, Philipp Achtel, Storm, Klopfer, Pietsch en Kern en nog wat andere. Kolz heeft een donkere bril en een witte baard, die hij later in het verhaal afscheert om zo niet herkend te worden. Hij noemt zich ook wel Professor Horn. Kolz is gemeen, want hij wil wat dan ook die miniatuur hebben en probeert hem dan ook te stelen. In de trein stelen ze gelukkig de neppe miniatuur en de echte hebben ze nooit gehad. Kolz is een bazig persoon, want hij vertelt wat iedereen moet doen en wat hun plannen zijn. Hij is wel slim, want als ze Joachim volgen doen ze dat in een grote bus. Ze doen dan net of ze een kaartclub zijn, die kampioen zijn geworden, zodat ze niet opvallen voor de politie. Ook is hij slim om een druk warenhuis in te rennen en zich dan als een etalagepop te verkleden. Alleen jammer voor hem dat een klein meisje hem verraadt. 3. Die Zeit Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld. Alles wordt mooi achter elkaar verteld zonder terugblikken. Dat maakt het wel makkelijker om te lezen, want dan hoef je niet steeds te denken waar je nu weer in het verhaal bent. Het is wel zo, dat er veel openplekken in zitten om het verhaal spannender te maken, want dan lees je een stukje over bijvoorbeeld Irene en Külz en dan wanneer het net spannend wordt, springt het weer over op de bendeleden. Dat is eigenlijk wel leuk, omdat je dan zo snel mogelijk verder wilt lezen, omdat je wilt weten wat er allemaal gebeurt. Het verhaal speelt zich rond deze tijd af, omdat in het boek taxi’s, auto’s, treinen en kranten worden genoemd. Ook komen er warenhuizen in voor en staan er geen oude woorden van vroeger in het verhaal. Het verhaal duurt geloof ik niet zo heel lang, ik denk ongeveer 9 dagen, want je merkt dat alles best snel achter elkaar gebeurt en ook dat Külz nog niet zo lang in Kopenhagen is, wanneer hij alweer met de trein terug gaat naar Berlijn. De tijd vind ik voor het verhaal niet zo belangrijk, omdat je daar niet echt op let. Het gaat mij vooral om de spanning die erin zit. 4. Der Raum Het verhaal speelt zich in Duitsland en in Denemarken af. Alle personen in het verhaal wonen in Berlijn. Eerst speelt het in Kopenhagen af, waar Irene Oskar Külz ontmoet. Daar doen ze wat dingen en reizen dan met de trein van Kopenhagen naar Berlijn. Tijdens de treinreis gebeuren er dingen en daarom besluiten Külz, Irene en Joachim om eerder uit te stappen, namelijk in Warnemünde en de bende stapt ook eerder uit, namelijk in Rostock. De ruimte zegt niets over de gevoelens of situatie van de hoofdpersoon, want ze kunnen elke willekeurige stad nemen. Het maakt echt niet uit of er nou Berlijn of Amsterdam had gestaan, omdat dit helemaal niet belangrijk is voor het verhaal en de personen in het verhaal zich ook opeens niet anders gaan gedragen, wanneer het een andere stad is. 5. Die Erzählperspektive Je ziet alles door de ogen van verschillende personen. Er komen steeds verschillende personen aan het woord en daarom is het vertelperspectief alwetende verteller. Je ziet niet hoe één iemand zich voelt en wat hij denkt, maar je ziet meer gevoelens en gedachten. Je leest natuurlijk wel veel over Külz, maar je ziet alles door verschillende ogen en daarom is het dus een alwetende verteller. Dit is ook duidelijk, doordat je steeds verschillende situaties in het boek hebt. Eerst zijn bijvoorbeeld Irene en Külz met elkaar aan het praten. Wanneer het dan interessant/spannend wordt springt het opeens over naar de bendeleden en wanneer het daar weer interessant wordt gaan ze weer terug naar Irene en Külz. Dit doen ze om spanning op te bouwen, maar zo kun je wel zien dat dit dus een alwetende verteller is, omdat je verschillende mensen volgt.
6. Der Stil Ik vind dat er normaal met elkaar wordt gepraat. Ik vind dat het verhaal goed is verteld. De gesprekken zijn gewoon zoals ik ze ook zou voeren dus de manier van praten is normaal. Ik vind wel dat er soms moeilijke woorden in zaten maar meestal kon je ze wel uit de zin halen of waren ze verder niet belangrijk voor het verhaal. Ik heb ook wel wat woorden opgezocht in het woordenboek, omdat ik die echt niet wist en ze toch wel belangrijk waren voor de zin. De zinnen waren wel goed, want ze waren niet te lang en wel goed te volgen. In het boek kon je wel veel dialogen lezen, want er werd veel met elkaar gepraat. Ik vond dat dit boek nog best wel lastig was, omdat je het goed moet volgen om het te blijven begrijpen. Dit is vooral op het laatst, omdat de neppe Rudi Struve dan Joachim Seiler blijkt te zijn en hij dan de miniatuur heeft gestolen, terwijl je het niet van hem verwacht. Gelukkig wordt dit later heel duidelijk uitgelegd, waardoor het verhaal toch wel goed te volgen is. Sekundärbetrachtungen 1. Informatie over de schrijver
Erich Kästner Erich Kästner werd op 23 februari 1899 te Dresden geboren. Hij volgde vanaf 1913 een leraarsopleiding. Nam als soldaat deel aan de Eerste Wereldoorlog en keerde in 1917 terug met ernstige hartklachten. Vanaf 1919 studeerde hij filosofie en theatergeschiedenis te Leipzig en later ook in Rostock en Berlijn. Hij kreeg in 1922 een aanstelling bij de "Neuen Leipziger Zeitung". Vanaf 1927 werkte hij als theatercriticus voor verschillende kranten in Berlijn en schreef ook politieksatirische teksten voor het cabaret. De eerste jeugdroman van Erich Kästner, "Emil und die Detektive" (1928), werd een groot succes. Dit boek behoort
tot de best gelezen Duitse jeugdliteratuur. Dit boek was zo
succesvol, dat het in 24 talen vertaald en ook verfilmd
werd. In 1933 werd zijn werk door de nazi's verboden, net als het werk van andere linkse intellectuelen. In 1942 kreeg hij een schrijfverbod opgelegd. Hij gaf zijn werk toen uit in Zwitserland. Hij schreef tegen de burgerlijke moraal, tegen het militairisme en tegen het fascisme. Hierdoor werd hij meerdere keren door de Gestapo gearresteerd, doch telkens weer vrijgelaten. Na de oorlog werd hij redacteur van de "Neuen Zeitung" in München. Stichtte in 1951 in deze stad het cabaret: "Die kleine Freiheit". Hij ontving in 1956 de Literatuurprijs van de stad München. In 1957 wordt zijn zoon Thomas geboren, die bij zijn moeder, Fridine Siebert, in Berlijn opgroeit. In 1960 ontving hij de Hans Christian Andersenprijs voor zijn gehele oeuvre. Erich Kästner overleed op 29 juli 1974 te München aan tuberculose. Kästner was een aanhanger van de Verlichtingsidealen. Hij geloofde in de vooruitgangsmogelijkheden van de mens. Hij geloofde in de kracht van humor en verwerkte in zijn kinderboeken nogal wat autobiografische elementen. De boeken die Erich Kästner geschreven heeft zijn: • Emil und die Detektive, 1928 • Herz auf Taille, 1928 • Lärm im Spiegel, 1929 • Ein Mann gibt Auskunft, 1930 • Arthur mit dem langen Arm, 1931 • Pünktchen und Anton, 1931 • Der 35. Mai, 1932 • Das verhexte Telefon, 1932 • Fabian. Die Geschichte eines Moralisten, 1931 • Gesang zwischen den Stühlen, 1932 • Das fliegende Klassenzimmer, 1933 • Drei Männer im Schnee, 1934 • Emil und die drei Zwillinge 1934 • Die verschwundene Miniatur, 1935 • Doktor Erich Kästners Lyrische Hausapotheke 1936 • Der Zauberlehrling (Romanfragment) 1936 • Georg und die Zwischenfälle (Der kleine Grenzverkehr), 1938 • Das doppelte Lottchen, 1949 • Die Konferenz der Tiere, 1949 • Die dreizehn Monate, 1955 • Die Schule der Diktatoren, 1957 • Als ich ein kleiner Junge war, 1957 • Notabene 45, 1961 • Das Schwein beim Friseur, 1962 • Der kleine Mann, 1963 • Der kleine Mann und die kleine Miss, 1967 2. Wat voor bedoeling heeft de schrijver met het boek gehad: De bedoeling van de schrijver met het boek is denk ik amuseren. Het is een heel spannend verhaal, waar veel onverwachte dingen in gebeuren. Ik geloof niet dat de schrijver ons iets wil leren, omdat er niet echt informatieve dingen inzitten. De schrijver heeft gewoon een mooi verhaal gemaakt en wil dit verhaal aan ons vertellen. Er zitten wel wat dingen in die je ook in zijn biografie leest. Het verhaal speelt zich bijvoorbeeld af in Berlijn en in Rostock. In deze twee plaatsen heeft Erich Kästner gestudeerd. Dat is wel grappig. 1. Mijn mening over het boek - Ik vind het een interessant verhaal, omdat er veel spanning inzit en ik vind diefstal en alles wat daar mee te maken heeft altijd wel leuk, omdat ik het mooi vind om te lezen hoe dat te werk gaat en wordt opgelost. Daarom wil ik misschien ook politie worden. - Ik vind het verhaal niet herkenbaar, want ik heb zoiets nog nooit gelezen of meegemaakt. - Het verhaal is spannend, omdat er veel spannende dingen inzitten. Bijvoorbeeld als het licht in de danszaal uitgaat weet je dat er wat gaat gebeuren, dit vind ik wel spannend. Ook is het spannend als Joachim de bendeleider ziet en Rudi Struve erachteraan gaat, omdat je hoopt dat de bendeleider wordt gepakt. - Het verhaal is verrassend, want je verwacht niet dat Joachim gewoon iemand van de verzekeringsmaatschappij is, maar in het begin denk je dat hij een dief is. Later gaat hij best veel met Irene om en begin je daaraan te twijfelen. Maar dan als hij in de danszaal weg is en de miniatuur ook denk je eigenlijk dat Joachim hem heeft gestolen. Dit is ook wel zo, maar alleen uit goede wil. Hij had er geen kwade bedoelingen mee. - De gebeurtenissen waren overtuigend, want er kwamen geen gekke of rare dingen in voor waarvan ik dacht: dat kan niet. Natuurlijk zou in het echt iemand van de verzekering dit niet zo snel doen, maar in principe zou het wel kunnen. Ik vond alles wel overtuigend, behalve het stukje dat Joachim alle bendeleden opsluit in zijn kamer. Ik vind dit een beetje te makkelijk gaan, dat er namelijk niemand op Joachim let en ze allemaal de kamer in stormen. Bovendien vind ik het raar dat ze met ongeveer negentien man de kamer ingaan. - Het verhaal was best makkelijk, omdat er niet zo heel veel moeilijke woorden in staan en ik het wel goed kon volgen. Op het einde snapte ik even niet meer zo goed van hoe het nou precies zat, maar gelukkig legde Joachim het hele verhaal toen uit. De zinnen waren niet al te lang dus dat was wel mooi en de gebeurtenissen spelen zich ook na elkaar af. Dat is fijn, want dan hoef je niet telkens te denken van waar je nu weer in het verhaal bent. - Het verhaal is begrijpelijk verteld, want het is logisch dat de bende door de politie wordt opgepakt, omdat ze een kunstroof van 2 miljoen heeft gepleegd en ook omdat de bende de miniatuur probeert te stelen. - Het verhaal zet me even aan het denken, omdat je je goed in Joachim verplaatst en goed na gaat denken of je ook zo gehandeld zou hebben, als je bij de verzekering werkte. Ik denk, dat ik dit zelf niet had gedaan, want ik vind het wel erg slim en dapper wat hij heeft gedaan. - Het verhaal is niet al te diepzinnig, maar het gaat wel een beetje verder dan alleen maar de feitjes en je moet vaak ook even wat beter nadenken dan in andere boeken. Dit is in het begin lastig, maar als je eenmaal in het boek zit, begrijp je het en vind je het leuk om even verder na te denken dan je neus lang is. - Het boek is maakt nieuwsgierig, omdat er vaak van een spannend stukje wordt overgesprongen naar een andere situatie. Dit maakt het boek extra spannend, omdat je nieuwsgierig bent wat er gaat gebeuren en je bijna niet meer kunt wachten tot de schrijver terugspringt. Daarom wil je ook zo graag door lezen. - Het verhaal is niet voorspelbaar en toch wel voorspelbaar. Wat je natuurlijk niet weet en wat dus niet voorspelbaar is, is dat Joachim de miniatuur heeft gestolen. Het einde van het boek is wel voorspelbaar, want de slechterikken belanden meestal in de gevangenis en daarmee is dan vaak alles opgelost. Dit is ook in dit boek het geval, want ze hebben de miniatuur weer terug en de bende zit achter slot en grendel. Het enige wat je nog niet heel zeker weet is of Joachim en Irene iets met elkaar krijgen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.