Die Taube door Patrick Süskind

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Die Taube
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 1908 woorden
  • 12 mei 2002
  • 105 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
105 keer beoordeeld

Boekcover Die Taube
Shadow
Die Taube door Patrick Süskind
Shadow
Samenvatting Jonathan Noel is vijftig jaar en woont in een chambre de bonne in Parijs vlakbij zijn werk. Hij werkt als waker bij een bank. Toen hij acht was zijn, zijn vader en moeder overleden. Later is zijn zus ook verdwenen. Wanneer Jonathan op een dag zijn deur opendoet om naar de WC te gaan ziet hij daar een duif liggen. Hij schrikt zich een ongeluk en hij wordt helemaal gek. Jonathan besluit dat hij niet samen met een duif onder één dak kan leven. Hij rekent uit dat hij het zich misschien net kan veroorloven om een tijdje in een hotel te wonen. Hij pakt zijn koffer en hij gaat naar zijn werk. Op de gang ziet hij dat de duif de hele gang heeft onder gepoept. Op zijn werk is alles gelukkig goed. Jonathan vraagt bij een hotel een kamer aan. Deze blijkt er uiteindelijk als een grafkelder uit te zien. Hij gaat in een park zitten lunchen want hij kan het zich niet veroorloven om ook nog een dure maaltijd te nemen. Dan ziet hij de zwerver die altijd dronken is. Wanneer hij klaar is laat hij per ongeluk zijn pak melk staan. Hier komt hij achter, wanneer hij al onderweg is. Hij gaat terug en ziet dat het gelukkig nog door niemand is opgemerkt. Hij pakt het pak melk maar scheurt dan zijn broek. De naaimachinemevrouw in de supermarkt kan zijn broek pas over drie weken gerepareerd hebben. Als Jonathan eindelijk in zijn bed in de hotelkamer ligt schrikt hij waker. Eerst weet hij niet waar hij is maar naar een poosje herinnert hij zich alles weer. ‘s Ochtends, het is zaterdag, gaat hij terug naar zijn chambre de bonne halverwege de trap twijfelt hij maar dan wordt hij plotseling van een grote angst bevrijd. Als hij boven is ziet hij dat alles schoon is en dat de duif gelukkig verdwenen is. De personen 1. De hoofdpersoon is Jonathan Noel. Dit is ook de enige hoofdpersoon aangezien Jonathan een contactgestoord persoon is en geen vrienden heeft. 2. Het werk van Jonathan Noel is het enige wat hem bezig houdt. Hij werkt als waker bij een bank dicht bij zijn woning. Jonathan eet, gaat naar zijn werk, eet slaapt en ga zo maar door. Elke dag ziet er voor hem hetzelfde uit. 3. Er is geen relatie tussen de hoofdpersonen

4. Jonathan lijkt mij een erg vervelende man aangezien hij helemaal geen contact wil met mensen. Hij is erg stil, op zich zelf, hij schaamt zich snel en hij is zeer snel geëmotioneerd. “Und nun, da er sah, wie seine Pisse ohne jede Hemmung und Verhaltung lief, sich mit dem Wasser vermischte und durch den Abscluß davongurgelte, und da er das großartige Nachlassen des Drucks in seinem Unterlieb spürte, da liefen ihm zugleich die Tränen aus den Augen, so sehr schämte er sich.” (blz. 20-21) Verder leeft Jonathan helemaal in zijn eigen wereldje. Ook vind ik hem een beetje gestresst. Jonathan wil alles goed doen volgens een bepaald dagelijks systeem wat hij volgt. Als hij iets doet wat niet hoort (bijvoorbeeld lunchen in het park) vindt hij dat heel erg. Alles moet precies volgens zijn patroon gaan. Wanneer hij de duif vindt wordt hij helemaal gek en gaat niks meer zo als het zou moeten gaan. Jonathan is dus erg kwetsbaar. Ook vind ik dat Jonathan zijn oordeel iets te snel klaar heeft over iemand. Zo heeft hij niks tegen de persoon Madame Rocard zelf maar meer iets tegen het werk wat zij doet. Ze is namelijk conciërge bij de woning van Jonathan en hij vindt dat dit soort mensen hem altijd zo observeren. 5. Ik herken eigenlijk helemaal niks van Jonathan in mij zelf. Ik ga niet meteen huilen. Als ik echt iets stoms doe schaam ik mij daar wel voor maar niet zo snel als Jonathan dat doet. Ook word ik niet gek als er plotseling een duif voor mijn deur ligt. 6. De hoofdpersoon is geen bekend figuur. 7. Ik vind dat Jonathan erg overdreven reageert op de duif. Hij pakt meteen zijn koffer en gaat naar een hotel omdat hij niet met een duif onder één dak wil wonen. Ik zou me meer zorgen gaan maken over die duif die hier binnen zit en misschien niet meer naar buiten komt. Wel zou ik het ook vervelend vinden dat die duif alles onderpoept. Verder vind ik het ook erg overdreven dat Jonathan meteen terug loopt wanneer hij merkt dat hij zijn melkpakje op de bank heeft laten liggen. Het is inderdaad dom maar ik zou er niet helemaal voor terug lopen. Ik vind dat Jonathan van elk probleem meteen een heel groot probleem maakt. Dat komt ook doordat niks anders hem bezig houdt. Elke dag ziet er voor hem hetzelfde uit en als er dan iets gebeurd wat anders is dan normaal wordt hij helemaal gek. 8. Er is maar één hoofdpersoon en dat is Jonathan. Jonathan gaat heel erg vervelend met mensen om en hij wil ze ook het liefst niet spreken en ontmoeten. “Ehe er die Türe öffnete, legte er das Ohr an die Türfüllung und lauschte, ob niemand auf dem Gang sei. Er liebte es nicht, Mitbewohneren zu begegen, schon gar nichts morgens in Pyjama und Bademantel, und am allerwenigsten auf dem Weg zum Klo.” (blz. 13) Wel probeert hij beleeft over te komen bij onbekende en zegt hij altijd iedere ‘bekende’ gedag. “››Guten Tag, Madame Rocard‹‹, murmelte er. Mehr sprachen sie nie miteinander. Seit zehn Jahre – so lane war sie im Haus- hatte er nie mehr als ››Guten Tag, Madame‹‹ und ››Guten Abend, Madame‹‹ zu ihr gesagte und ››Danke, Madame‹‹, wennsie ihm die Post aushändigte.” (blz. 31-32) 9. Er is maar één hoofdpersoon en dat is Jonathan. Ik vind Jonathan helemaal niet sympathiek. Hij zoekt geen contact met mensen en hij is erg in zich zelf gekeerd. Maar eigenlijk kan je niks over Jonathan zeggen aangezien hij contactgestoord is. Dan is het dus ook wel logisch dat hij geen vrienden zoekt en dat hij met niemand om gaat. De tijd 1. Het verhaal speelt zich in 1984 af. 2. De tijd is niet erg belangrijk voor het verhaal zelf. Het had net zo goed in 2000 kunnen gebeuren. Wel is zijn verleden van belang. Zijn ouders zijn in 1942 allebei waarschijnlijk op transsport gezet en daarvan niet meer teruggekeerd. “Die Mutter seit weg, sagte der Vater, sie habe für längere Zeit verreisen müssen. Man hat sie fortgeschafft, sagten die Nachbarn, man hat sie zuerst ins Vélodrone d’Hiver geschafft und dann hinaus ins Lager von Drancy, von dort geht’s nach Osten, da kommt keiner zurück.” (blz. 6) 3. Het verhaal zelf speelt zich niet af tegen de achtergrond van een bepaalde historische gebeurtenis. Wel speelt de terugblik, waarin Jonathan weer even dat moment beleeft waarop zijn moeder verdween, zich af tegen de achtergrond van Hitler-Duitsland. Hitler verbande toen alle Joden, mongolen en andere, volgens hem mislukte mensen, naar concentratiekampen. 4. Ik wist al erg veel van deze tijd. Ik wist bijvoorbeeld dat alle joden, mongolen, homofielen enzovoort naar concentratiekampen werden gestuurd en dat er weinig van hen nog levend terug kwamen. 5. In het kleine stukje wat over deze tijd ging, stond niks wat ik nog niet wist. 6. Het verhaal duurt ongeveer 24 uur. Het begint ermee dat Jonathan opstaat en dan naar zijn werk gaat. Vervolgens gaat hij slapen en je leest ook nog dat hij weer wakker wordt. 7. Er wordt zeer weinig met de tijd gemanipuleerd. Eerst wordt Jonathan aan de lezer ‘voorgesteld’. Je leest hier in het kort zijn veleden. Hier worden dus een aantal flashbacks gemaakt. “Als er im Frühjahr 1954 nach Puget zurückkehrte, war seine Schwester verschwunden, ausgewandert nach Kanada, hieß es.” (blz. 7) De plaats 1. Het verhaal speelt zich in Parijs af. Ook heeft Jonathan, nadat zijn ouders weg waren, nog een aantal jaren bij zijn oom in Puget gewoond. Verder heeft hij in de tijd dat hij militaire was nog een poosje in Indochina geleefd. Het derde jaar als militaire heeft hij in Lazarertt doorgebracht. 2. Ik wist al wat over Parijs maar die dingen komen niet echt in het boek naar voren. Zo weet ik dat daar Frans wordt gesproken en dat er bekende dingen te bezichtigen zijn zoals de Eiffeltoren, de Notre Dam en het Louvre. Dankzij dit boek weet ik nu ook een aantal straatnamen in Parijs. “Er fand Arbeit als Wachmann einer Bank in der Rue de Sèvres, und er fand eine Bleibe, eine sogenannte chambre de bonne im sechsten Stock eines Hauses in der Rue de la Planche.” (blz. 8) Over de rest van de plaatsen wist ik nog niks maar in het boek staat ook verder niks over deze plaatsen beschreven, 3. De plaats, in dit geval Parijs, speelt in dit verhaal, op de straatnamen die worden gegeven na, geen rol. 4. Er wordt niks geschreven over het landschap. Het weer is denk ik middelmatig. Ik denk dat het lente of herfst is want Jonathan schaamt zich als hij plotseling ziet dat hij zij regenjas en mantel nog aan heeft. ‘s Nachts onweert het. “In der Nacht gab es ein Gewitter. Es war eines jener Gewitter, die sich nicht sofort mit einer ganzen Serie von Blitz- und Donnerchlägen entladen, sondern eines, das sich sehr viel Zeit nimmt und seine Kräfte lange zurückhält.” (blz. 92) Verder werkt Jonathan als waker bij de bank. 5. Deze omstandigheden zijn alleen maar het decor waar tegen het verhaal zich afspeelt. Het had in feite net zo goed winter kunnen zijn. Dat maakt voor het gehele verhaal niet zo veel uit. Wel had Jonathan een erg vrij en losse baan moeten. Hij had niet een bakker moeten zijn die de hele dag in zijn bakkerei moest blijven. Dan was er namelijk een hoop niet gebeurd die wel voor het gehele verhaal belangrijk zijn. Waar gaat het nou eigenlijk over? 1. Nee, ik denk niet dat de schrijver mij iets wil zeggen of mij een visie, idee of levensles wil leren. 2. Op deze vraag kan ik geen antwoord geven aangezien de schrijver mij niks wil zeggen en mij geen visie, idee of levensles wil leren. 3. Op deze vraag kan ik geen antwoord geven aangezien de schrijver mij niks wil zeggen en mij geen visie, idee of levensles wil leren. 4. Ik heb niet echt veel geleerd van dit verhaal. Ik heb geleerd dat je niet in paniek moet raken omdat dat toch geen zin heeft. Verder irriteert dit verhaal mij alleen maar omdat ik me gewoon niet in Jonathan kan plaatsen. Ik begrijp hem gewoon niet. Zou je nog eens een verhaal willen lezen: 1. Als alle boeken van Patrick Süskind over zulke rare mensen gaan zou ik niet nog een verhaal van hem willen lezen. 2. Aan dit verhaal zit niet echt een specifieke tijd gebonden maar ik zou het niet erg vinden om nog een verhaal te lezen wat zich in 1984 afspeelt. Het is namelijk een erg neutrale tijd waarin weinig echt belangrijks is gebeurd. 3. Het lijkt mij ook wel leuk om nog een verhaal te lezen over Parijs. Het lijkt mij een leuke stad met erg veel interessante bezienswaardigheden. 4. Ik zou niet nog een keer een verhaal willen lezen over hetzelfde onderwerp. Ik vind het namelijk erg vervelend om boeken te lezen over mensen waarin ik mij absoluut niet kan plaatsen. Dat was met Jonathan heel erg het geval en dat vond ik heel erg irritant om te lezen. 5. Dit staat al bij de antwoorden gegeven

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Die Taube door Patrick Süskind"